Zaterdag 8 Januari 1910. TWEEDE BLAD. KALENDER voor de dagen der week. 9 JANUARI. ~APÓLO GI E. Nadat zij ééjie dagreize waren voortge GEMENGD NIEUWS. ONS BLAD. 9 Jan .Zondag. Evangelie: Jesus te Jeru zalem verloren. Lucas II 41-52. 10 Maandag. H. Agatho, Paus en Mart. Koppermaandag. 11 Dinsdag. H Hygicus, Paus en Mart. 12 Woensdag. H Bnnediclus, Abt en Be). 13 Donderdag. Octaafdag v. Driekoningen. H. Adhemar. 14 Vrijdag. H. Hilarius, Leeraar. 15 Zaterdag. H Pau'us, Belader. Zondag onder het Octaaf ran Drie Koningen. Tweede Zondag der Maand. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Romeinen; XII, I->■ Broadiers! ik smeek u bij de barmhartig heid Gods, dat gij uw lidiaam opdraagt tot «ene 'levende, heilige, Gode welbehagelijke offerande: uw redelijke «eredienst; enweest niet dezer wereld gelijkvormig, maar wordt door de vernieuwing uws gemoeds hervormd om te onderzoeken, wat de goede en wel behagelijke en volmaakte wil Gods zij. Want ik zeg door de genade, welke mij gege ven is, aam allen onder u,: niet hooger van zich te denken dan het behoorlijk is te denken., maar met bescheidenheid over zich te denken, en zóó als God aan een ieder de mate des geloofs heeft toege deeld. Want gelijk wij in één lichaam vele ledematen hebben, alle ledematen echter niet dezelfde verrichting hebben, zoo zijn wij, velen, één lichaam in Christus en, ieder af zonderlijk, elkanders ledematen, in Chris tus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lucas H, 42-52. Toen Jesus twaalf jaar gewonden was, en zij, volgens idie gewoonte van het feest, opgingen maar J eruzalem, en, nadat de da gen, voleind waren, terugkeerden, bleef het Kind Jesus te Jeruzalem; en zijne ouders wisten het miet. In de meening nu dat Hij bij het reisgezelschap was, trokken zij ééne dagreize voort en zochten Hem onder de bloedverwanten en bekenden; en, Hem niet vindend, keerden zij naar Jeruzalem terug om Hem te zoeken. En eht geschiedde, dat zij Hem na drie dagen in den tempel vonden zitten te midden der leeraars, hen hoorend e;n vragend; en allen, die Hem hooiden, stonden verbaasd over zijne wijs heid en zijne antwoorden. Zij nu waren i verwonderd, toen zij Hem zagen. En zijne Moeder zeide tot Hem: Zoon! waarom hebt Gij ons zóó gedaan? Zie, uw vader en ik zochten u met smart. En Hij sprak tot hen: waarom zocht gij Mij? Wist gij niet, dat Ik zijn moet in hetgeen mijns Val- ders is? En zij begrepen het woord niet, dat Hij tot ben sprak. Hij nu ging met hen af en kwain te Nazareth en was hun onder danig. En zijne Moeder bewaarde at deze woorden in haar hart. En Jesus nam toe in wijsheid en jaren en in genade bij God en Ide menschen. 1. Het feest, waarover in Wen aanhef van het Evangelie van kiezen Zomidag sprake is, is het Paaschfeest, een der drie groote fees ten idie de Joden vieren moesten. (Boek Exodus XIII. 14). Volgens Gods gebod moesten zij dan in Jeruzalem hun offers opdragen en daar God komen aanbiddenwant zoo verhaalt het 5e Boek van Mozes-Deuteronomium(XVI 5. 6') „Gij zult het Pasdhen niet kunnen! vieren in een van uwie steden naar eigen uitverkiezing, maar alleen op de plaats, die God uw Heer heeft uitgekozen, daar zult gij 'wanneer gijy uit Egypte getrokken zijt, tegen zonsondergang uw Paaschoffer op dragen." I Jeruzalem nu, was de heilige stad van God. God zelf had den berg Moda aan gewezen als de plaats, waar ide tempel va- rijzen moest: en waaraan de bouw begonnen werd in het vierde jaar van de regeering van Koning Salomon. Het gebod, dezen tempel te bezoeken, was alleen voor de mannen gegeven; maar toch lijdt het geen twijfel, dat vele vrouwen, Üie door godsvrucht en vroomheid uitmunt ten, de mannen bij deze gelegenheid ver gezeldien. Van Maria de moeder onzes Heeren, is klit met alle zekerheid bekend. En wat het goddelijk kind betreft nauwelijks was Hij twaalf jaren oud geworden, d.i. had Hij 'en leeftijd bereikt waarop, volgens vroom gebruik, de Israëlieten begonnen hunne zo- medie te nemen, of ook Hij sloot zich bij den heiligen tocht, gelijk ons in klit H, Evangelie verhaald wordt. Zeven dagen, duurde het Paaschfeest, het feest der ongedeesemde brooden, eir allen keerden terug naar de plaats hunner in woning. trokken, en zich Ides avonds verzamelden ter plaatse, waar men nachtverblijf houden zou, bleek het heel spoedig, dat Jezus zich niet bij het reisgezelschap bevond1; en toen zij vernamen, tlat de medereizigers Hem den heel-en dag niet gezien hadden, konden zij niet anders idgnken, of Jezus Was te Jerusalem achtergebleven. Maria en Joseph keerden terug naar Je rusalem en vonden daar, 'drie dagen na hun eerste vertrek, Jezus in een der bij gebouwen van den tempel, gezeten in het midden der leeraars en schriftgeleerden, die daar openbaar onderwijs in den godsdienst gaven. Hij luisterde naar hen, antwoordde en. vroeg; en zij, die Hem (daar hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijne ant woorden. Toen Maria, daar Jezus zag, zeide zij tot Hem„zoon, waarom hebt Gij ons zóó gedaan? Zie, Uw vader en ik zochten u met droefheid." Jezus antwoordde: „Waarom zocht Gij mij wist gij niet, (dat ik zijn moest in hetgeen mijns Vaders is?" 2. Dit zijn ide eerste woorden uit den mond des Zaligmakers, in het Evangelie opgeteekend; zij Zijn ook Üe eerste getuige nis, welke Hij, als üe mensch g'ewor den Zoon Gods, van Zijne goddelij ke afkomst geeft. Belangrijk is dit getuigenis om Ide tegenstelling, welke wij daarin zien, tusschen, den vader, den H. Joseph, van wien Maria spreekt, en Iden Vader wiens Zoon Christus zich noemt. Hij was dus achter gebleven, om be zig- te zijn met de- zaken van Zijn hemel- sehen Vader, door wien Hij naar de aarde gezonden was. Dat Christus, gedurende zijn verblijf in, den tempel daarmee bezig was geweest, dat Hij daar door zijn antwoorden en vragen zijne profetische werkzaamheid als leeraar der wereld begonnen was, dat wisten Ma ria en Joseph, toen nog niet- vandaar zegt de Evangelist Lucas dat zij het woord niet begrepen, dat Jezus tot hen sprak, N. De aarde was met sneeuw bedekt. Kerstmis was voorbijde vreugde door der Engelen mond verkondigd, klonk in de harten na, en de Kerstboom met zijne gaven en lichten geleidde het scheidende jaar over den drempel en groette het nieuwe met zijn glans. Het dorpje Nleuwhoven leverde een aantrekkelijk wintertafereel, De hu', ten en huizen, uit welker schoorsteenen een blauwachtige rook omboog kringeldeeenigszins hooger het kerkjede boschrijke heuvelen en het diepe dal, door het oogverblindend sneeuwkleed bedekt, waarover de winterzon haar roos kleurige stralen wierp, allea boeide het oog na nog meer in zijn zuivere reinheid dan de zomer het zou kunnen zijn in zjjn weel derigen overvloed. Zijwaarts lag de molen. Het witte, spitse geveldak stak boven' de boomen uit, die rechts en links de bevroren beek omzoomden, en daarachter het kasteel, een vroolijk huis van twee verdiepingen, dat in den winter warm en behaaglijk en in den zomer koel was. De vertrekken waren eenigszins be krompen en laag, maar zoo vertrouwelijk met de oude meubelen, die minstens reeds veertig jaren gebruikt, doch desniettemin zoo onberispelijk en glanzend waren, alsof zij zooeven de werkplaats van den meubel maker hadden verlaten. Aan de naaitafel zat de vronw des bniies, mevrouw Van Nieuwbergde grove brei paalden klapperden onophoudelijk; op het smalle, altijd nog icboone gelaat lag eene donkere schaduw; met een mengsel van zorg en geheimen aDgst keek zij naar haar echtgenoot. >Hebt ge slechte tijdingen ontvangen, Lodewjjk »Jb, Lina, ze zijn zoo slecht mogelijk, antwoordde mijnheer Van Nieuwberg met een diepen zucht. >Halden heeft my het kapitaal opgezegdover een maand moet ik het terugbetalennu heb ik de bepaalde zekerheid, dat ik het landgoed niet meer kan blijven bezitten... en... gy weet, Lina, hoeveel ik er aan heb ten koste gelegd.» >Ja,< zeide zij, en dit ja klonk als een snchtzij dacht daarby aan haar zood, die met Paschen het gymnasium verlaten zou wiens jong hart met de grootste vurigheid aan het geboortehuis hing, en die zich niets schooners wist voor te stellen, dan het erf goed der familie eens zoo rentegevend mo gelijk te maken. Tijdens de vacantie was hij naar het ouderlijk huis teruggekeerd. Het sombere spookdat het erfgoed nog onder den hamer komen kon, was verdwenen, sinds Halden 6000 gulden voorschoot... en nu deze slag I Ja, haar echtgenoot had geiykiedere hoop voor haar braven jongen was weggevaagd I Heden morgen was hy naar Bonberg op reis gegaan, om met den groot grondeigenaar, by wien hy in het voorjaar als volontair in dienst wilde treden, het Dadere te bespreken; op Silvesterdag zou Helmut terugkeeren. Het moederhart zag met aDgst rijn terugkomst tegemoet, Hoe moeielijk zou het haar vallen, hem te moeten zeggenSchik n, mijn zoon, in bet onvermydeiyke en draag het als een man'! Ge zult nu moeten stud eer en, om uw brood te kunnen verdienen, want Nienw hoven is voor u verloren, Vader Nieuwberg zat in gedachten ver diept. Een traan bevochtigde zijn oog. Gernischloos verliet mevrouw Van Nieuwberg de kamer, zonder dat haar echtgenoot het bemerkte. Zy wilde haar man het hart niet nog zwaarder maken. Voordat zy de denr achter zich toehaalde, keek sij nog eenmaal met smarteiyke ontroering achter zich. ZQ bemerkte, hoe baar gemaal, de groote, sterke maD, wankelde, alsof hy door een beroerte getroffen werd; zyne geheele zwaarte woog op de leuning van den stoel. Indien ik slechts een paar jaren tijd had gehad en een paar goede jaren er bij, zou ik gewonnen spel hebben gehad,» mompelde bij. >In den Iaatsten tijd heb ik niets dan tegenspoed gehad,» zette hy het gesprek met zich zeiven voort, >in den oogsttyd, in den ■tal. Ik wilde er my tot lederen prys bovenop werken, maar myne speculaties, waarbij anderen rijk werden, mislukten... Ik wil er my evenwel alt reddenHet landgoed moet het eigendom myner familie biy vsd, al moest ik kapitaal opvragen tegen vyftig procent; morgen vroeg rijd ik naar de stad.» Als wilde hy dit voornemen bekrachtigen, sloeg by met de hand op de tafel en liep daarna de trap af. Op de bovenverdieping Isg Van Nieuws berg s werkkamereen matig groot vertrek met donkere tapijten, schoone oude meubelen en donkere overtrekken over de Btoelen. Boven de scbryftafel hingen de portretten zijner ouders, scboone, krachtige gestalten met vrooiyke, openhartige gelaatstrekken. Nieuwberg b'eef vóór hen staandroefheid vertrok zijn gelaat. »0, als gy wist, hoe ver het met uw zoon gekomen iel» Hij liet zich op een stoel neervallen, ondersteunde bet hoofd met de band en keek tot hen om hoog. »Hoe goed, dat gy buiten in eeuwige rust neerligt; nu blijft u het bitterste be spaard, dat my nog te wachten staat, want ik twyfel aan de mogelijkheid, het geld te bekomen... en wat dan? Dan doe ik, wat reeds zoovelen ondanks hun gryze haren moesten doen. Ik neem den wandelstaf ter hand en trek de wijde wereld in, om als rentmeester voor een vreemden heer myn ouden rug te buigen.» Smart en bitterheid doorwoelden zyn bin nenste; by was opgesprongen en trad aan het venster. Daarginds lag de molensleden met krachtige paarden bespannen en met witte zakken beladen, gleden krakend over het voorplein. Nu trad de molenaar uit het buiseen joBge man stapte aan zyne zijde voort, een innemende, edele verschyning. Hy droeg een groen jacquetkostuum, hetwelk de slanke en krachtvolle gestalte zoo voordeelig mogelijk deed uitkomenhet hoofd werd door een donkere reismuts bedekt. Nieuwberg monsterde beiden met scherpen blik, terwyi hij zich terugtrok, om niet gezien te worden. »Aha,» sprak hij vervolgens op langzamen toon, ziedaar, Nlcolaas is weder uit Engeland teruggekeerdin elk geval zal hy den vaderlijken molen op En- gelsche leest willen schoeien. Nu, geld hebben zy daarvoor, geld genoeg 1 Het geluk heeft den ouden Klaver reeds van vroeger naga- loopenmen kon het niet als een ongelnk voor hem beschouwen, dat zyn broeder stierf, toen hy zijne studiën voltooid had en hy den molen moest overnemen, ofschoon het hem moeite kostte, de wetenschap vaar wel te zeggen. Hy heeft er zich echter ingewerkt, dat kan men niet ontkennen, en ver heeft hy het ook gebracht, hij is molen en groot-grondbezitter... hy kan tevreden zyn »De studie,» ging Nieuwberg met zijne gedachten voort, >moet toch nog altyd in zijn hoofd spokendaarom liet bij zyn jon gen ook bet gymnasium doorloopen, zond hem daarna twee jaar naar de boogescbool, liet hem zijn jaar militairen dienst ver richten, en toen de zoon de epauletten ver worven had, etuurde zyn vader hem naar Engeland.» Het had Nieuwberg zichtbaar opgewonden, den jongen Klaver weder te zienhy had eenmaal veel van hem gehouden, maar nu is dat alles geheel anders geworden, sinds hij met diens vader in vijandschap leefde. Nieuwberg wil die sombere gedachten ver- dry ven en treedt weer op de schrijftafel toe, om het reisplan voor den volgenden dag te ontwerpen. Morgen met den eersten trein wil hy naar de hoofdstad vertrekken, te vyf uur kan hy te X zyn, waar hij zyn zoon, die van Bonberg komt, zal ontmoeten, zy zullen dan gezameniyk de terugreis onder nemen en den Oudejaersavond te huis door brengen; het telegram aan Helmut kan hy morgen vóór zyn afreie te X afgeven, zoodat dit zyn zoon nog vroeg genoeg bereiken zal. Inwendige onrust dreef Nieuwberg weer naar beneden in het woonvertrekhij moest zyn, trouwe levensgezellin toch mededeelen, dat Nicolaas weer thuis is. >Of zy het reeds weet Mevrouw Van Nieuwberg zat als naar gewoonte aan de naaitafel en breide yverig zij heeft het immers gemakkeiyk, sinds Hilda, hare dochter, volwassen en met de zorg voor de huishonding belast is. Een blik overtuigde Nieuwberg, dat zijn vrouw geweend had, Waarom hebt ge geweend, Lina? Gy maakt mij door uwe tranen nog ellendiger dan ik reeds benAls moeieiyke tyden komen, moet de vrouw standvastig en moedig zynwant waar vindt de man anders steun en houvast, dan by haar •Vergeef n>yge zult geen reden meei tot klagen hebben-, toen Ik evenwel den jongen Klaver terug zag, viel my de on eenigbeid tusscben one en zijne familie als een steen op het hart. Ge wilt niet, dat ik daarover spreektoch moet ik mijn hart verlichten, anders dreigt bet den eenen of anderen keer te springen... mag ik?» Als ge uw hart daardoor verlichten kunt, spreek dan maar vry uit; de toestand zal er evenwel niet door verbeteren.» •Sinds dat onzalig uur, waarop tusschen u en Klaver tweedracht ontstond over den vy ver, die van oudsher beschouwd werd als eigendom van den molen...» «Beschouwd werd, Lina I onderbrak haar echtgenoot op luiden toon, >want hy behoorde steeds tot het kasteel. Gy koost de rechte uitdrukking, want het bewys moet en zal gevonden worden, dat ik gelijk heb Het gaat hier niet om den vyver, wat is er mij aan dat stukje moeras gelegenhier is slechts sprake van een recht, hetwelk ik mij niet wensch te laten ontnemen.» •Dit recht betaaldet gy duur genoeggij offerdet daaraan uw trouwsten, uw besten vriend op.» Met bekommerd gelaat keek zy nBar hem opbaar oogwimpers werden vochtig. Haar smart deed hem ontroeren. >Lina,< smeekte hy, >Iaat die oude histories rustenwy verbitteren daarmede ons leven bovendien is er niets meer aan te veranderenook zult ge niet verlangen, dat ik naar Klaver ga en zeg: «Vergeef mijl» •Wy bidden in het Onze Vader«Vergeef one onze schulden, gelijk ook wy vergeven aan onze schuldenaren 1» Is dan het vergeven zoo zwaar, vooral daar gy iets hebt opgezet, dat Klaver beleedigen moest, hem, den pymyk nauwgezetten man, die liever met ellende en gebrek kampen zou, dan aanspraak te maken op eene zaak, waarop hy geen rechten kan laten gelden Als hy verkeerd deed, handelde hy te goeder trouwmaar,» ging mevrouw Van Nieuwberg met groote warmte vooit, »als gy nu eens gedwaald hadt?» Dat heb ik niet, nimmer I» antwoordde mynheer Van Nieuwberg. »Als ge met ge schreven en gezegelde bewijzen bet tegen overgestelde toont, zal ik, maar ook eerst dan, de band ter verzoening reiken I» •Dit bewys zal ik nooit kunnen geveD, want er is geen vak, geen lade en geen kast, die ik niet doorzocht bebik offerde tijd en tranen, om licht in deze zaak te brengen, alles tevergeefs! Nu moge God licht ontsteken I» De familie zat heden zwygend aan het avondmaal. Ieder was met zyne eigen zorgen en gedachten bezig. Mynheer Van Nieuwberg maakte zich bezorgd over de mogeiykheid, dat hy het geld niet byeen zou weten te brengen en verleende aan de somberste ge dachten gehoor. Mevrouw Van Nieuwberg dacht aan de bittere teleurstelling, die haar zoon morgen gevoelen zou. Zij had eenige uren te voren nog een brief aan hem ge zonden en hem een wenk gegeven, om de zaak te Bonberg met den groot grondbezitter niet eerder in orde te brengen, dan nadat hij nog eerst met zijn vader van gedachten gewisseld had. Hy zal my begrypen,» knikte zy, >en gemakkelijk inzien, dat op de eene of andere plaats zich een haakje vertoont; daardoor zal hy het bittere gemakkelijker kunnen verdragen, als hy door my daarop wordt voorbereid.» Terwyi zij nog aan haar zoon dacht, keek zy in het lieve, zachte gelaat harer Hildaook deze leed door de vyand- schap met Klaver, maar zy zweeg en stelde haar vertrouwen op God, want zy wilde den zwaren laet, dien baar moeder te dragen had, niet nog zwaarder maken. (Wordt vervolgd). Naar Oberammergau per luchtballon. Naar «De Auto» meldt, is te München een lucht-verkeer vereeniging gesticht. Dit jaar zal het mooi gelegen Müochener Austellungspark weer geopend worden en bier zal de vereeniging een landingsplaats krygen en een terrein voor den bouw van een Inchtschiploods, Het plan is, tijdens de be roemde Oberammergansche Passiespelen, die telkens stroomen vreemdelingen derwaarts lokkeD, een luebtverbinding München— Ober ammergau in het leven te roepen Er is reeds een kapitaal voor bij elkaar van 100.000 Mark, dat nog tot 400.000 Mark moet aangroeien. De Vereeniging zal zich een bestuurbaren Parse val auto ballon aanschaffen. De uitvinder van dit luchtschip, majoor van Parseval, is zeer met dit plan ingenomen. Een mooie vader. De ond verpleger van Meerenberg, die zich aan den drank overgaf en het fortnin zijner vrouw door het keelgat joeg en de kinderen gebrek liet lijden en ten slotte in Oct. 1.1, tal van kleederen en andere voorwerpen wegDam uit eene kamer in de Enge Kapelsteeg, toebehoorende aan een verpleegde in bet Binnen Gasthuis, werd veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. De eisch was 5 maanden. Drinken is gevaarlijk. 39 Amerikaansche Spoorwegmaatscbappyen eischen geheelont houding van haar treinpersoneel. Dit geeft meer te denken dan het beste boek over drankbestryding I Twee verblufte Chineezen. Dezer dagen, vertelt het H. v. A., is aan twee Ohineezen iets overkomen, dat hun zeker lang zal geheugen. Zij hadden eenen brief naar hunne familie geschreven en wilden dezen nu op de post gaan brengen. Op de Van Dyckkaai kwamen ze voor een dier brandalarmen en de twee zonen van het Hemelsche Rijk waren zeker van gedachte dat daar hun brief in moest. Zy verbrijzelden het ruitje, trokken met den verwittiger en bleven nu met den brief in de hand wachten, totdat de briefdrager zoo goed zou willen zyn hem aan te nemen. Ze keken dan ook heel verwonderd, toen ze eenige minuten nadien de pompiers met bnnne wagen zagen aankomen en voor hen bleven staan. Op het politiebureau werd hun zoo goed het ging aan het verstand gebracht, voor wat zulke dingen diende. Ook was men overtuigd hunner goede trouw, waarna ze werden losgelaten. Rooken door kinderen. Zelfs jn Enge land, waar de persooniyke vryheid nog meer dan ten onzent op prys wordt gesteld, wordt in 't belang der volksgezondheid door wet- teiyke bepalingen getracht het kwaad door het rooken van kinderen gesticht tegen te gaan. De verkoop van nicotine artikelen aan kinderen beneden 16 jaar is er verboden en iedere politiebeambte is bevoegd aan kinde ren beneden dien leeftyd, die op openbare plaatsen met nicotine-artikelen worden aan getroffen, deze af te nemen en de bezitters te fouilleeren. Meisjes zijn daarvan nitgesloten. In ons land is wel eens een enquête aangaande het rooken door jengdige personen gehouden, waarvan de resnltaten een dergeiyke wet als in Engeland ten volle rechtvaardigen. Waarom wej den verkoop aan kinderen van nicotine en niet die van nicotine verboden (Het Tumblad) Kindermond. »Het verbaast my, Jantje,» zeide vader verwijtend, «dat je je klein broertje slaat. Weet je niet dat het laf is iemand te slaan die kleiner is dan jy •Waarom slaat n my daD, vader vroeg Jantje. Onmogelijk. Rechter>Kan de rechercheur niet opgeven hoe laat het was, toen hy den zakkenroller daar in verdachte houding zag staan Rechercheur»Neen, meneer, want de man had m'n horloge gerold.» Uit een schoolblad. >Wegens vergrooting der tegenwoordige wordt aan de Chr. school te Balk (Fr.) gevraagd eene onderwyzeres.» Trlumf. President van het Hof: •Be schuldigde, bekent gy uw schuld Beklaagde>Neen.< President«En voor den rechter van instructie hebt gij- eene volledige bekentenis afgelegd.» Beklaagde>De rede van myn verdediger heeft ook my van myne onschuld overtuigd.» Het zachte winterweer is den bloem bollenkweekers niet naar den zin. De bol- len werken al flink, en als het weder zóó blijft, zal spoedig het dek moeten worden losgemaakt, omdat de bolleu anders te veel optrekken en zy vatbaar worden voor de nachtvorsten, welke in het voorjaar onge- twyfeld.ook ditmaal niet zullen achterwege- biy ven. Socialistische Godsdienstverstoring. Zaterdagmorgen half 6 werden de bezoeker* der St. Jozefkerk te 's Hertogenbasch eens klaps opgeschrikt door een hevig lawaai en geroep«Leve de socialisten I» Tot drie-, viermaal toe werd dit herhaald en ging ge paard met het omwerpen van stoelen en springen door de banken. Toen aanstalten werden gemaakt de belhamels op straat te zetten, namen zy de vlncht. Van de St. Jozefkerk begaven zij zich naar de St. Jan, waar zich hetzelfde spel letje herhaalde. Ook hier verdwenen zij, toen hulp kwam opdagen om ben uit Godsge bouw te verwijderen. Treurig. Een gehuwde vrouw, wonende in de Uilenburgstraat te Amsterdam, die de vorige week nit het Israëlitisch Ziekenhui», waar zy verpleegd werd, was ontslagen, om dat zij uit vrees voor een operatie, welke zy ondergaan moest, getracht had die inrichting 's nachts te ontvlochten, is levenloos uit den Houtkoopersburgwal opgehaald. Vermist in den mist... In den mist, op een Haarlemsch grachtje, gisteravond. 't Was een opschudding van belang, en er 'was "waarachtig wel reden toe. j Want handenwringend en krijtend en jan kend stond er een vrouwtje, snotterend-snik kend van aandoening, en met de luidruch tigheid van een eenigszins alcoholisch ver driet, te jammeren aan (den waterkant. Een man was bezig te dreggen, een roeibootje voer aan uit het mistig donker, en -ernstig in spanning stond -er een heefa menigte te turen in het water, donkerzwart in (den alles omvattenden mist. „Hier w;as 't 'k hoorde het duidelijk?" snikte het vrouwenmensch, en (da:n verhaalt ze aan den breeden politiedienaar, die op het tumult komt aangewandeld, dat d'rman met wien ze een slokkie had genomen in de kroeg daarginds in den mist van. d'r af was geraakt, dat ze een plons ge hoord' had, en dat ie in de gracht wag getuimeld De agent haalt 'n dreg, kijkt ernstig, helpt mee, en in !de stilte van (den mist bij het ernstige turen van idie mensch;enmenigte,idie al maar aangroeit is het onophoudelijk ge weeklaag van de lichtelijk aangteschoten vrouw, 't eenige wat men hoort.... De /mannen (dreggen, dreggen in het zwart bobbelende water, al maar door, vergeefs... En steeds maar groeit Üe menigte uit- alle kroegen in de buurt, uit Ide koffiehuizen -een leindlje verder, uit de winkeltjes... Uit een van kte kleine café'tjes komt een heele klomp, en een zware stem, ietwat dubbeltongig, breekt Ide angstige stilte op eens met ide Idronkemansvraag: „watdoene ze daar met z'n allen aan Iden waterkant, achter dien smeris?" Ineens 'n gil, 'n geschreeuw van het vrouwmcnscli, dat treurt om (d'r man,,. En,,,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5