a; g§ in lil* soorten >epóts: sbruikte PIAHO's. TWEEDE BLAD. ALKMAAR] olland t@ Alkmaar i, Bi. WITTE. id aan Zee, G. FOOR. am, E. VAN BENTHEM- Lüte. P. DE GROOT, orp, P. WINK. Zaterdag 15 Januari 1910. ,nd te koop of te huur f Herm. Plas, AUtmaar. Herm. Plat? •^5^ LLEH en PIKCE-NEZ, A. MAAS, 16 JANUARI erk „de Ster"; „Albatros," arnalliet, Ammoniak, k( WETENSCHAP. te Alkmaar iN, LmgestraaE BLAD jbouwde Uerberjr met ning> voorzien van 2 Kei enbakken en een Welpomp, beboorende Stalling voor 6 Paarden en 6 Rjjtuigen voor zeBtig wagens Hooi met en ander vervoer, met daarbij ialf bunder uitmuntend oud, uitstekend gesohikt jollenteelt. jen bij NDEKKER, Dimmen. \eerd Goud en Zilversmid. i koopen, verkoopen, ruilen, in en taxeeren GEEN R adres dan bij den werk- slangpijkl n machines zijn zeer sterk, ohikt voor 't zwaartste werk; gemaakt, dat zeg 'k erbij, rduren van de fijnste zg(de). kan men dan gratis leeren, i Dames, maar ook Heeren b voor Heeren is ras gestaakt, I esjes tegen de juffrouw maakt, laatste malle praatjes, 3it geval geen gaatjes, icbt ge een machine solied [en fija, U in de Hekelstraat No. 13 [zgn. Reparatie-inrichting fd aanbevelend, A. H1LDERING. KNIP BOORMACHINES DRAAIBANKEN, PLATEN WALSEN, in voorraad bij Hollandse!) IJzermagazijn M, DE WILD, Alkmaar. ECI ALlTElT bet maken van ens geneeskundig voor- [ft- estraat 104, AL KM A10. Ie prijzen. r der Maatschappij tot DSt. ;h KALENDER voor de dagen der week. 16 Jan, Zondag. Feest van den Zoeten Naam Jesus. EvangelieDe brui loft ie Cana in Galilea. Joannes II: 111. 17 Maandag. H. AntoEiua, Abt en Bel. 18 Dinsdag. St. Petrn«-Stoel te Rome. H. Prisca, Martelares. 19 Woensdag. H Camlus, Koning van Denemarken, Martelaar. 20 Donderdag. H.H. Fabianns en Sebas- tlanus, Martelaren. 21 Vrijdag. H Agnes, Maagd en Mart. 22 Zaterdag. H H. Vincentins en Anas tasius, Martelaren. Brondig onderwjjs op L, MANDOLINE eoz. door Stel Orkest Spoerstr. 58. ï5ÖBÖ36Bre(8ë;^55&HR!BOB(XOS!HS**^^*HC| Tweede Zondag na Drie Koningen. Derde Zondag der Maand. Les uit den brief van den H. apostel paulus aan de Romeinen; XII, 6—16. Broeders! Daar wij gaven bezitten, die, naar Ide ons geschonken© genade, verschil lend zijn, hetzij protectie, laten wij zege- bruiken overeenkomstig idien regel desge- loofs; hetzij dienstambt, laten wij het uit oefenen ïn het bedienenhetzij iemand leer- aar is, laat hij zich beijveren in het leer aren, vermaner, in het vermanen; die uit deelt, doe het in eenvoudigheid, die over ste is, zij het met ijver, die barmhartig heid idoet, oefene ze in blijmoedigheid. De liefde zij ongeveinsd. Haat het kwaad, hecht u 'aan het goed; bemint elkander met broe derlijke liefde; voorkomt elkander in eer betoon; zijt niet traag in ijver; weest vu rig van geest; dïent den Heer; verblijdt u in de hoop; zijt geduldig in de verdruk king; volhardt in het gebied; weest me dedeelzaam voor de behoeften dier heili gen; oefent gaarne gastvrijheid. Zegent die u vervolgen, zegent en vloekt niet! Ver blijdt u met de blijden, weent met de wee nenden; zijt eensgezind onder elkander; tracht niet naar het hooge, maar hebt smaak voor het nederige Evangelie volgens den H. Joannes; II, 1-11. Te dien tijde was er eene bruiloft te Ka- na in Galilea; en Jesus' Moeder was daar I En ook Jesus werd' met zijne leerlingen! I tsr bruiloft genood'igd. Toen er nu ge brek aan wijn was, zeide de Moeder van Jesus tot Hem; zij hebben geen wijn. Jesus zeide haar: wat heb Ik met u te doeiï, Vrouwe? Mijn uur is nog niet gekomen. I Zijne moeder zeide tot de bedienden: doet alles wat Hij u zeggen zal. Er stondeu nu daar, ingevolge de reiniging der Joden!, I zes steenen kruiken., houetende elk twee 1 of drie metreten. Jesus zeide hun; vult de kruiken met water! En zij vulden ze tot I boven toe. En Jesus sprak tot henstihept I nu en brengt het aan dien hofmeester! En I zij brachten het. Zoodra nu de hofmeester I het Water, dat wijn geworden was, geproefd had, (hij toch wist niet van waar di e was doch ide bedienden, die bet water geschept jfiadiden, wisten het;) riep hij den bruidegom en zeide tot hemi eder mensdh stelt eerst Iden goeden wijn op en, inadat men goed ge- I dronken heeft, den minderendoch gij hebt [iden goeden wijn tot nu itloe bewaard! 1 Dit eerste der wonderteekenen deed Jesus I te Kana in Galilea en openbaarde zijnd glorie; en zijne leerlingen geloofden in Ham. APOLOGIE. o fieri. onditiën. In het Evangelie van iden vorigen Zon- ideelde de Evangelist ons mede het) eerste getuigenis, dat Jezus Christus gaf |van zijn goddelijke afkomst. In het Evangelie van dezen Zondag is |sprake, van het eerste wonder, dat Jezus verkte bij het begin van Zijn openbaar le ven: een wonder zoo groot, dat, al stond het alleen in de Evangeliegeschiedenis, daaf door alleen voldoende bewezen zou zijn, dat Hij was, de beloofde Messias, de lang] verwachte der volken, ide Goidmensch Je- Izus Christus, die zijn volk zou komen ver- possen, 1. Wat verstaat men door een wonder? I Het woord „mirakel" of ,„w onder" |komt van bet latijnscjhe woord' „mirari" zich verwonderen; en zoo zou dus een' |wonder eenvoudig datgene zijn, wat ver rendering baart: uitwerkselen nu, waar- jran men ide oorzaak niet kent, wekken 's nenschen verwondering). Men zou echter zeker verkeerd hander Ben, met al die uitwerkselen, waarvan; men fe oorzaak niet kent of niet kan achterhalen, hvondieren te noemen. Zoo is bijv. het ont- ptaan of ide .oorzaak van een zons- of naansverdnistering voor velen een geWedm; men kan ideze afwijking in de natuur vreemd [vinden en er zich over verwonderen;maar men zou zich in 't oog van eiken ster renkundige belachelijk maken met hier te ispreken van een wonder. Van deze en dergelijke uitwerkselen kan aen niet zeggen dat het wonderen Pin* 1 i i 1 Hvi Er zijn echter andere uitwerkselen, die door geen enkele geschapen kracht kun nen wonden vootrgebarcht, die een Godde lijke daad, een bijzondere tusschenkomst van God, een ingrijpen van God vereischen, Bijv, water in wijn veranderen is een daad, waartoe elke geschapen kracht ontoereikend is; een werk, dat alleen door goddelijke macht kon worden verricht; hier is dus in eigenlijken zin van het woord sprake; van een wonlder, 2. Waarom nu deed Jezus, toen Hij in het openbaar was opgetreden wonderen. Wonderen zijn het meest afdoende mid del, om de waarheid van hetgeen men zegt of döet te bewijzen: Want; leen wonder is een afwijking voor een bepaald geval van de wetten der na tuur; het kan dus slechts gewerkt worden; idoor God, die de meester is der natuur, God' nu kan zijn almacht niet ten dienste stellen van het bedrog of van de dwaling, wanneer idus iemand een leer verkondigt als komende van God en haar met eenj wonder staaft, dan is het God zelf, die op die leer btet zegel drukt van Zijn gezag. Die mensch kan dus geen bedrieger zijn, en idle leer, w,elk|e hij predikt, is noodj- zakelijk waar. In Idien zin zegt de H. Angus; tinus: „Het wtondër maakt het gezag dui delijk en bet gezag beveelt het geloofd, i. beveelt te gelooven. Vervolgens Het is idie overtuiging van alle volkeren, dat Wonderen de goddelijkheid bewijzen van eene zending of van eene godsdienstleer. Zij toch zijn de geloofsbrieven, waarmede eenj afgezant zich bij hen, tot wien hij gezonden-, is, aandient en waardoor hij zijn zendingj bekrachtigt. „Alleen iemand die door voor- ooridleel of hartstocht verblind is, weigert idien gezondene aan te nemen, en hem a Is gezant te erkennen.' Als dus Jezus van Nazareth won deren doet, ter bevestiging van Zijn. leer, en van zijne zending; dan le,vert Hij daardoor het duidelijkste bewijs voor de waarheid zijner woorden, en betuigt Hij daardoor, dat Hij is de gezondene des Va ders, de beloofde Messias, Emmanuël, God, met cms. N. Ginds in daa molen wilde heden avond de vreugde ook geen hoogtij vieren. Nicolaas sprak zeer weinig en was herhaaldelijk ver strooid, en vroeger dan gewoonlijk zocht ieder zijne legerstede op, Nicolaas dacht er evenwel niet aan te gaan slapen. De ont brande tweespalt tusschen Nieuwberg en zjjn vader greep ook hem in het bart en wekte sjjue ongerustheid. Geheel in sombere ge dachten verdiept, koorde bij een zacht kloppen op de deur niet. Toen werd de deur geopend en een oud, lief gelaat ver toonde zich in de opening. «Lieve tante!» riep de jonge man op warmen toon, «boe goed van n, dat n komt «Ik zag nog licht in uwe kamer I« ant woordde tante Eva, «daarom trad ik binnen.» j «Ik dack u, tante, dat u gekomen is, sooals eenmaal tot den knaap, bij wien n de plaats eener moeder heeft ingenomen. Ik kon nooit inslapen, voordat u mij «Goeden nacht» bad gezegd.» Mijn goede jongen, ik weet, dat ge u heden avond met sombere gedachten hebt beziggehouden, bet liefst zondt gij het vaderlijk bnis den rug toekeeren en weer naar den vreemde gaan.» «Zoo is het, tante I» - «Dat zon evenwel verkeerd zijn. Vergeet niet uw eereten en heiligeten pliebtuwen vader te gehoorzamen, hem te dienen en den steunstok van sQn ouderdom te zijn laat het overige gerust aau Onsen Lieven Heer over.» »U heeft gelijk, tante I Ziehier mijne band; ik bljjf I» «Braaf, mijn jongen I Goeden nacht 1» Het was Oudejaarsavond. Een wolkelooze, met sterren bezaaide h6mel spande zich over de hard bevroren aarde uit. De pijnboomen in het bocch kraakten onder den sneenwlast, en het wild zocht, Bidderend van koude en honger, eene schuilplaats. Met moeite, met knikkende knieën sleepte een jonge man zich op den ongebaanden weg voort... sneeuw en opnieuw sneeuw! Bij lederen stap zonk bij dieper, en zijn krachten, om zich uit de sneeuw op te werken, werden voortdurend minder. «Ik ben van den weg afgedwaaldde sneeuw wordt rnjju graf, als niet spoedig hulp komt opdagen I Wat kan er toch wel voorgevallen zijn, dat vader vroeger naar bnis reisde, dan hg van plan was? «Groote baast; ik kan niet op u wachten; kom naI» Deze regelen, die hg voor mij op het station achterliet, klinken raadselachtig. Toch valt het niet moeilijk, de oorzaken van de plot- selinge reis te raden; zeker zgn het nienwe zorgen, die hem drukkende brief van moeder deed mij niets goeds vermoeden. Arme, goede moeder, het heimwee, het ver langen om bg u te zgn en den last van een bacbeigk nur met u te deelen, spoorde mg aan, de diligence niet af te wachten; het voertuig heeft reeds lang zgn doel be- fc, - SS» K17STBRS, reikt, terwijl ik nog altyd. ronddwaal. Hoe zwaar zgn mgn voeten, als lood mgne lede maten hier tegen dezen boom wil ik lennen en eenige oogenblikken uitrusten. Het bruist mg in de ooren en bloedroode vlokken dansen mg voor de oogenzij vallen dichter, ik begin te duizelen I Rugten I Slapen I Neen, neen I Ik mag het niet I Op I Op I Men zegttot een zekere hoogte kan de mensch alles, wat hg wil.» «Ik wil 1» gilde het als de kreet van een wanhopige door den nacht. Nog eenmaal begon de strgd. Het laatste vonkje wil was uitgedoofdde natuur, de volkomen uitgeputte kracht, zegevierde, want het licht, dat voortdurend meer naderbg kwam, konden de brandende oogen niet meer onderscheidenhet geluid der bellen van eene slede, die snel naderde, hoorde het oor niet meer. Helmut Nieuwberg zonk aan den kant van den landweg ineen. Nicolaas Klaver bad echter den gil ge hoord. Dringende ïaken in het nabggelegen landstadje hielden hem terug, zoodat hg eerst* op een laat uur aan teruggaan kon denken. Opmerkzaam keek bg rondom zich, totdat hg eene levenlooze gestalte, diep in de sneeuw gezonken, in het oog kreeg. Hij boog zich over haar heen... Was het zins begoocheling Hij liet het licht op het gelaat van den levenlooie vallen-., eene siddering doorliep het lichaam van den man, en bevend sprak hg: «Gg, gijHelmut Nieuwberg? Goddank, dat ik u vond!» In vliegende haast su'sde de slede voort. Door krachtige armen omsloten, rustte Helmut aan de borat van Nicolaas. Deze had zyn pelsmantel zorgvuldig om hem heen geslagen en met den warmen adem syns monds trachtte hg hem warmte en leven te geven. Te Nieuwhoven verkeerde alles in de grootste bezorgdheid. Nieuwberg deed zich zelven de bitterste verwijten, dat hg op het station N. den terugkeer van Helmut niet had afgewacht. Wat zou hg nu wel moeten uitstaan I In eene moeiigk te beschrijven stemming had hij den terugweg ingeslagen, want zgn laatste hoop was de bodem ingeslagenhg bekwam het gewenechte kapitaal niet. En alsof de laatste dag des jaars ervoor uitverkoren werd, om hem alles te ontnemen, wat hg meende te bezitten, waarop hg trotsch was en bg elke gelegenheid pochte, viel hem heden een oud, geel geworden document in handen, waaraan de tand des tyds geknaagd had. Ia dat document ver klaarde een zyner voorvaderen, Joachim Van Nieuwberg, dat bg den molenaar Nicolaas Klaver, die hem tgdens den zeven-jarigen oorlog drie duizend gulden voorschoot, den vyver en den akker, die aan den molen grensde, in eigeitdom afstond. Het document ontviel aan de handen vaa den lezerhij had het bewijs zyner onrecht vaardigheid geschreven en gezegeld ia de hand. De doorn van gekrenkton trots eiak diep in zijn hart en kwetste zijne eigen liefde. Ten laatste fluisterde hem eene stem toe«Vernietig het papierge weet niets van zgn bestaan; laat alles bg het oude.» Met zachten tred naderde iemand de deur. Zijne echtgenoota trad binnen snel verborg Nieuwberg de oorkonde in een zak van zgn jas. «Tien unr, en Helmnt is nog niet teTug 1 Wat moeten wg nn doen jammerde zij. «Stel u gerust, Linareeds twee uren geleden zond ik een bode naar het station te N.hij zal ons zeer spoedig de gewenechte tgding brengen. Opnieuw verliep een benauwend kwartier voor beiden en voor Hilda, die met gevou wen handen in haar kamerlje voor den Gekruisigde op de knieën lag en om den gelukkigen terugkeer van haar broeder smeekte. Luister I de hoefslag van een paard klöDk door de stilte van den nacht I Het was evenwel niet de vurig verlangde zoon en broeder, doch de bode, die de tgding brachtde jongeheer had reeds te vier uur N. te voet verlaten, omdat er geen rgtuig en ook geen paard meer beschikbaar was. Nu sprong Nieuwberg op. «Ik ga den jongen zelf zoeken.» Snel wierp bij zgn pelsmantel omeen knecht moest hem ver geiellen. Een storm woedde in zgn binnenste; zgn geweten riep luide «Voor een mensch wilt ge u niet vernederen... hoe? als God n daarvoor nu straft, en den zoou, die tot op dit oogenblik uw troost en uwe vreugde waa, wegneemt Hg sidderde en smeekend ontwrong de bede zich aan zgn hart«Laat mg hem vinden, almachtige God en ik wil goed maken, wat ik verkeerd deed I» Op dit oogenblik reed Nicolaas het voor. plein op. Vreeseigke angst deed Nieuwberg naar buiten snellen hg stond tegenover den zoon van den man, aan wien hg zooeven in smart en berouw dacht. «Wat is er gebeurd Nicolaas, wat is er met Helmut voorgevallen Leeft hg nog «Ja, Goddank, ik kwam juist ter rechter tgd.» «God zegene je daarvoor, Nicolaas... God vergelde het jel... ik kan het niet!» Dat was weer het vertrouweigke je, waar naar Nicolaas zoo vurig verlangd hadhet klonk als voorheen, alsof nimmer een tgd van vgandschap daartusschen bad gelegen. Terwyi Nicolaas met mevrouw Van Nieuw berg zich de grootste moeite gaven, om Helmut tot het leven terug te roepen, snelde Nieuwberg naar den molen. Toen hg voor de deur stond, haalde hg diep adem en streek met de hand over het verhitte voor hoofd; daarna trad hg binnen; de mannen, die met elkander in vgandschap leefden, stonden tegenover elkaar. «Klaver, hier ben ik, vergeet en vergeef I* «Uit den grond van mgn hart, oude vriendUw afkeer heeft mg bitter leed berokkendgedurende al dien tgd heeft mgn hart geen vreugde gekend. Dat ik in mgn recht was, wist Ik zeer goed, want eene oude oorkonde over de bewuste zaak is aanwezig. Laten wij dat evenwel rasten gij kwaamtge hebt u zelven overwonnen God moge er u voor beloonen I» «Ge hadt het bewOs, Klaver, en zwaegt «Ja, Nieuwberg; ik had wel ongeiyk, doch als ik u daarmede overtuigd had, zou ik daarom den weg naar uw hart niet gevonden hebben.» «Best mogeiykik kan u niet tegenspreken, wanneer ik de waarheid niet te kort wil doen. Het bewgs vond ook ik. Hier is bet duplicaat. Eerst weinige uren geleden ont dekte ik het, en toen kostte het mg nog zwaren strgd om tot u te gaan en zeggen Gg hebt geigk. Ja, ik beken u de volle waarheidhet liefst zou ik het vernietigd hebbenwant de vernedering kwam mg te bitter voor. Ja, Klaver, het is zoo, ge moet mg niet voor beter houden, dan ik ben. Doch Onze Lieve Heer maakte het harde bart week'en boog den trotschen zin. Wat de smeekingen eu tranen mijner brave vrouw niet vermochten, gelakte Hem in een oogen blik. Uw zoon heeft mya Helmut van den dood in de sneeuw gered; dat was het middel, dat mg genas. Ge weet zeker nog wel niet, wat er voorgevallen is, Klaver «Hoe zou ik dat kunnen weten, beste vriend Ik heb Nicolaas nog niet gezien.» «Ga dan met mg mede.» Evenals in de dagen hunner jeugd begaven zy zich hand in hand naar het kasteel. De geneesheer stond reeds aan de leger stede van Helmut. Aan diens bemoeiingen gelukte het, den kranke tot bewustzyn te brengen. Door den arm zijner moeder onder steand, leunde hg achterover in het kussen en keek dankbaar tot zijn redder op. Met een gelukkigen glimlach groette hg Klaver en *gn vader, en zgn blikken bleven ten laatste rusten op het gelaat van de goede tante Eva, die eveneens onbemerkt binnen getreden was. Een beter ontvangst konden Klaver en zgn zuster zich niet wensehen, dan hun in het kasteel Nieuwberg ten deel viel. De familiën waren verzoend; een hemel vol liefde schitterde uit elks oog. De oude vriendschap, in den storm beproefd, werd opnieuw gesloten en al de ellendige dagen der tweedracht waren vergeten. Onhoorbaar sloop de trouwe, bezorgde moeder verschei dene malen uit den kring der wedergevonden vrienden, om naar de ademhaling van den slapenden jongeling te luisterendaarby ontvlood een stil gebed haar lippen, om God voor de redding van haar zoon en voor de verzoening der familiëa te danken. Daar sloeg de kloktwaalf ernstige, ge wichtige slagen I Een jaar zinkt in den oceaan van het verledeneen nieuw sty&t daaiuit op, een jaar van genade, door God geschonken. «Zalig Nieuwjaar klinkt het in het rondmen schudt elkander vriendelijk de hand. «Op onze huizen ruste de zegen Godsl»... «Vrede en liefde wonen daar binnen I» roepen de vrienden elkander toe, en de glazen klinken daarby «Zalig Nieuwjaar I» De zon groette op den Nieuwjaarsmorgen een genezende. De jeugdige kracht van Helmut had overwonnen. De Nieuwjaarsdag bracht nieuwe vreugde. Nicolaas deed aan zoek om de hand van Hilda, om een borg tocht te stellen voor den vrede tusschen de beide familiën. Reeds vóór dat de onzalige twist om de verloren oorkonde begon, ver heugden de ouders zich over de wederkeerige neiging der jonge lieden. Nu waren in kasteel en molen twee gelukkige harten meer. Vader Klaver gaf den vyver met den daarbij behoorenden grond als bruidschat aan zyne toekomstige schoondochter terug, en daar de Staat, om een spoorweg te kunnen aanleggen, dit stuk grond wilde aankoopen, was de beminde vader volkomen uit den nood geholpen en bleef het familie- goed voor den broeder behouden. Klaver verstond de kunst, welke slechts edele men- schen kennen, te helpen zonder te kwetsen. Een zwarte bladzyde in de geschiedenis der Nieuwbergs en Klavers werd verscheurd. Voor de beide familiën begon een Zalig Nieuwjaar en geen schaduw kwam meer hun vrede somber maken. A. v. U. Is de ondergang van Sodoma en Gomorra historisch? Verleden jaar Maart heeft de Yale univer siteit van Newhaven een geographische ex peditie naar de Doode Zee uitgezonden. Over een der meest verrassende resultaten van dezen ontdekkingstocht echryft nu dr. Ells worth Huntington, die aan de expeditie deelnam, in «Harpers Magazine» De expeditie is er nameiyk in geslaagd eenig licht te brengen in het verhaal van den ondergang van Sodoma en Gomorra, xooals dit de Bybel geeft. Over dit punt zgn dikke boeken geschreven, waarin ofwel beweerd werd, dat Sodoma en Gomorra legendarische steden zgn, of haar ondergang aan het nitbreken 'van petrolenmbronnsn wordt geweten, die vlam gevat zouden hebben. Men wist zelfs niet op welke plaats van de Doode Zee Sodoma en Gomorra gelegen waren. Volgens het verhaal van den Bybel be vonden Abraham en Lot zich bg Bethel, tien myien ten noorden van Jeruzalem, toen zg van elkander scheidden «daar hief Lot zgne oogen omhoog en overzag de geheele landstreek van den Jordaan. Want vóór de Heer Sodoma en Gomorra verdelgde, was die streek waterryk, totdat men aan Zoar komt, als een lusthof des Heeren, evenals Egypte land». Nadat God de beide steden met vuur en zwavel verwoest had, vervolgt het Bybel verhaal«En Lot trok uit Zoar, en bleef op den berg met zgn beide dochters want hg was bevreesd in Zoar te big ven hg nam dus zgn intrek in een spelonk met zgn beide dochters». De expeditie heeft nn, en wel aan den zuideigken oever van de Doode Zee, niet alleen een vulkaan ontdekt, waarvan Gods wraak zich zou kunnen bediend hebben voor den «vnur- en zwavelregen», maar ook de spelonk, waarin Lot waarschyniyk in het gebergte overnachtte. Huntington vond bg de ruïne van Suweimeh lava en sprak daarover met den inlandschen seheik, die hem tot gids diende. Bg het beklimmen van het gebergte maakte de scheik hem er opmerkzaam op, dat in de nabijheid zich een heele berg van «zulke zwarte steenen» bevond, zoodat men zich voor dat enkele stuk geen moeite behoefde te geven. Hg wees daarby naar het zuidoosten. Ongeveer twee myien van Suweimeh (dat mogelijk een verbastering van Sodoma is) werd toen een kleine valkaan aangetroffen, die geologisch van betrekkelijk jongen datum is. De ruïaen van het naburige Ghuweir (vermoedelijk het verkleinwoord van Ghor, dat «dal» beteekent) zgn in geen geval uit den Patriarchen tgd, doch waarschyniyk vele honderden, wellicht een of twee duicend jaar jonger. Maar in den weg door het gebergte, die van Ghu weir oostwaarts naar het plateau vau Moab leidt, ontdekte de expeditie tusschen Abu Hassan en Beth Peor, op de plaats welke nu El Ghuttar heet, een spelonk in de rotsen van ongeveer 20 voet lengte en 15 voet breedte, die boven een bron zeer zorgvuldig in den rotswand is uitgehouwen. Twee ven sters zien over het dal uit naar Zoar. De toegang tot de spelonk is zoo gelegen, dat hg slechts langa een trap in de rotsen kan worden bereikt. In den geheelen omtrek is geen tweede rotsspelonk te vinden, die met zulke zorgvuldigheid bewerkt is, en Hun tington acht het daarom zeer waarschyniyk, dat zy uit overoude tyden stamt. Zijn conclusie, uit de verschillende gegevens door de expeditie verzameld, luidt, dat het Bybelverhaal over den ondergang van Sodoma en Gomorra volkomen met de feiten in overeenstemming is. JESUS KRIBBE. Dat relikwieërs Idïe in het leven vat# den Verlosser ©enen rol gespeeld hebben, aan een wetenschappelijk onderzoek wonden onderworpen, is iets wat maar zelden voor komt. Wij gelooven er aan en de Kerk! waakt er over met eerbied; maar de weten schap wil, wanneer ide gelegenheid zich voordoet, meer zekerheid hebben,, om sterk te staan tegenover hen die aan de echtheid dier heilige relikwieën mochten twijfelen'. En zoo id'oen zich nu en dan, onverwachts omstandigheden voor 'welken een weten- schapeplijk onderzoek mogelijk maken en de gelegenheid bieden om de innerlijke, samenstelling ider heilige overblijfselen van een goddelijk verleden te kuntien bestu,- deeren Dit nu, gebeurde lenkete jaren geleden met betrekking tot het hout waarvan Jesus Krib be gemaakt is Idie, zooals bekend, wordt be waard' in ide patriarchale basiliek der St. Maria-Id e-Meerdere te Rome. Het oktaafvan Kerstmis leek ons eene uitmuntende gelegen beid' om een en ander daaromtrent mede te deelen. i In 1893 gaf Ide Paus toestemming tot openmaking van het schrijn, waarin de over blijfselen Ider H. Kribbe zich bevinden, om dat !t>:t noodzakelijk moest worden her steld. Daarvoor moest men ihet hout na tuurlijk in handen nemen en men maakte van Ide gelegenheid gebruik om het te on derzoeken, te fotografeeren, te meten en te wegen; eenige kleine losgeraakte stuk jes 'werden zelfs onderworpen aan een mis- kroskopisch onderzoek en aa;n eene schei kundige ontleding. Uit vijf stukken bestaan thans Idle re likwieën Ider H. Kribbe, vijf plankjes waar van er twee tamelijk dik zijn; ide drie an- idere zijn veel lichter; het hout is buiten gewoon hard' en zeer fijn van weefsel. Dui delijk kan men er aan zien idat zij vroe ger bestreken zijn geweest met gips, waar schijnlijk als voorbehoedmiddel tegen be derf. Hoe ruw zij, op het oog, ook zijn, toch blijkt uit een nauwkeurigen onderzoek, dat zij goed zijn geschaafd en men, om ze aan elkanjdler te houden, ijzer gebruikt heeft en een ander metaal dat veel over eenkomst vertoont met rood koper; in een der planken is nog een stujk van een spij ker zichtbaar. Reedis in 1606 iw'erd de H. Kribbe onder zocht en werden toen ©enigen stukken door gezaagd'. De planben idie nu neg in de ba siliek der H. M aria-de-Meerdere bewaard worden, hebben Ide volgende afmetingen de twee zwaarste zijn 857 milimeter en 640 millimeter lang, van de drie dunnere zijn er twee die 840 millimeter en een dat 270 millimeter lang is Volgens Bianchini die Ide H. Kribbe on derzocht in 1606 was zij gemaakt vani coniferenhout; volgens bet laatste oniderzoek echter, idat veel nauwkeuriger Was dan het eerste, zijn idie plankjes afkomstig van ideni plataan. Met ide plankjes Idie te Rome nog be waard worden en Rekening houdend met nog eenige, elders zich bevindende ge deelten, idie er op verschillende tijdstippen. Van 'afgenomen w'erldien, is het Iden Eerw,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5