R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Rolland. No. 67. Zaterdag 21 Augustus 1909. 3d* Jaargang FEUILLETON. Aïda. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Buitenland. De Voorhoede en de locale pers. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 50 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in het begin ran ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers3 oent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUBEAUBreedstraat 45, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIËNj Van 15 regels80 eeat. Elke regel meer6 Reclames per regel15» Kleine adrertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25 In haar nummer van verleden week deelt „De Voorhoede* een uittreksel mee uit het ingezonden stuk van W. uit Alkmaar in „De Tijd* en „De Maas bode", welk stuk wij^in zijn geheel opnamen. „De Voorhoede" zegt daarbij dat de schrijver .de waarheid niet zou gezegd hebben. Zij laat er dan op volgen.: Waar is 1°. dat niet van „Futura", maar van ver schillende bewoners van de Zaanstreek, het plan is uitgegaan, om een Weekblad voor de Zaanstreek op te richten, wijl de twee genoemde locale bladen te Alkmaar en Hoorn verschijnende er nog slechts be trekkelijk weinig abonné's meer hadden, terwijl honderden Kath. arbeiders het so cialistisch Weekblad van den heer Duys lazen 2°. dat, na ingewonnen informaties en prijsopgaven van drukkers, (o.a. bij „De Tijd"!) gebleken was, dat een kath. Week blad voor de Zaanstreek niet zou kunnen rendeeren; 3°. dat toen aan den directeur van „Fu- tuia" verzocht is, reeds maanden (niet„eeni- ge weken"!) geleden, een vergadering te Zaandam bij te wonen waar overwogen zou worden de mogelijkheid, om bij „De Voor hoede", die in de Zaanstreek toch al reeds een groot aantal abonné's had een locaal Bijblad te geven; 4°. dat op die vergadering' juist door den directeur van „Futura" is verklaard, dat „De Voorhoede" hier niet toe wenschte over te gaan, wanneer „Onze Courant" en „Ons Blad" daardoor ernstig nadeel zouden lij den, waarop door verschillende aanwezigen werd verklaard dat dit voor zoover „Onze Courant" betrof geenszins, en wat „Ons Blad" betrof, slechts zeer weinig het geval zou zijn, terwijl het ook al ware dit anders, toch dringend noodzakelijk was te genover 't sociaal-democratisch plaatselijk weekblad van Duys een goedkoop Kath. Zaansch weekblad te stellen; ook werd door verschillende aanwezige geestelijken het plan toegejuicht, en later voor de verdere uit werking welwillende medewerking verleend. 5°. dat tot op dit oogenblik de verhou ding tusschen „Futura" en de uitgeefster van „Ons Blad" zeer vriendschappelijk is, hoewel haar het bovenstaande sinds lang bekend was. Het artikel, dat Zaterdag 11. in „Ons Blad" tegen „De Voorhoede" verscheen, was daar om voor ons een pijnlijke verrassing. Wij vermoeden, dat aan de Redactie van „Ons Blad niet bekend is, welke vriendschappelijke besprekingen er hebben plSats gehad tus schen de Uitgeefster van „Ons Blad" en „De Voorhoede". Trouwens heeft ,,Ons Blad" allerminst re den, om zich zoo ernstig over ons te be klagen. Is „Ons Blad" immers zelf niet opgericht, nadat reeds sinds eenigen tijd „Onze Courant" had bestaan? Men ging daartoe over, omdat men meende dat „On- 16) De bewoners van het huis verschrikt door de bedreigingen die tegen hen wer den gedaan, besloten eindelijk de deur te openen. Terstond stroomde de woedende menigte naar binnen, maar zij zochten te vergeefs. God beschermde zijne getrouwe •dienstmaagd; Hij had haar een gemakke lijks middel aangewezen om haren vijanden te ontkomen. Desniettemin vervolgde zij haar zen- dingsdoel en begaf zich in stilte van Al giers naar Mitadja. Daar klopte zij aan alle deuren en sprak iedereen van den God der Christenen en van het geluk dat Zijne kinderen smaken. Eenige vrouwen luisterden met belangstelling naar haar, maar de mannen sidderden van toorn en Urontvvaardiging, en zij, die haar niet be ledigden door haar voor eene bedriegster 'c krijten, stieten haar met verachting |an zich, als eene waanzinnige. Maar Aida, e helfdhaftige dienares van Christus, ont- ze Courant" te weinig locaal nieuws gaf voor Alkmaar en omstreken. Over het meeste van wat liier ge schreven staat kunnen we zwijgen. We zouden wellicht kunnen volstaan met te verwijzen naar vorige nummers, waarin de lezers het antwoord zullen vinden op hetgeen hier waar genoemd wordt. Eene uitzondering moet gemaakt over punt 5 en wat er op volgt. „De Voorhoede" doet het hier voor komen alsof onze redactie geen kennis droeg van eene bespreking, welke om trent de uitgave van een blad voor de Zaanstreek tusschen „De Voorhoede" en het bestuur (de uitgeefsters) van „Ons Blad" zou hebben plaats gehad. Waren wij er wel mee bekend ge weest, wil „De Voorhoede" zeggen, dan zouden wij over deze kwestie niet heb ben gesproken. Wij zijn natuurlijk op onderzoek uit gegaan en het is ons gebleken dat „De Voorhoede" hier onder het motto waar een onwaarheid neerschreef, ofschoon zonder opzet. Met het bestuur of uitgeefsters heeft „De Voorhoede" niet gesproken, wel met iemand, van wie de directie ver moedde dat hij namens „Ons Blad" haar kwam spreken. Dit is dus een misverstand. De verkeerde meening die „De Voorhoede" door de publiceering er van heeft gewekt, zal het blad zeer zeker door het geven van eene rectifi catie bij hare lezers wegnemen. Dat „Ons Blad" is opgericht nadat reeds sinds eenigen tijd „Onze Courant had bestaan, is een onjuistheid-, welke bewijst hoe moeielijk het is van verre, b.v. van uit Leiden, locale toestanden hier te beoordeelen. Indien „De Voorhoede met „Ons Blad" op de hoogte ware, dan zou zij weten dat het een voortzetting is onder an deren naam van de uitgave van „De Nieuwe Noord-Hollander«. Dit blad bestond reeds een kwart eeuw, voordat aan de oprichting van „Onze Courant" gedacht werd. Bovendien werd bij de exploitatie van „Ons Blad* steeds, we wezen er reeds op, zooveel mogelijk het terrein van „Onze Courant" vermeden. Ook deze rectificatie gelieve „De Voor hoede" hare lezers mede te öeelen- Ten slotte meenen wij dat de kwestie thans voldoende is toegelicht. Alleen zij er nogmaals op gewezen dat „De Voorhoede" niet ontkend heeft zij zou het ook niet kunnen dat zij haar eerste standpunt heeft verlaten en thans een terrein gaat betreden, dat aan de locale pers moet worden overgelaten. Daardoor handelt „De Voorhoede" in strijd met hare voornemens, welke zij tegenover de bij haar verschijnen no pens haar uitgesproken vermoedens zoo krachtig verdedigde. MS II lliag—B— ving alle beleedigingen en bedreiging-en met kalmen, vasten blik, met een glimlach op de lippen, met eene zachtmoedige, vrome onderwerping. „Heere! Heere!" zeide zij: „hoe zou ik mij durven beklagen van voor u te lijden, die voor mij gestorven zijt!" Maar als zij soms in stille eenzaamheid aan de verblindheid dier menschen dacht, die de waarheid aanhooren zonder er naar te luisteren dan begon zij over ben te weenen „O Maria, mijne Moeder," bad zij dan, „Gij die mij hebt voorgelicht, heb ook medelijden met dezen. Schenk kracht aan mijne stem, spreek door mijn mond, opdat mijne woorden hen mogen overtuigen." I Toen beschuldigde zij zich van lafhar- tigheid. wegens de voorzorgen die zij ge nomen had voor haar behoud, en met eene verwonderlijke heldhaftigheid hervatte zij hare ondernomen taak. De goddelijke Voorzienigheid had haar wonderdadig voor alle gevaar behoed, tot zij op zekeren dag, bij eenvolkstam in het kustland aangekomen, aldaar ter vie ring van het feest van Beizam een groote menigte volk bijeen vond. De gastvrijheid werd haar met die een voud en hartelijkheid aangeboden, welke l TURKIJE en KRETA. Zonder geweld is het dan toch niet ge beurd. De Kretenzers weigerden de Grieksche vlag neer te halen. Turkije eischte dat zij neergehaald werd en de mogendheden wa ren het met Turkije eens. Nu hebben de mogendheden zelve met geweld tie vlag doen wegkappen. De correspondent van de „Daily Mail" te Kanea beschrijft het neerhalen van de Grieksche vlag op het fort als volgt: Woens dagochtend om vijf uur werden 400 matro zen, 100 man van de oorlogsschepen van elke beschermende mogendheid, onder bevel van den Engelscben kapitein Cecil Thurs- by aan wal gezet. Kapitein Thursby liet den Griekschen of ficier, die op het fort bevel voerde, weten, dat de Engelsche, Fransche, Russische en Italiaansche matrozen onder zijn beveL een onaangename taak hadden te volvoeren. De mogendheden hadden om redenen van in ternationale staatkunde beslpteii, dat dq Grieksche vlag verwijderd moest worden. Vier matrozen, een Engelschman, een Franschman een Rus en een Italiaan be klommen daarop den toren waarop de vlag- gestok stond en hakten dien met een bijl af. Er werd een machine-kanon op tien toren geplaatst en veertig matrozen, tien van el ke nationaliteit, werden aan wal achtergela ten, om toe te zien, dat er geen poging gedaan werd, om de vlag opnieuw te hij- sclien. De overige keerdfcn naar de oorlogs schepen terug. Het geheelc voorval lie]) kalm af. Het boycot tegen de Grieksche schepen neemt onrustbarends afmetingen aan. De Griekache gezant heeft er zijn beklag over gedaan bij de Porte. Te Eonstantinopel hebben de loaaere geweigerd twee Griekache schepen ta lossen. Ook in Smirna, Salonlk', Trapezoent, Adaiia en andere plaatsan wei geren da lossers hun hulp voor Griekeche schepen. De regeering is tegen het boycot en heeft etrenge maatregelen aangekondigd, maar de vereeniging van lossers schjjot xich niet aan de regeering te znllen storen. Het wordt bevestigd, dat bet boycot li uitgegaan van het comité te Saloniki, RUSLAND Tsaar en Sultan. Hst heet thans zeker, dat Tsaar en Sultan elkaar in September zullen ontmoeten. De ontmoeting zal plaats hebben op zee, als de Tsaar uit Italië terug komt. Oorspronkelijk was het plan, dat de Sultan in Augnsius den Tsaar op LIvadia zon bezoeken, maar dat schijnt nu weer op losse schroeven te staan. De ontmoeting tusschen Tsaar en Sultan is te beschouwen als een onderdeel van de staatkunde van Russisch Tnrksche toenadering, die in den laatsten tijd den boventoon voert. Tsjarikof, da nieuwe Russische gezant te Konstantino- pel, heeft indertijd zijn functiën aanvaardt met het bepaalde plan Rusland en Turkije men nergens elders dan bij de Arabieren aantreft, en die aan de verbaasde verbeel ding van den reiziger de bijbelsche ver halen te binnen brengt. Maar nauwelijks was zij die woning binnengetreden, of een gemor van toorn en verontwaardiging deed zich rondom haar hooren. De vrouwen, die haar in huis hadden opgenomen, keerden haar met afschuw den rug toe; de kinde ren volgden hunne moeders en schreeuw den van angst bij hare nadering. Spoedig openbaarden zich ook dezelfde ongunstige gevoelens buiten de deur, en de geheele; bevolking school te zamen en geraake in beweging. De woning waar Aida zich be vond, werd omsingeld door eèn talrijke volksmenigte, wier dweepzucht en aange boren wreedheid ten top gevoerd werden door de begrippen van eene onverdraag zame en bloeddorstige geloofsleer. Toen Aida het geschreeuw der saamge- sehoolde menigte vernam, vermoedde zij al ras wat er te doen was. Eene vrouw, die haar te Algiers had gezien, had haar herkend, en zoodra haar naam door het volk genoemd was, brak boven 'haar hoofd het onVeder los, dat alleen door een won derwerk kon worden afgewend. Evenwel smeekte zij dat wonder van den, hemel niet af, zoo gaarne had zij aan bij elkaar te brengen. Hij heeft zich tot taak gesteld de oude opvatting, dat Rusland nood zakelijk de traditioneele vyand van Torkye moet zijn, te doen verdwijnen. Meermalen heeft hjj als zijn overtuiging te kennen gegeveD, dat Rutland en Turkije even goed een basis van toenadering knnnen vinden a's Rutland en Engeland, dio vroeger steeds onverzoenlijke vijanden werden genoemd. Gelijk gezegd, zal de ontmoeting tusschen Tsaar en Sultan plaats hebben op zee, en wel in da zee van Marmora. Mogelijk zal de Tsaar echter voor eenige nren aan wal gaan. Er is sprake van een feestmaal in bet Dol- mabagteje paleis, dat zon gevolgd worden door een feestmaal aan boord van bet jacht van den Tsaar. MAROKKO. Boe Hamara, de rogl, de jarenlang naar den Moorscben troon bad gedongen, en die door su'.tan Moeial Hafid van saltan Abd el- Azis was overgenomen, Boe Hamara, de eeuwige pretendent, Is gevallen, gevangen, geknecht en gekneveld. Nog enkele weken geleden beeft Boe Hamara het leger van den Saltan zoo gednebt ternggeslagen, dat des Sultan's soldaten, verbijsterd, zonder wapenen de hoofdstad blnnenvlochten. Het lot heeft zich gekeerd. Boe Hamara is op zijn beurt verslagen, en, wat erger voor hem is, hij is levend in de handen gevallen van de mehallah van Moelai Hafid. Hoe beeft die ommekeer plaats gehad Waarschijnlijk heeft Boe Hamara te veel gewild. Was hij maar in het Rif gebleven, dan zou bij het waarschijnlijk nog lang als troonpretendent hebben kunnen uithouden. Maar hjj heeft zijn veilige bergen verlaten en is naar Fes getrokken, door de eene stam gesteund en door de andere bestreden, en waarschijnlijk ook wel door dezelfde stammen eerst gesteund en later bestreden. De fortnin heeft zich tegen hem gekeerd. Zijn leger is verslagen. Hijzelf was met eenige getrouwen in een heiligdom van Beni Achmed gevlucht en daar is er nu een einde aan zjjn vrijheid gemaakt. De Kölnische Ztg. verneemt uit Tandtjer, dat de berichten over den rogi diepen indruk gemaakt hebben op de bevolking van Fes. JAPAN. Men boort dikwijls beweren dat Japan reusachtige vorderingen maakt op het gebied der beschaving. Dat het Europa in vele dingen navolgt en het daarin ver brengt, valt niet te ontkennen. Maar voor wie aan beschaving als eersten eisch een boog ont wikkeld rechtvaardigheidsgevoel stelt, blijkt de Japansche beschaving nog ver te zoeken. De Japanner toch is onbetrouwbaar, hl) mist in hooge mate alle begrip van mora liteit, waarheidsliefde, eergevoel. In bet dageljjksch leven, in zaken, in alles staat men voortdurend tegenover een onoprechtheid, die volgens Westersche be grippen weinig minder dan crimineel is. Ter viering van de geboorte van prinses Juliana gaven wij, aldns in een brief uit Japan, een buitenpartij. Wij maakten met, den kapelmeester van het voornaamste orkest hier een schikking voor muziek ter opluis- God het offer van haar leven gebracht. Zou ook een Christen-held terug deinzen voor den marteldood? In vrome godsvrucht neergeknield in de woning die haar voortaan geene gastvrij heid meer zou aanbieden, ondervond Aida, dat de verwoede Muzelmannen zelfs slecht genoeg waren om het verblijf der vrouwen te ontheiligen. Zij rukten haar den sluiel af en stelden haar met ontbloot gelaat, aan de heffe des volks ten toon, die in een drom van rechters en beulen was herscha pen. Eenige weinige woorden waren vol doende, om eene beschuldiging tegen haar voor te stellen en duizend monden spraken tegelijk haar doodvonnis uit. „Zij moet sterven! zij moet sterven!" riep men van alle kanten. „Ja, zij moet sterven!" antwoorden eeni ge stemmen„maar vóór dat zij sterft, moet zij nog lijden." En daar het door de Turksche wetten verboden was gedurende de Baizam-feesten misdadigers ter dood te brengen, werd Aida in een duisteren kerker gebracht om er den dag en het uur harer terechtstel ling af te wachten. XII. De REDDER. Een sierlijk Fransch vaartuig dobberde tering van het feest. Voor alle zekerheid lieten wij hem 's morgens nogmaals beloven, dat hjj 's middags om 2 uur precies met 12 man present zou zijn, de prijs werd bepaald, de mnziek, die zou worden gespeeld. Toen om 3 uur de eerste gasten kwamen, verscheen in plaats van de mnziek een man met de boodschap, dat bet orkest verhinderd was te komen wegens «previous engagement' (andere verbintenis) 11 Vraag een Japanner, die iets voor u maakt, wanneer het klaar is. In vijf dagen, antwoordt hij. Komt ge na een week terug, dan belooft hjj n vast het bestelde morgen te staren. Ge wacht weer eenige dagen, zoekt hem weder op. Overmorgen komt het klaar, vast en stellig, verzekert hij n met zijn liefaten glimlach en beleefdste buiging, en ge gaat naar buis, ervan overtuigd, dat ge bet overmorgen toch niet krijgt. Naar een concurrent gaan? Dat is hem onverschillig, en trouwens waarvoor De con current behandelt n op dtzelfde manier. Uitvluchten hebben de Japanners altijd öf het was te warm om te werken, óf het regende te hard, öf de moeder was ziek, óf het kind was lastig. Toen eens na een aardbeving het behang in myn kamer gescheurd was, moest ik twee maanden wachten, voor dat het hersteld kon worden, hoewel ik eiken dag een bood schap liet sturen naar den behanger. Eiken dag kreeg ik een andere uitvlucht te hooren waarom hij niet kwam, waaronder wel de vermakelljkste was «Compliment, dat de baas vandaag on mogelijk kan komeD, want het is jnist zijn begrafenis.' Maar dit zijn kleinighedenmen ergert zich er in bet begin onwillekeurig aan, maar langzamerhand schikt men zich in dien toe stand en glimlacht als anderen, die nog niet geleerd bebben te berusten, soms sprakeloos staan tegenover het zonder blikken of b'ozen verbreken van de meest stellige beloften. SPANJE. Te Barcelona heeft het leven zjjn nor malen loop hernomen en is de rust geheel teruggekeerd, zoodat de nieuwe gouverneur (ofschoon bij zijn benoeming toegerust met de meest gestrenge instrncties) en de kapi tein generaal een proclamatie hebben uiige vaardigd waarbij de staat van beleg wordt opgeheven. FRANKRIJK. De politiek van het Ministerie-Brland. Onder dezen titel bevat de «Univers' een hoofdartikel naar aanleiding der redevoering, deze week te Héricoürt uitgesproken door den onderstaatssecretaris van Financiën, J. Renonlt. De wetsontwerpen ontbreken niet zeide Henruit want de Ministers heb ben er de handen vol van, maar zjj kunnen niet verwezenlijkt worden zoolang de Staat nog niet tot xnst is gekomen, zoolang het religieuze gevaar blijft dreigen. Men is dus nog altijd niet, waar men wezen wil, schrijft de «Univers'. Ondanks een vernielingswerk van dertig jaren blijken er nog altijd monniken, pastoors, een Kerk te bestaan. En daarom kan er van sociale zachtjes op de wateren van 'Algiers, be wogen door een aangenaam koeltje, dat van over de vlakte van Mitidja daarheen woei. Prachtig vertoonde zich de trotsche stad en hare citadel met een gordel van fraai geboomte omgeven, terwijl aan den ge zichtseinder de toppen van het Atlasge bergte liet geheel voltooide. Eén ridder stond onbeweeglijk op het schip en beschouwde, in diepe gedachten verzonken, het tafereel dat zich aan zijne blikken vertoonde. Eindelijk ontdekte hij eene sloep die door den wind schielijk naar het vaartuig werd gevoerd. Hij ontstelde, en nauwelijks had het bootje het schip bereikt, en waren zij, die er in zaten, aan boord gekomen, of hij boog zich eerbie dig voor hen en vroeg hen angstig naar nieuwstijdingen uit de stad. De berichten waren zeker niet zeer ge ruststellend, want de ridder viel den ver- haler met een plotselingen kreet in de reden, en riep uit, terwijl hij zijn degen half uit de schede trok: Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1909 | | pagina 1