LANDBOUW EN VEETEELT.
DRANKBESTRIJDING.
ZOEKLICHT.
KINDERRUBRIEK.
'n Dagje uit.
(Zij die het nummer van verieuen week,
waarin ons le artiKei over deze wet, niet
ontvangen lieboen, kunnen dit alsnog op
aanvrage gratis ontvangen.)
In onze vernandeung over uen oorsprong
van 't uendreent zijn enaeie woorden uit
gevallen. Lie zin over de tienuen van ivte-
aemuiiK en heiio had moeten luiden; ue
stad Aveuembuk hett tienuen over lanue-
njen in en naoij dae gemeente, terwijl o.
v, van Enkhuizen atkomsüg zijn de tienden
te Heiio.
11.
Voordeeion der afschafting.
Het nut van de afschaffing der tienden
voor |u[en landbouw in het algemeen en
de tienüpiichtigen in het bijzonder Dehoeit
hier voorzeker niet uitvoerig te worden
uiteengezet. De grond wordt ontheven van
een orukkenaen last, welke de bruto op
brengst treit, den Jandbouwer belemmert in
d« keuze zijner gewassen en mitsuien de
productie benadeelt; de verbetermgen, wel
ke de plichtoge voortaan aan zijn land zal
aanmengen, zuilen uitsluitend hem tengoe-
d'9 komen en niet meer ten deele ee,ne
bate opleveren voor denhelfer. Het groo-
te voordeel van de tegenwoordige wet is
tevens dat, terwijl de heiier volledige scha
deioosstelhng erlangt, de plichtige zijne al
tijddurende, van de soort van het gewas
en van den oogst onafhankelijke verander
lijke uitkeering, ziet omgezet in eene dertig
jarige, tusschentijds atkoopbare, vaste ren
te, welke nog daarenboven in de meeste
gevallen minder zal bedragen dan de waar
u« aan tiend, welke hij moest afgeven.
Schadeloosstelling aan de treffers.
Aan die heffers wordt, ter zake van het
vervallen van hun tiendrecht, door het Kijk
eene schadeloosstelling verleend. Deze be
draagt 20-maal de jaarlijksehe zuivere tiend
opbrengst, verhoogd met een interest, be
rekend tegen 3.5 ten honderd 's jaars over
dien tijd, die verloopt tusschen 1 Januari
19U9 ien den dag, waarop de schadeloosstel
ling van het Kijk kan worden gevoruerd.
De jaarhjksche zuxvere tienaopDrengst
wordt voor eik perceel verkregen door schat
ting van de onzuivere tienuopbreng&t
en vermindering van dit bedrag, met het
deel er van, dat de heffer, onder normale
omstandigheden van tiendhetfing, geacht
kan worden aan kosten, van heiting te
moeten derven.
Als de jaarhjksche onzuivere tiendop
brengst b.v. geschat wordt op f 10U, en
het aeei er van, dat de heffer moet missen,
op f 2U, terwijl de schadeloosstelling op-
eischdaar wordt op 1 Januari ly 11, dan
bedraagt deze laaatste f 1UU, min f 20'
f 80, X 20 f 1600' 2 jaar interest
ad. 3J/a pCt. 's jaars f112, totaal f1712.
Tionarente aoor de tiendplichugeu
opte brengen.
De schadeloosstelling, welke door het Rijk
is verschuldigd, wordt weder verhaald op
de voorheen tiendpliahtige pereeelen, wel
ke tot de'bepaling van haar bedrag hebben
bijgedragen.
Elk zoodanig perceel wordt ten behoeve
van het Rijk belast met eene schuldplich
tigheid, welke den naam draagt van „tiend
rente" en jaarlijks 5.55 ten honderd van het
betdrag der schadeloosstelling beloopt. Zij
is 6lechts verschuldigd over 30 achtereen
volgende jaren, te beginnen met bet jaar
volgende op dat, waarin de schadeloosstel
ling opeischbaar wordt, en tusschentijds af-
koopbaar. Na ide 30-jarige betaling of na
den afkoop der tiendrente is dus de schuld,
die wegens het vervallen van den tiend op
het perceel drukte, volledig gekweten. De
tiendrente wordt jaarlijks op het aanslagbil
jet voor de grondbelasting uitgetrokken en
op dezelfde wijze als deze geind.
In het hierboven gestelde geval zou de
tiendrente bedragen 5.55 pCt van f 1712,
f95,05; de tiendplichtige, die deze som
betalen moet, kan daarvoor echter de vol
le tiendopbrengst, dus f 100 innen en is,
na dertigjarige betaling nieis meer schuldig.
Een volgende maal zullen wij schrijven
over de uitvoering der wet.
Dinsdagavond hield de WelEerw. Pater
Wouters van Eindhoven voor het Kruisver-
bond en belangstellenden te Alkmaar, een
rede over Het Huisgezin en Het Alcoholis
me. De vergadering werd door den voorzit
ter, tien heer C. W. Keijsper, met den chris
telijken groet geopend. Na de aanwezigen,
inzonderheid den ZeerEerw. Deken Ebbink-
huisen, welkom te hebben geheeten, ver
kreeg pater Wouters het woord. Z.Ew. wil
spreken over de matigheid, een deugd
door Paus Leo XIII in schoone verzen be
zongen. Die matigheid beoefenen is een nood
zakelijke voorwaarde tot deelneming aan het
publieke katholieke leven: onmatigheid
toch verlaagt den mensdh tot beneden het
dier, dat door zijn instinct in. staat gesteld
is, slechts tot zich te nemen wat het behoeft.
Seneca zeide reeds: „men moet niet ne
men, wat men wil, maar wat men noodig
heeft." De mensdh, door God met ver
stand en vrijen wil begunstigd, doet door
onmatigheid ieen bij uitstek schandelijke zon
de. Wanneer het waar is, dat de Katholie
ke Actie ontzaglijk veel zelfbeheersching en
zelfopoffering vereischt, dan mag ook min
stens verondersteld worden, dat de deelne
mers matig zijn- Voor allen, die in een of
ander opzicht moeten voorgaan is matheid
gebiedend voorschrift Wat zal het den
Vinoentiaan baten, anderen tot matigheid
aan te sporen, als hij zichzelf niet door zijn
gezag en zijn voorbeeld boven hen weet
te verheffen; zou dan het „geneesheer ge
nees u zelf" hem niet kunnen worden toe
gevoegd? Werkgevers zijn het aan hun on
dergeschikten verplicht, in de schoone deugd
voor te gaan. Onderwijzers kunnen door hun
bezielend woord, maar vooral door hun voor
beeld zulk een machtigen invloed ten goe
de op het kinderhart oefenen.
Mag men zich dan niet ontspannen? O
gewis, dit is zelf noodzakelijk, om uitspat
tingen te voorkomen, doch men huivert bij
de gedachte aan de walgelijke tooneelen,
welke zich bij z.g. volksvermaken afspelen.
Onbegrijpelijk, dat de kermissen niet wor
den afgeschaft. Het volk vraagt geen spel,
het verlangt brood, dodh men geeft het
door lezingen, voordrachten, en uitvoeringen
waardoor kennis en kunst gekweekt wordt.
Men houde tentoonstellingen die den werk
man in zijn vak voorlichten en doen be
kwamen.
Het volk moet veredeld worden. Wat een
heerlijk voorbeeld is het huisgezin ge
schonken in het Heilig Huisgezin van Bethle
hem, waar Üe deugden op de reinste wijze
beoefend werden. Wat kan er evenwel ko
men van het gezin, waar de man zidh aan
onmatigheid in drank overgeeft. Zal titet
woord van den priester: heb uw man,
heb uw vader lief daar geen ijdele klank
zijn? Ja, ons heilig geloof kweekt helden
en heldinnen, dodh 't is zoo moeilijk daar
waar de onmatigheid ten troon verhieven
is, Ide deugden in de harten aan te kwee
ken, omdat er zoo nameloos veel geleden,
wordt.
Drankbestrijding is daarom sociale plicht.
Ieder kan helpen door zijn voorbeeld; dit
geeft steun aan onze zwakke medemenschen
daardoor wordt het kind voor de drank
ellende gespaard. Geen druppel drank in
welk een vorm aan het kind, dat zij ons
devies. O, zeker, maar al te vaak worden
wij bestreden met het vlijmende wapen der
spot, lals alle andere wapenerfiun uitfwierkingl
missen, doch laten wij ons niet door kwel
lingen ontmoedigen; wij winnen veld,
de spot verdwijnt en teekenend is 't, dat
daar, waar een Kruisverbond ofMaria-ver-
eeniging bestaat, minder gedronken en ook
minder gespot wordt. Blijven wij dan strij
den met de wapenen van rekhtvaardigheid
en liefde want God wil het (daverend ap
plaus) Pauze.
Arbeid, vervolgt spr. moet ons aller ge
zel zijn, willen wij op sociaal gebied, iets
bereiken, dan moeten wij stoere werkers
voorvechters hebbenwij moeten van onze
vergaderingen als het ware kweek
scholen maken, voor het latere publieke
leven. Daar uit volle borst het lied aange
heven, daar is de plaats voor gulle scherts
en blijden lach. Niet alleen onze feest-avon
den bezocht, maar ook onze ledenvergade
ringen ien toornen wij dan dat bij ons de
meest onschuldige vroolijkheid heerscht.
Maar wij moeten ook strijden, nu met
nog meer heldhaftigheid; de drank is duur
der geworden en toch zien wij nog dronk
aards: nog grooter armoede bedreigt de
gezinnen. Aan de dames der Mariavereeni-
ging brengt spr. hier een woord van lof
voor de hulp, die zij hier ter stede den'
mannen hebben betoond; zonder de mede
werking der vrouw is ons werk maar half
voltooid, met haar zulten wij de schoonste,
triompihen vieren. Door haar zachten in-
vloeif weet zij de harten te treffen, de tee-
derste smarten der ziel te roeren. Moge
zij onder de Mariavaan blijven strijden, in
zonderheid tot behoud van het kind, waar
toe zij als toekomstige moeder als aangewe-
zeni s, toegerust als zij is met de wape
nen van gebed, van liefde en van het zachte
moederlijk woord.
Waarom wordt men geen lid van een
drankbes trijdersvereeniging?
1. De zaak wordt nog te weinig gekend;
men schijrit 't niefi t ekunnen begrijpen, dat
slechts naastenliefde ons drijft tot redding,
van ongelukkigen, evenals eens een Joannes
de Deo en den barmhartigen Samaritaan.
Men neemt geen kennis van ons streven,
leeft er onbekommerd op los, maakt Zon
dagen tot zondedagen door liederijkheden
onder verdierlijking bedreven. Fortuinen
worden gesloopt, energie gaat verloren, or
ganisme verslappen, de liefde wordt ver
bannen en men weigert de oorzaak op te
sporen en het kwaad bij den wartel aan
te tasten.
2. Vroeger werd ook gedronken.
Zeker, maar als wij nu door Paus en bis
schoppen ten strijde tegen het euvel wor
den opgeroepen, gelooft men dan nog, dat
het niet zoo erg geschapen staat? De groot
ste slaapmutsen zijn altijd de grootste vij
anden van ons katholiek leven geweest.
3. De uithuizigheid wordt bevorderd. Dit
hoort men aan de bittertafel.
4. Die drankbestrijders zijn dwepers. Zoo
zijn er enkelen, maar drijvers zijn in de
eerste plaats zij, die het drinken niet wil
len laten.
5. Ik acht 't niet noodig: ik ken me zelf.
Gij liegt als gij dit zegt. Zelfs Petrus,
de beminde en bevoorrechte leerling des
Heeren, die zijn Meester trouw zwoer, is
ook) gevallen. Die de verleiding bemint,
zal ier in vergaan.
6. Het lidmaatschap is een briefje van
onvermogen.
Neen, 't is een bewijs van liefde voor
den levenmensch. Denkt men dan dat onze
vereenigingen enkel uit dronkaards bestaan?
Ja, dan zou 't velen onaangenaam moeten
zijn, zich aan te sluiten, dodh nu kunnen
ook zwakke broeders zonder vrees voor
spot toetreden, wijl hij in een kring van
nette menschen wondt opgenomen.
Krachtig wekt spr. zijn hoorders op, tot
medewerking om alzoo „vereend te slagen".
Laat de spotters voor hetgeen zij zijn, ons
voorbeeld zal hun het zwijgen opleggen,
strijden wij onversaagd voor onzen lijden
den evenmensch, smeeken wij God vurig
om zegen over hen die onder drankellende
zuchten. (Donderend applaus).
De voorzitter brengt den Eerw. spr. zijn
diepgevoelden dank en waarschuwt de aan
wezigen voor de drinkverleiding op Nieuw
jaarsdag.
De heer Ohmstede dankt, ook namens den
heer Wieringa, het Bestuur van het Kruis
verbond voor de uitnoodiging tot het Be
stuur van den Volksbond, vereeniging te
gen Drankmisbruik, gericht. Met genoegen
heeft de heer Ohmstede de gloedvolle rede
gehoord, een rede ongetwijfeld uit het hart
voorkomende. Hij hoopt, dat pater Wou
ters nog menigmaal voor een goed be
zochte zaal moge optreden en de schoon
ste vruchten van zijn ijver moge plukken.
(Vervolg van het vorig arhkel'je.)
Een ander type van geëmancipeerde dame,
bij vi orkeur het type der groote steden,
brengt haar tijd liefst buitenshuis door en
heeft gaarne op verschillende hoeken der stad
een pleisterplaats bij hare vriendinnen, met
wie ze ka oreeren over nieuwe hoeden en
blouses van andere «vriendinnen» Zij is
belust op het bezoeken en organiseeren van
theekransjes, waar onbeschrijflijke massa's
bonbons, enz worden verwerkt bij het houden
van zwaarwichtige redenaties over «de rechts
bevoegdheden der vrouw» of den inhoud van
het jongs e hoofdartikel in het fem nistisch
w ekb adden voormiddag besteedt zij bij
uitstek tot het houden van fietstochten of
het beoefenen der heilgymnastiek, die haar
bijna evenveel vermoeien als het geredeneer
gedurende den namiddag, in den kring der
vriendinnen, over vrouwenrechten, waarvan
zfj des nachts droomt
Evenwel hebben al die geavanceerde
ideeën niet kunnen uitwerken, dat zij in haar
eigen keuken met hare moderne geëmanci
peerde handen een behoorlijken maaltijd kan
bereiden en wanneer de producten harer
kookkunst op tafel verschijnen, verdiepen de
slachtoffers, die uitverkoren zijn, deze merk
waardige spijzen verorberende zich in einde
looze gissingen, die steeds hierop neerkomen
«Wat zou dat nu weer zijn?»
Het ideaal, dat dit type bezielt, vind ik
weergegeven in een versje, dat ik onlangs
las de Hemel weet waar en dat luidde:
«Die Frau musz hinweg
Von Kochtopf und Nadelen
Musz rauchen und radelen
Musz fechten, studieren
Und politisieren,
Musz mitreden immer
Und zu Haus bleiben nimmer I
Doch innen waltet
Der zilchtige Hausherr
Der Vater der Kindets,
Und schaffet leise
lm hauslichen Kreise.
Und ehret die Mfldchen
Und prügelt die Knaben,
Steht untern Pantoffel
Und schalt die Kartoffel
Mit still?m Bi hagen
Und hat nichts zu sagen I»
Weg met de vrouw, uit de keuken en
van haar naaiwerk I Laat haar rooken en
fietsen, schermen, stndeeren en politiseeren 1
Zij behooit altijd mede te redeneeren en
nooit thuis te blijven De zorgzame huis
vader, de papa van de ki dereD, zal wel
orde in huis brengen, en kalmpjes het huis
houden doen Hij waakt over de meisjes en
bestraft de jongens hij staat onder den
pantoffel, Bchilt met stille zelfvoldoening de
aardappelen, en heeft niets te zeggen
Ziet, lezer, dat levende spookbeeld zweefde
voor mijn oog en deed mij mijn indrukken
op papier zetten
Gelukkig dat ons vrije Nederland op dat
gebied aebte lijk is en onze buren aan de
overzijde van de zee daarvan voorloopig de
«alleenverkoop» hebben, ik gun ze dien van
harte.
Laten onze Dame» en vooral de lezeressen
van «Ons Blad» blijven als ze zjjn en niet
als onze overbuur (Dames), die het lachen
zelfs verleerd hebben.
Mag van onze jonge meisjes vooral ge
zegd worden, wat onze Vaderlandsche dichter
zegt I
Lachebekje, dat men acht
Eens zoo mooi, wanneer gij lacht,
Als uw tintelende oogen
Van een glans zijn overtogen,
't Rozenmondje open gaat,
Dat zijn parels glinsteren laat,
En geheel uw lief gezicht
Overgoten schijnt met licht.
En gij, Lezer, voor alle Dames, die bij
voorkeur aan politiek doende Hemel
behoede U, ik beklaag U.
Een volgende keer werpt het zoeklicht
zijn stralen weer elders.
Goeden avond.
VERITAS.
Moe had het hun den heelen zomer al
beloofd, om eens 'n dagje naar Zandvoort
te gaan. Dan was er dit, dan weer dat
tuischen gekomen. De -vacantia was al om
en nog hadden ze de zee niet gezien.
«Toe moe, gaan we Zondag non,» zenrde
Piet, >u heeft het ons toch echt beloofd.»
«Bè ja,« stemde Marietje in, «toe, Jaten
we nou gaan.»
Moeder bezweek onder 't gevraag van
haar kindertjes en beloofde er met vader
over te spreken. Vader vond het best, en
zoo togen ze op 'n grauwen Zondagmorgen
in September naar Zandvoort De proviand
mand is goed gevuld, want de zeelucht maakt
hongerig Jammer dat 't weer zoo buiïg is,
maar vader oordeelt, dat het wel op zal
klaren.
Te Zandvoort aangekomen, slaat de regen
eentonig neer, alles lijkt zoo somber, zoo
heel anders dan dat Piet en Marietje gedacht
hebben.
«En waar is nou de zee, moe?»
«Daar komme we strakkies bjj.»
V?der houdt het toezicht over de kinderen,
moeder heeft genoeg aan dr ban age en het
vasthonden van de rokken Ze komen op het
s rand waar het stil en erg kond is.
Magge we nuu in zee?»
«Warachies niet, 't is om doodziek te
worden
Piet begint te huilen. k Wou da k thuis
was gebleve, ik vin t hier zoo vervelend.»
«Toe moe, laten we nou maar weggaan,
k heb t zoo kond, en me schoene binne
vol zand.»
Tot overmaat van ramp begint 't te gieten.
«Dat noemen ze nou voor pleizier ut,»
moppert vader.
«Late we maar effies schuile in zoo'n
koesie,» stelt moeder voor, en de heele familie
holt zoover het mulle zand dit toelaat, naar
't badkoetsje toe. M
De jongetjes, die het 's zomers altijd zoo
druk met het verkoopen van chocolade
hebben, slenteren nu nietsdoend langs het
strand. Een ervan, 'n echte rekel, heett de
vluchtende familie in het oog gehouden.
Nauwelijks is Marietje, die 't laatst komt,
in 't wagentje geheschen, of de deurknop
wordt door den rakker gegrepen, 'n touw er
om vastgeknoopt en onder gelach van nabij
gekomen kornuiten wordt getracht 't wagentje
vooruit te duwen. Vader steekt woedend z'n
hoofd door 't kleins raampje.
«Rakkers, 'k zèl je leere wille jullie
die deur es gauw ope make
Moeder aan den anderen kant, ook door
't raampje «Make jullie gauw ope hoor
je die kindere niet huile, beugels I»
Noch dreigen, noch rukken aan den knop
doet de deur opengaan.
Eindelijk, daar is de redding nabij. Moeder
denkt aan de krentenbollen in 't mandje.
«Hier jonges, je krijg krentemik as-je ons
'r uitlaat.» Maar 'n harde stem: «Wat is
hier te doen?» verhindert den jongens het
lekkers aan te nemen.
'n Blauwe uniform en zilveren knoopen
boezemen ontzag bij de rakkers in. Als pijlen
vliegen ze weg. Vader, moeder en de hui
lende kinderen worden door den veldwachter
uit hun schuilplaats verlost. En al kijkt het
zonnetje na de bui nog zoo vriendelijk door
de wolken, 't lokt de familie niet aan, nog
wat in Zandvooit te blijven.
«Da's eens geweest, maar nooit weer,» zegt
vader. En. hij neemt Marietje op z'n arm,
omdat ze van al 't zand in d'r schoentjes
niet meer loopen kan.
Lieve kinderen,
Wat xnlt ge gezocht hebben in de courant
naar het aantal goede oplossingen Verbeeld
je, beste lezers en lezeressen, die drnkker
was aan het drnkken en daar zie ik, dat
hy vergeten heeft, het aantal in te vullen.
Ik zei hem «Gelukkig, dat de kinderen je
«niet kennen, anders kon je wel eens eene
«heele rij achter je krijgen, wanneer je op
«straat loopt
Da Redacteur wist echter raadhij gaf
het aantal goede oplossingen een plaatsje
nog wel onder «Laatste berichten».
Eu wat een bekijk naar de prijzen, geen
oogsnblik was de stoep onbezet, van 's mor
gen* vroeg tot avonds laat was er aanloop.
Of ze in den smaak gevallen zijn
Een meisje schrijft mij
Aan Mijnheer de Redacteur.
Hiermede zend ik U het opgeloste prijs
raadsel. Ik had al zoo lang op «Ons B-al»
zitten te turen. «Ons Blad» kwam en ik
nam het in myn hand, en o wat was het
mis, mijn Moeder nam het af. Ze zei: er
komen twee Zondagen aan en dan kan je
den heelen avond er over denken. Ik was
blij dat het Zondag was. Zoo ik gelezen
heb, dat ds prijzen bij Mijnheer Baart staan,
heb ik gauw een kijkje genomen. Wat een
prachtige prijzen. Ik heb er wel een kwartier
gekeken en gekeken, ik kon er haast niet
van op van dat prachtige Antoninsbeeld.
Wat een prachtige Kerstboom. Mooie boekeu.
kerkboeken, spellen, wat een mooie rozen
krans en nog meer mooie dingen. Aldoor als
ik er voorbij ga dan kijk ik naar die mooie
prijzen. Want ik woon er dicht genoeg bjj
en kan dns alle dagen kijken, want ik moet
er alle dagen voorbij als ik naar school
moet. Maar van deze week moet ik niet
naar school, maar dan kan ik toch evengoed
kijken. Want ik ga toch eiken dag naar
de kerk toe. Verders eindig ik met mijn
briefje en wensch Mijnheer de Redacteur
een zalig niteinde en veel zegen in het
nieuwe jaar-
ANTa. SM-, Alkmaar.
Om aan het verlangen van de lieve
vraagster van de vorige week te voldoen,
plaatsen wij een handwerkje voor meisjes.
HANDWERKJE VOOR MEISJES.
Een bloemenmandje kan goede diensten
bewijzen'k zon jullie aanraden er. stilletjes
één te maken, en het dan, desnoods gevuld,
op moeders werktafeltje te setten; 'k wed
om een lief ding, dat ze er dol blij mee zal zijn.
Veel werk is het nietkom, laten we het
maar gauw even in elkander knutselen.
We nemen een rechthoekig vel papier,
niet te dnn, liefst een zacht kleurtje, b.v.
lichtblauw. Aan ieder dier vier kanten knippen
we een rechthoek af, en vouwen den rand
dan om, zoodat we een bodem met opstaande
kanten krijgende vouw er vooral stevig
inknijpen, boor 1
De bovenste randen rollen we naar buiten
om langs een potlood of griffel. Op den
bodem lijmen we een stukje bordpapier voor
de stevigheid. Dan vullen we het korfje met
vochtig mos en steken daar de bloemen in.
't Mandje is nog versierd met een koord,
dat tevens voor handvatsel dient. Dit koord
moet gestrengeld worden langs de opstaande
wanden en zoodanig, dat de boeken er mede
bevestigd worden. Leg er dns twee langs
eiken hoekrand, dan kunt ge die beide
vaginaai-n. Beslist noodig is het niet, maar
t stast aardig; dns kunnen we 't wel even
bespreken.
In e-n Zu?k, waa?din>' we eerst een gat
gehoor i hebben, steken we vier stevige
spelde?: en haiei- den dra-d een klosje
dunne wo, door het gat, 66, dat het eindje
wol onderu't hangt, dn* niet aan den kant,
waar ile spelden gitten.
Na draaien we de wol van het klo?ja
één keer om iedere speld, dan nog eens om
de eerste. Met onze linkerhand houden we
de kurk vast; in de rechter hebben we een
speld en hiermee halen we na de eerste,
das de onderste van d b-iie steken, op
speld nummero één over de tweede, en over
den kop van de sp hi, en Jaten baar dan
valleu. Nu draalen we de wol nm de volgende
speld, balen den steek weer over enz. enz.
Na eenigen tijd komt onder nit de kurk
ern aardig koordje te voorschijn, waarmee
we, wanneer het lang genoeg is, het mandje
versieren.
We kannen het, in plaats van met bloemen,
natuurlijk ook met vruchten vullen aard
beien op mos, of groene biftran, b.v., zien
er zeer smakelijk uit.
Wanneer jullie in plaats van een knrk
met spelden, een leeg klosje met spijkers
neemt, en dit met grovere wol en een stop
naald bewerkt, op de zooeven bezchreven
manier, kun je voor klein broertje een aller
aardigst paardentoom vervaardigen; neem
dan telkens een anderen draad wol, hoe
meer kleuren, hoe mooier, en naai er later
een paar kleine schelletjes aan.
In sommige streken van ons land wordt
dit werkje verbazend veel beoefend'k her
inner me een stadje in 't noorden, waar de
schoolkinderen, jongens zoowel als meisjes,
in bun vrijen tijd allemaal met zoo'n klosje
rondliepen.
Het mandje is te zien aan het Bureau
Ëreedstraat.
De jongens moeten wachten tot een vol
genden keer, dan krijgen zij weer een kunstje.
Is het vorige gelukt, jongens
Nu de oplossingen.
Wat een verschillende ontving ik van het
het tweedeeen gulden in 100 geldstukken
te verdeelen zonder dat er één cent bij is.
Niet mixder dan 11 en alle goed.
Oplozsingen van prijsraadsel No. 2,
1 De letter R.
2. Eén van de volgende is goed:
1, 95 bal ve centen, 1 vierduitstuk, 1 kwartje,
1 etniver en 2 dubbeltjes.
2 95 halve centen, 1 2l/1 cent, 1 kwartje,
2 dubbeltjes, 1 stuiverstuk.
3. 90 halve centen, 1 dubbeltje en 9 stuivers.
4. 4 stuivers, 16 vierduitstukken en 80 halve
centen,
5 90 halve centen, 2 dubbeltje*, 6 stuivers
en 2 vierduitstukken.
6. 90 halve centen, 6 vierduitstukken en
4 dubbeltjes,
7. 85 halfjes, 7 vierdu t«tukken en 8stnivertjes.
8 25 vierduitstukken en 75 halve centen.
9. 8 stu verstnkjes. 7 plekken en 85 halve
C#ntPJ2,
10. 80 halve centen. 16 vie? 'u tstukken en
4 -talvers.
11 85 halve centen, 2 dubbelt je», 2 etui-
erfje» en 11 vierdnit-tukken,
3 H-t neb. u-t wei iv over dag, dat de
Rm xputte bij Hello en de Kapel door nie
mand bezocht is Apeldoorn.
T«n slotte een echt mooi rijmpje van
Beije Str. nit Tuitjehom, gem. Harencarspel.
Ik wist niet, dat daar znike lieve kinderen
wonen.
Geachte Redacteur I wat ben ik bij) te moede,
Dat mijne oplossing ook ware bü de goede.
Dit stemde mij tot vreugd en 'k hoop gij zijt
tevree
Nn ik oplossing zendPrijsraadsel Nr. twee.
No. een is letter R, die zit niet in de kan
Maar wel In bier en vrouw en toch niet In
de man
En ook niet in het spek, wel ln 't varken,
niet in 't zwijn,
Ook in het woordje hek zal ze niet te vinden zijn.
Wanneer ik sparen ga, 75 halve centen,
En vijf en twintig plakken Tnitjehornder geld
Dan krijg ik wel in ruil een mooie blanke gulden.
Ik hoop, Geachte Heer, de som Is goed geteld.
Wel Is het waar dat onze Lieve Mpeder
Van 't kleine Jeznskind begroet wordt eiken
dag
Maar al kom ik op Tnitjenhorn en niet i"
Apeldoorn,
't Is toch te ver dat ik naar de Kapel
heen mag-
Nu maar aan het 3e prijsraadsel getogen.
Veel sncces I
Zalig Nieuwjaar, lieve kinderen I