TWEED! BLAD. Zaterdag 14 Mei 1910. No. 38 Ons Geïllustreerd Zondagsblad KALENDER voor de dagen der week. KERKNIEUWS. De Napret van een Pandoeravond. ESPERANTO. GEMENGD NIEUWS. ONS BLAD. Ons Geïllustreerd Zondagsblad van deze week bevat: j I. Platen: Wijlen koning Edward VII; Pinksteren; begrafenis der eerw. Moeder Bonaventura te Haarlem; de vlieger Paul tian; een 25-jarig dienstboden-jubileumde vollegronds-bloeinententoonstelling te Haar. lem; een schip gestrand aan den Nieuwen Waterweg; de groote jaarvergadering der Roomsdhe Spoorwiegmannen te Arnhem; va der Amadeus; pastoor Hersdheit van de peigrimsreize terug; vossenjacht met aren ilen bij de Circassiërsde Brongersma-bank de Bossche voetbalbeker; 50-jarig jubileum te Nijverdal. II. Tekst: Edward VII fhaar kind (ver haal); bet geheim van Roemer (vervolg); het zakboekje (vervolg); de trots van het museum (verhaal); voor onze jongens en meisjes; zijn heldenmoed (verhaal). 15 Mei. Zondag. Pinksteren Evangelic De Trooster zal u alle waarheid leeren. Joan. XIV: 23-31. 16 Mei. Maandag. 2e Pinksterdag. Te vieren als Zondag. EvangelieGods liefde in het zenden van Zijn Zoon. Joannes III: 16-21. 17 Dinsdag. 3e Pinksterdag. Dag van Devotie. H. Paschalis Bayion, Belijder. 18 Mei Woensdag. Quatertemper. H. Venan- tlus, Martelaar. 19 Mei. Donderdag. H. Petrus Oelestinue, Paus en Belijder. 20 Mei. Vrijdag. Quatertemper. H. Ber nardus van Siëna. 21 Mei. Zaterdag. Quatertemper. H. Felix van Oantalfcië, Belijder. 15 MEI PINZSTBBHN. Derde Zondag der Maand. Les uit de Handelingen der apostelen; II, 1-11 Toen de dagen van Pinksteren vervuld wenden, waren al d[e leerlingen te z:amep in dezelfde plaats. En eensklaps ontstond er uit den hemel een geluid als van, een opkomenden hevigen wind en vervulde het gehaele huis, waar zij gezeten waren. En er verschenen hun verdeelde tongen als va|n vuur, en op ieder van 'hen zette het zich neder. En allen werden vervuld met den Heiligen Geest en begonnen te spreken in verschillende talen, naar Idat de Heilige Geest hun gaf uit te spreken. Er er waren Joden, die te Jeruzalem hun verblijf hielden, godsdienstige mannen uit alle volken, die onder den hemel zijn. Als nu dit geluid ontstond, kwam ld» menigte za- men en wend ontsteld, omdat iedereen hen in zijne eigene taal hoorde spreken. En al len stonden verbaasd en zeiden: ziet, zijn niet deze allen, die spreken, Galileërs? Hoe hooren wij dan ieder onze taal, waarin wij geboren zijn? PariWein en M-ediërs en Ela- mieten en inwoners van Mesopotamië, Jud-ea en Kappadocië, Pointus en Azië, PJirygie en Pamphylië Egypte en de gewesten van Lib'ye bij Cyrene, en die uit Rome gekomen zijn, Joden zoowel'als proselieten, Rretenzen en Arabieren, wij hoorden hen spreken in onze talen de groote werken Gods! Evangelie volgens den H. Joannes XIV, 23-81. Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leer lingen: zoo iemand Mij liefheeft, hij; zal mijnj Woord onderhouden en mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem ko- men en ons verblijf bij' hem houden. Die Mij niet liefheeft, onderhoudt mijne woorden niet. En het woord, Idat gij gehoord hebt, is mliet het mijne, maar des Vaders, die; Mij gezonden heeft. Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij u verbleef. Doch Ide vertrooster, de Heilige Geest, tijen de Vader, in mïjnien naam zenden zal, Hij zal u alles leeren en u alles in dachtig makqn, wat Ik' u gezegd heb. Vrdde laat Ik u, mijnen vrede geef Ik' u; niet ge lijk de wereld dien geeft, geef Ik hem aan u. Dat uw hart niet verontrust worde noch vreeze! Gij hebt gehoord, dat Ik u gezegd heb: Ik ga heen, en Ik kom tot u. Indien gij Mij liefhadt, zoudt gij u zeker verblijden^ omdat Ik tot den Vader ga; want de Va der is groöter dan Ik. En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opidat gij, als het geschied is, gelooven moogt. Ik zal niet veel meer m|et u spreken- Want de vorst dezer wereld komt, en hij heeft niets aan Mij; doch opdat de wereld er- kenne, dat Ik den Vader liefheb en zóó doe als de Vader Mij bevolen beeft. den'. Van Hem getuigen al' die profeten, dat alten, die in Hem gelooven, door zijnen naam vergiffenis van zonden verwerven. Ter wijl1 Petrus deze woorden nog sprak, daalde de Heilige Geest neder over allen, die het woord hoorden. En de geloovigen, uit de Joden, die met Petrus gekomen waren, ston den verbaasd, dat ook over de heidenen] de genade des Heiligen G-e-estes werd uitge stort. Want zij hoorden hen vreemde talen spreken en God verheerlijken- Toen nam Pe trus het woord: kan wiel iemand het wa ter weren, dat deze niet zouden gedoopt worden, die den Heiligen Geest ontvangen hebben evenals wij? En hij gebood hen te do-op-en in den naam des Heeren Jesus Ghristus. Evangelie volgens den H. Joannas lll5 16-21. Te dien tijde sprak Jesus tot Nikoüe- m-us: zóó heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijnen ééngeborenen Zoon gaf, op dat al' wie in, Hem gelooft niet verloren ga'; maar het eeuwig leven hebbe. Immers heeft God zijnen Zoon niet in de wereld ge zonden, opdat Hij, Ide wereld o-ordeele, maar opdat de wieretld id oor Hem geoordeeld; maar wié niet gelooft is reeds geoordeeld, omdat hij niet gelooft in den naam van den ééjngeborenen Zoon Gods. Dit |nu is het oor deel: het licht is in de wereld gekomen, en de menschen hebben de duisternis meer be mind dan het licht; wtant hunne werken waren boos. Immers al wie kwaad doet, haat ih'et licht en komt niet tot het licht, opdat zijne werken niet betraft worden; maar wie de waarheid doet komt tot het licht, opdat zijne werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn. O. L. Vrouw van Rust Morgen, Hoogfeest van Pinksteren, be gint de plechtige novene ter eere van O. L. Vrouw van Rust (ziet het bewijs van aanneming). Verzuime wij niet deze novene te hou den, vooral zij, die kunnen getuigen, de voorspraak onzer hem-elsch-e Moeder onder .dezen sdhoomen titel te hebben ondervonden. We gaan wiel niet in persoon tot haar genadeoord, naar die landelijke kapel, wier linnenmuur wiel met tweehonderd marmeren gedenksteenein prijkt uit erkentelijkhe'd voor bijzonder verkregen gunsten, ook niet naar dien lusthof, Mariiapark genaamd, waar we vol godsvrucht kunnen bidden voor de af beeldingen der zeven smarten; ook kun nen we heden wel niet ons hart uitstorten voor de miraculeuse beeltenis, maar wat we kunnen is: in den geest met onze ge- beiden de schare der pelgrims volgen, die dez-er dagen vooral tien genadetroon te Hep per.ieert bij Maeseyck naderen. Wie aldaar eens Maria's, beeltenis ajanh sdhouwd hebben met dat liefdevol gelaat en hun vertrouwen op de Moetie|rmaagd voelden verlevendigen, zij zullen u zeggen O, talmt niet uw toevlucht te nemen tot O. L. Vrouw van Rust, wordt lid der Aartsbroe derschap, die zoovele gunsten en voomdee len afwerpt en zegen brengt aan hen die met een vertrouwvo-1 minnend hart de-hulp dier Lieve Vrouwi inroepen. Tot inschrijving bestaat lederen dag ge tegenheid bij de Z-elatrioe: wed. KeulsSdhrader. Alkmaar, Oudegracht, no-. 101. PINZSTER-MAAND AG. Les uit de Handelingen der apostelen X, 42-48. In die dagen opende Petrus zijnen mond en sprak: mannen broeders! Ons heeft de Heer bevolen, den volke te prediken en te betuigen, dat Hij degene is, die door God K*stelÖ is tot Rejjhter yaa lesenden ga doo- Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Amsterdam (H.H. Nicolaas en Barbara) den Weleerw. beer N. H. M. van Reijsen tot kapelaan te Rotter dam (H. Arttonius Abt) den Weleerw. heer J. A. Hendrikxtot kapelaan to 'e Graven- hage (H. Jacobus) den Weleerw. beer H. J. Maas en tot kapelaan te Gouda (O. L. Vr. Hemelvaart) den Weleerw. heer B. T. M. de Jong, die kapelaan was te Osdorp (Sloten). Het St. Jacobs Godshuls te Haarlem gedenkt 23 Augustus het feest van ijjn 50 jarig bestaan. Jammer, dat de 82 jarige overste, die verleden week [overleed, dit gonden jnbilé niet meer heeft mogen beleven. Bekendmaking. De Bisschop van 's Bosch hooiende en siende dat er meer werk ge maakt wordt van xijn 50-jarig Frlesterschep, dan hij verlangt, brengt ter kennis van sijne Diocesanen, dat hg dien merkwaardigen dag niet andere dan In stilte wenscht te vieren, en drukt de hoop uit, dat men sich van elk uiterljjk bewijs van belangstelling sal onthouden. CVervolg Wel eens wordt tie grap van „o-pkloppen" nog verder te Ver gedreven. Vermoedt de opgeklopte geen fopperij, Idan wordt hij soms met aandrang gesmeekt todh bij buur man te komen, w:a'a|r 't „niet goed zit in den stal". En plichtsgevoel doet den nog half slapende haastig zijn kleeren aanschieten, snel naar zijn buurman gaan, Waar hij de deuren gesloten vindt en geen licht o-p ziet bij Wet vee. „Je zou ze de poote lcapp-t slaan". Nu 't is ook om woedend te wonden Ons gezelschap, dat zoo'n uiterste niet wil bereiken, loopt Weer wat verder. Maar spqedlig is 't iwieier stilhouden. „Met ons viere over die vvupbreg wipbrug) Be are blaive hier en houwie 'r jakes (stil)". De aanvoerder en drie helpers dringen vooruit naar de zij van het huis, Waar een honderd „keeszetters") opgestapeld staan. „Van ochtend stonde ze 'r nog", en de ontdekker der zetters had toen al het plan gevormd om ze vannadht op te stapelen tegen, de voordeur, die naar bin nen openslaat. Dat wordt nu handig uitge voerd. Binnen vijf minuten zijn de klanten weer terug ien allen verkneukelen zich bij de gedachte aan de binnenvallende zetters bij het openten der deur morgenochtend, „Je zou aars raar verskiete, as 't je over kwam" Zouë z'r gien bastl(verkeerds) ain zien?" „Och wat, je zei 'r niet dood van gaan." Een paar jongens beginnen te vreezen, dat de „maaide" 't wel weer „verreede" zulten. „In zukk-e dingen ken je de maaide ok gien dv-ertrouw-e". Hein en „Wullum" die nog grootsdbe- plannen hébben, zijn wat blij dat ze geen zusters bij zich hébben Echt, je bent aars niks vrij" En ze besluiten „met nog 'r 's wat uit te hale" te wachten tot de „maide" thuis zijn. Ze gaan eerst de ande ren tot hun thuis vergezellen en keeren dan samen terug. Hein „heb van evend wat e'zien, toe wat '-edocht en 't zei beure ok!" ,,'t Is toch gien moeite meer om te gaan maffe." Willem, zijn gezworen kameraad, |heb ie 't strakkies 'ezeiid onlder 't koeiie-kijke" ,,'t zei béure," Wat heeft Heins opmerkzaamheid zoo ge trokken Voorzichtig betreden ze een „worft" (erf) in biet bleekveld moeten ze wezen. Daar had men de wtasch laten liggen en dat was Hein's speurend' oog niet ontgaan. Daar zou ie eten. grap mee hebbent. Elk palet heel wat kleeren beet, en, als het niet zoo- donker was, zou men weldra een der boo men op het erf versierd zien met slap neer Hangende kleeren. Maar dat is niet mooi genoeg. De geit, achter in 't ho-k, „zelle we 'r 's moo-i opsmukke". Met een hantd hooi, uit de „klamp" (schelf) geplukt, hou den zie het dier „koest", 't Kost Wel wat moeite, maar toch gelukt het de geit een hemd aan te krijgen. Het kunststuk is na weinige minuten vó-lbradht. „Dat zei strakkies 'n konsemasi-e geve" „Nou of 't" „Wat zelle we- mit idiie kruiwage doen?" „Die Ihewwe ze waarachtig ok buite lete staan, wat 'n stomm-ers!" „Zeg dat wel, wie le-et nou mit de Vastenevemde dat ding buite!" Ze nemein den wagen mee; enrol len hem voort, tot ze een plaats vinden; waar men hem |niet zoo gauw zal ontdekken Het herhaalde hanengekraai Wijst ide nacht ridders er op, idat het tijd wordt „om de be-este wieer 'r 's op te zoelce" „Je op gnappers goed uit en je vo-end-erspakki-eweer an" „As je strakkies te beid 'egaan was, kon je nou niet kaik-e van löoite (lui beid)" „Bij 't Ihooi-ofgooie val j-emorrege- middag maar 's effies om" „Nou besjoer, Wullum, dat je beter worre mag". Dag, Hein, 't zelfde van 's gelijke". De „smoor" zoo wordt een pandoer avond voor de Vasten, o-o-k wel genoemd heeft hier en daar zijne sporen achtergela tem. De dag va]n morgenbiedt aan so-m mig-e eigenaardige verassingen. Mogen de uitverkorenen in «en eerste opwelling wat boos zijin, hét wrevelige gaat spoedig over en ten slotte lacht men hartelijk er om. Van „angeve" is geien jsiprafce. Vertaling der 17e Oefening. Ik heb een nieuwe muts. Hg vergat sijn potlood. De mevrouw liet een gulden vallen. Ik kon den brief niet leien. De moeder xelf gaf het voorbeeld. Hg bewerkte het veld. Zg droeg 'n gouden ring aan den vinger. Het meisje sloot het venster. Ik xag hen. Marie houdt veel van hare moeder, xg denkt veel aan baar. De oude vrouw Is blind en gaat met haar kleinxoon. Het gezicht van het meisje is bleek; zg heeft mooie biume oogen. De moeder sprak vrooigk met hare vriendin. Gij hebt twee oogen om te zien en twee ooren om te hooren. In onzen mond hebben wg tanden en eene tong. Die ongelukkige knaap is lam, hg kan niet goed loopen. Da kleur van uwe haren is niet xwart. Ik kom van den grootvader en ga nu naar de tante. Het meisje liep vlug naar bare moeder en kuste haar. De week heeft zeven dagen. Mgne zuster is negen jaar oud. De mensch heeft tien vingers en hg heeft twee ooren. Heden hebben wij den tienden dag van de maand. Gewoonigk xegt men niet: Ik wenrch u goeden dag, maar men zegt alleenGoeden dag I Zg was niet xiek, maar xg had dikwgis hoofdpgn(en). Ik zag hem met xgne (andermans) vrienden. Hg heeft geen vader meer. Wg hadden 'n groot en mooi huis. Mgn broeder ving een mooien vogel. Ik sag nwe xuster. Ik ontving nog geen antwoord. Zij heeft heel mooie zwarte oogen. Zg xag u gisteren niet. De moeder kuste haar (eigen) kind. In de kamer vond ik mgne zusters. Hij groette zijne (eigen) kameraden vrieDdeigk. De echtgenoote van mgn broeder stierf, dus is hg weduwnaar. Da moeder kuste bare (eigen) mooie kinderen. Vertaling der 18e Oefening. Ml vidis belan eevalon. Mi vidis belan CBvalon bruuan. Mi vidis belajn eevalojn brunajo. Si portas al la fingro ringon. Si portas al la flngro oran ringon. Si portas al la flngro orajn ringojn. Si portas al la fingro belajn orajn rlngojo. La koloro de Ha vixagestas ruga. La koloro de liaj baroj estas nigra. Li ne povis skribi la leteror, Mia kuzino bavas novan capeion. Miaj kuzinoj bavae novajo capelojo. NI vidis elefanton tre malsovegan. La infaco donis la monon. Mi forgesls miajn galosoju ce vi. La patriro forgesls sian libron. La patrino forgesls lian libron. La patrino forgesls sian libron. La patrino forgesis iliajn librojn. Li amas (lan filinon. Li amas llau filinon. Si vokis slan patrinon. Si vokis slan patrinon. La is fan o perdis slan plnmon kaj siajn krajonoja. La ir.fanoj perdis siajn librojn sur la strato. La bundo amas sian mastron. La bnndoj amas sian mastron kaj la mastro amas siejn hundojn. Ml vidis mlan amlkon kaj lian edzloon. La patro amas siajn Is fa soja eed ne illan maldiligenlon. La patro kaj lia filino promenas en la gardeno. Mia najbaro kej lia edzino tre amas mlajD isfanojn. Dum mia frato estis ce sia amlko, lia edzino mortis. Via filino kaj sla filo foriris. glas) uit. festo, feest, posto, brievenpost, ksrto, kaart, postkarto, briefkaart, stalo, stal. vojo, weg (telfst. nw.) vitro, glas (naam der stof) kabelo, tegel, vltro vitrokahelo) glaso, glas, drinkglas, lernejo, school, musiko, muziek, stofo, stof, weefsel, eeti prava, gelijk heb ben. esti malprava, ongeigk hebben. Dezer dagen zal de 2e aflevering van den „Scbrlftelljken Cursus In het Es peranto" verschijnen. Proefexemplaren van de le aflevering zijn op aanvrage gratis verkrijgbaar. snrda, doof. laca, moe, vermoeid, solen a, plechtig, voki, roepen, eercl, xoeken. montri, toonen, ver- toonen, wijzen, viziti, bezoeken, rompi, breken, dubi, twgfelen. beni, zegenen, bablli, babbelen, preter, voorbg se, indien, als. sen, zonder, sendube, ongetwijfeld door (middel van) *>er met (behulp van) De ko me et van H ally 'wordt met het b-loote oog in Zuid—Rusland gezien. Alle geruststellende verzekeringen ten spijt is een vrouw Je Hodhjwoldorf bij Triier krankzinnig geworden van angst, dat de aarde binnenkort zou vergaan door de ko meet van Hally. Met Ihiaar kind van 4 maan den op tien arm Sprong zij in tien Moezel. De vrouw werd gered., maar tiet kind verdronk. E e n e h o o- g -e o u d e r d o- m. In het Goro fin van County Clara in Ierland is een dag- lo-o-ner gestorven, die 119 jaar oud was. Dit op zichzelf al merkwaardige feit, is nog te opmerkelijker, wijl de grootvader van den overledene nog ouder was géwordén en die 120 had gehaald. Cultuur op de straat. In Charlotten burg heeft men een practisdh middel ge vonden om den wandelaars al wandelende wat ontwikkeling en beschaving bij te bren gen. Onder de straatnamen aan de hoeken der straten worden kleine schilden of bor den aangebracht, waarop een verklaring wordt gegeven van den straatnaam. Op deze bordjes vindt men dan een beknopte bio graphic van tien dichter componist, staatsman of schilder, naar Wiien tie straat genoemd is. Al wandelende kan men alzoo de cultuurge sdhiedenis van zijn vaderland leeren. Als iets zeldzaams op belasting ge-bied wordt medegedeeld, dat het bestuur van het Hoogheemraadschap Zeeburg en Diemerdijk besloten heeft overliet jaar 1910 en 1911 geen ze-edijkslasten te (heffen. U i t h e t gei 11 u s tr. s 1 a g e r v a k bi ad De otidergeteekende H. de Vries, Wijbrand de Geeststraat, voorheen Nieuweburen 099, houdt zich beleefd aanbevolen voor hetko-o pen of ze;nden op bestellingen volgens markt prijs van alle soorten in kleine en groote par tijen varkens en koeien, meer dan dertig ja ren in den handel. Eet smakelijk! Kunnen de keurmeesters niet eens toekijken dat varkens en koeien die meer dan tiertig jaren Sn Ben handel zijn, niet meer verkocht worden. 't Kan te pas komen. Een Duitsdhe krant geeft het volgende middel aan de hand tegen vergiftigingen, dat wij gaarne plaatsen onder deze rubriek, met den go-e den raad om het recept uit te knippen. Ho penlijk behoeft het nooit gebruikt te wor den. Hier volgt Het: Een tegenmiddel tegen het -een of andere vergif kan op eenvoudige manier bereid worden. Een halven eetlepel keukenzout en een Ihalven theeleper mosterd mengt men door elkander en roert het mengsel in een glas of een kop, gevuld met "warm Water. De ze vloeistof geeft men den patient te drin ken, waarop terstond hevige brakingen vol gein. Hierna laat men sterke, zwarte koffie drinken en dan kan rustig tie komst worden afgewacht van den dokter, die natuurlijk intussdhen al is gewaarschuwd. In id en D -trein. Zeg, Mieinbreng me gauw maar het station, zei dezer dagen -een Arnhemsche dame tot haar dienstbode. De medi was tiinéct bereid, zette haar wit mutsje met lange- linten op, deed de witte schort in plaats van de bonte voor, en ging zoo- in haar katoenen kleed met mevrouw naar het Station te Arnheml De meid droeg Be bagage, hielp mevrouw instappen, reikte de pakken aan en Was zoo gedienstig zelf ook in te stijgen en al de pakken in het pet te deponeeren. Onder al dat bedrijf kwam er beweging in den trein. Mïein verschrok'. Gossie, mevrouw, de trein gaaat Mien maak voort, spoedig er uit. En Mien wilde gaan icn pats, daar vloog de coupédeur dicht, de stoom vloog door de machine en daar schoof (ie D-trein, het Arn hemsche station uit met Mien er in, die- op zijn „keukenmeidsdh" gekleed was. op Mi-ens protest Ihteld de trein niet stil, En deze ratelde naar Utrecht door, waar de gedwongen reizigster eerst kon uitstap pen. Mien nam in Utrecht een -enkele reis en verz-eilde weer in Arnhem, nadat ze tegen wil en dank een reisje met den D-trein had gemaakt. Bot ge vangen. De heer Van Vorst gaat, naar men w-eet, naar 't buitenland^ Doch zoolang Ihij -er is, wil hij zich laten zi-en. Dus was hij onlangs in Venlo- om brochu res te verkoopen. Dat id-eed hij zoo; hij gaf brochures af aan de huiz-en met de bood schap, dat hij straks antwoord zou komen halen. De katholieken propagandisten volgden echter den heer Van Vorst op de;n voet en deelden brochures uit: „De Kerk en de boterham" door Pater Go-e-kstinus, een boek je uit den go-etiem Capucijnen-tijd van den h-e-er Van Vorst. Toen déze terugkwam om zijn -brochures, ontving hij overal zijn vroeger vlugschrift: de kerk en de boterham. En Idle rooide brochures? Verbrand. Woningbouw. Uit een rede gehou den bij d-e openstelling van een terrein der Woning vereen iging „Berkenrode,, te Heem stede: i v 1 1.1' I „Wanneer je steeds zit met de ramen dicht, Dan krijg je een mager en bleek g-ezidht; Maar heb je graag wangen als melk en blo-ed Wjl ik je -eens zeggen, wat je dan doet?... Doe o-p-en het raam, -e:n onthoud het goed: 't Is het Zonnetje waarvan je 't hebben (moet". of voor 't jonge- volkje: „Slaap met open ramen, Want d-e frissdhe lucht Jaagt -dan allerhande Kwalen op de vlucht; In je- frissdh-e bedje, tekk-er toegedekt Zal je heerlijk droom-en tot tie zon je wekt". „Als men kleed-en klopt op straat Of als moeder stoffen gaat, Blijf, zoolang -dat werkje duurt, Dan gerust maar uit de buurt. Want het stof van kle-ed of grond. Kruipt dan in je neus o-f mond, En hief maakt voor tijdverdrijf Dan een wandeling Idoor je lijf, Stof bradht menige-en van streek, Maakt kindren ziek lep bleek Hoor -dus ,naar mijn wijzen raad, Vlucht, als moeder stoffen gaat". St u-d e n t-e-ngeheel onthoud ers De ti-f-deeling Utrecht van id-en Volksbond tegen -drankmisbruik voert in tiqn jongsten tijd -een bijzondere pro-paganda onder de studenten van de Utredhtsche universiteit. Reeds meer dan 100 hunner zijn als lid tot de afdeeling toegetreden. M o ede r m i shall d-e 1 ing. Te Kerk- Driel he-eft -een 20-jarige jongeman in een twist over geldzak-en, met zijn moeder, die hem uit 's-H-ertogenbosch was ko-m-en be zo-eken, zich zóó opgewonden, dat hij in drift een m-es greep -en haar een diepe wonde in het dijbeen toebracht. Haar toestand was zóó ernstig, dat zij op advies van demi dokter niet naar haar woonplaata mocht word-en vervo-erd, zoo-dat zij per brancard- naar !h-et gasthuis te Kerk-Dri-el werd overge bracht. D-e dader W-erd onmiddellijk i-n he-cli tenis genom-en, maar na verhoor, weer op vrije vo-ete-n gesteld. Slachtoffers van hu:n plicht.Een- ernstig ongeval ha-d Maandagnacht circa 11 uur in het krankzinnigengesticht „St. Ser vatjus" te V-einray plaats. Op leien der slaapzalen |der z.g.-n. onrustige af-de-e-ling bemerkte de nadhto-ppasser -eens klaps le-enig gerucht. Bij nader onderzoek bleek hem, dat dri-e der elf slapende ver pleegd-en van hun bed wa-rqn opgestaan en dat tw-e-e dezer de ruiten van een raam der slaapzaal trachtten stuk te slaan. Toen d-e- op; passer deze twee naar hun bed wilde te rugvoeren, werd hij van achteren aange| vallen -do-or leen derde, dje zidh achter d-e ingangsdeur der slaapzaal had schuil -ge houden met het do-e-1 zich meester te ma ken van ide kleeüingstukken, welke geidu rende den ;nadht buiten de slaapzaal in den corridor worden bewaard. De oppasser be merk-ende, dat hij door alle dri-e bespron gen wler-d, wist zich los te rukken en snelde al hulp ro-ep-emde naar de aangrenzende v-er trekken van het paviljo-en, om andere broe dlejrtet e Iwie-kk-en. Onderwijl was de broeder-hoofdverp leger -door het rumoer gewekt, de slaapzaal bin ne-ngesn-eld, waar hij, nu alleen staande te geno-v-er het drietal, óók door hen werd aangevallen -en zóódanig mishandeld, -dat hij -door de inmiddels ge-waarschuwde- en ijlings toesnellende broeders bewusteloos en badende in zijn bloed werd gevonden. De treurige slcèn-e sche-en |i,n enkele w-eini-gö oogenblikk-en te zijn afgespeeld, want de binnenkomenden zagen nog juist den laat ste der drie do-ör het verbrijzelde raam de vlucht inem-e-n in Id-en tiomk-eren nacht. Den on gelukkigen broeder waren i-n dit minimum tijd met een waterpot zulke vrees-elijke hoofd' wonden toegebracht, dat onmiddellijk de ge neeskun-digen der inridhting w-erden opge beid. Na onderzoek bleek zijn toestand zóó ern stig -dat hem onverwijld de laatste H.H. Sacramenten weiden toegediend. Ondietrtus

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5