II^'Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
No. 3.
Woensdag- 12 Januari 1910.
4d' Jaargang-
„.V
FEUILLETON;
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
DeTooveres van Astaroht
.RLIJKE STAND.
ADVERTENTIËNt
Van 15 regels ..Is. .80
Nieuwe Feuilleton.
Zedelijke begrippen.
TBODW AAN DEN LEIDEB.
V VOQBBABIQHEID DBB PEBS.
BUITENLAND.
ken stond
bfidrnkte eden
braaf en goed,
naar 't aardeche leven
n onze deugd
eens moog geven.
pas genoemd,
e eens een bakker,
ïltverkocht.
arme stakker,
broodeloos,
m niet beklagen,
et arme volk
it leege magen.
er Redacteur,
een gedichtje.
in «Ons Blad<
u-leden week, van Nichtje?
BETJE V., oud 12 jaar.
m. Harenkarspel.
Toe maar, lieve kinderen,
ik eens een volgenden keer
in de courant,
cneisjes het mooie bloemen-
ed Wie het gereed heeft,
schrijven. We houden, nadat
van 6 prijsraadsels ('t is nu
over de helft) is geëindigd,
ing van bloemenmandjes en
kjes, die misschien nog ko
.11 de meisjes dan de mooiste
ia, dat vertellen we nog niet.
ijn nu aan de beurt.
KUNSTJE,
fers half door en leg ze op
een boek van 90 0 (dus een
naast elkander, zoodanig dat
bijeen liggen en bet geheel
ge droppels water vallen op
i het krnis, d. 1. op de vier
e luc'fnrs gebroken zijn. Ge
e lucifers van elkander wijken
ter vormen,
xtraas voor alien,
uk» moppen.
rstelletje goed lezen hoor, 't
rlachen.
S EEN SCHOOLJONGEN,
ret volgend opstelletje, waarin
3 het schoollokaal beschrijft
staat uit het bord, de banken,
Ie meester en de liniaal. De
zijn oud en versleten, alleen
ijd nieuw. Wie nog later dan
ie school komt, is de grootste
heele wereld en krijgt straf,
t staan rivieren en plaatsen
in buiten te leeren. De meester
stok een gat in het Beloofde
Met de globe maakt hij
In de school hangt ook
er; daarmee maakt hij het
t het vrij af is; de meester
mg op tot het 90 graden is.
naar buis gaan. In het
eten wij een half uur aan
De schoolopziener bezoekt ons
ester is toch blij, als hij weer
ANECDOTEN.
wat ligt daar?»
zijn de ingewanden van de
ïoe heeft gekocht.»
k die ook in mijn buik
ker, wil ik jou nu bok maar
den en braden
roor, want dan lust ik me niet!»
schen de negertjes zich nooit
maar ze hebben een zwart
jj ven zwart, ai zijn ze ge-
or 1 Als je een negertje bent
eder nooit als je vuile handen
r weer aan het oplossen van
Ik verwacht nn eens een paar
versjes of anecdotes zijn ook
delft, 23 tot 30 Dec.
Mina, d. van Klaas Jongsjans
hipper. Hendrik Martinns,
t Sprangers en Maria Knijper,
Dirk Schouten en Elisabeth
Johannes, z. van Johannes
Jornelia Boon.
0Johan Frans van Hes en
:him van der Loeff van Leiden.
Heemskerk.
JacobUfi Gerardus, z. v. Theo-
en Maartje Heijne. Johan-
rardus Franci*cu« de Bakker
Galesloot. Cornelia d. V.
ijt en Klanira da Ruiter.
NJohanna Ar.tonia Kloes
Jacobna Kloes en Christina
Uitgeest.
27 Dec. Petrns Gerardus, z.
en J. Rijs.
IN Jacob Krom gehuwd met
aud 65 jaar.
arveer, 18 tot 25 Dec.
Gerlag Jan, z. v. N. J. Vis
n Gendt. Trijntje, d. van
en T. Smit. Jan, z. v. O.
Sint.
VUWD: H. Keet en N. Hartog.
INAdriaan de Boer, gehuwd
iwaard, ond 68 jaar. Antje
77 jaar, weduwe van O. Pot.
oud 5 jaar, d. v. J. Stelling
iverleden te Amsterdam,
BLAD.
- y.
ABONNEMENTSPRIJS
60 ct. per B maanden franco huls90 et. met Zondagsblad.
Te betalen in herbegin van .ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van /de-courant3 cent.
Van het Zondagsblad 5 eent.
Uitgave van de Naaml. Vennootichap „One Blad".
BUEEAUBreedstraat 45, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
Elke regel meer 6
Reolames per regel 15
Kleine advertenties van 130 voorden, bij voornitbet. 25
eeet.
In ons nummer van ;hedenmaken
wij een 'begin met eene nieuwe feuille
ton, getiteld
DE TOOVENARES VAN ASTAROTH.
Zij is hoogst boeiend en handelt tij
dens de vervolging der eerste Christenen
in de Catacomben te Rome.
Schreven wij in ons voorlaatste hoofd
artikel over verduistering van gods
dienstige begrippen, thans willen wij
onzen lezers vragen en een antwoord
pogen te geven op die vraag: „Hoe
staat het met de zedelijke begrippen
van de Katholieken Pater Poirtiers
verhaalt ons het volgende, waaruit ter
stond het antwoord kan worden afgeleid
„De ambassadeur van den Sultan van
„Turkije zag in Parijs, waar hij pas
„geresideerd was, de wulpschheid en
„brooddronkenheid van dén Vasten
avond en den volgenden dag op Asch
„Woensdag de christelijke manieren der
„burgerij. De ambassadeur, die deze
„verandering constateerde, liet zich
„vastelijk voorstaan, dat er teneene-
„male nieuw volk in de stad geko-
„men was en dat die van daags te
„voren al vertrokken warenwant
„zulk een verschil was er tussehen de
„manieren, dat het niet dezelfde men
„schen schenen te zijn.',
Conclusie Tweeslachtigheid in zede-
i lijke begrippen.
Als er iets in de kerken te doen is
j de kerken overvol, en als er iets bij
zonders (z.g. pikants) wordt opgevoerd
I in de schouwburg, daar vol.
Maai wat zijn de gevolgen van deze
tweeslachtigheid Verzwakking en ver
flauwing in geloof en godsdienst, straks
meeloopen met ongeloovigen bij de
stemming van Staten Generaal, Provin-
ciale Staten en Gemeenteraad, buitens
I huis druk converseeren met andersden
kenden en eindelijkgemengd hu
welijk met den nasleep.
Juist al te drukken omgang met an-
dersgezinden, die het niet zoo heel nauw
i nemen met. wat te vrije gesprekken en
vertooningen 'legt reeds een kiem van
verkeerde inschikkelijkheid.
Wanneer het betreft geloof en zeden,
I mogen wij tegenover onkatholieken geen
sim breeds toegeven en mogen wij ons
I niet inschikkelijk toonen. Met de cate-
1 chismus in de hand protesteeren wij
tegen degenen, die meenen, dat Katho
lieken gerust mogeu meedoen met anders-
1 denkenden en vertrouwelijk daarmede
I omgaan.- Wij protesteeren tegen dege-
(geschiedkundig verhaal uit het
MIDDEN DER DERDE EEUW
|1) door E. S. VAN LUIK.
I.
DRIE BOOSWICHTEN.
Het was een schoone dag in den herfst
van het jaar 235.
Een man van reusachtige gestalte begaf
[zich tegen elf uur in den morgen van de
I Mamertynsche gevangenis naar het keizerlijk
I paleis te Rome. Toen hij bij den schildwacht
I gekomen was, die den ingang van het paleis
I bewaakte, werd hem door dezen de doorgang
■belet, doch onze Hercules, die tot dan toe
■zorgvuldig zijn gelaat verborgen had gehou-
I den, wierp zijn kap van het hoofd en toonde
laan den schildwacht de welbekende trekken
|van een terugstootend, woest voorkomen.
«Tigris l« riep de soldaat, terwijl hij
plotseling een paar schreden achternit week.
Tigris liep de poort van het paleis binnen,
|en wendde zich naar den kant der prachtige
binnenplaats. -Drie fonteinen wierpen hare
|verkoelende stralen hoog in de lucht. De
boitbare marmeren kolommen, die het lang
werpig vierkant omsloten, glansden in het
l'onlichtdoch voor al die schoonheden, die
bet keizerlijk paleis aan iederen bezoeker
nen, die zeggen„Ik doe mijne kinde
ren op de openbare school, dan leeren
zij omgaan met andersdenkende even
als met Katholieke kinderen want dat
is toch eene behoefte in de maatschappij."
Dat strijdt tegen ons geloof. De cate
chismus leert ons juist, den omgang
met andersdenken bijzonder in kerke
lijke en geestelijke zaken zorgvuldig te
vermijden, verbiedt den al te drukken
omgang met hen. Op een vraag Hoe
moeten wij de onkatholieken beminnen?
geeft de catechismus hef volgende ant
woord „Wij moeten de onkatholieke
„oprecht liefhebben en daarom veel voor
„hen bidden, maar wij mogen geen deel
nemen aan hunne kerkelijke handelin
gen en met hen geen al te gemeen-
„zamen omgang hebben (cursief. Red.)
Wie steeds meedoet met de wereld
en de wereldschgezindheid, de monda-
niteit, benevelt het oog van den Ka
tholiek, zoodat hij ten laatste niet meer
het gepaste van het ongepaste weet te
onderscheiden.
Daardoor verloren de begrippen van
zedelijkheid hij zoovelen hare scherpe
grenzen, er is een zeker indifferentisme
omtrent zedelijkheid gekomen, wat niet
het minste ook door de neutrale bladen
wordt bevorderd. Zoo is het dan reeds
gekomen, dat een katholiek zelfs „guur
in den mond" is, zooals men dat wel
eens uitdrukt. Gelukkig is het getal
van dezulken gering. Het oude schaamte
gevoel en zedelijkheidsbegrip, waarmede
men zich aan Paulus woord houdt:
„dat sommige zaken onder Christenen
niet behooren genoemd te worden,"
toont bij vele (dat getal krimpt echter
steeds) Katholieken nog leven. Te be
treuren is het echter, dat hetzelfde
mooie en teere gevoel, waarmee een
Katholiek een onkiesch woord schuwt,
verdwijnt als het op kleeren aankomt
of meer nog als het tooneelvoorstellin-
gen betreft. Vaak wekt de kleeding van
een fatsoenlijke vrouw of meisje aan
stoot, maar schreeuwender is de tegen
spraak tussehen het gedrag van een
Katholiek in zijn huiselijk en kerkelijk
leven en zijn houding ten opzichte van
openbare tooneeluitvoeringen.
Er zijn menschen, die gaarne het
gezelschap ontvluchten van hen, die
onkiesche gesprekken plegen te voeren,
en toch gerust gaan naar een voor
stelling, wier titel soms reeds aankon
digt, dat de inhoud beleedigend is voor
het Katholiek geloof en de zeden.
De vrouw, het meisje bloost vaak bij
een onvertogen woord en gaat straks
naar eene operette, waarin zij aldus
schreef eens een „neutrale" recensent
„heerlijk kan uitblozen".
Wat hoort men in een café-cbantant
Ergerlijke liederen van onbeschaamde
te tien gaf, bleef Tigris onverschillig. HQ
kende, beter dan de keiier lelf, hetgeheele
paleisoveral was hy geweest om by ge
legenheid daarvan gebruik te maken, Eene
deur verleende hem toegang naar eene leer
smalle gang; deie volgende, nam hydui
zenden vooriorgen om door niemand geiien
of gehoord te kunnen worden, doorliep nog
eenige kleinere vertrekken en verborg zich
achter de plooien van eene draperie, wier
purperkleur met gouden aterren beiaaid was.
Aan den anderen kant van dit kostbaar
tapytwerk bevond lich eene ruime, heerlQke
laai, waar de kunstschatten van Europa
vereenigd waren met de leldiaamste voort-
brengelen van het Oosten.
De prachtige, mollige tapyten, die den
vloer dekten, waren uit Perzië afkomstig.
Indië en Phrygië hadden hun gouden bor
duur- en naaldwerk gezonden om de Ohi-
neesche zyde te garneeren, die, in Babylonië
geweven, de prachtige meubels der zaal
moesten versieren. In het midden daarvan
bevond ilch een gouden zetel, verrijkt met
de leldiaamste juweelen en voorzien van
mollige kussens. Deie zetel werd ingenomen
door een reusachtig barbaarThraciër van
geboorte, Gothe van zyns vaders en Alaan
van moeders iyde, bezat deze reus een ont
zettende kracht.
De geschiedenis zegt van hem, dat hy
een zwaar geladen wagen voorttrok; met
één zlag verbryzelde hij den poot van een
paard; scheurde een eikenboom met zyne
handen vaneen, wierp dertig tegenstanders
actrices, walgelijke grappen van een ko
miek. En toch daar zijn onder het publiek
Katholieke mannen en vrouwen, die
meermalen door de week in de kerk
komen en lachen, dat zij schateren en
klappen van dolle pret.
Waarom? Wel, die andere menschen
lachen toch ook, applaudiseeren toch
ook. Dat zijn verkeerde zeden En dan
de zaal niet durven verlaten bij zooveel
banaliteit
Als de priester aan de kinderen in
de catechismus vraagt: wat is het
teeken van een Christen? dan is het
antwoord: het teeken des kruises En
hebt gij wel eens in restauratie of hotel
een kruis door iemand zien maken?
't Behoort tot de zeldzaamheden. De
meesten verbergen hun teeken als
Christen („om geen aanstoot te geven
en geen lachlust op te wekken" heet
het) net zoo zorgvuldig als de Israëliet
Mozes zijn naam Mozes heeft veranderd
in Maurits en Levi in Louis.
Maar, och, dien menschen kan men
het niet kwalijk nemen, „dat is om de
negotie".
De vrijmetselaars hebben wel hunne
teekens en beteekenis voller handdruk.
Welnu, wij Katholieken moeten weer
openlijk dat teeken des kruises dragen,
ons eereteeken, dat wij op den schoot
van onze moeder hebben leeren maken
vóór dat wij leerden bidden, dat teeken,
hetwelk onze bescherming zal zijn,
wanneer wij van deze aarde gaan
scheiden.
Het kruis moet wéér in eere komen,
het reeds sinds lang voor diverse beel
den en schilderijen naar de slaapkamer
verhuisde kruisbeeld, moet weer in
onze voorkamers en salons prijken, als
wapenschild en palladium, het kruis
moet weer ons teeken worden op reis
en buitenshuis.
Dat zal het middel zijn, naar wij
hopen, tot herstel van den normalen
toestand, zoodat een Katholiek weer
worde de man, de vrouw, die van een
tooneeluitvoering of café-chantant, waar
aan een luchtje is, zij het ook alleen
door de vrijpostige speelwijze der artis-
ten, op eerbiedigen afstand blijft?
Het kruis is het wapen van den
Christen, bedekt er u dus mede als een
schild, dat u beschut. Met het kruis-
teeken gewapend, zult gij onverwinlijk
zijn: de vijanden uwer ziel zullen u
wel aanvallen, maar zij zullen u de
minste wonde niet kunnen toebrengen.
„Signis fincit" (Door dit teeken zult
gij overwinnen).
Uit een hoofdartikel van de Tribune
halen wij dit citaatje aan
in weiDige oogenblikken op den grond. Dese
reus, Maximinus genaamd, was keizer der
Romeinen. Het volk noemde hem Hercnles
en Ajax. In gedachten verdiept, volgde hy
werktuigelijk de bewegingen van een kind
van drie jaren, dat op het kostbare tapyt
speelde. Vermoeid van het spel wischte het
kind een paar xweetdroppels van het voor
hoofd en liep naar zyne moeder om op
hare knieën zyne krachten te herstellen.
Deze jonge vrouw, in een der hoeken van
de zaal gezeten, kuste het frissche gelaat
van haar zoontje Eubias, en na het eenige
seconden gestreeld en zyne lange, blonde
haarlokken in orde gebracht te hebben, liet
zy het kind naar syn spel wederkeeren. De
keizerin was nog jong, maar toch was reeds
hare levendige vrooiykheid, die haar eertyds
eigen was, geknakt; haar gelaat was bleek
en xiekeiyk, haar lnstelooze blik toonde
duideiyk aan, dat die edele vrouw reeds het
ïyden dezer wereld ondervonden had en
dagen van droefheid, zoowel voor haar, als
voor alle andere stervelingen waren aan
gebroken.
Maximinus had besloten zyn zoontje
Eubias met het purper te bekleeden en met
hem by de openbare feesten van het volk
te verschijnen.
>Welnu I mevrouw,» zeide eensklaps
de reus, «welke Romeineche familie zal de
eer hebben u van avond in haar midden
te zien
Op deze vraag zag Laetitia met door
dringenden blik den keizer aan. Die blik
„De arbeiders zijn gelijk het veezij
moeten gedreven wordenzei eens
„een intellectueel revisionist tegen ons
„daarmee bedoelende, dat de arbeiders
„niet in staat waren, en daaraan ook
„geen behoefte hadden, de socialistische
„leer in groote trekken zich eigen te
„maken, 't Was yoldoende als de lei
„ders dat inzicht hadden, die konden
„de arbeiders dan wel op 't goede pad
„voortdrijven".
Waarlijk een citaat om uit te knip
pen. Dat zijn nu de menschen,"die den
mond vol hebben van stemvee, dom-
houden enz. enz.
Den laatsten tijd is de pers er blijk
baar op uit allerlei nieuwtjes uit de
den duim te zuigen en die worden dan
later tegengesproken. Twee berichtjes
alzoo voor niets, een mooie manier om
het blad te „vullen". Wij noemen o.a.
de volgende berichten
Burgemeestersbenoeming te Leiden van
Mr. de Vries. Later tegengesproken.
Aftreden van Minister Heemskerk.
Tegengesproken.
Benoeming nieuwen burgemeester van
Amsterdam, Mr. Kappeijne. Dito.
Benoeming leden van den Eereraad
enquete Kuijper. Dito, dito.
Een schandaal-kroniek te wachten.
Dito met een sterretje.
Waarlijk in vele opzichten is de dag
bladpers verre van opvoedend.
Voorbarig is ook de pers in het
verspreiden van berichten, waardoor op
lichters, dieven en moordenaars juist op
de hoogte worden gehouden van de
handelingen der'justitie welke daardoor
zeer in de opsporing van zulke indivi
duën wordt bemoeilijkt. Onze oud-of
ficier van Justitie, de Ed.Achtb. Mr.
Cnopius heeft zich hierover terecht be
klaagd.
Maar wij vragen, evenals onze colle
ga „De Alkmaarder" hoe komen die
kranten daaraan? Zullen er wellicht
ambtenaren zijn, die hunne stilzwijgend
heid, welke zij onder eede verplicht zijn
te houden, verbreken?
Dat de pers zulke trouweloozen in
den arm wil nemen
BELGIE.
Koning Albert redenaar.
Bij het Te Deum in de St.-Gudulakerk,
te Brussel, bevond de Koning zoo meldt
Ide „Nieuwe Gazet" dat hij het papjer
vergeten had waarop hij het antwoord
geschreven had dat hij aan kardinaal Mer-
dier |doen moest, |na dezes aanspraak. De
teekende haat en verachting.
«Heer,» antwoordde zy met zachte,
innemende stem, «ik had gedacht, dat ik
van avond de eer zon genieten by u te
biyvenby n vooral gevoel ik my zoo
gelukkig.»
«De staatszaken zullen my waarscifiju-
lijk verhinderen u gezelschap te houden.»
«In dat geval, Heer, indien gy het
my veroorlooft, ga ik met myne getrouwe
Lucilla, den avond doorbrengen in het huis
van Vitellus, afijn bloedverwant.»
«Lucilla I ik wist niet, dat gy eene
slavin hadt van dien naam.»
«Lucilla is geene slavin, lieve echt
genoot, zy iz de dochter van den patriciër
Nemesins. Zy is my gegeven door een vriend
van Vitellns om ons kind Eubias te bewaken.»
«Mevrouw,» zei de barbaar, terwyi hy
opstond, «Lucilla is slavin, haar vader is
slaaf, Vitellus is slaaf, gij zelf zyt slavin.
Er is in dit uitgestrekt Romeinsche ryk
slechts één enkel man, die geheel vry en
onafhankeiyk is, en. deze menich, die zich
Maximinus noemt, heeft by alle tegenwoor
dige en toekomstige goden gezworen, slechts
aan slaven te bevelen; wil dit dus nooit
vergeten.»
«Indien ik het zou vergeten, inlt gy
er wel terstond by zyn, om het opnieuw
in nfijn geheugen te prenten, edele meester.»
«Wat zegt ge daar?»
«Dat de toestand van Felex en Tigris
veel benydenswaardiger is, dan die van uwe
echtgenoota.
Koning sprak dan, zooals men gewoonlijk
zegt, voor Ide vuist, en zijn antwoord was
zeer goed. Na de plechtigheid werd den
secretaris des Konings door een afgevaar
digde van het Staatsblad, de tekst van het
antwoord gevraagd, om het in dat offi
cieel blad te drukken. Men zocht naar het
geschreven antwoord; het was niet te vin-
dten. Op de hoogte gebracht van de ver
legenheid waarin zijn secretaris verkeer
de, schreef de Vorst eenvoudig met eigen
hand de woorden die hij uitgesproken had,
en 't was deze kopij, die naar het Staats
blad gebracht werd. De letterzetters heb
ben dit koninklijk handschrift laten inlijs
ten; het prijkt nu in hun werkhuis.
In België neemt de agitatie over de
aanneming van de nieuwe tarieven in Frank
rijk ook toe. De Belgische regeering ont
vangt dan ook vele verzoeken om maatrege
len ter bescherming van de belangen dei-
Belgische 'handelaars en fabrikanten,
FRANKRIJK.
Beeldstormer».
De maire van Villeneuve-Saint-Germain
had voor nachtmerrie een kruisweg, door
de geloovige inwoners van ongeveer an
derhalf eeuw geleden opgericht.
Hij zou dien zoo graag vernielen, maar
durfde niet goed; want er waren er zelfs
bij de ongeloovige gemeentenaren wienhet
eerbiedwaardige gedenkteeken van "de gods
vrucht der voorouders dierbaar was.
Kerstmis kwam en het lieve Kerstkindje
deed het geloof weer ontvonken in ver
scheidene harten, waarin het scheen uit
gedoofd te zijn.
De maire was woedend, zijn haat tegen
geloof, kerstkribbe en Christus laaide ver
terend op. De tweede Kerstdag legde
deze haat alle voorzichtigheid het zwijgen
op, de maire ging op zoek van geestver
wanten en in den nacht van den tweeden
op den derden Kerstdag, trokken er eenige
mannen met bijlen en houweelen gewa
pend, onder aanvoering van het hoofd' der
gemeente naar het oude kruisbeeld en
rustten niet voor ze dit van zijn, voetstuk
hadden afgeslagen en vernield.
ENGELAND.
De verkiezingen zullen Zaterdag a.s. be
ginnen. En het gaat er heet aan toe en...,.;
wreedL
Bij een Iersche kiezersvergadiering te
Londen, in de „Town Hall", Cablestreet,
Whitechapel, is een noodlottig ongeluk ge
beurd. Toen de deuren geopend werden
en de overgroote rnenschenmenigte, die bui
ten had staan wachten, naar binnen stroom
de, is een ijzeren leuning van de breede
steenen stoep in het gedrang bezweken waar
dour ieen aantal menschen van een hoogte
van ieen paar meter neerstortten.
Een bejaard man wend daarbij gedood en
nlegen anderen meer of minder ernstig ge
wond.
«Felex en Tigris dienen my zeer goed,
de eene door zyne alimheid en de andere
door zijne kracht, terwyi beiden zeer ge-
icbikt zyn om my te ontdoen van de vy-
anden van den etaat. Maar gy, mevrouw,
waar zyt gy my nuttig voor? voornietil...
Ga heen I Ik wil alleen zyn.»
Laetitia nam Eubiaa by de band en verliet
de zaal, terwyi zy de goden bedankte er
zoo goed afgekomen te zyn. En inderdaad,
reed* by verachillende gelegenheden waz bet
gebenrd, dat deza barbaar door een enkelen
vaiatelag vrienden en hooggeplaatste personen
had gedood om een gewone opmerking, die
hem gedaan werd. Zoodra Laetitia met
Enbiae aan de andere zyde der zaal ver
dween, werd aan deze zyde het purperen
kleed verschoven en het afschnwelQk gelaat
van Tigris vertoonde zich aan den tiran,
die Rome zich zelve gekozen had.
«Reeds terug,» zei Maximinus.
«Zooals u ziet, machtige Keizer.»
«En hoe gaan de zaken?»
«Volgens uw verlangen, machtige mees
ter van het heelal.»
«De tribunn Calpurniui?»
«Heb ik gewurgd.»
«De senator Flavins?»
«Dien heb ik syn hoofd door midden
gekloofd.»
«Goed, zeer goed, nfijn gevoel van
rechtvaardigheid en biliykheid is voldaan,
ik ben over u seer tevreden. Zie hier iet*
voor nwe moeite.»
(®onit .vervolgd)..