a;
g§ in lil* soorten
>epóts:
sbruikte PIAHO's.
TWEEDE BLAD.
ALKMAAR]
olland t@ Alkmaar
i, Bi. WITTE.
id aan Zee, G. FOOR.
am, E. VAN BENTHEM-
Lüte.
P. DE GROOT,
orp, P. WINK.
Zaterdag 15 Januari 1910.
,nd te koop of te huur
f Herm. Plas, AUtmaar.
Herm. Plat? •^5^
LLEH en PIKCE-NEZ,
A. MAAS,
16 JANUARI
erk „de Ster";
„Albatros,"
arnalliet,
Ammoniak,
k(
WETENSCHAP.
te Alkmaar
iN, LmgestraaE
BLAD
jbouwde Uerberjr met
ning> voorzien van 2 Kei
enbakken en een Welpomp,
beboorende Stalling voor
6 Paarden en 6 Rjjtuigen
voor zeBtig wagens Hooi met
en ander vervoer, met daarbij
ialf bunder uitmuntend
oud, uitstekend gesohikt
jollenteelt.
jen bij NDEKKER, Dimmen.
\eerd Goud en Zilversmid.
i koopen, verkoopen, ruilen,
in en taxeeren GEEN
R adres dan bij den werk-
slangpijkl
n machines zijn zeer sterk,
ohikt voor 't zwaartste werk;
gemaakt, dat zeg 'k erbij,
rduren van de fijnste zg(de).
kan men dan gratis leeren,
i Dames, maar ook Heeren
b voor Heeren is ras gestaakt, I
esjes tegen de juffrouw maakt,
laatste malle praatjes,
3it geval geen gaatjes,
icbt ge een machine solied
[en fija,
U in de Hekelstraat No. 13
[zgn.
Reparatie-inrichting
fd aanbevelend,
A. H1LDERING.
KNIP BOORMACHINES
DRAAIBANKEN,
PLATEN WALSEN,
in voorraad bij
Hollandse!) IJzermagazijn
M, DE WILD, Alkmaar.
ECI ALlTElT
bet maken van
ens geneeskundig voor-
[ft-
estraat 104, AL KM A10.
Ie prijzen.
r der Maatschappij tot
DSt.
;h
KALENDER
voor de dagen der week.
16 Jan, Zondag. Feest van den Zoeten Naam
Jesus. EvangelieDe brui
loft ie Cana in Galilea.
Joannes II: 111.
17 Maandag. H. AntoEiua, Abt en Bel.
18 Dinsdag. St. Petrn«-Stoel te Rome.
H. Prisca, Martelares.
19 Woensdag. H Camlus, Koning van
Denemarken, Martelaar.
20 Donderdag. H.H. Fabianns en Sebas-
tlanus, Martelaren.
21 Vrijdag. H Agnes, Maagd en Mart.
22 Zaterdag. H H. Vincentins en Anas
tasius, Martelaren.
Brondig onderwjjs op
L, MANDOLINE eoz.
door
Stel Orkest Spoerstr. 58.
ï5ÖBÖ36Bre(8ë;^55&HR!BOB(XOS!HS**^^*HC|
Tweede Zondag na Drie Koningen.
Derde Zondag der Maand.
Les uit den brief van den H. apostel
paulus aan de Romeinen; XII, 6—16.
Broeders! Daar wij gaven bezitten, die,
naar Ide ons geschonken© genade, verschil
lend zijn, hetzij protectie, laten wij zege-
bruiken overeenkomstig idien regel desge-
loofs; hetzij dienstambt, laten wij het uit
oefenen ïn het bedienenhetzij iemand leer-
aar is, laat hij zich beijveren in het leer
aren, vermaner, in het vermanen; die uit
deelt, doe het in eenvoudigheid, die over
ste is, zij het met ijver, die barmhartig
heid idoet, oefene ze in blijmoedigheid. De
liefde zij ongeveinsd. Haat het kwaad, hecht
u 'aan het goed; bemint elkander met broe
derlijke liefde; voorkomt elkander in eer
betoon; zijt niet traag in ijver; weest vu
rig van geest; dïent den Heer; verblijdt
u in de hoop; zijt geduldig in de verdruk
king; volhardt in het gebied; weest me
dedeelzaam voor de behoeften dier heili
gen; oefent gaarne gastvrijheid. Zegent die
u vervolgen, zegent en vloekt niet! Ver
blijdt u met de blijden, weent met de wee
nenden; zijt eensgezind onder elkander;
tracht niet naar het hooge, maar hebt
smaak voor het nederige
Evangelie volgens den H. Joannes;
II, 1-11.
Te dien tijde was er eene bruiloft te Ka-
na in Galilea; en Jesus' Moeder was daar
I En ook Jesus werd' met zijne leerlingen!
I tsr bruiloft genood'igd. Toen er nu ge
brek aan wijn was, zeide de Moeder van
Jesus tot Hem; zij hebben geen wijn. Jesus
zeide haar: wat heb Ik met u te doeiï,
Vrouwe? Mijn uur is nog niet gekomen.
I Zijne moeder zeide tot de bedienden: doet
alles wat Hij u zeggen zal. Er stondeu
nu daar, ingevolge de reiniging der Joden!,
I zes steenen kruiken., houetende elk twee
1 of drie metreten. Jesus zeide hun; vult de
kruiken met water! En zij vulden ze tot
I boven toe. En Jesus sprak tot henstihept
I nu en brengt het aan dien hofmeester! En
I zij brachten het. Zoodra nu de hofmeester
I het Water, dat wijn geworden was, geproefd
had, (hij toch wist niet van waar di e was
doch ide bedienden, die bet water geschept
jfiadiden, wisten het;) riep hij den bruidegom
en zeide tot hemi eder mensdh stelt eerst
Iden goeden wijn op en, inadat men goed ge-
I dronken heeft, den minderendoch gij hebt
[iden goeden wijn tot nu itloe bewaard!
1 Dit eerste der wonderteekenen deed Jesus
I te Kana in Galilea en openbaarde zijnd
glorie; en zijne leerlingen geloofden in Ham.
APOLOGIE.
o fieri.
onditiën.
In het Evangelie van iden vorigen Zon-
ideelde de Evangelist ons mede het)
eerste getuigenis, dat Jezus Christus gaf
|van zijn goddelijke afkomst.
In het Evangelie van dezen Zondag is
|sprake, van het eerste wonder, dat Jezus
verkte bij het begin van Zijn openbaar le
ven: een wonder zoo groot, dat, al stond
het alleen in de Evangeliegeschiedenis, daaf
door alleen voldoende bewezen zou zijn,
dat Hij was, de beloofde Messias, de lang]
verwachte der volken, ide Goidmensch Je-
Izus Christus, die zijn volk zou komen ver-
possen,
1. Wat verstaat men door een wonder?
I Het woord „mirakel" of ,„w onder"
|komt van bet latijnscjhe woord' „mirari"
zich verwonderen; en zoo zou dus een'
|wonder eenvoudig datgene zijn, wat ver
rendering baart: uitwerkselen nu, waar-
jran men ide oorzaak niet kent, wekken 's
nenschen verwondering).
Men zou echter zeker verkeerd hander
Ben, met al die uitwerkselen, waarvan; men
fe oorzaak niet kent of niet kan achterhalen,
hvondieren te noemen. Zoo is bijv. het ont-
ptaan of ide .oorzaak van een zons- of
naansverdnistering voor velen een geWedm;
men kan ideze afwijking in de natuur vreemd
[vinden en er zich over verwonderen;maar
men zou zich in 't oog van eiken ster
renkundige belachelijk maken met hier te
ispreken van een wonder.
Van deze en dergelijke uitwerkselen kan
aen niet zeggen dat het wonderen
Pin* 1 i i 1 Hvi
Er zijn echter andere uitwerkselen, die
door geen enkele geschapen kracht kun
nen wonden vootrgebarcht, die een Godde
lijke daad, een bijzondere tusschenkomst van
God, een ingrijpen van God vereischen,
Bijv, water in wijn veranderen is een daad,
waartoe elke geschapen kracht ontoereikend
is; een werk, dat alleen door goddelijke
macht kon worden verricht; hier is dus
in eigenlijken zin van het woord sprake;
van een wonlder,
2. Waarom nu deed Jezus, toen Hij in
het openbaar was opgetreden wonderen.
Wonderen zijn het meest afdoende mid
del, om de waarheid van hetgeen men
zegt of döet te bewijzen:
Want; leen wonder is een afwijking voor
een bepaald geval van de wetten der na
tuur; het kan dus slechts gewerkt worden;
idoor God, die de meester is der natuur,
God' nu kan zijn almacht niet ten dienste
stellen van het bedrog of van de dwaling,
wanneer idus iemand een leer verkondigt
als komende van God en haar met eenj
wonder staaft, dan is het God zelf, die op
die leer btet zegel drukt van Zijn gezag.
Die mensch kan dus geen bedrieger zijn,
en idle leer, w,elk|e hij predikt, is noodj-
zakelijk waar. In Idien zin zegt de H. Angus;
tinus: „Het wtondër maakt het gezag dui
delijk en bet gezag beveelt het geloofd,
i. beveelt te gelooven.
Vervolgens
Het is idie overtuiging van alle volkeren,
dat Wonderen de goddelijkheid bewijzen van
eene zending of van eene godsdienstleer. Zij
toch zijn de geloofsbrieven, waarmede eenj
afgezant zich bij hen, tot wien hij gezonden-,
is, aandient en waardoor hij zijn zendingj
bekrachtigt. „Alleen iemand die door voor-
ooridleel of hartstocht verblind is, weigert
idien gezondene aan te nemen, en hem a Is
gezant te erkennen.'
Als dus Jezus van Nazareth won
deren doet, ter bevestiging van Zijn.
leer, en van zijne zending; dan le,vert
Hij daardoor het duidelijkste bewijs voor
de waarheid zijner woorden, en betuigt Hij
daardoor, dat Hij is de gezondene des Va
ders, de beloofde Messias, Emmanuël, God,
met cms. N.
Ginds in daa molen wilde heden avond
de vreugde ook geen hoogtij vieren. Nicolaas
sprak zeer weinig en was herhaaldelijk ver
strooid, en vroeger dan gewoonlijk zocht
ieder zijne legerstede op, Nicolaas dacht er
evenwel niet aan te gaan slapen. De ont
brande tweespalt tusschen Nieuwberg en zjjn
vader greep ook hem in het bart en wekte
sjjue ongerustheid. Geheel in sombere ge
dachten verdiept, koorde bij een zacht
kloppen op de deur niet. Toen werd de
deur geopend en een oud, lief gelaat ver
toonde zich in de opening. «Lieve tante!»
riep de jonge man op warmen toon, «boe
goed van n, dat n komt
«Ik zag nog licht in uwe kamer I« ant
woordde tante Eva, «daarom trad ik binnen.» j
«Ik dack u, tante, dat u gekomen is,
sooals eenmaal tot den knaap, bij wien n
de plaats eener moeder heeft ingenomen. Ik
kon nooit inslapen, voordat u mij «Goeden
nacht» bad gezegd.»
Mijn goede jongen, ik weet, dat ge u
heden avond met sombere gedachten hebt
beziggehouden, bet liefst zondt gij het
vaderlijk bnis den rug toekeeren en weer
naar den vreemde gaan.»
«Zoo is het, tante I» -
«Dat zon evenwel verkeerd zijn. Vergeet
niet uw eereten en heiligeten pliebtuwen
vader te gehoorzamen, hem te dienen en
den steunstok van sQn ouderdom te zijn
laat het overige gerust aau Onsen Lieven
Heer over.»
»U heeft gelijk, tante I Ziehier mijne
band; ik bljjf I»
«Braaf, mijn jongen I Goeden nacht 1»
Het was Oudejaarsavond. Een wolkelooze,
met sterren bezaaide h6mel spande zich over
de hard bevroren aarde uit. De pijnboomen
in het bocch kraakten onder den sneenwlast,
en het wild zocht, Bidderend van koude en
honger, eene schuilplaats.
Met moeite, met knikkende knieën sleepte
een jonge man zich op den ongebaanden
weg voort... sneeuw en opnieuw sneeuw!
Bij lederen stap zonk bij dieper, en zijn
krachten, om zich uit de sneeuw op te
werken, werden voortdurend minder.
«Ik ben van den weg afgedwaaldde
sneeuw wordt rnjju graf, als niet spoedig
hulp komt opdagen I Wat kan er toch wel
voorgevallen zijn, dat vader vroeger naar
bnis reisde, dan hg van plan was? «Groote
baast; ik kan niet op u wachten; kom naI»
Deze regelen, die hg voor mij op het station
achterliet, klinken raadselachtig. Toch valt
het niet moeilijk, de oorzaken van de plot-
selinge reis te raden; zeker zgn het nienwe
zorgen, die hem drukkende brief van
moeder deed mij niets goeds vermoeden.
Arme, goede moeder, het heimwee, het ver
langen om bg u te zgn en den last van
een bacbeigk nur met u te deelen, spoorde
mg aan, de diligence niet af te wachten;
het voertuig heeft reeds lang zgn doel be-
fc, - SS» K17STBRS,
reikt, terwijl ik nog altyd. ronddwaal. Hoe
zwaar zgn mgn voeten, als lood mgne lede
maten hier tegen dezen boom wil ik lennen
en eenige oogenblikken uitrusten. Het bruist
mg in de ooren en bloedroode vlokken
dansen mg voor de oogenzij vallen dichter,
ik begin te duizelen I Rugten I Slapen I
Neen, neen I Ik mag het niet I Op I Op I
Men zegttot een zekere hoogte kan de
mensch alles, wat hg wil.»
«Ik wil 1» gilde het als de kreet van een
wanhopige door den nacht.
Nog eenmaal begon de strgd. Het laatste
vonkje wil was uitgedoofdde natuur, de
volkomen uitgeputte kracht, zegevierde, want
het licht, dat voortdurend meer naderbg
kwam, konden de brandende oogen niet
meer onderscheidenhet geluid der bellen
van eene slede, die snel naderde, hoorde
het oor niet meer. Helmut Nieuwberg zonk
aan den kant van den landweg ineen.
Nicolaas Klaver bad echter den gil ge
hoord. Dringende ïaken in het nabggelegen
landstadje hielden hem terug, zoodat hg
eerst* op een laat uur aan teruggaan kon
denken. Opmerkzaam keek bg rondom zich,
totdat hg eene levenlooze gestalte, diep in
de sneeuw gezonken, in het oog kreeg. Hij
boog zich over haar heen... Was het zins
begoocheling Hij liet het licht op het
gelaat van den levenlooie vallen-., eene
siddering doorliep het lichaam van den man,
en bevend sprak hg: «Gg, gijHelmut
Nieuwberg? Goddank, dat ik u vond!»
In vliegende haast su'sde de slede voort.
Door krachtige armen omsloten, rustte Helmut
aan de borat van Nicolaas. Deze had zyn
pelsmantel zorgvuldig om hem heen geslagen
en met den warmen adem syns monds trachtte
hg hem warmte en leven te geven.
Te Nieuwhoven verkeerde alles in de
grootste bezorgdheid. Nieuwberg deed zich
zelven de bitterste verwijten, dat hg op het
station N. den terugkeer van Helmut niet
had afgewacht. Wat zou hg nu wel moeten
uitstaan I
In eene moeiigk te beschrijven stemming
had hij den terugweg ingeslagen, want zgn
laatste hoop was de bodem ingeslagenhg
bekwam het gewenechte kapitaal niet.
En alsof de laatste dag des jaars ervoor
uitverkoren werd, om hem alles te ontnemen,
wat hg meende te bezitten, waarop hg
trotsch was en bg elke gelegenheid pochte,
viel hem heden een oud, geel geworden
document in handen, waaraan de tand des
tyds geknaagd had. Ia dat document ver
klaarde een zyner voorvaderen, Joachim Van
Nieuwberg, dat bg den molenaar Nicolaas
Klaver, die hem tgdens den zeven-jarigen
oorlog drie duizend gulden voorschoot, den
vyver en den akker, die aan den molen
grensde, in eigeitdom afstond.
Het document ontviel aan de handen vaa
den lezerhij had het bewijs zyner onrecht
vaardigheid geschreven en gezegeld ia de
hand. De doorn van gekrenkton trots eiak
diep in zijn hart en kwetste zijne eigen
liefde. Ten laatste fluisterde hem eene stem
toe«Vernietig het papierge weet niets
van zgn bestaan; laat alles bg het oude.»
Met zachten tred naderde iemand de deur.
Zijne echtgenoota trad binnen snel verborg
Nieuwberg de oorkonde in een zak van zgn
jas.
«Tien unr, en Helmnt is nog niet teTug 1
Wat moeten wg nn doen jammerde zij.
«Stel u gerust, Linareeds twee uren
geleden zond ik een bode naar het station
te N.hij zal ons zeer spoedig de gewenechte
tgding brengen.
Opnieuw verliep een benauwend kwartier
voor beiden en voor Hilda, die met gevou
wen handen in haar kamerlje voor den
Gekruisigde op de knieën lag en om den
gelukkigen terugkeer van haar broeder
smeekte. Luister I de hoefslag van een paard
klöDk door de stilte van den nacht I Het
was evenwel niet de vurig verlangde zoon
en broeder, doch de bode, die de tgding
brachtde jongeheer had reeds te vier uur
N. te voet verlaten, omdat er geen rgtuig
en ook geen paard meer beschikbaar was.
Nu sprong Nieuwberg op. «Ik ga den
jongen zelf zoeken.» Snel wierp bij zgn
pelsmantel omeen knecht moest hem ver
geiellen. Een storm woedde in zgn binnenste;
zgn geweten riep luide «Voor een mensch
wilt ge u niet vernederen... hoe? als God
n daarvoor nu straft, en den zoou, die tot
op dit oogenblik uw troost en uwe vreugde
waa, wegneemt
Hg sidderde en smeekend ontwrong de
bede zich aan zgn hart«Laat mg hem
vinden, almachtige God en ik wil goed
maken, wat ik verkeerd deed I»
Op dit oogenblik reed Nicolaas het voor.
plein op. Vreeseigke angst deed Nieuwberg
naar buiten snellen hg stond tegenover den
zoon van den man, aan wien hg zooeven
in smart en berouw dacht.
«Wat is er gebeurd Nicolaas, wat is er
met Helmut voorgevallen Leeft hg nog
«Ja, Goddank, ik kwam juist ter rechter
tgd.»
«God zegene je daarvoor, Nicolaas... God
vergelde het jel... ik kan het niet!»
Dat was weer het vertrouweigke je, waar
naar Nicolaas zoo vurig verlangd hadhet
klonk als voorheen, alsof nimmer een tgd
van vgandschap daartusschen bad gelegen.
Terwyi Nicolaas met mevrouw Van Nieuw
berg zich de grootste moeite gaven, om
Helmut tot het leven terug te roepen, snelde
Nieuwberg naar den molen. Toen hg voor
de deur stond, haalde hg diep adem en
streek met de hand over het verhitte voor
hoofd; daarna trad hg binnen; de mannen,
die met elkander in vgandschap leefden,
stonden tegenover elkaar.
«Klaver, hier ben ik, vergeet en vergeef I*
«Uit den grond van mgn hart, oude
vriendUw afkeer heeft mg bitter leed
berokkendgedurende al dien tgd heeft
mgn hart geen vreugde gekend. Dat ik in
mgn recht was, wist Ik zeer goed, want
eene oude oorkonde over de bewuste zaak
is aanwezig. Laten wij dat evenwel rasten
gij kwaamtge hebt u zelven overwonnen
God moge er u voor beloonen I»
«Ge hadt het bewOs, Klaver, en zwaegt
«Ja, Nieuwberg; ik had wel ongeiyk, doch
als ik u daarmede overtuigd had, zou ik
daarom den weg naar uw hart niet gevonden
hebben.»
«Best mogeiykik kan u niet tegenspreken,
wanneer ik de waarheid niet te kort wil
doen. Het bewgs vond ook ik. Hier is bet
duplicaat. Eerst weinige uren geleden ont
dekte ik het, en toen kostte het mg nog
zwaren strgd om tot u te gaan en zeggen
Gg hebt geigk. Ja, ik beken u de volle
waarheidhet liefst zou ik het vernietigd
hebbenwant de vernedering kwam mg te
bitter voor. Ja, Klaver, het is zoo, ge moet
mg niet voor beter houden, dan ik ben.
Doch Onze Lieve Heer maakte het harde
bart week'en boog den trotschen zin. Wat
de smeekingen eu tranen mijner brave vrouw
niet vermochten, gelakte Hem in een oogen
blik. Uw zoon heeft mya Helmut van den
dood in de sneeuw gered; dat was het
middel, dat mg genas. Ge weet zeker nog
wel niet, wat er voorgevallen is, Klaver
«Hoe zou ik dat kunnen weten, beste
vriend Ik heb Nicolaas nog niet gezien.»
«Ga dan met mg mede.»
Evenals in de dagen hunner jeugd begaven
zy zich hand in hand naar het kasteel.
De geneesheer stond reeds aan de leger
stede van Helmut. Aan diens bemoeiingen
gelukte het, den kranke tot bewustzyn te
brengen. Door den arm zijner moeder onder
steand, leunde hg achterover in het kussen
en keek dankbaar tot zijn redder op. Met
een gelukkigen glimlach groette hg Klaver
en *gn vader, en zgn blikken bleven ten
laatste rusten op het gelaat van de goede
tante Eva, die eveneens onbemerkt binnen
getreden was.
Een beter ontvangst konden Klaver en
zgn zuster zich niet wensehen, dan hun in
het kasteel Nieuwberg ten deel viel. De
familiën waren verzoend; een hemel vol
liefde schitterde uit elks oog. De oude
vriendschap, in den storm beproefd, werd
opnieuw gesloten en al de ellendige dagen
der tweedracht waren vergeten. Onhoorbaar
sloop de trouwe, bezorgde moeder verschei
dene malen uit den kring der wedergevonden
vrienden, om naar de ademhaling van den
slapenden jongeling te luisterendaarby
ontvlood een stil gebed haar lippen, om God
voor de redding van haar zoon en voor de
verzoening der familiëa te danken.
Daar sloeg de kloktwaalf ernstige, ge
wichtige slagen I Een jaar zinkt in den oceaan
van het verledeneen nieuw sty&t daaiuit
op, een jaar van genade, door God geschonken.
«Zalig Nieuwjaar klinkt het in het
rondmen schudt elkander vriendelijk de
hand. «Op onze huizen ruste de zegen
Godsl»... «Vrede en liefde wonen daar
binnen I» roepen de vrienden elkander toe, en
de glazen klinken daarby «Zalig Nieuwjaar I»
De zon groette op den Nieuwjaarsmorgen
een genezende. De jeugdige kracht van
Helmut had overwonnen. De Nieuwjaarsdag
bracht nieuwe vreugde. Nicolaas deed aan
zoek om de hand van Hilda, om een borg
tocht te stellen voor den vrede tusschen de
beide familiën. Reeds vóór dat de onzalige
twist om de verloren oorkonde begon, ver
heugden de ouders zich over de wederkeerige
neiging der jonge lieden. Nu waren in kasteel
en molen twee gelukkige harten meer.
Vader Klaver gaf den vyver met den
daarbij behoorenden grond als bruidschat
aan zyne toekomstige schoondochter terug,
en daar de Staat, om een spoorweg te
kunnen aanleggen, dit stuk grond wilde
aankoopen, was de beminde vader volkomen
uit den nood geholpen en bleef het familie-
goed voor den broeder behouden. Klaver
verstond de kunst, welke slechts edele men-
schen kennen, te helpen zonder te kwetsen.
Een zwarte bladzyde in de geschiedenis
der Nieuwbergs en Klavers werd verscheurd.
Voor de beide familiën begon een Zalig
Nieuwjaar en geen schaduw kwam meer
hun vrede somber maken. A. v. U.
Is de ondergang van Sodoma en
Gomorra historisch?
Verleden jaar Maart heeft de Yale univer
siteit van Newhaven een geographische ex
peditie naar de Doode Zee uitgezonden. Over
een der meest verrassende resultaten van
dezen ontdekkingstocht echryft nu dr. Ells
worth Huntington, die aan de expeditie
deelnam, in «Harpers Magazine»
De expeditie is er nameiyk in geslaagd
eenig licht te brengen in het verhaal van
den ondergang van Sodoma en Gomorra,
xooals dit de Bybel geeft. Over dit punt
zgn dikke boeken geschreven, waarin ofwel
beweerd werd, dat Sodoma en Gomorra
legendarische steden zgn, of haar ondergang
aan het nitbreken 'van petrolenmbronnsn
wordt geweten, die vlam gevat zouden hebben.
Men wist zelfs niet op welke plaats van
de Doode Zee Sodoma en Gomorra gelegen
waren.
Volgens het verhaal van den Bybel be
vonden Abraham en Lot zich bg Bethel,
tien myien ten noorden van Jeruzalem, toen
zg van elkander scheidden «daar hief Lot
zgne oogen omhoog en overzag de geheele
landstreek van den Jordaan. Want vóór de
Heer Sodoma en Gomorra verdelgde, was
die streek waterryk, totdat men aan Zoar
komt, als een lusthof des Heeren, evenals
Egypte land». Nadat God de beide steden
met vuur en zwavel verwoest had, vervolgt
het Bybel verhaal«En Lot trok uit Zoar,
en bleef op den berg met zgn beide dochters
want hg was bevreesd in Zoar te big ven
hg nam dus zgn intrek in een spelonk met
zgn beide dochters».
De expeditie heeft nn, en wel aan den
zuideigken oever van de Doode Zee, niet
alleen een vulkaan ontdekt, waarvan Gods
wraak zich zou kunnen bediend hebben voor
den «vnur- en zwavelregen», maar ook de
spelonk, waarin Lot waarschyniyk in het
gebergte overnachtte.
Huntington vond bg de ruïne van Suweimeh
lava en sprak daarover met den inlandschen
seheik, die hem tot gids diende. Bg het
beklimmen van het gebergte maakte de scheik
hem er opmerkzaam op, dat in de nabijheid
zich een heele berg van «zulke zwarte steenen»
bevond, zoodat men zich voor dat enkele
stuk geen moeite behoefde te geven. Hg
wees daarby naar het zuidoosten. Ongeveer
twee myien van Suweimeh (dat mogelijk een
verbastering van Sodoma is) werd toen een
kleine valkaan aangetroffen, die geologisch
van betrekkelijk jongen datum is. De ruïaen
van het naburige Ghuweir (vermoedelijk het
verkleinwoord van Ghor, dat «dal» beteekent)
zgn in geen geval uit den Patriarchen tgd,
doch waarschyniyk vele honderden, wellicht
een of twee duicend jaar jonger. Maar in
den weg door het gebergte, die van Ghu
weir oostwaarts naar het plateau vau Moab
leidt, ontdekte de expeditie tusschen Abu
Hassan en Beth Peor, op de plaats welke
nu El Ghuttar heet, een spelonk in de rotsen
van ongeveer 20 voet lengte en 15 voet
breedte, die boven een bron zeer zorgvuldig
in den rotswand is uitgehouwen. Twee ven
sters zien over het dal uit naar Zoar. De
toegang tot de spelonk is zoo gelegen, dat
hg slechts langa een trap in de rotsen kan
worden bereikt. In den geheelen omtrek is
geen tweede rotsspelonk te vinden, die met
zulke zorgvuldigheid bewerkt is, en Hun
tington acht het daarom zeer waarschyniyk,
dat zy uit overoude tyden stamt.
Zijn conclusie, uit de verschillende gegevens
door de expeditie verzameld, luidt, dat het
Bybelverhaal over den ondergang van Sodoma
en Gomorra volkomen met de feiten in
overeenstemming is.
JESUS KRIBBE.
Dat relikwieërs Idïe in het leven vat#
den Verlosser ©enen rol gespeeld hebben,
aan een wetenschappelijk onderzoek wonden
onderworpen, is iets wat maar zelden voor
komt. Wij gelooven er aan en de Kerk!
waakt er over met eerbied; maar de weten
schap wil, wanneer ide gelegenheid zich
voordoet, meer zekerheid hebben,, om sterk
te staan tegenover hen die aan de echtheid
dier heilige relikwieën mochten twijfelen'.
En zoo id'oen zich nu en dan, onverwachts
omstandigheden voor 'welken een weten-
schapeplijk onderzoek mogelijk maken en
de gelegenheid bieden om de innerlijke,
samenstelling ider heilige overblijfselen van
een goddelijk verleden te kuntien bestu,-
deeren
Dit nu, gebeurde lenkete jaren geleden met
betrekking tot het hout waarvan Jesus Krib
be gemaakt is Idie, zooals bekend, wordt be
waard' in ide patriarchale basiliek der St.
Maria-Id e-Meerdere te Rome. Het oktaafvan
Kerstmis leek ons eene uitmuntende gelegen
beid' om een en ander daaromtrent mede te
deelen. i
In 1893 gaf Ide Paus toestemming tot
openmaking van het schrijn, waarin de over
blijfselen Ider H. Kribbe zich bevinden, om
dat !t>:t noodzakelijk moest worden her
steld. Daarvoor moest men ihet hout na
tuurlijk in handen nemen en men maakte
van Ide gelegenheid gebruik om het te on
derzoeken, te fotografeeren, te meten en
te wegen; eenige kleine losgeraakte stuk
jes 'werden zelfs onderworpen aan een mis-
kroskopisch onderzoek en aa;n eene schei
kundige ontleding.
Uit vijf stukken bestaan thans Idle re
likwieën Ider H. Kribbe, vijf plankjes waar
van er twee tamelijk dik zijn; ide drie an-
idere zijn veel lichter; het hout is buiten
gewoon hard' en zeer fijn van weefsel. Dui
delijk kan men er aan zien idat zij vroe
ger bestreken zijn geweest met gips, waar
schijnlijk als voorbehoedmiddel tegen be
derf. Hoe ruw zij, op het oog, ook zijn,
toch blijkt uit een nauwkeurigen onderzoek,
dat zij goed zijn geschaafd en men, om
ze aan elkanjdler te houden, ijzer gebruikt
heeft en een ander metaal dat veel over
eenkomst vertoont met rood koper; in een
der planken is nog een stujk van een spij
ker zichtbaar.
Reedis in 1606 iw'erd de H. Kribbe onder
zocht en werden toen ©enigen stukken door
gezaagd'. De planben idie nu neg in de ba
siliek der H. M aria-de-Meerdere bewaard
worden, hebben Ide volgende afmetingen
de twee zwaarste zijn 857 milimeter en 640
millimeter lang, van de drie dunnere zijn
er twee die 840 millimeter en een dat 270
millimeter lang is
Volgens Bianchini die Ide H. Kribbe on
derzocht in 1606 was zij gemaakt vani
coniferenhout; volgens bet laatste oniderzoek
echter, idat veel nauwkeuriger Was dan het
eerste, zijn idie plankjes afkomstig van ideni
plataan.
Met ide plankjes Idie te Rome nog be
waard worden en Rekening houdend met
nog eenige, elders zich bevindende ge
deelten, idie er op verschillende tijdstippen.
Van 'afgenomen w'erldien, is het Iden Eerw,