IC
r* i
A
Ons Blad
No. 59.
Zaterdag 24 Juli 1909.
3d* Jaargang
BIJVOEGSEL
FEUILLETON.
Aid a.
Buitenland.
van
van Woensdag 21 Juli 1909.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Alkmaar op Woensdag
21 Juli 1909, des nam. 1 uur.
Tegenwoordig waren 13 leden. Afwezig
de heeren de Wit, v. d. Bosch, Pot, de
Lange, de drie laatste met kennisgeving.
Aan de vergadering wordt medegedeeld
a. dat is ingekomen een voorstel van
de heeren van Buijsen, de Lange, Glinder-
man en Dorbeck, om over te gaan tot
vaststelling der jaarwedde van den Directeur
der Handelsdagschool.
De Voorzitter hoopt dit spoedig aan de
otde te kunnen stellen.
b. alsvoren, een schrijven d.d. 30 Juni
I.1. No 34 van de Gedeputeerde Staten,
ten geleide van het goedgekeurde raadsbe
sluit dd. 19 Mei 11. No. 3b tot wijziging
der Verordening, regelende de jaarwedden
van de onderwijzers aan de openbare lagere
scholen.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. alsvoren, een schrijven dd. 30 Juni
II. No. 25 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde kohier der belasting
op gebouwde eigendommen, dienst 1909.
Idem.
d. alsvoren, een schrijven dd. 9 juni 11.
No. 41 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 19
Mei 11. No. 8, tot overneming van grond,
zijnde het verlengde gedeelte van de Blee-
kerslaan en van de Prins Hendrikstraat.
Idem.
e. alsvoren, een schrijven dd. 23 Juni
11. No. 104 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 22
Juni 11. No. 2 tot het sluiten van eene
tijdelijke geldleening, groot f61600.
Idem.
f. alsvoren, een schrijven dd. 7 Juli 11.
No. 66 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 22
Juni 11. No. 4 tot onderhandsche verhuring
van de localiteiten in de Ridderstraat A 17
voor kantoor van den Waarborg.
Idem.
g. alsvoren, een schrijven dd. 7 Juli 11.
No. 57 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 22
Juni 11. No. 3 tot vaststelling van de 3de
snppletoire begrooting, dienst 1908.
Idem.
h. alsvoren, een schrijven dd. 30 Juni
11. No. 21 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 22
Juni 11. No. 3 tot het doen van ai- en
overschrijvingen op de begtooting, dienst
1908.
Idem.
i. alsvoren, een schrijven dd. 30 Juni
11. No. 22 van hetzelfde college, ten geleide
van het goedgekeurde raadsbesluit van 22
Juni 11. No. 3 tot het doen van uitgaven
uit den post van onvoorziene uitgaven op
de begrooting, dienst 1908.
Idem.
j. alsvoren, het Procesverbaal van de
Kasverificatie op 24 Juni 11.
Idem.
k. alsvoren, een sehrijven d.d. 24 Juni 1.1.
no. 117 van het bestuur van het Stad-
Ziekenhuis, betreffende het toekennen van
vrijen tijd aan de verpleegsters in de ge
noemde inrichting;
Idem.
1. alsvoren, een adres d.d. 24 Juni 1.1.
van den Raad van bestuur der Ned. Bouw
maatschappij te Amsterdam betreffende het
in exploitatie brengen van bouwgrond aan
de Zandersloot;
In handen van B. en W. om gericht en
raad.
m. alsvoren, een adres ongedateerd, den
30 Juni 1.1. ontvangen van de afd. Alkmaar
van den Bond van Ned. gemeentewerklieden,
houdende het verzoek om de Verordening,
regelende de rechtspositie van de werklie
den in dienst der gemeente (Gemeenteblad
No. 200), te willen wijzigen in de door
haar aangegeven zin;
Idem.
n. alsvoren, een schrijven d.d. 7 Juli 1.1.
(den i6en verzonden) No. 103 van de Gede
puteerde Staten, ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit d.d. 17 Maart/ 2 2 Juni
1909 Nos. ro/s tot vaststelling van het plan
van uitbreiding der gemeente;
Voor kennisgeving aangenomen,
o. alsvoren, een schrijven d.d. 16 Juli 1.1.
van het bestuur van de Algemeene Bewaar
school, ter aanvulling van zijn adres d d
22 Juni 11. (in handen gesteld van B,. en W.
om bericht en raad) inzake het oprichten
van eene klasse voor voorbereidend
onderwijs;
In handen van B. en W.
p. een rapport d.d. 15 Juli 1.1. van Cura
toren van het Gymnasium, inzake het onder
zoek naar de beschuldiging van Dr. Vorder-
hake, als zou de leeraar Dr. Boas zijne
tijdelijke benoeming aan het Gymnasium
hebben verkregen door list en bedrog;
De conclusie van het rapport luidt aldus
Dat niet bewezen is dat dr. Boas zijne be
trekking heeft verkregen door list en bedrog,
maar dat hij wel daartoe oneerlijke mid
delen heeft gebezigd.
Mr. Dorbeck bestrijdt de conclusie.
De heer Uitenbosch stelt voor het rap
port met de bijlagen te doen drukken en
rond te zenden, 't Is een publieke zaak
geworden.
De Voorzitter meent dat dit niet noodig
is. Het is Voorzitters bedoeling het rapport
te laten drukken en de bijlagen ter visie
te leggen.
Het voorstel Uitenbosch wordt aange
nomen met 8 tegen 5 stemmen.
De heer Dorbeck zou gaarne uitgemaakt
zien of de Raad meent dat het rapport enz.
aan den Raad gericht is als zoodanig of
dat het beschouwd wordt als voor het
publiek bestemd.
De heer Uitenbosch meent dat het een
publieke zaak is.
De Raad besluit geen publiciteit toe te
staan met 7 tegen 6 stemmen.
De heer Dorbeck verzoekt den heer Boas
in kennis te stellen met al hetgeen te dezer
zake is gedaan en geschreven, zonder eenige
reserve.
De heer ter Spill meent dat de heer Boas
ook eenige reserve moet worden opgelegd.
De heer v. d. Feen voorziet dat de pu
bliciteit toch niet zal worden tegengehouden.
Beter wafe 't de heele zaak publiek te
maken.
De heer Glinderman vindt publiciteit
niet gewenscht.
In dien zin wordt besloten,
q. een adres van Waijper tejKrommenie I
c s., houdende het verzoek om de eieren-
markt te verplaatsen naar de Koombeurs;
Bij 7 te behandelen,
r. alsvoren, een adres 20 Juli 1.1. (heden
ontvangen) van den Alkmaarschen Bestuur-
dersbond, houdende adhaesiebetuiging aan
het adres van den Bond van Ned Gemeente
werklieden, afd Alkmaar, om wijziging der
Verordening, regelende de echtspositie van
de gemeente-ambtenaren.
In handen van B. en W. om bericht
en raad.
Gebr. Spanjaard zonden een adres aan
de raad, houdende een voorstel tot het in
stand houden van de gevels van het door
hen aangekochte huis aan de Langestraat,
hetgeen de gemeente 650 —800 gulden zou
komen te kosten.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Onderzoek der geloofsbrieven van
de herkozen leden, de heeren Glinderman,
Wanna, Meienbrink, de Groot, ter Spill.
De commissie bestaande uit de heeren
v. d. Feen de Lille, Dorbeck en Zaad-
noordijk heeft die geloofsbrieven nagezien
en goedbevonden en stelt voor de heeren
toe te laten. Aldus besloten.
3. Benoeming van een lid der PI. Com
missie van toezicht op het Lager Onderwijs.
De Commissie heeft de volgende voor
dracht ingezonden
1. G. Straver, arts, en 2. J. P. F. A.
Noorduyn, arts.
B. en W. maakten geen gebruik van de
bevoegdheid om aan deze aanbeveling nog
twee personen toe te voegen. De benoeming
geschiedt voor het tijdvak tot ulto. Dec.
i9t6.
De heer Uitenbosch wenscht B. en W.
in overweging te geven bij het benoemen
voor deze commissie ook eens het oog te
vestigen op menschen uit andere standen
der maatschappij.
De heer G. Straver wordt benoemd met
algemeene stemmen.
Thans wordt punt 16 behandeld.
Alsvoren, tot benoeming van een
onderwijzeres aan de Meisjesschool.
B. en W. hebben in overleg met den
Arrond -Schoolopziener, na ingewonnen
advies van het hoofd der school, de vol
gende voordracht den Raad aangeboden:
1. Mej. M. J. Poelman te Leiden.
2. J. D. van Dunnewald te Kampen.
3. E. Sellemans te Alkmaar.
De minderheid van het college van B.
en W. (de Voorzitter) is van meening, dat
No. 3 op de tweede en No. 2. op de derde
plaats moet genoemd worden.
Op een vraag van den heer Fortuin,
aangaande de meening van den Voorzitter,
zegt deze:
De meerderheid van het college heeft
zich gehouden aan het advies van den heer
v. Buijsen, bij de proefles van Nos. 2 en
3 was de meerderheid niet tegenwoordig.
Meer kan er in openbare zitting niet van
gezegd worden.
De heer Dorbeck stelt voor deze zaak
te behandelen na de behandeling van de
reclames.
Wordt besloten eerst geheime zitting te
houden, waarop de zitting geschorst wordt.
Na opheffing der schorsing wordt punt
16 behandeld. (De heer de Wit is inmid
dels ter zitting verschenen). Bij eerste stem
ming verkrijgt Mej. Poelmaus 7 stemmen
en Mej. Sellemans evenveel, zoodat de
stemmen staken.
De heer v. d. Feen stelt voor de her
stemming te doen plaats hebben in de
volgende vergadering, omdat de raad onvol
tallig is. Kan de raad zich hiermee niet
vereenigen, dan wenscht spreker nog eerst
in geheime zitting eenige dingen te zeggen,
die voor de openbare zitting minder ge
schikt zijn.
De zitting wordt opnieuw geschorst.
Na heropening wordt tot herstemming
overgegaan en verkrijgt Mej. Poelmans 9
en Mej. Sellemans 5 stemmen, zoodat mej.
Poelmans is gekozen.
Thans wordt behandeld punt 17.
17. Alsvoren, tot benoeming van perso
neel, belast met de leiding van het herha-
lingsonderwijs.
B. en W. stellen voor, voor den cursus
1909/10 te benoemen:
re. tot onderwijzer, belast met deleiding
van het herhalingsonder wijs voor jongens,
den heer J. J. T. Kooij, onderwijzer aan
de Eerste Gemeenteschool;
2e. tot onderwijzeres, belast met de leiding
van dat onderwijs voor meisjes, Mej. J.
Kijlstra, onderwijzeres aan de Meisjesschool.
Met algemeene stemmen woren de dvoor
gedragenen benoemd.
4. Voorstel van B. en W. tot invorder
baarverklaring en verhaalbaarstelling van
hoofdelijken omslag en van pl. belast, op
de geb. eigendommen over vorige diensten.
a. Hoofdelijken omslag.
Het restant Van den dienst 1905 ad.
f146.175 is ingevolge art. 262 Gemeentewet
verjaard. Op den dienst 1906 is oninbaar
f 14.13. Op die van 1907 f 7.52s, terwijl
afgeschreven moest worden f57.01.
Over 1908 wordt voorgesteld oninbaar
te verklaren een bedrag van f 206.93s en
verhaalbaar te stellen een bedrag van
f 266.46 s.
b. Bel. op de Geb. Eigendommen.
Voorgesteld wordt op den dienst 1908
oninbaar te verklaren een bedrag van
f32.07 en verhaalbaar te stellen een bedrag
van f85.895.
Conform het voorstel besloten.
5. Alsvoren, om opnieuw onveranderd
vast te stellen de verordeningen op het
heffen en invorderen van wik- en weeg-
loonen.
In verband met een t;r zake van den
Voorzitter van Ged. St. ontvangen schrijven
d.d. 23 Juni 1.1. 3e afd. No. 36 D/7690,
stellen B. en W. voor te besluitende
verordening op het heffen van wik- en
weegloonen, zooals die laatstelijk is vast
gesteld bij raadsbesluit van i4 Oct. 1908,
goedgek. bij Kon. Besl. vrn 6 Jan. 1909
No. 42, alsmede de daarbij behoorende
verordening op de invordering onveranderd
opnieuw vast te stellen en deze stukken
met de daaraan toe te vsegen memorie van
toelichting aan Ged. Staten op te zenden.
Conform besloten.
6. Vaststelling eener verordening tot rege
ling der jaarwedden van de leeraren aan
het Gymnasium.
Den 18 Juni 1908 is door B. enW. aan
den Raad een ontwerp verordening aange
boden, waarin o m. het volgende is bepaald:
Art. 1. Aan het Gymnasium zijn ver
bonden a. een rector op een jaarwedde van
f 3000.b. drie leeraren in de oude
talen en oude geschiedenis op f 2000. -
c. een leeraar in de geschiedenis en aard
rijkskunde op f 2000.li. een leeraar in
de wiskunde op f 2000.e. idem in de
Nederl. taal f 1250.idem in de Fran-
sche taal 1 1200 g. idem in de Hoog-
duitsche taal op f 1000.h. idem in de
Engelsche taal f 1000.i. idem in de
natuurkuude, idem in de natuurl. historie
en k. idem in de scheikunde, elk op f 100.
voor elk werkelijk lesuur per weekl. idem
in de gymnastiek op f65.voor elk lesuur
per week; m. een concierge, op een jaar
wedde van f 550.
Art. 2. De jaarwedden van de leeraren
in art. 1 vermeld, worden, tenzij daartegen
overwegende bezwaren bestaan, driemalen,
ITU1UOU.
Besproken werden ten congressehet
crediet dat de middenstand geeft, het
crediet dat de middenstand neemt en
de middelen om verbetering aan te
brengen.
Yoor wat het eerste punt betreft, is
terecht de wenschelijkheid betoogd van
den verkoop a contant.
Het is boven allen twijfel verheven,
dat de verkoop a contant, reëel door
gevoerd, voor den middenstander zeer
gunstige gevolgen moet hebben. Voor
eerst is het risico voor hem vervallen.
Wat dit beteekent, zou men het best
kunnen zien, wanneer men eens in de
gelegenheid ware de boeken van een
winkelier op te slaan. In elke zaak van
eenige beteekenis bergt het boek een
kapitaal en zelfs in de kleinste affaires
van menschen, die bij den dag ais 't
8)
Hef viel hun gemakkelijker bij hunne bu
ren over het spook te redekavelen en daar
door eene angstige belangstelling bij hen op
te wekken, zoodat zij met vreesachtige blik
ken naar hen zaten te luisteren.
Hierdoor bleef dus het veld open voor
de fabelachtige vertellingen, toen op zeke
ren schoonen lenteavond in het dorp, nabij
den ouden bouwval gelegen, twee reizigers
aankwamen.
De keuken van de herberg was vol
boeren, die zich daar te goed deden aan
Spaanschen wijn, den vorigen avond aldaar
binnengesmokkeld. Juist hadden zij hun
avondmaaltijd geëindigd, hunne vroolijke
liederen weergalmden luid door het vertrek
en werden alleen afgebroken door de met
heesche stemmen uitgebrachte toasten en
bet geschreeuw waarmede het geraas der
rondgaande kroezen vergezeld ging.
°P het gezicht van den welgekleeden
weemdeling, wien ieder gemakkelijk voor
£en edelen ridder herkende, veranderde al
uumiuyu uuwoog, vvaoii vaii uo umvaiig
nu eenmaal niet te berekenen valt.
Schaden niet alleen aan de zijde des
verkoopers, maar ook aan den kant van
de consumenten.
Wie contant verkoopt, kan ook
contant inkoopen. Uitzonderingen mogen
op dezen regel bestaan, maar uitzon
deringen bevestigen den regel ook hier.
Contante inkoop is, 't behoeft geen
verklaring, voordeeliger dan op termijn.
Tevens leidt voordeeliger inkoop tot
billijker verkoop.
Er mag hier zeer zeker gewezen
worden op een omstandigheid die dik
wijls niet geacht wordt, namelijk dat
eene contante handel ook voor de con
sumenten voordeelig is. Zij toch profj
teeren het eerst en het meest van een
betere regeling.
En de vraag mag bovendien gesteld
dat woest gedruisch eensklaps in eene eer
biedige stilte. De vreemdeling beantwoord
de dit bewijs van eerbied door het maken
eener lichte beweging met het hoofd en
zeide tot de vrouw van den herbergier:
„Ik wil het genoegen dezer menschen
niet verstoren, zoudt gij niet eene andere
kamer voor mij hebben, waar ik iets ge
bruiken en mij ter rust begeven kan?"
De vrouw haastte zich eene waskaars te
ontsteken, en eene kleine deur openende
tegenover die welke de vreemdeling was
binnengetreden, geleidde zij hem, onder
het maken van eene eerbiedige buiging,
in eene groote zaal, voorzien van ruime
ledikanten met groene saaije behangsels.
In het midden stond een niet minder groote
tafel waar langs houten banken gezet wa
ren, maar aan de zijde van den schoorsteen
stond een gemakkelijke leuningstoel en
daar naast eenige gewone stoelen en voet
bankjes. Deze buitengewone weelde was
daar vereenigd in de veronderstelling, dat
mogelijk een of ander edel of voornaam
persoon er zijn intrek zou komen nemen.
De hospita gevoelde dan ook zich zeiven
niet van vreugde. Het besef harer eigen
waarde verhoogde nog den glans harer
blikken en gaf aan haren glimlach eene
onbeschrijfelijke fierheid, En geen wonder,
op uopciniug vail nou ouvöl.
Als leiddraad worde dan genomen de
door dr. Nou wens voorgestelde conclusie:
Het door den middenstand te geven
crediet moet worden beperkt binnen de
grenzen van het redelijke en alleen bij
uitzondering mag een lang crediet wor
den toegestaan.
Allen moeten samenwerken, maar
vooral de middenstanders zelf, om aan
de misbruiken van het credietgeven
ten spoedigste een eind te maken.
FRANKRIJK.
Clemenceau af. Toch is Ohm nceau dan
gevallen. En met nem gaat het ministerie
neen. Op zich zelf is dit niet een feit van
bijzondere beteekenis. Frankrijk is er vrijwel
het was sedert tien jaren, dat zij de her
berg het Witte Paard bestuurde, thans de
eerste maal, dat de leuningstoel door een
voornaam reiziger zou worden gebruikt.
Maar die vreugde werd aanmerkelijk
verstoord toen zij den edelen ridder tot
zijnen schildknaap op een korten en ge
biedenden toon die geen tegenspraak toeliet,
hoorde zeggen:
„Karei, gij zult voor mijn avondmaaltijd
zorgen en mij alleen bedienen,"
Nauwelijks had de herbergierster de zaal
deur achter zich gesloten, of het gesnap
der boeren begon weder als te voren. Na
een weinig te hebben gesproken over de
nieuw aangekomen vreemdeling, namen zij
vervolgens met die verwonderlijke rapheid,
den zuidelijke natiën eigen, een aantal
andere onderwerpen in behandeling.
Karei liep af en aan om zijn meester
te bedienen, die door de half geopende
deur van tijd tot tijd het luid gelach en
gepraat der vroolijke landlieden vernam.
Eensklaps zwegen alle stemmen, over-
heerscht naar het scheen, door eene
plotselinge ontroering en men hoorde niets
dan ééne bewogen, bevende stem, die on
getwijfeld eene allerverschrikkelijkste ge
schiedenis verhaalde, want ieder vergat
alles om des te beter te kunnen luisteren.
grootste vernedering te hebben meegewerkt,
die Frankrijk ooit werd aangedaan.
Dat was te veel gezegd. Delcassé ant
woordde op zijn eigen korte doch krach
tige wijze. Hij ontstak de kamer in woede
over de grove uitval van den ministerpresi
dent en toen was het lot van het ministerie
beslist.
In stemming werd toen gebracht Iden voor
rang te verleenen aan een door Clemenceau
aanvaardde motie Van vertrouwen. Die voor
rang wij vermeldden dit reeds in ons
vorig nummer werd met 212 tegen 176
stemmen geweigerd.
De ministers verlieten hierop achter Cle
menceau aan de zaal, onder gejuich van de
oppositie.
Het kabinet diende toen zijn ontslag in.
Wie hu de teugels van het bewind in han
den zal nemen? Briand misschien?
Het is moeielijk te zeggen. Toch is de
De vreemdeling ving eenige woorden van
het gesprek op en dit maakte zijne op
merkzaamheid gaande. Hij stond op en
zachtjens de deur naderende, luisterde hij
met al zijne aandacht en belangstelling
naar dit volksverhaal. Men sprak van eene
der laatste spookverschijningen in den
Mooren-toren. Maar toen de verhaler aan
een zeker punt zijner vertelling gekomen
was, werd zijne stem zoo zacht en gesmoord,
dat de ridder, die niets meer verstaan kon,
besloot om zijne nieuwsgierigheid ten koste
zijner waardigheid, te bevredigen. Hij trad
dus driftig de gelagkamer binnen en tot
voor de tafel komende, zeide hij:
„Gij kunt al aardig vertellen, mijn
vriend, maar uwe stem siddert alsof gij
den geest der duisternissen uitdaagdet."
Ik daag niemand uit, heer, en Sint Jan,
mijn patroon, zal er mij, hoop ik voor
bewaren dat ik dien geest nooit uitdaag-
Ik spreek slechts van hem."
„Ik bid u, wat hebt gij hier met Satan
te maken." „Hier niets, Goddank, want
wij zijn allen goede Christenen; maar
overal kan men niet hetzelfde zeggen; en
indien gij u de moeite wildet geven, om
door dit venster een blik naar buiten te
werpen, dan zoudt gij even als wij niet
ver yian hier een brandend licht der hel
umiuu uckciiu gemaaat, waardoor aan de
oude kloosterlingen betere voorwaarden ge
steld worden. Of de praktijk echter beter
zal zijn, blijft aan niet ongegronden twijfel
onderhevig.
Een royalistisch manifest. Da volgend*
verklaring is, naar aanleiding van Üen dood
van don Carlos, aan de Parijsche bladen
medegedeeld, en wordt door deze in hun
jongste nummer geplubliceerd.
Diep getroffen in hun gehechtheid en trouw
en tegelijkertijd smartelijk aangedaan door
den dood van Z|. M. don Carlos, hertog
van Madrid, herhalen de legitimisten van
Frankrijk vereenigd in een zelfde gevoelen
van eerbied en onveranderlijke toewijding
aan den persoon des konings, de traditio-
neele leus van het grondrecht der monar
chie: „De koning is gestorven, leve de ko.
ning!"
Zij erkennen en zij juichen toe in den
gewaar worden. 1
„Daar ben ik waarlijk nieuwsgierig naar",
sprak de edelman. „Sedert ik de wereld
doorkruis, heb ik dikwijls van geestver
schijningen hooren spreken, maar nog nooit
zelf het minste spook kunnen ontmoeten.
Het zou mij dus zeer aangenaam wezen,
om hiervan de ondervinding op te doen,"
De verhaler stond van zijne plaats op;
een klein houten venstertje draaide knar
send op zijne verroeste hengsels, want men
opende het bijna nooit om het gezicht o®
het Mooren-kasteel te vermijden,
„Zie ginds, heer, wordt gij dat licht
niet gewaar?" vroeg hij, met den vinger
naar den bouwval wijzend,
„Ik zie wel een licht schitteren," ant
woordde de ridder, maar het blinkt even
vroolijk als eene ster aan den hemel. Mij
dunkt, indien het een helsch licht ware,
dat het er dan treuriger uit zou zien."
„Lach niet, heer," hernam de boer;
„sla geloof aan mijne oude ondervinding;
lach niet, want daar zou u een ongeluk
door kunnen overkomen."
(Wordt vervolgd.)