No. 5.
B.
FEÜILLET
DeTooveresvan/
LANDBOUW EN VEETEELT.
DRANKBESTRIJDING.
ZOEKLICHT.
ESPERANTO.
KINDERRUBRIEK.
BURGERLIJKE STAND.
Eedsweigering
strafbas
L_
i 5r« -
A
Wet van 1 Juli 1909 ter aanvulling
der tiend wet 1907,
Door Ide invoering van de wet van 1
Juli 1909 (Staatsblad no. 221) is de ge
legenheid! geopend om de schatting met
al hare gevolgen te ontgaan, door aan de
betrokken personen toe te staan, onderling
overeen te komen omtrent het bedrag van
Idie jaarlijksche zuivere tiend opbrengst en
daarvan opgave te doen. Daar hierdoor de
kosten van de uitvoering der wet, die ten
laste van den Staat komen, belangrijk kun
nen worden verminderd, zijn voor het doen
van zoodanige opgave aan belanghebbenden
bijzondere voordeelen toegekend.
Het doen van opgave van het bedrag
der jaarlijksche zuivere tiendopbrengst biedt
in hoofdzaak de navolgende voordeelen:
1. Dat de schatting met al hare gevol
gen dus ook Ide mogelijkheid eener kost
bare procedure bij het Gerechtshof ver
valt en het belanghebbenden vrijstaat, zelf
dat bedrag te bepalen. Anders wordt het
buiten hen om door de schattingscommis
sie, of, bij geschil, door de commissie van
beroep of het Gerechtshof vastgesteld.
2. Dat aan de voormalige heffers van
Rijkswege eene premie wordt toegekend ten
bedrage van 4 ten honderd der schadeloos
stelling, waarvan een deel ook aan de voor
malige plichtigen ben goede kan komen.
3. Dat ldie jaarlijksche tiendrente slechts
bedraagt 544 ten honderd van het bedrag der
schadeloosstelling, anders 5.55 ten honderd.
4. Dat alles spoediger en op veel een
voudiger wijze wordt beëindigd dan wan
neer aan de schatting haar loop wordt ge
laten.
Neemt men aan Idat de jaarlijksche zuivere
tiendopbrengst, bedraagt f 100, en interest
als bedoeld in het 2de lid van art. 4 der
wet, verschuldigd is over 2 jaren, dan be
draagt de schadeloosstelling: f 100x20
f 2000 interest 2x3Va pet. ad f 140
f 214Ó.
Hiervan is gedurende 30 jaren verschul-
idigd eene jaariijksdhe (tiendrente van5.55
pet. f 118.77.
De voormalige heffers krijgen du®, inge
val door hen geen opgave wordt ge
daan, eene schadeloosstelling van f2140 en
de voormalige plichtigen moeten geduren
de 30 jaren jaarlijks eene tiendrente van
1118.77 betalen.
Wordt echter wel opgave gedaan, dan
krijgen de voormalige heffers bovendien
eene premie van 4 pet. over f 2140
f85.60, waarvan een deel ook ten goede
kan komen aan de vroegere plichtigen, die
Baarbij gedurende 30 jaren slechts eene
jaarlijksche tiendrente van 5,44 pet. over
f2140 =x f 116,41 Va dus f 2.351/® minder heb
ben te betalen. Dit maakt over 30 jaren een
gezamenlijk minder bedrag aan betalingen)
van 30 X f 2.35 f 70,65 Idat eene con
tante waaide vertegenwoordigt van ruim
#43 off 2 pet. Ider schadeloosstelling.
Uithoofde van de belangrijke voordee
len, die voor de betrokken personen aan;
het doen der opgave verbonden zijn, en
omdat eene spoedige afwikkeling van die
bepalingen Ider Tiendwet is een zaak van
algemeen belang, meent de Regeering de
medewerking van de landbouwveréenigingen
en voorts van allen, die met den landbouw
in aanraking komen; te mogen inroepen'
om het beoogde doel te bereiken.
Alle stukken die bij de uitvoering der
wet te pas 'komen, dus ook Öe meergenoem
de opgave, zijn vrij van zegel ten van de for
maliteit ider registratie.
Verder wordt het bepalen van het be
drag der jaaarlijksche zuivere tiendopbrengst
geheel aan partijen overgelaten, mits het te
goeder trouw geschiedt.
Het is dus niet noodzakelijk, dat partijen
aanvangen met de jaarlijksche zuivere tiend
opbrengst voor elk perceel te bepalen. Zij
kunnen die b.v.b. voor een geheel blok
of complex of voor alle perceelen van een
voormaligien plidhtige vaststellen naar de
genoten opbrengsten en het bedrag ver
volgens te goeder trouw over de percee
len naar hunne tiendwaande verdeelen. Dit
laatste is volstrekt noodig omdat voor elk
perceel afzonderlijk de tiendrente moet wor
den vastgesteld.
Stel de afkoopprijs van een tiend van
een blok was, berekend volgens de wet
van f 1872, f 10.000 en men wil zich aan
dit begrad houden, dan moet de jaarlijksche
zuivere tiendopbrengst gesteld worden op
1/20 van f 10.000 f500, en kan men
idit laatste bedrag over de in het blok ge
legen perceelen naar hunne tiendwaarde ver
deelen,
Men zij er voorts indachtig aan dat de
opgave vóór 1 Mei 1910 bij de betrok
ken tiendcommissie moet worden inge
leverd.
Tusschen partijen die tot het doen der
opgave overgaan, zal wel geen geschil om
trent Idie geldigheid, den aard en den om
vang van het tiendrecht of omtrent de rech
ten van de aangevers bestaan. Evenwel is
de mogelijkheid niet uitgesloten, dat om
trent ideze punten, inzonderheid op vorde
ring van anderen, tmherroepelijk in af
wijking van de aangifte wordt beslist. In
dit geval komt de opgave te vervallen, om
dat blijkt dat zij op eene onjuiste ba
sis steunde. Betreft He afwijking slechts som
mige perceelen, (dan blijft de opgave ech
ter voor ide overige geldig.
Frater Anno.
In het klooster idler Dominicanen te Venlo
heeft de vorige week een man zijn intrede
gedaan, die met succes op zijn geestelijken
arbeid mag terugblikken. Het betreft den zeer
eerrn heer Joseph Neumann, voorheen pa
stoor te Mundt bij Juïïch1. Ongpveer 20
jaren was hij Idie vader d»r matigheidsver-
eeniging, later van dte katholieke geheel
onthouders-vereen iging. Hij was de oprich
ter en leider van den onthoudersbond van.
geestelijken en van htet kruisverband) en|
had het genoegen bij zijn vertrek zijne werk
zaaniheden beloond te zien „doordat 8000
personen waren toegetreden tot het kruis-
verbond, waaronder 300 geheelonthouders
Hij was de stichter der internationale ka
tholieke vereeniging tegen het alcoholisme.
Verder heeft hij het St.-Camillus-gestichit
te Wenden voor mannelijke en te Mundt
en Wassenberg twee gestichten voor vrou
welijke alcoholzieken opgericht. In het
klooster verblijft hij thans onder den naam
van Frater Anno.
Niet aansprakelijk
Eenige maanden geleden deed in de pers
een bericht de ronde, dat die groote Am-
sterdamsche likeurstokerij Wijnand Focking
in een Argentijnsch blad een reclame ge
plaatst had, waarop men onze Koningin en
Hare Moeder afgebeeld ziet, benevens een
kraamvrouwverpleegster, Idie een kind op
de armen draagt. Voor den troon staan
een aantal buigende hovelingen. Het kind
stelt Prinses Juliana voor en uit haar mond
komen de woorden: „La Fockink es lia
mejor gjncbra", dl. w. z.Fockink is de
beste jenever. Boven de plaat staat als op
schrift: „De waarfieidi uit kindermond". En
er onder: Het heeft de geheele we
reld verbaasd, dat de eerste woorden der
Kroonprinses van Holland waren: „Foc
kink is de beste jenever".
Nu vermeld „Het Vaderland" het be
richt weer, pnder het opschrift: „Ergernis,
voor eiken vaderlander en voor den geheel
onthouder!" Het bericht ontleent het blad
aan „Het Volk" en ide redactie van dit
blad teekende er, volgens het „Vaderland"
terecht bij aan
„De firma Wijnand Fockink weet inder
daad het monarchaal gevoel op even kiesche
als practische wijze aan haar zaken dienst
baar te maken.".
't Is waar, idiat de reclame ongepast is,
maar die firma Wijnand Fockink te Amster
dam heeft .er nimmer over gedacht een|
dergelijke aanbeveling van haar jenever te
verspreiden. De firma is vrij te pleiten van
schuld. Reeds toen voor de eerste maal
het bericht opdook, verzekerde de firma
ons, Idat zij nooit haar afnemer in Argen
tinië last gegeven heeft tot het maken van
deze reclame en niet in staat is na te gaan,
op welke Wijze de afnemers in het buiten
land reclame maken met de Hollandsdie
jenever van Wijnand Fockink, Deze firma
kan Idlan ook voor de ergerlijke reclame niet
aansprakelijk gesteld' worden.
Vakorganietle en drankbestrijding.
De heer Engels uit Leiden schrijft aan
„De Tijd",
'Is vreemd, maar 't is waaj, dat er men
schen zijn, die meenen dat „Vakorganisatie
en Drankbestrijding" twee tegenstrijdige be
grippen uitdrukken. Dat is nog eens weer
duidelijk in 't licht getreden na het artikel
van Dr. Ariens in „Sobrietas" getiteld „Onze
jaarlijksche wapenschouw."
Daar werden vergelijkingen gemaakt tus
schen de getalsterkte der vakvereenigjngeni
en die der kruisverbonden. En daar werd!
betoogd, dat alleen door een flinke, matige
bevolking, dat alleen door nuchtere, huni
verstand- geheel gebruikende arbeiders, eeni
krachtige vakbeweging in 't leven kan wor
den geroepen. Dat is een waarheid, die
door ieder man van ervaring op dit gebied
zal worden onderschreven.
Overal waar de arbeiders misbruik maken
van drank, daar kwijnt de vakbeweging;
kwijnt geheel het vereenigingsleven. Deze
waariieid zal zelfs wonden onderschreven
door hen, die het opnemen voor een ma
tig gebruik.
De groote moeielijkheid zit hem dan ook
hierin: de juiste grens te trekken en aan!
te toornen, waar het gebruik eindigt en het
misbruik begint. Wanneer men alleen als
misbruik wenscht te bestempelen openbare
dronkenschap, of een toestand van opge
wondenheid, die den drinker alle zelfba-
heersching doet verliezen, zoodat hijzidhi
vergrijpt aan vrouw en kind, of in han
den der politie valt door straatschandaal te
verwekken, enz., ja, dan heeft de pleiten
voor matig gebruik gewonnen spel. Want
voor en aleer de gebruiker tot zulke bui
tensporigheden vervalt, k(an hij: heel wal)
door zijn keelgat jagen.
(Wordt vervolgd),
Goeden morgen 1
Wij leven in een wereld vol idealen en
toch.... in een alles behalve ideale wereld.:
Idealen hier, idealen daar, idealen ginds)
en overal, idealen van het kind tot den,
grijsaard, van tie wieg tot aan het graf, kort
om idealen... „und kein ende" en toch, on
danks al dat gezonde doch meestal on
gezonde idealisme, wat een alles be
halve ideale toestand nog.
Vanwaar dit alles? och verlang niet van
mij een dusdanig diepzinnig probleem, dat
reeds zooveel groote mannen ti.wcz-. groot
is Weaitis es siet in omvang hoofdbip-.
kens heeft geklost, in „Ons Blad." op te
lossen*
Maar en daar wilde ik het overheb
ben nauwelijks is het eene ideaal be
reikt of onmiddelijk wordt een ander na:-
gejaagd en een zeer illustre voorbeeld vin
den we in ons geacht bestuur der gemeente.
Jaren achtereen hebben ze gezwoegd om
hunne idealen te bereiken en wie kregen
achtereenvolgens in onze gemeentelijke huis
houding een Keurcollectie-grootsteedsche
meubelen (die wij met onze Kleinsteadsche
beurzen moesten betalen) en we verheugen
ons in het gelukkig(!!) bezit van een mo-
del-abatoir een hertenkamp, een gymnasium
(waar de vriendschappelijke verhouding
tot zulk een kookpunt was gestegen dat
zelf de concierge zijn overkropt gemoed;
in de pers moest lucht geven) een her-
halings- en een Handelsschool; etc; kort
om een reuzensorteering maar.... toen kwam
het prozaische geld de vreugde verstoren,
want toen kwam het refrein van het lied;
„Wie zal dat betalen?"
en nu begon men i(e bezuinigen en onze
vroedschap.... weigerde waarachtig een
nieuwt afelkleed voor de trouwkamer (ge
garandeerd waschecht koopt men ze te
genwoordig voor f 1.75) en toen.... was men
er nog nietEn toenkapte men den
halven Hout om en.... met de opbrengst
van dat gehakte hout.... was men er ook
nog nipt, doch hoenja toen kwam het
en onz'e vroedschap deed een schoone ont
dekking en verschafte zich voor een „bagetel"
van f 1200 per jaar een middel aan, dat
het geld bij stroomen in onze geteisterde
gemeentekas zou idloen vloeien, alle ont
duiking van belasting als bij tooverslag zou
doen eindigen en onze reeds zoo geperstei
burgers als citroenen zou uitpersen en dit
middel, die levende citroenpers, is onze
„belastingcontroleur". Zouden echter onze
vroede vaderen bij het aanschaffen van zoo'n
„citroenpers" wel gerekend hebben op ajl
die „leege citroenen" of tewel, „berooide
burgers", waar toch niets meer te halen,
valt? Zal ook hier de zuinigheid gelijk
reeds zoo dikwijls de wijsheid niet be
driegen
Toch lezer 't valt niet te ontkennen1
zoo'n instrument Werkt prachtig, want we
hebben ook nog bij wijze van Nieuwjaar-
surprise gekregen „een belasting op de open
bare vermakelijkheden" en, wanneer ge U
des avonds met of zonder vrouw en kroost
desnoods weer „alleen", naar een of andere
festiviteit begeeft, dan ontwaart ge reeds'
bij den ingang een heriodieke figuur, die
onbeweeglijk als wijlen vrouw Loth (diei
in een zoutpilaar veranderde) u met argus
oogen bespiedt, zijn alle verwachten enge-
noodigden aanwezig en de voorz. wil b.v.
juist zijn openingsspeech gaan houden dan
krijgt hij een stillen wenk, laat die speech
zakken, want: de „controleur" wenscht
eerst betaling en daarvoor moet dan het
publiek maar „even wachten", hij heeft de
aanwezigen geteld en.... doorgaans niet te
licht bevonden 'en de praesus moet schui
ven, bij kas of niet.
Wilt ge een ander voorbeeld Begeef
U IW.v, in onzen tijd van vereenigingen 's
avonds naar een vergadering en ben je
idan „precies" op den aangegeven tijd aan
wezig, dan kom je precies een half uur
te vroeg want hier beginnen we altijd
30 minuten te Iaat en als je dan wach-
tensmoede je begint te vervelen, dan zoek
je naar middelen om die verveling te ver
drijven en als dan in de cafézaal, waar
je Jobs geduld in practijk wordt gebracht,
een piano staat en je probeert even om
in harmonische wijze een onbekende aria
te fantaseeren, dan.... staat plotseling als
de „Mefisto" uit de opera „Faust" de bet-
lastingcontroleur iu de zaal en.... decre
teert iden verbaasden kastelein dat hij dat
pianospet doet eindigen of„anders be
talen." Lezer 't is piramidaal, maar histo
risch: als je uit verveling en wellicht tot
andierer ergernis de piano bewerkt, dan...
ja dan organiseer je een „publieke
v e r m a k e 1 ij k h e i d".:
Wel zegt onze nienwgebakken gemeente
verordening, dat openbare vermakelijkheid
datgene is, waardoor het publiek gelegeur
heid heeft zich te vermaken enz. maar onze)
controleur heeft een eigen wetsinterpreta
tie of uitlegging en... wanneer, een stem
van den olympus vernomen wordt, dan be-
hooren de sterfelijken in het dal te zwij
gen.
Ziet lezer als deze instelling niet haar
rente opbrengt idan.... ja dan helpt niets
meer.... 't Is een automaat werkend met
een zekerheid, waar je „paf" vain staat
en waarbij omjze nieuwe electrisch werken
de perronkaart automaten in 't niet ver
zinken; 't is eenvoudig om met Koka-
dorus te spreken „een mirakel van een
uitvinding".
En als ten slotte ook deze geniale uit
vinding niet helpt, dan rest nog één wan-
hoopsmiddel n.l. dat onze gemeente-ardhi.-
teit, Zijn talenten wijdt aan de uitvinding)
van een toestel dat onzen fiscus in staat
stelt ook nog de lucht in beslag te nemen,
en Alkmaaris uitgemergelde burgers slechts
toestaat die tegen betaling in te ademen,
want werkelijk iets anders valt niet meer
te belasten en dan zal boven onze ©enig
overgebleven Stadspoort den vreeindej-
ling moeten toegrijnzen de woorden uit
Dante's Hel!:
„Voi ch'entrate lasciate ogni speranza!"
„Gij die door mij binnentreedt, Iaat alle
i hoop varen."
Dan zal bereikt zijn het ideaal van ons
belastingstelsel. VERITAS.
Ooeden avond!
HT
Het Esperanto is de eenvoudigste taal die
ia de beschaafde wereld bekend is. Dr. Za-
menhof ging niet over Qs van éénen nacht
toen hij zyn voornemeD, om eene wereldtaal
samen te stelleD, ten nitvoer bracht. Hij
begon met de Enropeesche talen te bestu
deeren en nam daaruit, voor zooverre dat
mogelfjk was, het beste. Bij het bestndeeren
°an de Engelrche taal bemerkte bij dat men
seer goed met één lidwoord kan volstaan.
Daar de Nederlandeche taal het gebruik
der lidwoorden de, het, de, de Fransche taal
van l', le, la. les en de Dnileche taal van
der, die, das, die verelscht, en men zich in
die talen .telkens moet afvragen of men met
eea mannelijk, vrouwelijk of ontijdig self
etandig naamwoord en met enkel of meer
voud te doen heeft, besloot Dr. Zamenhof
het Eagelscbe systeem te volgen en stelde
vast dat Esp. slechts één lidwoord sou
hebbenla voor alle gevallen, hetzij in het
enkel- of meervoud.
BIJ het vergelQken van de woordenlijsten
der moderne talen trof het den maker van
Esperanto dat zoovele woorden In verschil
lende talen groote overeenkomst vertoonen.
Omdat het onthouden van een eeuigszins
bekend woord veel gemakkelijker is dan een
onbekend, besloot hij hiervan gebruik te
maken bjj hét kiezen der stamwoorden.
Daaruit is te verklaren waarom iedereen die
Fransch geleerd heeft, zoovele bekerde woor
den in Esperanto ontmoet. De stammen dier
woorden zijn ontleend aan het Latijn ea
worden daarom nagenoeg onmiddellijk verstaan
door alle volkeren wier taal van het Latijn
afstamt. Door dezen maatregel maakte Dr.
Zamenhof het onthouden van vele stamwoorden
voor Franschen, Italianen, Spanjaarden. For
tugeezen en voor allen die eene der Zuid
Europeesche talen kennen, uiterst gemakkelijk.
Indien de Latijnsche stam om de eene of
andere reden niet In het stelsel paste, nam
hl) een ander woord, ontleend aan het Dultsch,
Engelsch of aan eene andere taal.
Esperanto is ook eenvoudig voor wat de
spelling betreft. Deze is weikelijk zóó, dat
zjj een vurig aanhanger van Kollewijn
jaloersch moest maken. Men treft geene
enkele overbodige Jetter aanalle letters
hebben hare volle waarde en moeten ook
worden uitgesproken. Esperanto heeft vijf
klinkers, a, e, i, o en u; deze klinken als
a in vader, als e in gretig, als i in Juni,
nis o in koren en als oe in ploeg. De a, e,
i en o mogen niet worden uitgesproken als
in de woorden lat, laat, bef, de, breed, pit,
pot, slorf. Hieruit volgt dat er ook geene
enkele reden bestaat om dubbele klinkers
f medeklinkers te bezigen. Wanneer men
woorden lat, laten, latten, sla, aan, pot, poot,
netten, poten, of, ooft, st'oo, vergelykt en
wanneer men dan nadenkt over de hersen-
nep-r nice die het de kinderen kost om die
-oorden te leeren lezen en schrijven, moet
>et treffen dat er eene taal bestaat waarin
al die omhaal vermeden is.
Esperanto beeft slechts twee tweeklanken
au (spreek uit: anw) en eu («pr. uit: eeuw).
Iedereen die het Esperanto-alphabet kent,
is ook in staat onmiddellijk Esperanto te
lezen en moet zelfs dadelijk ouder die ée
kunnen schrijven. (Onder kennen wordt bier
verstaan: goed kennen, volmaakt kennen).
Tal van Esperanto woorden begrijpt reeds
ieder beschaafd mensch ook zonder ooit van
Esperanto geboord te hebben. Iedereen ver
«raat de beteekenis vanErnesto, Jobano,
Europo, Azio, Afriko, Ameriko, Australio,
automobile, lokomotivo, teatro, paragrafo,
akurativo, fantazio, filantropo, glicerino,
bipodromo, ortodokea, ortopedio, telegramo,
telefono, Metro, Qramo, Hektaro, Litro,
biblioteko, benzino, termometro, eocialismo,
radikalismo, en van vele andere woorden van
internationaal gebruik.
Papa (tot^j kleine Bets): «Ga eens even
kijken in del kamer of de hangklok nog
loopt.<
Bets gaat en komt terng met de bood-
srbep>Hü loopt niet, pa, maar bjj kwispelt
met zijn staart.'
o—
Onderwijzer (tot schoolkinderen)«Nu heb
ik jullie blauwe, roode en gele steenen laten
zien... wie kan me nu een steen noemen,
die een zwarte kleur heeft
Leerling: De'schoorsteen, meester 1«
0—
Mama (tot kleine Fritejs)«Maar, Frits,
als je binnenkomt, behoor je mij toch goeden
dag te zeggen.'
Frits «Och, kom, ma, we kennen elkaar
immers al zoo lang.'
Voor de meisjes (want die zijn weer aan
de benrt) een handwerkje.
KLUWENDOOS.
Om deze doos te maken, neemt men een
kleine blikken bus, rondom met geelachtige
AIda stof of Congresgaas overtrokken, waarop
te voren een eenvoudige kruissteek versiering
of eene versiering in een andere steek uit
gevoerd van gekleurd glansgaren of zjjde
gewerkt wordt.
Het deksel is van zwaar karton gesneden,
met eene uitsnijding voor doorlating van het
garen voorzien, op beide zjjden met Aïdestof
of Congresgaas overtrokken en rondom met
rood wollen baDd of lint omboord. Het
borduurwerk mogen jullie maken naar eigen
verkiezing, zoo mooi mogeiyk, dan het stuk
met overbandsche steken om de bus naaien
en met een ruche van baud af lint versieren.
Men naait bet deksel aan een plaats vast
en brengt er een kleinen strik en banden
voor het vastmaken aan,
De afbeelding is te zien aan ons Bureau.
Wie het bandwerkje gereed heeft, mag het
later voor de tentoonstelling inzenden, maar
dat komt nog wel, als jullie gedold gebruiken
wilt. Ik heb 't iu te druk met de vele
oplossingen van de prijsraadsels, die binnen
komen.
Voor alle kinderen (jongens en me'ajet)
heb ik weer wat nieuws, n.l. 2 kaartjes met
cijfers. Ik verzoek jullie deze nit de krant
te knippen en ze op karton of bordpapier
te plakken. Ik zal later wel eeSk vertelleD,
wat ik er mee voor hebiet» leuks, hoor I
Er komen er nog meer, dus uitgekeken.
A.
1
3
5
7
9
11
13
15
17
19
21
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49
51
53
55
57
59
61
63
65
67
69
71
73
75
77
79
81
83
85
87.
89
91
93
95
97
99
B.
2
3
6
7
10
11
14
15
18
19
22
23
26
27
30
31
34
35
38
39
42
43
46
47
50
51
54
55
58
59
62
63
66
67
70
71
74
75
78
79
82
83
86
87
90
91
94
95
98
99
Lieve meisjes tn jongens,
Weer zullen we beginnen met de oplos
singen. Jullie bent vast wel nieuwsgierig,
vooral naar de tweede, dat was een r8re,
hoor, als je goed bad nagedacht, had je het
gevonden, 't is gemakkelijk als je bet maar
weet. Enfin, ik zal jelui niet langer nieuws
gierig houden en een begin maken.
1. De H.H. Driekoningen offerden bet Kindje
Jezus goud, wierook en mirre Het goud
zegt ons, dat Jezus Koning is, de wierook
dat Hg God is en de mirre dat Hg
Mensch is.
2. Als er 100 kaarsen op een tafel staan
en ik blaas er 14 van nit en vervolgens
nog 4, big ven er 18 nog staan. De
andere branden weg. Dat se allemaal
aangestoken waren, bigkt nit den zin
«en ik blaas er ld van nit'.
3. Ik ben noodig voor de scheepvaart en
besta uit 6 letterekanaal. De eerste
drie vormen den naam van iets, waarin
men water etc. kan doenkan, de drie
laatste letters duiden den naam aan van
een viech: aal.
Er waren er niet veel, die No. 2 goed
baddeD, dn» een troost voor jnllie, al is 't
een schrale.
Prgsraadsel 5 (op één na de laatste) vindt
je weer op de besproken plaats, 't is weer
wat nieuws.
Hier volgen eenige anecdotes, de volgende
keer eenige, die door kinderen zijn inge
zonden.
ANECDOTES.
Kiezen tusschen twee kwaden.
Hein (klaar om naar een avondpartgtje te
gaan)«Moeder, zal ik mgn handen wanchen
of zal ik handschoenen aantrekken 7»
Lieve kinderen, ik kreeg verscheidene
briefjes, waarin mg gevraagd werd of de
Kinderrubriek, nu er ook eene in het Zon*
dagsblad staat, eindigt. Kgk eens op het I
le blad bovenaan en ge vindt het antwoord.
Ten slotte een briefje van een meisje:
Ach, Mynheer de redacteur, ik zou wel
graag een versje willen echryveu, maar myn
kleine boeren verstand je laat dit niet toe.
Het was een lenk versje, dat in Ons Blad I
van Zoudag stond. Maar ik beb al veel
moeten opofferen om het raadsel te vinden
hoor, maar bet gaat in de goede hoop, het
kost mg elke week 5 centjes uit mgn spaan
pot, maar dat heb ik er wel voor over. WO I
zullen maar moed houden, nog een prgsje
te zien. De kinderen daar bg U kunnen
alle prijzen zien. Maar ik kom nooit in
Alkmaar. Nu adieu Mijnheer, het andere
raadsel weer.
Vrgburg, Uitgeest. Wa. JB.
Nu, beste Mina, ik vind het lenk van je,
hoor, dat je de centen uit je spaarpot daar
voor over heb. Ik hoop met je, dat je een I
Prijs mag winnen. Doe je beat en dan zal
het wel gelukken en... dan zal je ook een|
pry» zien.
Dag Mina, dag kinderen, tot de volgende
week.
Purmerend.
GEBORENTeunis, z. van Abraham Jonge-
jan en Margaretha Magdalena IJpema.
Willem, z. van Theodorus Oscar Joseph I
Marie Smit en Theresia Maria Dionisia
Blomjons. Elizabeth Maria Mathilda, d,
van Hermanns Stoelinger en Mathilda Hen-
drika van Kampen.
OVERLEDEN: Roelif Schipper, 74 jaar,
weduwn. van Hilletje Slegt,
ABON
60 ct. per 3 maanden
Te betalen in h
Afzonderlijke nummers
Van het Zondagsblad
Verleden week stond
bank te Haarlem een ki
land, uit Schoten tere
misbandelingzaakje, wa
tuigen moest optreden'
eed af te leggen. Op vo.
O. M. werd bij in gijze
De Haarlemsche reet
den man van alle recht
In het vonnis wordt ove
gen» den hietoriechen acht
161, 2e lid van het W.
wel is aan te nemen dat
1838 in verband met hetf
vigeerende Grondwet voort
doeling heeft gehad, te bep
zij die behoorden tot een
dat het doen van een eed
de Doopsgezinde Gemeente,
met de belofte.
Dat evenwel naar het
rechtbank niet noodzakelijk
uitlegging van een artikel
zeventig jaar oud is en g
andere omstandigheden dan
torischen weg te volgen
dat mogeiyk is, het de taak
ls de wet uit te leggen in
tydsomstandigheden en nieu
vergen en zonder de wet
doeD, die te ontwikkelen en h
kracht toe te kecneD.
Overwogen wordt, dat de
zich zóó hebben gewyzigd, d
groep van personen beitaa
eenig Kerkgenootschap beho
redactie van art. 161, 2e
voor deze groep van person
de wijze van hunne godsdii
den eed kunnen doen, geen
plichting bestaat tot bet doe
hebbende onze wet destyds
rekening gehouden.
Ook bestaat er nog een a
personen die, hoewel tot een E
behoor ende, tegen het doet
gemoedsbezwaren hebben.
Dit acht de rechtbank nie
het behooren tot een Kerkge
er Kerkgenootschappen zyn,
den eed voorschreven of regi
lidmaten in dit opzicht vryia
Een anomalie zou het zgn
i tot een Kerkgenootschap be
stellen als zy gewetensbezwa
anderen die dezelfde bezwarei
tot een Kerkgenootschap beb
eed geenszins verbiedt, daart
plichten.
Uit een godsdienstig oogp
een godslastering te beschour
die niet in een God gelooven
GESCHIEDKUNDIG VERHA
MIDDEN DER DERDE
3) door E. S. VAN LU
„Ten eerste, omdat roe:
I moet beginnen, vervolgens,
I rrator wel verdient, dat men
I bezig houdt en ten laatste,
1 man is, die het vertrouwen
I bezit."
- „En wanneer de keizer
I bij blijft leven
»'k ga. inu naar den keizj
tien minuten zal (hij verlangen!
i ve> wees er zeker van."
j „Ik houd mij aan u er|
I eersten prijs voor al onze sche
1 krijgt den tweeden ten ik den
„Voor uw Ideel zijt gij n
I Vredenmaar het ils goed, ill
1 „Het 'is geen dankje
[ik zou vergeten te zeggen, da
I Wil doen ophangen."
„Hoe weet gij dat?" L
Daarop verhaalde Tigris del
Idie hij van de beide echtgc
J geluisterd had.
„Dit verdient een dolkst<
I woordde Felex, maar zooals
"lissehjerr ni»t weet, ik heb