TWEED! BLAD.
Zaterdag 14 Mei 1910.
No. 38
Ons Geïllustreerd Zondagsblad
KALENDER
voor de dagen der week.
KERKNIEUWS.
De Napret van een Pandoeravond.
ESPERANTO.
GEMENGD NIEUWS.
ONS BLAD.
Ons Geïllustreerd Zondagsblad van deze
week bevat: j
I. Platen: Wijlen koning Edward VII;
Pinksteren; begrafenis der eerw. Moeder
Bonaventura te Haarlem; de vlieger Paul
tian; een 25-jarig dienstboden-jubileumde
vollegronds-bloeinententoonstelling te Haar.
lem; een schip gestrand aan den Nieuwen
Waterweg; de groote jaarvergadering der
Roomsdhe Spoorwiegmannen te Arnhem; va
der Amadeus; pastoor Hersdheit van de
peigrimsreize terug; vossenjacht met aren
ilen bij de Circassiërsde Brongersma-bank
de Bossche voetbalbeker; 50-jarig jubileum
te Nijverdal.
II. Tekst: Edward VII fhaar kind (ver
haal); bet geheim van Roemer (vervolg);
het zakboekje (vervolg); de trots van het
museum (verhaal); voor onze jongens en
meisjes; zijn heldenmoed (verhaal).
15 Mei. Zondag. Pinksteren Evangelic De
Trooster zal u alle waarheid leeren. Joan.
XIV: 23-31.
16 Mei. Maandag. 2e Pinksterdag. Te
vieren als Zondag. EvangelieGods liefde
in het zenden van Zijn Zoon. Joannes
III: 16-21.
17 Dinsdag. 3e Pinksterdag. Dag van
Devotie. H. Paschalis Bayion, Belijder.
18 Mei Woensdag. Quatertemper. H. Venan-
tlus, Martelaar.
19 Mei. Donderdag. H. Petrus Oelestinue,
Paus en Belijder.
20 Mei. Vrijdag. Quatertemper. H. Ber nardus
van Siëna.
21 Mei. Zaterdag. Quatertemper. H. Felix
van Oantalfcië, Belijder.
15 MEI
PINZSTBBHN.
Derde Zondag der Maand.
Les uit de Handelingen der apostelen;
II, 1-11
Toen de dagen van Pinksteren vervuld
wenden, waren al d[e leerlingen te z:amep
in dezelfde plaats. En eensklaps ontstond
er uit den hemel een geluid als van, een
opkomenden hevigen wind en vervulde het
gehaele huis, waar zij gezeten waren. En er
verschenen hun verdeelde tongen als va|n
vuur, en op ieder van 'hen zette het zich
neder. En allen werden vervuld met den
Heiligen Geest en begonnen te spreken in
verschillende talen, naar Idat de Heilige Geest
hun gaf uit te spreken.
Er er waren Joden, die te Jeruzalem hun
verblijf hielden, godsdienstige mannen uit
alle volken, die onder den hemel zijn. Als nu
dit geluid ontstond, kwam ld» menigte za-
men en wend ontsteld, omdat iedereen hen
in zijne eigene taal hoorde spreken. En al
len stonden verbaasd en zeiden: ziet, zijn
niet deze allen, die spreken, Galileërs? Hoe
hooren wij dan ieder onze taal, waarin wij
geboren zijn? PariWein en M-ediërs en Ela-
mieten en inwoners van Mesopotamië, Jud-ea
en Kappadocië, Pointus en Azië, PJirygie
en Pamphylië Egypte en de gewesten van
Lib'ye bij Cyrene, en die uit Rome gekomen
zijn, Joden zoowel'als proselieten, Rretenzen
en Arabieren, wij hoorden hen spreken
in onze talen de groote werken Gods!
Evangelie volgens den H. Joannes
XIV, 23-81.
Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leer
lingen: zoo iemand Mij liefheeft, hij; zal
mijnj Woord onderhouden en mijn Vader zal
hem liefhebben, en Wij zullen tot hem ko-
men en ons verblijf bij' hem houden. Die
Mij niet liefheeft, onderhoudt mijne woorden
niet. En het woord, Idat gij gehoord hebt,
is mliet het mijne, maar des Vaders, die;
Mij gezonden heeft.
Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij
u verbleef. Doch Ide vertrooster, de Heilige
Geest, tijen de Vader, in mïjnien naam zenden
zal, Hij zal u alles leeren en u alles in
dachtig makqn, wat Ik' u gezegd heb. Vrdde
laat Ik u, mijnen vrede geef Ik' u; niet ge
lijk de wereld dien geeft, geef Ik hem aan u.
Dat uw hart niet verontrust worde noch
vreeze! Gij hebt gehoord, dat Ik u gezegd
heb: Ik ga heen, en Ik kom tot u. Indien gij
Mij liefhadt, zoudt gij u zeker verblijden^
omdat Ik tot den Vader ga; want de Va
der is groöter dan Ik. En nu heb Ik het u
gezegd, eer het geschiedt, opidat gij, als
het geschied is, gelooven moogt.
Ik zal niet veel meer m|et u spreken- Want
de vorst dezer wereld komt, en hij heeft
niets aan Mij; doch opdat de wereld er-
kenne, dat Ik den Vader liefheb en zóó
doe als de Vader Mij bevolen beeft.
den'. Van Hem getuigen al' die profeten, dat
alten, die in Hem gelooven, door zijnen
naam vergiffenis van zonden verwerven. Ter
wijl1 Petrus deze woorden nog sprak, daalde
de Heilige Geest neder over allen, die het
woord hoorden. En de geloovigen, uit de
Joden, die met Petrus gekomen waren, ston
den verbaasd, dat ook over de heidenen]
de genade des Heiligen G-e-estes werd uitge
stort. Want zij hoorden hen vreemde talen
spreken en God verheerlijken- Toen nam Pe
trus het woord: kan wiel iemand het wa
ter weren, dat deze niet zouden gedoopt
worden, die den Heiligen Geest ontvangen
hebben evenals wij? En hij gebood hen te
do-op-en in den naam des Heeren Jesus
Ghristus.
Evangelie volgens den H. Joannas
lll5 16-21.
Te dien tijde sprak Jesus tot Nikoüe-
m-us: zóó heeft God de wereld liefgehad,
dat Hij zijnen ééngeborenen Zoon gaf, op
dat al' wie in, Hem gelooft niet verloren
ga'; maar het eeuwig leven hebbe. Immers
heeft God zijnen Zoon niet in de wereld ge
zonden, opdat Hij, Ide wereld o-ordeele, maar
opdat de wieretld id oor Hem geoordeeld;
maar wié niet gelooft is reeds geoordeeld,
omdat hij niet gelooft in den naam van den
ééjngeborenen Zoon Gods. Dit |nu is het oor
deel: het licht is in de wereld gekomen, en
de menschen hebben de duisternis meer be
mind dan het licht; wtant hunne werken
waren boos. Immers al wie kwaad doet,
haat ih'et licht en komt niet tot het licht,
opdat zijne werken niet betraft worden;
maar wie de waarheid doet komt tot het
licht, opdat zijne werken openbaar worden,
dat zij in God gedaan zijn.
O. L. Vrouw van Rust
Morgen, Hoogfeest van Pinksteren, be
gint de plechtige novene ter eere van O.
L. Vrouw van Rust (ziet het bewijs van
aanneming).
Verzuime wij niet deze novene te hou
den, vooral zij, die kunnen getuigen, de
voorspraak onzer hem-elsch-e Moeder onder
.dezen sdhoomen titel te hebben ondervonden.
We gaan wiel niet in persoon tot haar
genadeoord, naar die landelijke kapel, wier
linnenmuur wiel met tweehonderd marmeren
gedenksteenein prijkt uit erkentelijkhe'd voor
bijzonder verkregen gunsten, ook niet naar
dien lusthof, Mariiapark genaamd, waar we
vol godsvrucht kunnen bidden voor de af
beeldingen der zeven smarten; ook kun
nen we heden wel niet ons hart uitstorten
voor de miraculeuse beeltenis, maar wat
we kunnen is: in den geest met onze ge-
beiden de schare der pelgrims volgen, die
dez-er dagen vooral tien genadetroon te Hep
per.ieert bij Maeseyck naderen.
Wie aldaar eens Maria's, beeltenis ajanh
sdhouwd hebben met dat liefdevol gelaat
en hun vertrouwen op de Moetie|rmaagd
voelden verlevendigen, zij zullen u zeggen
O, talmt niet uw toevlucht te nemen tot O. L.
Vrouw van Rust, wordt lid der Aartsbroe
derschap, die zoovele gunsten en voomdee
len afwerpt en zegen brengt aan hen die
met een vertrouwvo-1 minnend hart de-hulp
dier Lieve Vrouwi inroepen.
Tot inschrijving bestaat lederen dag ge
tegenheid bij
de Z-elatrioe:
wed. KeulsSdhrader.
Alkmaar, Oudegracht, no-. 101.
PINZSTER-MAAND AG.
Les uit de Handelingen der apostelen
X, 42-48.
In die dagen opende Petrus zijnen mond
en sprak: mannen broeders! Ons heeft de
Heer bevolen, den volke te prediken en te
betuigen, dat Hij degene is, die door God
K*stelÖ is tot Rejjhter yaa lesenden ga doo-
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Amsterdam (H.H.
Nicolaas en Barbara) den Weleerw. beer N.
H. M. van Reijsen tot kapelaan te Rotter
dam (H. Arttonius Abt) den Weleerw. heer
J. A. Hendrikxtot kapelaan to 'e Graven-
hage (H. Jacobus) den Weleerw. beer H. J.
Maas en tot kapelaan te Gouda (O. L. Vr.
Hemelvaart) den Weleerw. heer B. T. M. de
Jong, die kapelaan was te Osdorp (Sloten).
Het St. Jacobs Godshuls te Haarlem
gedenkt 23 Augustus het feest van ijjn 50
jarig bestaan. Jammer, dat de 82 jarige overste,
die verleden week [overleed, dit gonden jnbilé
niet meer heeft mogen beleven.
Bekendmaking. De Bisschop van 's Bosch
hooiende en siende dat er meer werk ge
maakt wordt van xijn 50-jarig Frlesterschep,
dan hij verlangt, brengt ter kennis van sijne
Diocesanen, dat hg dien merkwaardigen dag
niet andere dan In stilte wenscht te vieren,
en drukt de hoop uit, dat men sich van
elk uiterljjk bewijs van belangstelling sal
onthouden.
CVervolg
Wel eens wordt tie grap van „o-pkloppen"
nog verder te Ver gedreven. Vermoedt
de opgeklopte geen fopperij, Idan wordt hij
soms met aandrang gesmeekt todh bij buur
man te komen, w:a'a|r 't „niet goed zit in den
stal". En plichtsgevoel doet den nog half
slapende haastig zijn kleeren aanschieten,
snel naar zijn buurman gaan, Waar hij de
deuren gesloten vindt en geen licht o-p ziet
bij Wet vee. „Je zou ze de poote lcapp-t
slaan". Nu 't is ook om woedend te wonden
Ons gezelschap, dat zoo'n uiterste niet
wil bereiken, loopt Weer wat verder. Maar
spqedlig is 't iwieier stilhouden. „Met ons viere
over die vvupbreg wipbrug) Be are blaive
hier en houwie 'r jakes (stil)".
De aanvoerder en drie helpers dringen
vooruit naar de zij van het huis, Waar
een honderd „keeszetters") opgestapeld
staan. „Van ochtend stonde ze 'r nog",
en de ontdekker der zetters had toen al
het plan gevormd om ze vannadht op te
stapelen tegen, de voordeur, die naar bin
nen openslaat. Dat wordt nu handig uitge
voerd. Binnen vijf minuten zijn de klanten
weer terug ien allen verkneukelen zich bij
de gedachte aan de binnenvallende zetters
bij het openten der deur morgenochtend,
„Je zou aars raar verskiete, as 't je over
kwam" Zouë z'r gien bastl(verkeerds)
ain zien?" „Och wat, je zei 'r niet dood
van gaan."
Een paar jongens beginnen te vreezen,
dat de „maaide" 't wel weer „verreede"
zulten. „In zukk-e dingen ken je de maaide
ok gien dv-ertrouw-e".
Hein en „Wullum" die nog grootsdbe-
plannen hébben, zijn wat blij dat ze geen
zusters bij zich hébben Echt, je bent
aars niks vrij" En ze besluiten „met nog
'r 's wat uit te hale" te wachten tot de
„maide" thuis zijn. Ze gaan eerst de ande
ren tot hun thuis vergezellen en keeren dan
samen terug.
Hein „heb van evend wat e'zien, toe
wat '-edocht en 't zei beure ok!" ,,'t Is
toch gien moeite meer om te gaan maffe."
Willem, zijn gezworen kameraad, |heb ie
't strakkies 'ezeiid onlder 't koeiie-kijke"
,,'t zei béure,"
Wat heeft Heins opmerkzaamheid zoo ge
trokken
Voorzichtig betreden ze een „worft" (erf)
in biet bleekveld moeten ze wezen. Daar
had men de wtasch laten liggen en dat was
Hein's speurend' oog niet ontgaan. Daar
zou ie eten. grap mee hebbent. Elk palet
heel wat kleeren beet, en, als het niet zoo-
donker was, zou men weldra een der boo
men op het erf versierd zien met slap neer
Hangende kleeren. Maar dat is niet mooi
genoeg. De geit, achter in 't ho-k, „zelle
we 'r 's moo-i opsmukke". Met een hantd
hooi, uit de „klamp" (schelf) geplukt, hou
den zie het dier „koest", 't Kost Wel wat
moeite, maar toch gelukt het de geit een
hemd aan te krijgen. Het kunststuk is na
weinige minuten vó-lbradht. „Dat zei strakkies
'n konsemasi-e geve" „Nou of 't" „Wat
zelle we- mit idiie kruiwage doen?"
„Die Ihewwe ze waarachtig ok buite lete
staan, wat 'n stomm-ers!" „Zeg dat wel,
wie le-et nou mit de Vastenevemde dat ding
buite!" Ze nemein den wagen mee; enrol
len hem voort, tot ze een plaats vinden;
waar men hem |niet zoo gauw zal ontdekken
Het herhaalde hanengekraai Wijst ide nacht
ridders er op, idat het tijd wordt „om de
be-este wieer 'r 's op te zoelce" „Je op
gnappers goed uit en je vo-end-erspakki-eweer
an" „As je strakkies te beid 'egaan
was, kon je nou niet kaik-e van löoite (lui
beid)" „Bij 't Ihooi-ofgooie val j-emorrege-
middag maar 's effies om" „Nou besjoer,
Wullum, dat je beter worre mag". Dag,
Hein, 't zelfde van 's gelijke".
De „smoor" zoo wordt een pandoer
avond voor de Vasten, o-o-k wel genoemd
heeft hier en daar zijne sporen achtergela
tem. De dag va]n morgenbiedt aan so-m
mig-e eigenaardige verassingen. Mogen de
uitverkorenen in «en eerste opwelling wat
boos zijin, hét wrevelige gaat spoedig over
en ten slotte lacht men hartelijk er om. Van
„angeve" is geien jsiprafce.
Vertaling der 17e Oefening.
Ik heb een nieuwe muts. Hg vergat sijn
potlood. De mevrouw liet een gulden vallen.
Ik kon den brief niet leien. De moeder xelf
gaf het voorbeeld. Hg bewerkte het veld.
Zg droeg 'n gouden ring aan den vinger.
Het meisje sloot het venster. Ik xag hen.
Marie houdt veel van hare moeder, xg denkt
veel aan baar. De oude vrouw Is blind en
gaat met haar kleinxoon. Het gezicht van
het meisje is bleek; zg heeft mooie biume
oogen. De moeder sprak vrooigk met hare
vriendin. Gij hebt twee oogen om te zien
en twee ooren om te hooren. In onzen
mond hebben wg tanden en eene tong. Die
ongelukkige knaap is lam, hg kan niet goed
loopen. Da kleur van uwe haren is niet
xwart. Ik kom van den grootvader en ga
nu naar de tante. Het meisje liep vlug naar
bare moeder en kuste haar. De week heeft
zeven dagen. Mgne zuster is negen jaar oud.
De mensch heeft tien vingers en hg heeft
twee ooren. Heden hebben wij den tienden
dag van de maand. Gewoonigk xegt men
niet: Ik wenrch u goeden dag, maar men
zegt alleenGoeden dag I Zg was niet xiek,
maar xg had dikwgis hoofdpgn(en). Ik zag
hem met xgne (andermans) vrienden. Hg
heeft geen vader meer. Wg hadden 'n groot
en mooi huis. Mgn broeder ving een mooien
vogel. Ik sag nwe xuster. Ik ontving nog
geen antwoord. Zij heeft heel mooie zwarte
oogen. Zg xag u gisteren niet. De moeder
kuste haar (eigen) kind. In de kamer vond
ik mgne zusters. Hij groette zijne (eigen)
kameraden vrieDdeigk. De echtgenoote van
mgn broeder stierf, dus is hg weduwnaar.
Da moeder kuste bare (eigen) mooie kinderen.
Vertaling der 18e Oefening.
Ml vidis belan eevalon. Mi vidis belan
CBvalon bruuan. Mi vidis belajn eevalojn
brunajo. Si portas al la fingro ringon. Si
portas al la flngro oran ringon. Si portas
al la flngro orajn ringojn. Si portas al la
fingro belajn orajn rlngojo. La koloro de
Ha vixagestas ruga. La koloro de liaj
baroj estas nigra. Li ne povis skribi la
leteror, Mia kuzino bavas novan capeion.
Miaj kuzinoj bavae novajo capelojo. NI vidis
elefanton tre malsovegan. La infaco donis
la monon. Mi forgesls miajn galosoju ce vi.
La patriro forgesls sian libron. La patrino
forgesls lian libron. La patrino forgesls sian
libron. La patrino forgesis iliajn librojn. Li
amas (lan filinon. Li amas llau filinon. Si
vokis slan patrinon. Si vokis slan patrinon.
La is fan o perdis slan plnmon kaj siajn
krajonoja. La ir.fanoj perdis siajn librojn
sur la strato. La bundo amas sian mastron.
La bnndoj amas sian mastron kaj la mastro
amas siejn hundojn. Ml vidis mlan amlkon
kaj lian edzloon. La patro amas siajn Is fa
soja eed ne illan maldiligenlon. La patro
kaj lia filino promenas en la gardeno. Mia
najbaro kej lia edzino tre amas mlajD
isfanojn. Dum mia frato estis ce sia amlko,
lia edzino mortis. Via filino kaj sla filo foriris.
glas) uit.
festo, feest,
posto, brievenpost,
ksrto, kaart,
postkarto, briefkaart,
stalo, stal.
vojo, weg (telfst. nw.)
vitro, glas (naam der
stof)
kabelo, tegel,
vltro
vitrokahelo)
glaso, glas, drinkglas,
lernejo, school,
musiko, muziek,
stofo, stof, weefsel,
eeti prava, gelijk heb
ben.
esti malprava, ongeigk
hebben.
Dezer dagen zal de 2e aflevering van
den „Scbrlftelljken Cursus In het Es
peranto" verschijnen. Proefexemplaren
van de le aflevering zijn op aanvrage
gratis verkrijgbaar.
snrda, doof.
laca, moe, vermoeid,
solen a, plechtig,
voki, roepen,
eercl, xoeken.
montri, toonen, ver-
toonen, wijzen,
viziti, bezoeken,
rompi, breken,
dubi, twgfelen.
beni, zegenen,
bablli, babbelen,
preter, voorbg
se, indien, als.
sen, zonder,
sendube, ongetwijfeld
door (middel van)
*>er met (behulp van)
De ko me et van H ally 'wordt met het
b-loote oog in Zuid—Rusland gezien.
Alle geruststellende verzekeringen ten spijt
is een vrouw Je Hodhjwoldorf bij Triier
krankzinnig geworden van angst, dat de
aarde binnenkort zou vergaan door de ko
meet van Hally. Met Ihiaar kind van 4 maan
den op tien arm Sprong zij in tien Moezel. De
vrouw werd gered., maar tiet kind verdronk.
E e n e h o o- g -e o u d e r d o- m. In het Goro
fin van County Clara in Ierland is een dag-
lo-o-ner gestorven, die 119 jaar oud was. Dit
op zichzelf al merkwaardige feit, is nog
te opmerkelijker, wijl de grootvader van
den overledene nog ouder was géwordén
en die 120 had gehaald.
Cultuur op de straat. In Charlotten
burg heeft men een practisdh middel ge
vonden om den wandelaars al wandelende
wat ontwikkeling en beschaving bij te bren
gen. Onder de straatnamen aan de hoeken
der straten worden kleine schilden of bor
den aangebracht, waarop een verklaring
wordt gegeven van den straatnaam. Op deze
bordjes vindt men dan een beknopte bio
graphic van tien dichter componist, staatsman
of schilder, naar Wiien tie straat genoemd is.
Al wandelende kan men alzoo de cultuurge
sdhiedenis van zijn vaderland leeren.
Als iets zeldzaams op belasting
ge-bied wordt medegedeeld, dat het bestuur
van het Hoogheemraadschap Zeeburg en
Diemerdijk besloten heeft overliet jaar 1910
en 1911 geen ze-edijkslasten te (heffen.
U i t h e t gei 11 u s tr. s 1 a g e r v a k bi ad
De otidergeteekende H. de Vries, Wijbrand
de Geeststraat, voorheen Nieuweburen 099,
houdt zich beleefd aanbevolen voor hetko-o
pen of ze;nden op bestellingen volgens markt
prijs van alle soorten in kleine en groote par
tijen varkens en koeien, meer dan dertig ja
ren in den handel.
Eet smakelijk! Kunnen de keurmeesters niet
eens toekijken dat varkens en koeien die
meer dan tiertig jaren Sn Ben handel zijn, niet
meer verkocht worden.
't Kan te pas komen. Een Duitsdhe
krant geeft het volgende middel aan de
hand tegen vergiftigingen, dat wij gaarne
plaatsen onder deze rubriek, met den go-e
den raad om het recept uit te knippen. Ho
penlijk behoeft het nooit gebruikt te wor
den.
Hier volgt Het:
Een tegenmiddel tegen het -een of andere
vergif kan op eenvoudige manier bereid
worden. Een halven eetlepel keukenzout en
een Ihalven theeleper mosterd mengt men
door elkander en roert het mengsel in een
glas of een kop, gevuld met "warm Water. De
ze vloeistof geeft men den patient te drin
ken, waarop terstond hevige brakingen vol
gein. Hierna laat men sterke, zwarte koffie
drinken en dan kan rustig tie komst worden
afgewacht van den dokter, die natuurlijk
intussdhen al is gewaarschuwd.
In id en D -trein. Zeg, Mieinbreng
me gauw maar het station, zei dezer dagen
-een Arnhemsche dame tot haar dienstbode.
De medi was tiinéct bereid, zette haar
wit mutsje met lange- linten op, deed de
witte schort in plaats van de bonte voor,
en ging zoo- in haar katoenen kleed met
mevrouw naar het Station te Arnheml
De meid droeg Be bagage, hielp mevrouw
instappen, reikte de pakken aan en Was zoo
gedienstig zelf ook in te stijgen en al de
pakken in het pet te deponeeren.
Onder al dat bedrijf kwam er beweging
in den trein.
Mïein verschrok'.
Gossie, mevrouw, de trein gaaat
Mien maak voort, spoedig er uit.
En Mien wilde gaan icn pats, daar vloog de
coupédeur dicht, de stoom vloog door de
machine en daar schoof (ie D-trein, het Arn
hemsche station uit met Mien er in, die- op
zijn „keukenmeidsdh" gekleed was.
op Mi-ens protest Ihteld de trein niet stil,
En deze ratelde naar Utrecht door, waar
de gedwongen reizigster eerst kon uitstap
pen.
Mien nam in Utrecht een -enkele reis en
verz-eilde weer in Arnhem, nadat ze tegen
wil en dank een reisje met den D-trein had
gemaakt.
Bot ge vangen. De heer Van Vorst
gaat, naar men w-eet, naar 't buitenland^
Doch zoolang Ihij -er is, wil hij zich laten zi-en.
Dus was hij onlangs in Venlo- om brochu
res te verkoopen. Dat id-eed hij zoo; hij gaf
brochures af aan de huiz-en met de bood
schap, dat hij straks antwoord zou komen
halen.
De katholieken propagandisten volgden
echter den heer Van Vorst op de;n voet en
deelden brochures uit: „De Kerk en de
boterham" door Pater Go-e-kstinus, een boek
je uit den go-etiem Capucijnen-tijd van den
h-e-er Van Vorst.
Toen déze terugkwam om zijn -brochures,
ontving hij overal zijn vroeger vlugschrift:
de kerk en de boterham.
En Idle rooide brochures?
Verbrand.
Woningbouw. Uit een rede gehou
den bij d-e openstelling van een terrein der
Woning vereen iging „Berkenrode,, te Heem
stede: i v 1 1.1' I
„Wanneer je steeds zit met de ramen dicht,
Dan krijg je een mager en bleek g-ezidht;
Maar heb je graag wangen als melk en blo-ed
Wjl ik je -eens zeggen, wat je dan doet?...
Doe o-p-en het raam, -e:n onthoud het goed:
't Is het Zonnetje waarvan je 't hebben
(moet".
of voor 't jonge- volkje:
„Slaap met open ramen,
Want d-e frissdhe lucht
Jaagt -dan allerhande
Kwalen op de vlucht;
In je- frissdh-e bedje, tekk-er toegedekt
Zal je heerlijk droom-en tot tie zon je wekt".
„Als men kleed-en klopt op straat
Of als moeder stoffen gaat,
Blijf, zoolang -dat werkje duurt,
Dan gerust maar uit de buurt.
Want het stof van kle-ed of grond.
Kruipt dan in je neus o-f mond,
En hief maakt voor tijdverdrijf
Dan een wandeling Idoor je lijf,
Stof bradht menige-en van streek,
Maakt kindren ziek lep bleek
Hoor -dus ,naar mijn wijzen raad,
Vlucht, als moeder stoffen gaat".
St u-d e n t-e-ngeheel onthoud ers
De ti-f-deeling Utrecht van id-en Volksbond
tegen -drankmisbruik voert in tiqn jongsten
tijd -een bijzondere pro-paganda onder de
studenten van de Utredhtsche universiteit.
Reeds meer dan 100 hunner zijn als lid
tot de afdeeling toegetreden.
M o ede r m i shall d-e 1 ing. Te Kerk-
Driel he-eft -een 20-jarige jongeman in een
twist over geldzak-en, met zijn moeder, die
hem uit 's-H-ertogenbosch was ko-m-en be
zo-eken, zich zóó opgewonden, dat hij in drift
een m-es greep -en haar een diepe wonde in
het dijbeen toebracht. Haar toestand was
zóó ernstig, dat zij op advies van demi
dokter niet naar haar woonplaata mocht
word-en vervo-erd, zoo-dat zij per brancard-
naar !h-et gasthuis te Kerk-Dri-el werd overge
bracht. D-e dader W-erd onmiddellijk i-n he-cli
tenis genom-en, maar na verhoor, weer op
vrije vo-ete-n gesteld.
Slachtoffers van hu:n plicht.Een-
ernstig ongeval ha-d Maandagnacht circa 11
uur in het krankzinnigengesticht „St. Ser
vatjus" te V-einray plaats.
Op leien der slaapzalen |der z.g.-n. onrustige
af-de-e-ling bemerkte de nadhto-ppasser -eens
klaps le-enig gerucht. Bij nader onderzoek
bleek hem, dat dri-e der elf slapende ver
pleegd-en van hun bed wa-rqn opgestaan en
dat tw-e-e dezer de ruiten van een raam der
slaapzaal trachtten stuk te slaan. Toen d-e- op;
passer deze twee naar hun bed wilde te
rugvoeren, werd hij van achteren aange|
vallen -do-or leen derde, dje zidh achter d-e
ingangsdeur der slaapzaal had schuil -ge
houden met het do-e-1 zich meester te ma
ken van ide kleeüingstukken, welke geidu
rende den ;nadht buiten de slaapzaal in den
corridor worden bewaard. De oppasser be
merk-ende, dat hij door alle dri-e bespron
gen wler-d, wist zich los te rukken en snelde
al hulp ro-ep-emde naar de aangrenzende v-er
trekken van het paviljo-en, om andere broe
dlejrtet e Iwie-kk-en.
Onderwijl was de broeder-hoofdverp leger
-door het rumoer gewekt, de slaapzaal bin
ne-ngesn-eld, waar hij, nu alleen staande te
geno-v-er het drietal, óók door hen werd
aangevallen -en zóódanig mishandeld, -dat
hij -door de inmiddels ge-waarschuwde- en
ijlings toesnellende broeders bewusteloos en
badende in zijn bloed werd gevonden. De
treurige slcèn-e sche-en |i,n enkele w-eini-gö
oogenblikk-en te zijn afgespeeld, want de
binnenkomenden zagen nog juist den laat
ste der drie do-ör het verbrijzelde raam de
vlucht inem-e-n in Id-en tiomk-eren nacht. Den on
gelukkigen broeder waren i-n dit minimum
tijd met een waterpot zulke vrees-elijke hoofd'
wonden toegebracht, dat onmiddellijk de ge
neeskun-digen der inridhting w-erden opge
beid.
Na onderzoek bleek zijn toestand zóó ern
stig -dat hem onverwijld de laatste H.H.
Sacramenten weiden toegediend. Ondietrtus