II^'Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 3. Woensdag- 12 Januari 1910. 4d' Jaargang- „.V FEUILLETON; Verschijnt Woensdag en Zaterdag. DeTooveres van Astaroht .RLIJKE STAND. ADVERTENTIËNt Van 15 regels ..Is. .80 Nieuwe Feuilleton. Zedelijke begrippen. TBODW AAN DEN LEIDEB. V VOQBBABIQHEID DBB PEBS. BUITENLAND. ken stond bfidrnkte eden braaf en goed, naar 't aardeche leven n onze deugd eens moog geven. pas genoemd, e eens een bakker, ïltverkocht. arme stakker, broodeloos, m niet beklagen, et arme volk it leege magen. er Redacteur, een gedichtje. in «Ons Blad< u-leden week, van Nichtje? BETJE V., oud 12 jaar. m. Harenkarspel. Toe maar, lieve kinderen, ik eens een volgenden keer in de courant, cneisjes het mooie bloemen- ed Wie het gereed heeft, schrijven. We houden, nadat van 6 prijsraadsels ('t is nu over de helft) is geëindigd, ing van bloemenmandjes en kjes, die misschien nog ko .11 de meisjes dan de mooiste ia, dat vertellen we nog niet. ijn nu aan de beurt. KUNSTJE, fers half door en leg ze op een boek van 90 0 (dus een naast elkander, zoodanig dat bijeen liggen en bet geheel ge droppels water vallen op i het krnis, d. 1. op de vier e luc'fnrs gebroken zijn. Ge e lucifers van elkander wijken ter vormen, xtraas voor alien, uk» moppen. rstelletje goed lezen hoor, 't rlachen. S EEN SCHOOLJONGEN, ret volgend opstelletje, waarin 3 het schoollokaal beschrijft staat uit het bord, de banken, Ie meester en de liniaal. De zijn oud en versleten, alleen ijd nieuw. Wie nog later dan ie school komt, is de grootste heele wereld en krijgt straf, t staan rivieren en plaatsen in buiten te leeren. De meester stok een gat in het Beloofde Met de globe maakt hij In de school hangt ook er; daarmee maakt hij het t het vrij af is; de meester mg op tot het 90 graden is. naar buis gaan. In het eten wij een half uur aan De schoolopziener bezoekt ons ester is toch blij, als hij weer ANECDOTEN. wat ligt daar?» zijn de ingewanden van de ïoe heeft gekocht.» k die ook in mijn buik ker, wil ik jou nu bok maar den en braden roor, want dan lust ik me niet!» schen de negertjes zich nooit maar ze hebben een zwart jj ven zwart, ai zijn ze ge- or 1 Als je een negertje bent eder nooit als je vuile handen r weer aan het oplossen van Ik verwacht nn eens een paar versjes of anecdotes zijn ook delft, 23 tot 30 Dec. Mina, d. van Klaas Jongsjans hipper. Hendrik Martinns, t Sprangers en Maria Knijper, Dirk Schouten en Elisabeth Johannes, z. van Johannes Jornelia Boon. 0Johan Frans van Hes en :him van der Loeff van Leiden. Heemskerk. JacobUfi Gerardus, z. v. Theo- en Maartje Heijne. Johan- rardus Franci*cu« de Bakker Galesloot. Cornelia d. V. ijt en Klanira da Ruiter. NJohanna Ar.tonia Kloes Jacobna Kloes en Christina Uitgeest. 27 Dec. Petrns Gerardus, z. en J. Rijs. IN Jacob Krom gehuwd met aud 65 jaar. arveer, 18 tot 25 Dec. Gerlag Jan, z. v. N. J. Vis n Gendt. Trijntje, d. van en T. Smit. Jan, z. v. O. Sint. VUWD: H. Keet en N. Hartog. INAdriaan de Boer, gehuwd iwaard, ond 68 jaar. Antje 77 jaar, weduwe van O. Pot. oud 5 jaar, d. v. J. Stelling iverleden te Amsterdam, BLAD. - y. ABONNEMENTSPRIJS 60 ct. per B maanden franco huls90 et. met Zondagsblad. Te betalen in herbegin van .ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers van /de-courant3 cent. Van het Zondagsblad 5 eent. Uitgave van de Naaml. Vennootichap „One Blad". BUEEAUBreedstraat 45, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. Elke regel meer 6 Reolames per regel 15 Kleine advertenties van 130 voorden, bij voornitbet. 25 eeet. In ons nummer van ;hedenmaken wij een 'begin met eene nieuwe feuille ton, getiteld DE TOOVENARES VAN ASTAROTH. Zij is hoogst boeiend en handelt tij dens de vervolging der eerste Christenen in de Catacomben te Rome. Schreven wij in ons voorlaatste hoofd artikel over verduistering van gods dienstige begrippen, thans willen wij onzen lezers vragen en een antwoord pogen te geven op die vraag: „Hoe staat het met de zedelijke begrippen van de Katholieken Pater Poirtiers verhaalt ons het volgende, waaruit ter stond het antwoord kan worden afgeleid „De ambassadeur van den Sultan van „Turkije zag in Parijs, waar hij pas „geresideerd was, de wulpschheid en „brooddronkenheid van dén Vasten avond en den volgenden dag op Asch „Woensdag de christelijke manieren der „burgerij. De ambassadeur, die deze „verandering constateerde, liet zich „vastelijk voorstaan, dat er teneene- „male nieuw volk in de stad geko- „men was en dat die van daags te „voren al vertrokken warenwant „zulk een verschil was er tussehen de „manieren, dat het niet dezelfde men „schen schenen te zijn.', Conclusie Tweeslachtigheid in zede- i lijke begrippen. Als er iets in de kerken te doen is j de kerken overvol, en als er iets bij zonders (z.g. pikants) wordt opgevoerd I in de schouwburg, daar vol. Maai wat zijn de gevolgen van deze tweeslachtigheid Verzwakking en ver flauwing in geloof en godsdienst, straks meeloopen met ongeloovigen bij de stemming van Staten Generaal, Provin- ciale Staten en Gemeenteraad, buitens I huis druk converseeren met andersden kenden en eindelijkgemengd hu welijk met den nasleep. Juist al te drukken omgang met an- dersgezinden, die het niet zoo heel nauw i nemen met. wat te vrije gesprekken en vertooningen 'legt reeds een kiem van verkeerde inschikkelijkheid. Wanneer het betreft geloof en zeden, I mogen wij tegenover onkatholieken geen sim breeds toegeven en mogen wij ons I niet inschikkelijk toonen. Met de cate- 1 chismus in de hand protesteeren wij tegen degenen, die meenen, dat Katho lieken gerust mogeu meedoen met anders- 1 denkenden en vertrouwelijk daarmede I omgaan.- Wij protesteeren tegen dege- (geschiedkundig verhaal uit het MIDDEN DER DERDE EEUW |1) door E. S. VAN LUIK. I. DRIE BOOSWICHTEN. Het was een schoone dag in den herfst van het jaar 235. Een man van reusachtige gestalte begaf [zich tegen elf uur in den morgen van de I Mamertynsche gevangenis naar het keizerlijk I paleis te Rome. Toen hij bij den schildwacht I gekomen was, die den ingang van het paleis I bewaakte, werd hem door dezen de doorgang ■belet, doch onze Hercules, die tot dan toe ■zorgvuldig zijn gelaat verborgen had gehou- I den, wierp zijn kap van het hoofd en toonde laan den schildwacht de welbekende trekken |van een terugstootend, woest voorkomen. «Tigris l« riep de soldaat, terwijl hij plotseling een paar schreden achternit week. Tigris liep de poort van het paleis binnen, |en wendde zich naar den kant der prachtige binnenplaats. -Drie fonteinen wierpen hare |verkoelende stralen hoog in de lucht. De boitbare marmeren kolommen, die het lang werpig vierkant omsloten, glansden in het l'onlichtdoch voor al die schoonheden, die bet keizerlijk paleis aan iederen bezoeker nen, die zeggen„Ik doe mijne kinde ren op de openbare school, dan leeren zij omgaan met andersdenkende even als met Katholieke kinderen want dat is toch eene behoefte in de maatschappij." Dat strijdt tegen ons geloof. De cate chismus leert ons juist, den omgang met andersdenken bijzonder in kerke lijke en geestelijke zaken zorgvuldig te vermijden, verbiedt den al te drukken omgang met hen. Op een vraag Hoe moeten wij de onkatholieken beminnen? geeft de catechismus hef volgende ant woord „Wij moeten de onkatholieke „oprecht liefhebben en daarom veel voor „hen bidden, maar wij mogen geen deel nemen aan hunne kerkelijke handelin gen en met hen geen al te gemeen- „zamen omgang hebben (cursief. Red.) Wie steeds meedoet met de wereld en de wereldschgezindheid, de monda- niteit, benevelt het oog van den Ka tholiek, zoodat hij ten laatste niet meer het gepaste van het ongepaste weet te onderscheiden. Daardoor verloren de begrippen van zedelijkheid hij zoovelen hare scherpe grenzen, er is een zeker indifferentisme omtrent zedelijkheid gekomen, wat niet het minste ook door de neutrale bladen wordt bevorderd. Zoo is het dan reeds gekomen, dat een katholiek zelfs „guur in den mond" is, zooals men dat wel eens uitdrukt. Gelukkig is het getal van dezulken gering. Het oude schaamte gevoel en zedelijkheidsbegrip, waarmede men zich aan Paulus woord houdt: „dat sommige zaken onder Christenen niet behooren genoemd te worden," toont bij vele (dat getal krimpt echter steeds) Katholieken nog leven. Te be treuren is het echter, dat hetzelfde mooie en teere gevoel, waarmee een Katholiek een onkiesch woord schuwt, verdwijnt als het op kleeren aankomt of meer nog als het tooneelvoorstellin- gen betreft. Vaak wekt de kleeding van een fatsoenlijke vrouw of meisje aan stoot, maar schreeuwender is de tegen spraak tussehen het gedrag van een Katholiek in zijn huiselijk en kerkelijk leven en zijn houding ten opzichte van openbare tooneeluitvoeringen. Er zijn menschen, die gaarne het gezelschap ontvluchten van hen, die onkiesche gesprekken plegen te voeren, en toch gerust gaan naar een voor stelling, wier titel soms reeds aankon digt, dat de inhoud beleedigend is voor het Katholiek geloof en de zeden. De vrouw, het meisje bloost vaak bij een onvertogen woord en gaat straks naar eene operette, waarin zij aldus schreef eens een „neutrale" recensent „heerlijk kan uitblozen". Wat hoort men in een café-cbantant Ergerlijke liederen van onbeschaamde te tien gaf, bleef Tigris onverschillig. HQ kende, beter dan de keiier lelf, hetgeheele paleisoveral was hy geweest om by ge legenheid daarvan gebruik te maken, Eene deur verleende hem toegang naar eene leer smalle gang; deie volgende, nam hydui zenden vooriorgen om door niemand geiien of gehoord te kunnen worden, doorliep nog eenige kleinere vertrekken en verborg zich achter de plooien van eene draperie, wier purperkleur met gouden aterren beiaaid was. Aan den anderen kant van dit kostbaar tapytwerk bevond lich eene ruime, heerlQke laai, waar de kunstschatten van Europa vereenigd waren met de leldiaamste voort- brengelen van het Oosten. De prachtige, mollige tapyten, die den vloer dekten, waren uit Perzië afkomstig. Indië en Phrygië hadden hun gouden bor duur- en naaldwerk gezonden om de Ohi- neesche zyde te garneeren, die, in Babylonië geweven, de prachtige meubels der zaal moesten versieren. In het midden daarvan bevond ilch een gouden zetel, verrijkt met de leldiaamste juweelen en voorzien van mollige kussens. Deie zetel werd ingenomen door een reusachtig barbaarThraciër van geboorte, Gothe van zyns vaders en Alaan van moeders iyde, bezat deze reus een ont zettende kracht. De geschiedenis zegt van hem, dat hy een zwaar geladen wagen voorttrok; met één zlag verbryzelde hij den poot van een paard; scheurde een eikenboom met zyne handen vaneen, wierp dertig tegenstanders actrices, walgelijke grappen van een ko miek. En toch daar zijn onder het publiek Katholieke mannen en vrouwen, die meermalen door de week in de kerk komen en lachen, dat zij schateren en klappen van dolle pret. Waarom? Wel, die andere menschen lachen toch ook, applaudiseeren toch ook. Dat zijn verkeerde zeden En dan de zaal niet durven verlaten bij zooveel banaliteit Als de priester aan de kinderen in de catechismus vraagt: wat is het teeken van een Christen? dan is het antwoord: het teeken des kruises En hebt gij wel eens in restauratie of hotel een kruis door iemand zien maken? 't Behoort tot de zeldzaamheden. De meesten verbergen hun teeken als Christen („om geen aanstoot te geven en geen lachlust op te wekken" heet het) net zoo zorgvuldig als de Israëliet Mozes zijn naam Mozes heeft veranderd in Maurits en Levi in Louis. Maar, och, dien menschen kan men het niet kwalijk nemen, „dat is om de negotie". De vrijmetselaars hebben wel hunne teekens en beteekenis voller handdruk. Welnu, wij Katholieken moeten weer openlijk dat teeken des kruises dragen, ons eereteeken, dat wij op den schoot van onze moeder hebben leeren maken vóór dat wij leerden bidden, dat teeken, hetwelk onze bescherming zal zijn, wanneer wij van deze aarde gaan scheiden. Het kruis moet wéér in eere komen, het reeds sinds lang voor diverse beel den en schilderijen naar de slaapkamer verhuisde kruisbeeld, moet weer in onze voorkamers en salons prijken, als wapenschild en palladium, het kruis moet weer ons teeken worden op reis en buitenshuis. Dat zal het middel zijn, naar wij hopen, tot herstel van den normalen toestand, zoodat een Katholiek weer worde de man, de vrouw, die van een tooneeluitvoering of café-chantant, waar aan een luchtje is, zij het ook alleen door de vrijpostige speelwijze der artis- ten, op eerbiedigen afstand blijft? Het kruis is het wapen van den Christen, bedekt er u dus mede als een schild, dat u beschut. Met het kruis- teeken gewapend, zult gij onverwinlijk zijn: de vijanden uwer ziel zullen u wel aanvallen, maar zij zullen u de minste wonde niet kunnen toebrengen. „Signis fincit" (Door dit teeken zult gij overwinnen). Uit een hoofdartikel van de Tribune halen wij dit citaatje aan in weiDige oogenblikken op den grond. Dese reus, Maximinus genaamd, was keizer der Romeinen. Het volk noemde hem Hercnles en Ajax. In gedachten verdiept, volgde hy werktuigelijk de bewegingen van een kind van drie jaren, dat op het kostbare tapyt speelde. Vermoeid van het spel wischte het kind een paar xweetdroppels van het voor hoofd en liep naar zyne moeder om op hare knieën zyne krachten te herstellen. Deze jonge vrouw, in een der hoeken van de zaal gezeten, kuste het frissche gelaat van haar zoontje Eubias, en na het eenige seconden gestreeld en zyne lange, blonde haarlokken in orde gebracht te hebben, liet zy het kind naar syn spel wederkeeren. De keizerin was nog jong, maar toch was reeds hare levendige vrooiykheid, die haar eertyds eigen was, geknakt; haar gelaat was bleek en xiekeiyk, haar lnstelooze blik toonde duideiyk aan, dat die edele vrouw reeds het ïyden dezer wereld ondervonden had en dagen van droefheid, zoowel voor haar, als voor alle andere stervelingen waren aan gebroken. Maximinus had besloten zyn zoontje Eubias met het purper te bekleeden en met hem by de openbare feesten van het volk te verschijnen. >Welnu I mevrouw,» zeide eensklaps de reus, «welke Romeineche familie zal de eer hebben u van avond in haar midden te zien Op deze vraag zag Laetitia met door dringenden blik den keizer aan. Die blik „De arbeiders zijn gelijk het veezij moeten gedreven wordenzei eens „een intellectueel revisionist tegen ons „daarmee bedoelende, dat de arbeiders „niet in staat waren, en daaraan ook „geen behoefte hadden, de socialistische „leer in groote trekken zich eigen te „maken, 't Was yoldoende als de lei „ders dat inzicht hadden, die konden „de arbeiders dan wel op 't goede pad „voortdrijven". Waarlijk een citaat om uit te knip pen. Dat zijn nu de menschen,"die den mond vol hebben van stemvee, dom- houden enz. enz. Den laatsten tijd is de pers er blijk baar op uit allerlei nieuwtjes uit de den duim te zuigen en die worden dan later tegengesproken. Twee berichtjes alzoo voor niets, een mooie manier om het blad te „vullen". Wij noemen o.a. de volgende berichten Burgemeestersbenoeming te Leiden van Mr. de Vries. Later tegengesproken. Aftreden van Minister Heemskerk. Tegengesproken. Benoeming nieuwen burgemeester van Amsterdam, Mr. Kappeijne. Dito. Benoeming leden van den Eereraad enquete Kuijper. Dito, dito. Een schandaal-kroniek te wachten. Dito met een sterretje. Waarlijk in vele opzichten is de dag bladpers verre van opvoedend. Voorbarig is ook de pers in het verspreiden van berichten, waardoor op lichters, dieven en moordenaars juist op de hoogte worden gehouden van de handelingen der'justitie welke daardoor zeer in de opsporing van zulke indivi duën wordt bemoeilijkt. Onze oud-of ficier van Justitie, de Ed.Achtb. Mr. Cnopius heeft zich hierover terecht be klaagd. Maar wij vragen, evenals onze colle ga „De Alkmaarder" hoe komen die kranten daaraan? Zullen er wellicht ambtenaren zijn, die hunne stilzwijgend heid, welke zij onder eede verplicht zijn te houden, verbreken? Dat de pers zulke trouweloozen in den arm wil nemen BELGIE. Koning Albert redenaar. Bij het Te Deum in de St.-Gudulakerk, te Brussel, bevond de Koning zoo meldt Ide „Nieuwe Gazet" dat hij het papjer vergeten had waarop hij het antwoord geschreven had dat hij aan kardinaal Mer- dier |doen moest, |na dezes aanspraak. De teekende haat en verachting. «Heer,» antwoordde zy met zachte, innemende stem, «ik had gedacht, dat ik van avond de eer zon genieten by u te biyvenby n vooral gevoel ik my zoo gelukkig.» «De staatszaken zullen my waarscifiju- lijk verhinderen u gezelschap te houden.» «In dat geval, Heer, indien gy het my veroorlooft, ga ik met myne getrouwe Lucilla, den avond doorbrengen in het huis van Vitellus, afijn bloedverwant.» «Lucilla I ik wist niet, dat gy eene slavin hadt van dien naam.» «Lucilla is geene slavin, lieve echt genoot, zy iz de dochter van den patriciër Nemesins. Zy is my gegeven door een vriend van Vitellns om ons kind Eubias te bewaken.» «Mevrouw,» zei de barbaar, terwyi hy opstond, «Lucilla is slavin, haar vader is slaaf, Vitellus is slaaf, gij zelf zyt slavin. Er is in dit uitgestrekt Romeinsche ryk slechts één enkel man, die geheel vry en onafhankeiyk is, en. deze menich, die zich Maximinus noemt, heeft by alle tegenwoor dige en toekomstige goden gezworen, slechts aan slaven te bevelen; wil dit dus nooit vergeten.» «Indien ik het zou vergeten, inlt gy er wel terstond by zyn, om het opnieuw in nfijn geheugen te prenten, edele meester.» «Wat zegt ge daar?» «Dat de toestand van Felex en Tigris veel benydenswaardiger is, dan die van uwe echtgenoota. Koning sprak dan, zooals men gewoonlijk zegt, voor Ide vuist, en zijn antwoord was zeer goed. Na de plechtigheid werd den secretaris des Konings door een afgevaar digde van het Staatsblad, de tekst van het antwoord gevraagd, om het in dat offi cieel blad te drukken. Men zocht naar het geschreven antwoord; het was niet te vin- dten. Op de hoogte gebracht van de ver legenheid waarin zijn secretaris verkeer de, schreef de Vorst eenvoudig met eigen hand de woorden die hij uitgesproken had, en 't was deze kopij, die naar het Staats blad gebracht werd. De letterzetters heb ben dit koninklijk handschrift laten inlijs ten; het prijkt nu in hun werkhuis. In België neemt de agitatie over de aanneming van de nieuwe tarieven in Frank rijk ook toe. De Belgische regeering ont vangt dan ook vele verzoeken om maatrege len ter bescherming van de belangen dei- Belgische 'handelaars en fabrikanten, FRANKRIJK. Beeldstormer». De maire van Villeneuve-Saint-Germain had voor nachtmerrie een kruisweg, door de geloovige inwoners van ongeveer an derhalf eeuw geleden opgericht. Hij zou dien zoo graag vernielen, maar durfde niet goed; want er waren er zelfs bij de ongeloovige gemeentenaren wienhet eerbiedwaardige gedenkteeken van "de gods vrucht der voorouders dierbaar was. Kerstmis kwam en het lieve Kerstkindje deed het geloof weer ontvonken in ver scheidene harten, waarin het scheen uit gedoofd te zijn. De maire was woedend, zijn haat tegen geloof, kerstkribbe en Christus laaide ver terend op. De tweede Kerstdag legde deze haat alle voorzichtigheid het zwijgen op, de maire ging op zoek van geestver wanten en in den nacht van den tweeden op den derden Kerstdag, trokken er eenige mannen met bijlen en houweelen gewa pend, onder aanvoering van het hoofd' der gemeente naar het oude kruisbeeld en rustten niet voor ze dit van zijn, voetstuk hadden afgeslagen en vernield. ENGELAND. De verkiezingen zullen Zaterdag a.s. be ginnen. En het gaat er heet aan toe en...,.; wreedL Bij een Iersche kiezersvergadiering te Londen, in de „Town Hall", Cablestreet, Whitechapel, is een noodlottig ongeluk ge beurd. Toen de deuren geopend werden en de overgroote rnenschenmenigte, die bui ten had staan wachten, naar binnen stroom de, is een ijzeren leuning van de breede steenen stoep in het gedrang bezweken waar dour ieen aantal menschen van een hoogte van ieen paar meter neerstortten. Een bejaard man wend daarbij gedood en nlegen anderen meer of minder ernstig ge wond. «Felex en Tigris dienen my zeer goed, de eene door zyne alimheid en de andere door zijne kracht, terwyi beiden zeer ge- icbikt zyn om my te ontdoen van de vy- anden van den etaat. Maar gy, mevrouw, waar zyt gy my nuttig voor? voornietil... Ga heen I Ik wil alleen zyn.» Laetitia nam Eubiaa by de band en verliet de zaal, terwyi zy de goden bedankte er zoo goed afgekomen te zyn. En inderdaad, reed* by verachillende gelegenheden waz bet gebenrd, dat deza barbaar door een enkelen vaiatelag vrienden en hooggeplaatste personen had gedood om een gewone opmerking, die hem gedaan werd. Zoodra Laetitia met Enbiae aan de andere zyde der zaal ver dween, werd aan deze zyde het purperen kleed verschoven en het afschnwelQk gelaat van Tigris vertoonde zich aan den tiran, die Rome zich zelve gekozen had. «Reeds terug,» zei Maximinus. «Zooals u ziet, machtige Keizer.» «En hoe gaan de zaken?» «Volgens uw verlangen, machtige mees ter van het heelal.» «De tribunn Calpurniui?» «Heb ik gewurgd.» «De senator Flavins?» «Dien heb ik syn hoofd door midden gekloofd.» «Goed, zeer goed, nfijn gevoel van rechtvaardigheid en biliykheid is voldaan, ik ben over u seer tevreden. Zie hier iet* voor nwe moeite.» (®onit .vervolgd)..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 1