R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. ding» No. 19. oorjaarsopruiming ftATEH, Krommenie; Woensdag 9 Maart 1910. 4"® Jaargang nke voorraad ING FEUILLETON; f De Tooveres van Astaroht I E WIT Nioz., Anna-Paulowd lerm. Plas. Alkmaar. •ferm. Plas, Alkmaar. billijk onderwijs op: audoline, Fluit, rinet enz. tten es EJeeden, Farpettesl es, Vloer- en LcoperzelJ 's, Wollen en Wasdoe'j! ocosmatten in verschillet dj Calverenslagerijl \T A 52. e, Kluifjes, Stukjes, enzf DE KAMER AT A 52. H en PINCE-NEZ, il IK ULKMUR. a f 126 per pond.| zaad a f 1.65 laad a f 275 bij: F. O. JONG] ZÜT. H Waarland eo| N Warmenhuieen. i en Zeemleer, chouten Co., >rouwerstraat. 'ACEEES, .AR. Verschijnt Woensdag en Zaterdag. RLEM, England," itraat 33. nat. id*' te Alkmaarf „de Ster" latros," illiet, imoniak, tien. IIENT 24, sr. Past eene dergelijke vereeniging nog in het kader van onzen tijd V IS VIEL ETEN GOED BINNENLAND. leefd aan voor alles ihoort. d Goud en Zilversmid. lopen, verkoopsn, rulles, en tazeeren GEEN adres dan bij den werk- flAAS. Dir. Sted Orkesll ol, 8PO0RSTRAAT kelen met 15 pCt. korting, s verkrijgbaar PRIMi| 3IALITEIT maken van geneeskundig voor- ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 60 ot. per 3 maanden franco huis; 90 et. met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers van de oonrant3 eent. Van het Zondagsblad5 cent Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad". BUEEAÏÏBreeds tra&t 45, tegenover de E. E. Kerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIËNi Van 15 regels 80 oeat. Elke regel meer Reclames per regel •*•••15, Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij voornitbet. 25 Zij die zich tegen 1 April op ONS BLAD wenscben te abonneeren, ontvangen de tot dien datnm verschijnende nummera gratis. Dit geldt ook voor bet Zondagsblad. „Op een avond in de maand April 1886 toen een werkstaking het land van Luik en Charleroi met schrik en angst vervulde, werd de anders zoo rustige stad Maastricht eensklaps in opschudding gebracht door een troep lieden, die als banier een rood vaandel droegen en als trompet het gerinkel bezigden der glasruiten, die onder een regen van steenen in stukken vlogen, lij kwamen het terrein verkennen, doch 'bemerkten spoedig, dat Maastricht nog niet rijp was voor werkstaking en oproer. En waaraan heeft het Maastrichtsche volk te danken, dat het gespaard bleef voor de woeste tooneelen, waarvan Luik het schouwspel was? Wie heeft er den gewapenden arm van den werk man tegengehouden? Volgt mij naar gindsche gothieke kerk van Sint Mathias. Honderden mannen heb ik daar zien binnentreden. De laatste tonen van een lied waren onder de gewelven weg gestorven, toen ik een priester den predikstoel zag bestijgen. In eenvoudige, duidelijke, maar diepgevoelde woorden ontwikkelde hij voor zijne hoorders, f welke plichten zij te vervullen hadden als huisvaders, als werklieden als bur- i gers. Dank aan dezen priester heeft de Maastrichtsche werkman weerstaan aan de verleidende en opruiende taal zijner mede arbeiders," aldus de Journal de ÏLimbourg. Maar in welke vereeniging had hij deze arbeiders vergaderd? Welke was de naam dier vereeniging? 't Was de Aartsbroederschap der H. Familie onder de bescherming van Jezus, Maria en Jozef, die hier het hoofd bood t aan het roode vaandel van werkstaking en oproer. En zou eene dergelijke vereeniging in onze dagen, waarin meer dan in 1886, socialisme en het anarchisme heeft vortel geschoten in de harten van de rbeiders, niet veel meer noodig zijn? Waar de H. Familie bloeit, daar aden de beginselen van het socialisme macht g leger tegen zich, zoo luidde reeds in 1886. O, als die vereeni- ;ing eens overal bloeide, wat macht van haar uitgaan tot behoud van ons katholiek geloof! Waarom is de macht, die van deze Vereeniging uitgaat, zoo groot? In de Rerum Novarum staat duidelijk, GESCHIEDKUNDIG VERHAAL UIT. HET MIDDEN DER DERDE EEUW. 117) door E. S. VAN LUIK het dat in de arbeidersvereniging het gods dienstig onderricht, eene zeer „ruime plaats'' dient in te nemen. Maar, zoo vragen wij u, neemt in uwe vakvere niging het godsdienstig onderricht eene „ruime plaats in", om van eene „zeer" ruime niet te spreken? Ge zult mij het antwoord schuldig blijven en zeg gen neen, in den regel zijn daar zooveel vakzaken enz. te bespreken, dat over godsdienst niet opzettelijk kan gespro ken worden. En met dit antwoord zal menig adviseur van vakvereeniging of volks bond het eens zijn. Begrijpt gij nu het nut van eene vereenigiDg naast uwe vakvereeniging, die opzettelijk daar gesteld is om in den godsdienst te onderwijzen? Dr. Schaepman z.g. wenschte, dat gij zoudt worden„mannen met rotsvast geloof"' welnu dat kunt gij worden in en door de H. Familie. Vakvereenigin- gen werken om het aardsche bestaan van de werklieden te verbeteren, een streven, dat rechtmatig is, mits men re kening houde met het hoe en wanneer. Maar wat beteekent verbetering van arbeiderstoestanden, als de godsdienst zin niet wordt verhoogd Wie onder het volk onzer dagen heeft gewerkt en het kent, zal het toegeven Verdubbel het loon van den werkman, wanneer gij zijn godsdienstzin en zede lijkheid niet verhoogd, dan zult gij hem niet gelukkiger, niet tevredener maken. „Gesteld," zoo waarschuwt Leo XIII in zijn encycliek over de Christelijke Democratie, „gesteld het loon der werk lieden wordt verdubbeld, de werktijd wordt verkort, de levensbehoeften wor den goedkoop welnu, als de werkman, gelijk vaak gebeurt, het oor leent aan stellingen en zich richt naar voorbeelden die aansporen tot ongodsdienstigheid en zedenbederf, dan moet zijn arbeid ook ten gronde gaan. Door menige ervariDg is duidelijk getoond, hoe de toestand der meeste werklieden, die in zedeloos heid en zonder godsdienst leven, bekrom pen en ellendig is, ofschoon hun arbeid korter is van duur en beter wordt be taald. Ontneem aan de ziel de gevoe lens door de christelijke wijsheid daarin neergelegd en gekweekt; ontneem haar de voorzichtigheid, de zedelijkheid, de spaarzaamheid, de lijdzaamheid en andere deugden: vruchteloos zult gij ondanks alle inspanning naar voorspoed streven." Daarom onderschrijven wij het woord van Mgr. Konings, den adviseur van het Centraal Bestuur van den Ned. R. K. Volksbond. „Mannen van den N. R. K. Volks bond, ik spreek hier openlijk als mijn wensch uit, dat elk lid van den Volks „Ik verlang, dat hij ©en huwelijk aan ga naar zijne eigene keuze, om heiden aan persoon te verbinden, ik zal hem tot geren staat verheffen, tot voordeel van rijk, dat zulke Herkulessen, menschen .van zulke kracht en tegelijk van een zacht |karakter, noodig heeft." „Welnu, kunt gij mij iemand aan- duiden, die den keizer en zijn huis ge negen is, die ik in sommige gevallen g«- piruiken kan en tevens waardig is, aan Ser- l~a als echtgenoote te worden voorgesteld?" Deze waag was nog niet voleindigd, of aeds bevond zich Tigris aan de voeten meesters. „Zulk eene is mij bekend, mijn edele peester. Zij aanbidt u als de eerste god- I der aarde, zij bemint u als den vader volks, zijl fiteeft haars gelijken niet in achtheid van karakter, verstand en slimheid paarin overtreft zij allen in Rome." Junius Vitellus zette groote oogen op over pen lof, dien Tirgis gaf. Felex luisterdei Ms iemand, die alles begrijpt en de gevol- van zujk een voorstel vooruit bere- „En hoe is de naam van die vol maakte jonge dochter?" „Zij is aan den dienst Uwer Majesteit gehecht als ik zelve; zij heeft een verstand als...'" „Haar naam, beest...." schreuwde de vergramde aardsche god. „Ach heer, als gij haar slechts kendet, wie..." Woedend en met gebalde vuisten, schopte .Maximinus zijn slaaf Tigris zoo geweldig, dat hij als een levenlooze klomp in het midden der zaal terecht kwam. „Haar naam, vraag ik je, beest! schurk!" Opstaan, een blik vol gloeienden haat op den keizer werpen en terzelfder tijd het gevest van zijn dolk grijpen, was het werk van eenige seconden. Terwijl Tigris, de vader van Tigrina, de hoedanigheden zijner dochter opsomde aan de voeten van den keizer, had de secre taris Felex tijd genoeg gehad, om eene kleine berekening te maken als volgt: „Tigris be hoort mij toe, vooral dan, als de keizer Rome zal hebben verlatenals ik Serga kan winnen, dan ben ik meester van de vier sterkste vuisten van het rijk. Tigrina beheerscht de gifmengster, de Caecata, ge heel en alals ik tl ie kleine tijgerin eenige diensten bewijs, dan zal voorzeker de too- veres wel volgen, en ik kom alzoo in het bezit van de twee sluwste en gevaarlijkste vrouwen der geheele wereld." Felex was juist aan het einde zijner be- bond ook lid zij van de H. Familie. Wij alleen kunnen de maatschappij niet redden. H. Familie en Volksbond zijn twee handen van een lichaamde H. Familie is de rechter-, wij zijn de lin kerhand." Door de H. Familie wordt dus het godsdienstig en zedelijk leven opgewekt. Wilt U voorbeelden? De Zondag is de dag des Heeren. Velen meenen, dat men met zijne verplichting om de H. Mis bij te wonen er af js. De ove rige tijd wordt besteed aan ontspanning buiten de kerk. Op den Zondag, den dag des Heeren, één uurtje aan God wijden, noemt men voldoende; alsof het voldoen enkel aan zijn verplichtin gen en meer ook niet, toont dat men ueel met God opheeft? De H. Familie werkt het in de hand dat men ook des middags ter kerke gaat en den Zondag meer heiligt. En dan hoe worden wij niet gesticht wanneer wij zien, dat de leden meerma len gezamenlijk tot de H. Tafel nadereD, wanneer wij zien dat patroon en werk man naast elkander aan de Tafel des Heeren nederknielen en van hetzelfde Brood eten, dat hun zielen zal spijzigen ten eeuwige leven. Neen, dan staat het bij ons meer dan ooit vast, dat voor God wij allen gelijk zijn, werkman en patroon, rijke en arme, dan zien wij, dat in de H. Kerk de ware „vrijheid, gelijkheid en broe derschap" is te vinden. Patroon en werkman zitten in do H. Familie naast elkaar, ontvangen gezamenlijk het H. Brood der Engelen, worden als broe ders beschouwd en behandeld. Daarom dienen alle katnolieken, van welken rang en stand dan ook, lid te worden van de H. Familie. Of is voor de hoogere standen in de maatschappij ook niet het Huisgezin van Nazareth een voorbeeld? Een feit is het, dat in ons vaderland de Aartsbroederschap het meest bloeit op die plaatsen, waar zij met de wer kende klasse ook de burgerij en mannen van ontwikkeling onder hare leden telt. Wat invloed voor cb goede zaak zouden wij daardoor kunnen winnen! De H Familie verdient het ten volle, want als er iets goeds is voor den werkman, als de patroon wenscht, dat de geest van revolutie verdwijnt, dan steune hij in de allereerste plaats deze nuttige vereeniging, niet door geld, maar door zijn voorbeeld, door lid te worden. Het voorbeeld is het sterkst propa gandamiddel. Katholieke jongelingen, wordt lid van de H. Familie. Zou het lidmaatschap niet een machtige steun voor uw deugd zijn te midden der gevaren, niet eene rekening gekomen, toen de zachtmoedige, ge duldige Maximinus Tigris in het midden der zaaks chop te. Dadelijk wierp de se cretaris zich tusschen den keizer en zijn handlanger en belette daardoor den keizer de dreigende beweging te zien, die Tigris met zijn dolk maakte. „Heer," sprak hij met vleiende stem „Ik smeek dringend uwe godheid, uwe ver ontwaardiging te willen bedwingen en Ti- gris te willen vergeven, omdat hij niet spoe dig genoeg den tnaam genoemd heeft van den schat, dien hij in zijn huis bezit", „Schat verstand slimheid!" brul de ide tiran, „is dat dan Ide [naam, Idien ik ge vraagd heb van haar, die mij is voorge steld?" „De jonge dochter, die wij u voorstel len, goddelijke keizer, is dezelfde, die u van meer vijanden ontslagen heeft dan de dolk van Tigris, haren vader." „Bedoelt gij de Caecata!" vroeg de keizer, terwijl hij het schuim afvaagde, dat aan zijne lippen hing. „Neen, 'heer. Het is de jonge dochter, die de Caecata tot uwe partj heeft overge haald, hetgeen te danken is aan het verlan gen, dat zij heeft van u te dienen. Met krach tigen wil en langdurige studiën is zij even geleerd geworden, als hare meesteres, in de groote kunst van gifbereiding en in de toe koimstte kunnen lezen." „Haar naam?" „Tigrina". „Goed, ik zal haar aan SergVt voor goede gelegenheid wezen tot hoogere ontwikkeling in den godsdienst, voor u zoo noodig? Wees een voorbeeld voor anderen Het idee, dat de H. Familie alleen is voor den werkman, is totaal valsch. En mocht het een vernedering voor den patroon heeten in de kerk naast een arbeider plaats te nemen, welnu, dan zeggen wij Eere aan de werklieden, die zich in de H. Familie vereenigen, eere aan de mannen, die het H. Huisgezin tot hun voorbeeld hebben gekozen. Zij roepen Jezus, Maria en Jozef in den strijd des levens voortdurend aan, zij zullen dien zelfden Jezus, Maria en Jozef terug vinden aan hun sterf bed, die zullen hun geleiden voor de rechterstoel Gods, met Jezus, Maria en Jozef zullen zij het eeuwig loon genieten in den hemel. Het H. v. A. schrijft: Een Amerikaansch professor, Chit tenden, van de Yale Universiteit, heeft met behulp van een aantal studenten trachten vast te stellen, hoeveel een mensch eten moet om te blijven bestaan. 21 Studenten boden zich voor de proef aan: zieken en gezonden, zwak ken en sterken. Langzamerhand werden de porties verminderd, maar naarmate deze af namen werd er meer werk op gedaan, d.w.z. ze werden beter gekauwd. Alle deelnemers ondervonden de goede gevolgen. De lijders aan slechte spijs vertering knapten op, de maaglijders iverden gezond; het gewicht nam niet af en de spierkracht werd grooter. Zelfs de sportmannen die onder de 21 waren ondervonden geen kwade gevol gen van de proef en allen voelden zich opgewekter. De uitslag van de proef was, dat bleek, hoe de mensch met veel minder voedsel toe kan, dan hij gewoonlijk opneemt, en dat een ander professor, toen hij beweerde, dat wie geen uur er voor over heeft om te eten, geen middagmaal waard is, volkomen gelijk had. Veel eten is „maar" een gewoonte en bovendien een verkwisting van maatschappelijk kapitaal in tweeërlei vorm, eerst door de hoeveelheid en verder door het krachtverlits. EWATZAL VEES-MIDDELEN. De „N. Rott. Ct." meldt: Uit het verslag over 1909 van de te Rheden gezetelde gezondheidscommissie blijkt, dat in de gemeente Huissen vele sterfgevallen van kinderen plaats hadden, stellen, en nu wil ik alleen zijn! Tot mor gen". Tigris was reeds den geweldigen schop, dien hij ontvangen had, vergeten, zoo dra hij de troonzaal verlaten had; evenzoo de schoone titels van beest en schurk, om dat zijn verlangen, waarvan hij altijd ge droomd had, vervuld was. „O, Felex! Felex!" zeide hij, „nu zijn wij dan eindelijk rijk. Gij behoort bij de Pretoriaansche lijfwacht en ik ook, ten dan zal mijne dochter Tigrina de echtgenoote worden v>en den grootsten zwaardvechter der geheele wereld, zonder Maximinus uit te zonderen." „Dat is uwe schuld niet, onvoorzich tige; gij hadt bijna alles bedorven", zei Felex. „Ach, vadertje! weet gij wel, dat het verschrikkelijk veel pijn doet, wanneer het den tiran behaagt, iemand een schop te ge- j ven: als ik hem onder bereik van mijn arm had gehad, dan geloof ik zeker, Idat ik te ver zou gegaan zijn." „O, Tigris, zult gij 'dan altijd zoo dwaas blijven, om het geluk van heel uw leven bloot te stellen aan een oogenblik van ver nedering. Begrijpt gij nu wel, Tigris, dat wanneer het er op aan komt, een dolksteek uit te deelen, ik veel meer kan doen dan gij?" „Dat stem ik volkomen toe, dierba re vriend, en daarom ga ik slapen." „Welke droomen zult gij van nacht hebben „Helaas! vandaag is het kalm weer welke zijn overleden zonder genees kundige behandeling. Bij een onderzoek bleek dat de ouders in deze gevallen de kinderen zelf behandeld hadden met kwakzalversmiddelen, waarbij de abdij siroop een groote rol speelde. Z K. H. Prlna Hendrik ziek. Z. K. H. de Prins ligt sedert Zaterdagavond te bed, lijdende aan Catarrhal© verschijnselen ge paard met temperatuurs-verhooging die Zon dag van 40 Gr. tot pl.m. 38 Gr. gedaald was. De ongesteldheid verloopt gunstig. Z. K. H. houdt Sliet bed. Dr. Roesingh bezocht Maandagavond om streeks 9 uur den Prins aan bed. Hij be vond den toestand toen bevredigend. Het wrak van de Willem II De „Ionian" van de AllanJinie is te Glasgow van Boston aangekomen. Zij deelt mede, dat zij 1000 mijl ten westen van de Tory- eilanden in aanraking kwam met een on beheerd uit elkaar geslagen schip, veertig voet boven de waterlinie drijvend. Het is vermoedelijk het wrak van de vermiste Willem II, Bevordering van de contante betaling. Bij de Staatscommissie voor den Midden stand maakt het een onderwerp van be spreking uit, om door het vaststellen van moratoire-interessen, de maatregelen ter be vordering van de contante betaling door de wetgeving te doen bevorderen. De vermiste jongen. Omtrent de ge schiedenis van het verdwenen knaapje, Jan van der Wiel, wordt aan de „St. Ct". mee gedeeld, dat naar alle waarschijnlijkheid de heer, die het denkelijk ontvoerd heeft, zich met zijn slachtoffer naar Amsterdam heeft begeven. Daar moet hij 'een melksalon 's avonds hebben bezocht, en dadelijk het tweetal zeer de aandacht der huisvrouw getrokken hebben. Het kwam haar voor, dat die twee heelemaal niet bij elkaar hoor den: het jongetje, boersch van voorkomen, schuw rondziende, en die zeer net ge- kleede heer, wiens prachtige chroomleeren schoenen opvielen. De moeder van Jan is naar Amsterdam1 geweest, voorzien van een portretje, waar op een groepje schoolkinderen. Onder dat groepje bevond zich ook de vermiste knaap, maar veel jonger, terwijl een ouder broertje, toen i ets jonger dan thans de verdwenen 13- jarige ook daarop voorkwam. Toen mej. Van ider Wiel 't groepje school kinderen liet zien, wtees de dame uit het melksalon direct het broertje aan. Bij 't verdere gesprek werd het der moe der hoe langer hoe duidelijker, dat haar kind daar den bewusten 1 lden Februari met dien heer des avonds moet geweest zijn, Vfcoral ook* viel haar op de manier, waarop 't kindl 't kopje aangevat had op de en gunstige wind, en wie weet of de gril len des keizers morgen geen storm geven" Zijne vertrekken in het paleis gelegen, binnengaande, liep hij maar het kleine ka mertje van zijne dochter Tigrina, om haar met het groote nieuws bekend te maken, dat hare wenschen waren vervuld en de for tuin haar wachtte. De jongedochter was er niet. „Kijk!" zei de sluipmoordenaar, „het schijnt, dat Laetitia toch naar de ver eeniging is gegaan." Vervolgens, ma de deur van het kamertje met zorg gesloten te heb ben,1 iep jhfij naar een kist, die in een aan grenzend vertrek stond en drukkende op een verborgen wit puntje, opende hij deze. Na er een oogslag in geworpen te hebben, stond hij op, liep de kamer rond, om te zien of hij werkelijk alleen was en begon voor de homderste maal de staven goud en zilver te tellen, die daar voor hem lagen* „Deze heb ik gevonden in den zak van Flavius", zeide hij op luiden toon. „Die andere, een weinig langer, was van Quadra- tus, maar die kleine d&kr behoorde aan Fe- licius en is niet veel waard...; doch, die daar onder ligt, vergoedt alles; zij is zoo veel waard als twee andere. Die rijke mijn heer had een taai leven; ik moest hem met den dolk afmaken! maar de beste van al len, de grootste is wel deze, dat is eene gedachtenis van mijne slimheid om de beurs des keizers te vinden... Wat een gelukkige gedachte mij dezen schat toe te eigenen...! {Wflfldt vervolgd).*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 1