1
1
ir,
NAAR MAAI,
R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad
w&&wNoorA-Bolland.
No. 15.
Woensdag 23 Februari 1910.
4",r Jaargang
li
P El
Co
LEEDIHG,
OFFEN,
ilg-aren.
FEUILLETON.
DsTooveresvanAstaroht
m
A i 9)
verreweg liet
Ier
s.
per costanm.
uweelen.
van
Juwelier.
WAT WIJ VBAGEN TEE WILLE
VAN HET KIM)
V WAAKSIGGEEIJ.
•r^
A.jL
Art 4
V 'v -
:i}r.
f
©A'3
op keoao, pasvorm,
iet mogelyV, dat U
sn op al dezeviingen
vergeljjking, dan Sb
d.
HekMstraat 27
HERKEN, JÜWEE-
ILDEN, zoowel
garantie.
RS, ARMBANDEN,
ONS
BLAD.
60
ABONNEMENTSPRIJS
ct. per 8 maanden franco huis90 ot. met Zondagsblad.
Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
[Afzonderlijke nummers van de courant3 cent.
het Zondagsblad5 eent
Verschijnt Woensdag en Saterdag.
Uitgave van de Naami. Vennootschap „Ons Blad".
EUBE&ÏÏ: Ereedetraat 45, tegenover de E. E. Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIËNt
Van 15 regels80 seat.
Elke regel meer6
Reclames per regeli 15 t
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25
Een groot gevaar ligt in het lezen
van niet-katholieke bladen.
De waarheid hiervan aan te toonen
is niet moeilijk, het bewijs is dan ook
meerdere malen geleverd
Toch kunnen wij niet nalaten, naar
aanleiding van een enkel feit, dit onzen
lezers even duidelijk te maken. De ge
legenheid is ons te geschikt.
Donderdag j.l. trad in de Harmonie
op voor den Bond van Anti Militairisten
(voorz. de heer D. Klomp), de heer
G. Rijnders.
Wat deze daar vertelt heeft over het
«staan van God en de onsterflijkheid
der menschelijke ziel is te Godslasterend
dan dat wij het onzen lezers onder de
oogen durven brengen
De alhier verschijnende dagbladen
het Nieuws" en „de Alkmaarsche
Courant" hebben gemeend deze lezing
in hunne kolommen op te nemen. Het
al of niet tactisch handelen der Redac
ties willen wij niet beoordeelen.
Wel het feit, dat deze couranten in
atholieke huisgezinnen komen, daar
■ondzwerven en door kinderen
gelezen worden, door kinderen
;nog niet voldoende onderlegd om der-
jelijke eenzijdige Godsgruweiijke be
schouwingen naar waarde te beoordeelen
Ouders kent gij de woorden van Vol-
IreLaster er maar op raak, er blijft
iltijd wat van hangen
Hoort dergelijke lectuur in handen
van uwe kinderen? Zorgt u er wel
oor, dat zij van zulke couranten af-
flijven
Ouders, wij vragen ter wille
ran het kind verscheurt die cou
ranten. Het spreekwoord zegtWie
het gevaar bemint, zal er in omkomen.
Wilt gij verhoeden, dat het katholiek
geloof wordt ondermijnd, onthoudt u
[self die lectuur, tenminste ont
"toudt ze uwen kinderen!
Kinderen zijn zeer vatbaar voor in
drukken. Toezicht op wat de kinderen
in handen krijgen is hoog noodig. Niet
vij alleen zijn daarvan overtuigd, ook
andere niet-kath. organen zijn van het
zelfde gevoelen.
De „Arnhemsche Courant'' (n.b. een
liberale courant) schreef onlangs
ffl „Want er is veel, wat tegenwoordig
„de gedachtensfeer van het kind bereikt
„en toch niet voor het kind geschikt,
Rdoch integendeel verderfelijk is. De
Ctijden zijn lang voorbij, dat een nieuws-
!^,blad behoorde tot de uitsluitende lec-
Etuur van den heer des huizes en
„ternauwernood nog eens, saamgevou
„wen, gevonden werd in het sleutel
van de huisvrouw. Toen de
.GESCHIEDKUNDIG VERHAAL UIT HET
MIDDEN DER DERDE EEUW.
dooi E. S. VAN LUIK
Ik heb geschreeuwd en alleen de echo
bhaalde mijn gero-ep; ik heb gezocht en
tiets gevonden dan muren Daar achter ons
pas ik in eenen steenen doodkist gevallen
een half verteerd lijk, dat mij van schrik
angst bijna van mijn verstand beroofde.
Uiten mij zelve van vermoeidheid en angst
bind ik den man, die hier op den grond
gt en die mij voorging, om mij buiten
pze plaats te brengen. Uwe buitengewone
|ierkracht en behendigheid in het flan
eren van den degen, zeggen mij genoeg-
aam, dat gij een groot, edelmoedig hart
ebt, zooals het past aan iemand van hooge
feboorte. Ware ik gevallen in handen van
en gewoon mensch, dan zou ik, mijne
ouwelijke zwakheid vergetende, om niet
moeten sterven door de handen van een
febejer, den degen, die daar zonder eige-
jtar ligt, in mijn eigen hart gestooten heb
tenmaar onder bescherming van 'uwe hoog-
teid, heer, en tevens onder de bescherming
mijne vrouwelijke zwakheid, gevoel ik
lij gelukkig, als in het huis mijns vaders."
„Zweer mij, Idat gij niets gezien hebt."
[-- „Ik zweer het bij Jupiter!"
„sleutelmandjes wat uit de mode ge
naakten, was er geen plaats meer om
„de courant te houden buiten het bereik
„der kinderen. Toen kwam zij op tafel,
„in aller handen, en zoo wordt de dag-
bladliteratuur met haar zeer gemengden
„inhoud, haar feuilletons van dikwijls
„prikkelenden zin en haar faits divers
„van twijfelachtig-ernstig gehalte, een
„der ongezonde bronnen, waaraan de
„kinderhèrsentjes zich laven".
De „Arnhemsche besluit
Toezicht op wat kinderen te hooren,
te zien en te lezen krijgen is zoo hoog
noodig.
Het woord van een niet-kath. orgaan
geldt a fortiori voor onsOuders gaat
na welke couranten uw kinderen lezen,
ge zijt daarvoor rekenschap
bij God verschuldigd!
Nog beter: duldt bladen, die derge
lijke verslagen bevatten, niet in uwe
woningen
In „Het Handelsblad" schrijft iemand
over den grooten omvang, dien de
waarzeggerij heeft aangenomen in Am
sterdam.
Wie gaan naar waarzeggers? De
schrijver antwoordt u
Waarzeggerij.
Doch nu ik mij op de hoogte heb ge
steld van Idlit belangrijk onderwerp, ver
klaar ik met stelligheid, dat het niet een
handjevol onnoozelen zijn, die het wel ver
dienen bij den neus te worden genomen;
maar dat de Waarzeggerij in Amsterdam een
omvangrijk beroep is geworden, waaraan
honderden hun brood verdienen en ve
len méér dan dat terwijl niet enkelen,,
maar velen, ontelbaren, en dat uit alle klas
sen, rangen en standen onzer maatschappij,
hetzij dn het openbaar, hetzij langs verscholen
wegen, zich laten waarzeggen.
En d t heet men nu „de boog ver
lichte moderne tijd".
We gaan zoo zachtjes aan terug naar
den tijd van de heidenen, den tijd van
orakels, toovenaars, enz.
Geen wonder: „Zij h6bben Gods
woord niet meer noodig, wat wijsheid
zouden zij dan nog hebben
Daar wordt door d6n schrijver van
„de Brieven uit de Residentie" in de
„Standaard" het volgende vertelt
Hulsnummer 10A.
„Wie nummeren hier onze straten, als el
ders volgens de rekening van Bartjens, zoo
dat iedere straat heeft haar nummer 11
en haar nummer 13.
„Ik wil aannemen, mevrouw, dat gij
getrouw uw heiligen leed zult houden; maar
zooals gij begrijpt, moeten wij u kunnen be
straffen, zoo gij door nood gedwongen
ooit denzelven verbreekt. Uw naam, edele
matrone
De keizerin had dit niet verwacht; daar
om bleef zij eenige oogenblikken nadenken,
alvorens die vraag te beantwoorden.
„Mijn naam? hebt gij dien gevraagd,
heer?"
„Ja, mevrouw, 'uwhaam?"
„Men noemt mij.... ja, zooi is het.,,
't is te zeggen, men noemt mij Fabia."
„Gij schijnt mij dommer te werk te
gaan, om een naain uit te denken, dan om
mijne wachters te bedriegen, valsche be
driegster! Laat mij uw gezicht eens zien?"
Dit zeggende, bracht hij zijn hand aan
het masker van Laetitia, die dadelijk het
hoofd lajchterover wierp en wilde ontsnap
pen maar Ide vreemdeling pakte haar stevig
met ide linkerhand in het kantwerk, dat haar
op de borst hing, en, na met de rechterhan d
het masker te hebben afgerukt, nam hij de
lantaarn van Iden grond en lichtte haar op,
ter hoogte van het gezicht der keizerin. Bij
dit voor haar zoo beslissend oogenblik, ver
zamelde zij al hare krachten, duwde 'haar vij
and tegen ide borst, rukte zich snel los, en
zette het op (een loopen naar het inwendige
der Catacomben, terwijl haar vijand in de
eene (hand het losgescheurde kantwerk en
in de andere hand de lantaarn vasthield. Na
ongeveer tweè minuten hard gcloopen te
Nu kwam er, in een mooie, gezonde
wijk, in een heel respectabele buurt met-
geriefelijke huizen, verleden jaar een huis
leeg', dat het „gekkennummer" 11 droeg.
En verbeeldt u, waaide lezer, dat dat
huis nu niet weer verhuurd kon worden.
Kijkers genoeg, maar geen huurders!
Ter wille' van het nummer
Althans zoo verzekerde bij hoop en bij
laag' de huiseigenaar, die geloofde, dat zijn
huis dadelijk weer verhuurd zou zijn als
het maar een ander nummer kreeg, waarom
hij een verzoek in dien geest tot het Ge
meentebestuur heeft gqricht.
Den Haag's allervroedste vaderen hebben
naar aanleiding van Idat verzoek overleg ge
pleegd en wel met 'het gevolg, lach niet
dat Hezer dagen in de verlichte stad 's Gra-
venhage, in éen mooie, gezonde wijk, jn een
heel respectabele buurt, uit een rij van
allergeriefelijkste huizen nummer 11 verdwij
nen zal en vervangen zal Worden door....
10 A!
Ook al zoo'n bewijs, dat, waar het
geloof aan een God in onze dagen ver
mindert, toch nog een soort geloof
bloeit, maar een echt Heidensch geloof
„het bijgeloof".
En dat in de verlichte twintigste
eeuw't Moest niet kunnen
M0DE3N THEATERSPEL.
Gaan we niet in geloof vooruit maar
wel in ongeloof en bijgeloof ook in
zeden niet.
in de „Vrije Westfries" vinden we
het volgende;
Het uitgaande >en vermaakzoekende Pa
rijs is in groote, spanning geweest over de
opvoering van leen nieuw tooneelstuk, Chan
teder geheete;n. i
Daarin zijn de spelers en zangers ver
kleed als... dieren.
Er treden op: 21 uilen, 60 kippen, ha
nen, ganzen, duiven, zwanen; twee hon
den. Voorts padden konijnen en een mol.
Natuurlijk alles héél in 't groot.
,t Hondenhok is 2,8 M. 'hoog.
Die merelkoor 2.6 M.
En alles navenant.
Parijs is Idaar vol van. De kranten geven
kolommen vol. En de Nederlandscbe dag
blad correspondenten schrijven zich den pen
krom.
't Moei wèl mooi geweest zijn.
Vooral de „"aankleeding" van 't stuk.
En ide menschen waren precies.... dieren,
looft de critiek. Enfin, 't zal wel waar we
zen. Ik voor mij zit liever onder 'n stevigej
zielvoedende preek....
De menschen alzoo tot dieren ver
laagd. Of zal het beteekeneD, dat de
menschen van dieren moeten leeren
Dan ligt er tenminste nog wat iD.
Vele dieren/staan zedelijk misschien
nog hooger dan vele menschen. De
hebben en bedenkende, Üat zij op 'deze wijze
haar vijand toch niet kon ontkomen, wierp
zij" zich zoo 'S(,nel mogelijk in een open
graf, in den muur uitgehouwen. Gelukkig
voor haar was dit een graf voor vier per
sonen, zoodat zij zich, over de lijken voort-
kruipende, achterin kon verbergen, zonder
door den voorbijganger gézien te worden.
Op ditzelfde oogenblik ging haar de vreem
deling haastig voorbij, dragende in Ide eene
hand de lantaarn en in de andere hand bet
kantwerk, dat zij zelf had losgerukt. Na tien
minuten kwam hij langzaam terug len Laetitia
dacht bij zich zelve met blijdschap: „Goed
zoo, hij geeft het op, mij te vervolgen."
Den .vreemdeling echter zag zij in het voor
bijgaan- glimlachend wederzien op hetgeen
gegraveerd stond op een kostbaren ring,
waarboven een keizerlijke kroon prijkte. De
keizerin ziende, dat zij daardoor verraden
was, kon nauwelijks een gil onderdrukken;
zij, die door voor de eerste maal in haar
leven op een troon van nare idoodsbéen
deren gezeten was, dien zij zich zelve ge
kozen had, zag Zich verraden.
Zoodra de stappen van haren vijand bij
na onhoorbaar waren geworden, verliet zij
hare schuilplaats en zag hem ter rechterzijde
met het licht verdwijnen, waar de samenge-
zworenen bijeen waren. De arme vrouw
wrong van vertwijfeling hare handen, en
wist niet, waartoe te besluiten.
„Moet ik mij aan de voeten van de
ze mannen nederwerpen?" vroeg zij zich
zelve af. „Zal ik hun mijn ring terug vragen
mensch een redelijk schepsel hooger
dan een redeloos dier?
Zeker zoo zijn er.
BINNEN L AND!
Prinses Juliana. Zondagochtend verhaalt
„De Courant" was het druk op den Ouden
Scheveningscheweg'. Aangetrokken door bet
heerlijke voorjaarsweer waren (de wandelaars
legio. Eensklaps werd de kalme Zondags
stemming verbroken door leen jubelkreet,
die uit de Anna Paulownastraat scheen te
komen en langs tol en verder den weg
op zijn echo' vond.
Wat was het geval? Toen even half
twaalf onopgemerkt een hofrijtuig een zij
uitgang ider koninklijke stallen verliet, werd
daaraan geen aandacht geschonken. Doch
toen in de Zeestraat aan het rechter por
tierraampje het kopje van Prinses Juliana)
werd waargenomen, toen werd met mot
fen, zakdoeken, handen, hoeden, stokken
en alle andere voorwerpen H. K. H. toe-
gewijfd.
De twee groote, blauwe kijkers stonden
verrast over al hetgeen er daar buiten zoo-
al voorviel. Doch toen de Haar begelei
dende Hofdame het handje van de Prinses
in beweging bracht, steeg er een jubelkreet
op, die langs iden geheelen weg telkens
luider herhaald werd.
De storm en overstrooming in Fries
land. Het noodweer dat van Zordav cp
Maandag omstreeks half vijf over Friesland
woedde, 'heeft niet nagelaten de toestand in
Friesland nog te verergeren. Tal van hoo
rnen werden ontworteld, van vele boerde
rijen, de daken beschadigd, enz. De hevige
stormen gingen gepaard met regen en ha
gelslagen, onderbroken door bliksemslagen.
In de omgeving van Sneek ziet het er thans
treurig uit. De toestand is nu zeer critiek.
De groote dijk nabij Oppenhuizen is door
gebroken en d'e geheele omgeving daar
door onder water [gezet. Vele landbouwers
verlaten hunne boerderijen om een onder
komen te zoeken in Sn-eek. De tramlijn
Joure—Sneek onderhoudt nog 'den dienst
maar men vreest, dat de dienst gestaakt zal
moeten worden.
Christelijk Charltas. De December afle
vering van de vereeniging van den H. Vin-
centius a Paulo bevat o.m. een algemeen
overzicht van de ontvangsten en uitgaven
gedurende het jaar 1908 gedaan door hare
conferentiën, welke over de geheele be
schaafde wereld verspreid zijn.
Het totaalcijfer bedraagt in ontvangst
f 13.900.190 en in uitgaaf f 14.327.959.
Daaronder komt met het hoogste cijfer
voor Nederland, n.I. met f 2.408.346 in ont
vangst en f 2.440.008 in uitgaaf. Dan volgt
Frankrijk met resp. f 2.220.386 f 2.219.873
Ver. Staten v. N.-Amerika met f 2.072,340
f2.254.134; België met f 1.354,183
«3—
en mij voor hen vernederen, opdat zij mijn
geheim bewaren?.... Maar welke mannen
zijn het? Om mijne droefheid en wanhoop
zullen zij lachen"en wanneer zij mijn echt
genoot niet kunnen bereiken, zullen zij zich
wreken zijne gemalin, en mij dooden.
„Zou ik nog eenmaal probeeren hun te
ontsnappen om een uitweg te zoeken in
deze verschrikkelijke duisternis
Maar, al zou het mij ook gelukken, hier
uit te komen, en het paleis te: bereiken,
welk 'noodlot hangt mij dan nog iederem
dag boven het hoofd? Morgen wellicht zal
mijne schande overal in Rome worden open
baar gemaakt, en overmorgen zullen leeuwen
en tijgers mijn lichaam vaneen scheuren!
Neen, neen, ik zal Maximinus de voldoening
niet jgjeven, mij onder zijne oogen te zien
sterven, ik wil den Romeinen het schouw
spel niet geven, dat ik zoo dikwijls van de
Christenen gezien heb, 'en zelfs van harte
heb toegejuicht. De gerechtplaats zal mijn
lijden niet zien ien de bewoners van de arena
(de wilde dieren) zulten zich niet voeden
met het lijk van Laetitia. Ik zal naar die sa
menzweerders gaan, mij voor hunne voeten
werpen en hun zeggen: Ik behoor tot uwe
partij, indien 'gij naar het leven staat van
het wilde dier, dat zich Maximinus noemt.
De zwakke hand, leener wouw kan (niet met
voordeel een dolk gebruiken tegen een reus
maar Ide giftmengster van Caecata is mij ge
negen; indien gij mij het leven laat, dan
zal 'ik! u het 'hoofd van deze hydra geven".
Zoodra zij dit besluit genomen had, wik
f 1.268.694; Duitschland met f 1.155.349
f 1.103.951 en de Britsche Eilanden met resp.,
f 1.124.765 f 1.127.057. Verder wordtdoor
geen enkelen staat Jief cijfer van één millioew
bereikt.
Een keer te meer wordt hier wederom
bewezen, dat de liefdadigheid van het Neder
landsche volk niet ten onrechte in den vreent
de wordt geroemd.
Burgemeester van Amsterdam. Zater
dagmiddag* bracht Jhr. Roëll met zijne echt-
genoote een bezoek aan Amsterdam. Wan
neer hij zich te Amsterdam komt vestigen,
neemt hij iden eersten tijd zijn intrek in het
Doelen-Hotel.
Het vermiste joneetje. De Burgemeester
van Zeist heeft f 50 uitgeloofd aan hem, die
inlichtingen omtrent het ventje kan geven.
Opsporing wordt verzocht van een als heer
gekleed persoon, die daags voior de ver
dwijning van het jongetje op den Doktert
schenweg te Zeist een knaapje aanhield)
en hem een gulden beloofde, wanneer hij
met „mijnheer" naar Amerika wilde vertrek
ken.
Hij maakte het kereltje wijs, dat reeds
tien kinderen zich voor de groote reis naar
de Nieuwe Wereld bereid hadden verklaard.
Socialisten in Z.-Llmburg. Zondagmor
gen werd bij het uitgaan der Katholieke
kerk door de socialisten met lectuur gecol
porteerd. Er ontstond hierdoor een bot
sing tusschen de katholieken en de sodalis
ten.
Honderden exemplaren werden gekocht
en door eerstgenoemden verbrand. De so
cialisten. kwamen meermalen in het gedrang
en moesten door de politie ontzet worden.
De secretaris der soc.-dem. afdeeling De
Bruin werd mishandeld.
LEIDEN. De kwakzalver Eilers te Oegst-
geest, onlangs door Ide Alkmaarsche Recht
bank veroordeeld, is (spoorloos verdwenen.
Het vermoeden bestaat dat hij, om zijn
straf te ontloopen (naar Amerika is gevlucht.
"aanbestedingen enzT~
Anna Paulowna. Uitslag aanbesteding
van het boawen eener boerenplaats met boet
voor rekening van G. Jannes te Koegras.
Ingeschreven door Joh. P. N. Heuvel te
Anna Paulowna, boerenplaats f 2945, boet
f 208 C. Zeeman te Callantsoog, boeren
plaats f 2882, boet f 273Gebrs, Boekei
Langendijk, boerenplaats f 2723, boet f 208.
Gegund aan den laageten inschrijver.
Alkmaar. Dond. 24 Febr. 1.30 nam. In
het polderhuis van de Bergsrmeer: div. perc-
land en grasgewas.
Assendelft. Zaterdag 26 Febr. Dijkgraaf
eu Heemraden van den pulder de levering
van 40,000 harde vlakke Waalvorm straat
klinkers te leveren franco voor den wal te
kelde zij zich in haren mantel en liep naar
het punt, waar zij het licht had zien ver
dwijnen en de samenzweerders vereenigd
waren. Terwijl zij de plaats voorbijging,
waar 'het tweegevecht onder hare oogen had
plaats gehad en haar beschermer vermoord
was, voelde zij ©ene natte plaats Onder hare
voeten, misschien wel bloed, maar tot hare
verwondering was het lijk verdwenen.
,,'t Is wel vreemd", zeide zij, „waar
is die Christen gebleven? Doch komaan,
het kan mij ook niet schelen, opi dit oogen
blik :heb ik geen tijd, om mij niet hem bezig
te houden."
De vereeniging der politieke samenzweer
ders had plaats in een kleine zaal, die ter
linkerzijde der rots was Uitgehouwen en zich
verlengde aan den kant van den heuvel;
bijgevolg was zij dicht bij den ingang van
deze grot gelegen. De ingang van dit ver
trek was afgesloten door een eenvoudig)
zwart gordijn, waarin men eene kleine ope
ning had gemaakt, die dienen moest, om de
leden dezer vereeniging'den weg te wijzen.
Laetitia naderde onhoorbaar deze draperie
_en wierp een blik door die opening naar
binnen. Zij herkende dadelijk Balbinus, den
rechtsgeleerde, en den ouden generaal Max
imin Pupiën. Zij zag ook dien langen man,
die haar den ring had ontnomen, en was
getroffen door de edele trekken van zijn
gelaat en zijn fieren scherpen blik. Deze
was het, die het woord voerde en Laetitia
kon het einde van zijin gesprek hooren.
(Wordt vervolgd),
ll