R Katk Nieuws- ©n Advertentieblad
voor Moor et-Holland.
Dinsdag 28 Juni 1910.
4"' Jaargang
FEUILLETON i
on -MHSJ No.„5l
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Het hooge feest van
0X.V. ter Nood te Heilo.
De Tooveres van Astaroht
geschiedkundig verhaal uix het;
BUITENLAND.
saw
'en Zondag vootl
OUVKNl ït.|
EN.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
60 ot. per 3 maanden franco hnis90 ot. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin ran ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers ran de conrant 3 cent.
Van het Zondagsblad5 eent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
EÜESAUBreedetraat 12, tegenover de B. Z. Zerk, t9 Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIÊNi
Van 1S regels80 o«at.
Elke regel me» C
Reclames per regelli
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25
Maria's bezoek aan hare E. Nicht Elisabeth
Zaterdag 2 Juli as.
I-Iet laatste bericht over de bede
vaartsplaats van O. L V. ter Hood
in ons blad ving aldus aan „De com
missie, die indertijd door den Bisschop
„van Haarlem werd ingesteld, om de
„Kapel, die eertijds bestond op de bede-
„vaartsplek van O. L. Vr. ter Nood,
„weder op te bouwèn, en de devotie
„tot 0. L. V. ter Nood te herstellen
„en te verspreiden, gaat met het vol
brengen harer taak onder den zicht-
„baren Zegen Gods, steeds verder en
„verder."
En wel terecht mocht de geachte
inzender aldus schrijven.
Nog heeft de commissie haar eerste
lustrum niet beleefd, of met dankbaar
heid ziet zij talrijke en schitterende
resultaten van haar arbeid, resultaten
die niet bereikt hadden kunnen worden
indien niet die zichtbare Zegen God's
haar deel was geweest.
Van den aanvang af der luisterrijke
herleving der Devotie zag zij in steeds
grooter aantal de pelgrims opgaan naar
Maria's Heiligdom. De gevraagde stoffe
lijke steun werd haar door velen met
liefde geschonkenen weldra mocht zij
zich in staat zien een belangrijk stuk
grond te koopen, onmiddelijk aan haar
terrein grenzend. Reeds in haar éde
levensjaar op den 1 Juli 1909 mocht
zij den grondslag leggen der monumen
tale Kapel, die zij zich voorstelt ter
eere der H. Moeder Gods te bouwen
op welken grondslag zij een voorloo-
pige Kapel deed verrijzen, welke den
23en Aug van het zelfde jaar werd
ingewijd. En nauwelijks was dit jaar
begonnen, of zij zag zich in de gelegen
heid gesteld, haar bezit weder belang
rijk uit te breiden, zoodat, behoudens
een klein gedeelte, al het terrein langs
de Kapellaan, van den Westerweg af tot
aan den Hoogenweg, thans haar eigen
dom is, zoodat zij voor de vervulling
van haar toekomstplannen zich verze
kerd ziet van al den grond dien zij
reeds kort na haar aanstelling als ge-
wenscht beschouwde. Maar van grooter
beteekenis was in dit jaar het feit,
dat onze beminde kerkvoogd Monseig
neur Callier goed vond verordeningen
vast te stellen voor eene Broederschap
van 0. L. Vrouw ter Nood, waarbij bet
feest van Maria's bezoek tot hoogste
feest der Broederschap werd verheven.
Reeds kort daarna werd in verschillende
Parochiën deze Broederschap opgericht.
Gevoelens van nederigen dank aan
MIDDEN DER DERDE EEUW,
44) door E. S. VAN LUIK.
Het einde dezer geschiedenis oefende op
de goede Secundina zulk een sterken in
druk uit,, dat Faustus ophield en zweeg,
om aan Lucilla den tijd te geven, zich met
hare vriendin te onderhouden over de bui
tengevvone gevoeligheid', die zij sedert eenige
minuten toonde.
„Zijt gij ziek gewonden?" vroeg Lucilla.
„Neen, Lucilla", antwoordde Secundina,
terwijl zij de hand ;aan haar voorhoofd
hraoht, waardoor zij het bewijs gaf, zich
2e've tegen te spreken.
„Gij hebt toch iets, dat u onpasselijk
maakt," ging de dochter van Nemesius voort,
j „ik za] u paar uw kamer brengen."
Lucilla ondersteunde Secundina onder den
prm «n beiden begaven zich naar harq
(Vertrekken.
XVIII.
VERHAAL VAN SECUNDINA.
„Zult gij mij nu eindelijk eens zeggen,
waarom het verhaal van Flavianus u zoo
wtr getroffen heeft", vroeg Lucilla aan
•are vriendin, toen beiden de kamer waren
binnengegaan.
God en zijne H. Moeder voor zooveel
verkregen zegen, betamen dus zeker
aan allen, die op eenigerlei wijze moch
ten medewerken, om zooveel te bereiken.
En een voorbeeld van dat gevoel van
dankbaarheid schonk odzo beminde
Bisschop zelf onlangs, door de eenvou
dige en toch zoo treffende daad dat
hij Onze Lieve Vrouw ter Nood van
Heilo, als beschermster aanstelde van
het schoone liefdewerk der Retraiten
in zijü Bisdom.
En met gevoelens van eerbiedigen
dank, gaan dan nu zeker de vele ver
eerders van Onze Lieve Vrouw zich
opmaken, om voor de eerste maal het
hooge feest te vieren van O L. V. ter
Nood, het feest van het bezoek van de
H. Maagd aan haar nicht Elisabeth.
Maria Bezoek!
Geen feest van de H. Maagd teekent
op zoo bizondere wijze de liefde van
Maria voor hare medemenschen. Haar
eerste daad na de blijde boodschap te
hebben ontvangen dat Zij uitverkoren
was om de moeder te zijn van den
Verlosser, was, op te gaan over de
bergen, om een daad van liefde en
hulpbetoon te bewijzen.
Oheerlijk bezoek 1 zoovele millioe-
nen malen herhaald door Gods lieve
Moeder aan hare in nood zijnde en
hulpbehoevende kinderen, hoe wektgii
ons op, om met vertrouwen tot Maria
te gaan.
Geen luisterrijk feestbetoon zal op dit
eerste groote feest te Heilo plaatsvin
den; maar in stille devotie zullen de
vereerders van Maria naar „Kapel" kun
nen gaan, waar in den vroegen morgen
stille H.H. Missen zullen worden gele
zen, waaronder de aanwezigen zullen
kunnen aanzitten aan de Tafel des
Heeren. Wij vertrouwen, dat velen van
de gelegenheid hun aangeboden, om door
het bijwonen der H. Mis en door het
ontvangen der H. Communie het groote
feest van O. L. Vrouw te vieren. Met
groot vertrouwen mogen zij wel komen,
want, als in het H. Misoffer het groote
wonder der menschwording van Gods
Zoon zich herhaalt, dan voorzeker zal
de H. Maagd niet verwijlen, om ook
hare kinderen te komen bezoeken, om
hun met dezelfde liefde, waarmede zij
eens hare H. Nicht Elisabeth bezocht,
hulp te verleenen en heil te brengen,
zooals Zij heil bracht aan het huisgezin
van Zacharias, heil aan den voorlooper
van haren Goddelijken Zoon
Maar na deze opwekking tot het
voornaamste middel, om onzen dank
aan O. L. Vrouw te toonen, volgt hier
ook eene aansporing, om van dien dank
blijk te geven door werkdadigen steun
aan de Bisschoppelijke Commissie te
verleenen.
„Ja, goede Lucilla, ik tóf u alles zeggen...
allesO, mijn Godwaarom heb ik niet
aan heer Faustus gewaagd, of deze klei
ne Agapia nog leefde?"....
„En waarom stelt gij daarin zooveel
belang?"
„Ach, Lucilla, omdat het kind, dat
heer Flavianus tot zijn dochter heeft aan
genomen, zooveel tranen heeft gekost aan
haar armen vader."
Haar vader?En fwie is haar vader?"
-- „De arme zwaardvechter Serga."
„Zou Serga haar vader zijn?"
„De kleine Laelia, het kind, dat heer
Flavianus bij de rots van Astaroht heeft
gevonden, ja, vriendin, dit kind is de doch
ter van Serga."
„Hoe weet gij dit?"
„Luister eens; gij zijt zeker nog niet
vergeten, dat nu vijftien jaar geleden, toen
Maximinus zijn goud aan de soldaten uit
deelde 'de zwaardvechter Serga met zijne huis
vrouw Flavia len |hun kind Laelia, in het pa
leis des keizers moesten gaan wonen."
„Neen, dat ben ik niet vergeten."
„Den volgenden dag...
„Ach, spreek mij wiet van dien volgen
den idag, SecundinaDe martedlood onzer
vrienden; van Paus Anterus, de oplichting
van Eubias.... welk een Idag."
„Tigrina wilde uit de wegvoering van
Eubias 'haar voordeel trekken; zij kon, meen
de zij, daardoor de toegenegenheid der kei
zerin winnen en door een enkelen kunst
greep vier slachtoffers maken. Die slachtof
Veel is gedaan uit het vorenstaande
blijkt dit voldoende, maar veel blijft te
doen. Ofschoon eigenaresse van de gron
den rondom Kapel, bezit de Bisschoppe
lijke Commissie die gronden niet onbe
zwaard. Wel staat er een voorloopige
Kapel, maar deze mqet plaats maken
voor het monument vq.n Maria. De toe
nemende vloed van pelgrims zal weldra
vragen om andere voorzieningenen de
Bisschoppelijke Commissie ziet daarom
wel een heerlijk beginnen, maar voelt
dat hare taak, of die van hare opvol
gers nog lang niet vervuld Isen zonder
grooten edelinoedigen 'steun voorloopig
niet vervuld kan worden. Moge dan
deze opwekking om dankbaar het groote
feest van O. L Vrouw ter Nood te
vieren, ook tevens aanleiding geven tot
het toonen dier dankbaarheid doormil-
den steun te verleenen aan de Bisschop
pelijke Commissie.
Hoewel, naar wij veronderstellen,
genoegzaam bekend, moge de mede-
deeling nog eens herhaald worden, dat
geldelijke bijdragen voor de Kapel van
O. L. Vrouw ter Nood in dank zullen
worden aanvaard, door de 'leden der
Bisschoppelijke Commissie
Mgr. J. J. GRAAF, St. Jan de Deo,
Haarlem, Voorzitter.
Pater J. A. F. KRONENBURG,
C.s.s.RKap9l 't Zand Roermond.
Pastoor J. C. J. SEUTER, Heilo.
C. J. GONNET, Rijks-Archivaris,
Haarlem.
JAN STUYT, Architect, Koninginne
weg 41, Amsterdam.
G. Th. M. VAN DEN BOSCH, Hel-
dersche weg 1, Alkmaar, Secretaris-
Penningmeester.
SPANJE.
Canalejas navolger van Briand.
Na het uitgaan van den Ministerraad1
heeft Canalejas medegedeeld, dat de re-
geering voort zou gaan met het inperken
van de godsdienstige vereenigingen.
„De decreten omtrent den eeredienst had
„den het Concordaat in geen enkel opzicht
„geschonden"; de politiek «der regeering
„beoogde geen vervolging van den gods
„dienst"; „de meeningen van allen zou
„den worden gerespecteerd maar alle be
dreigingen zouden worden behandeld in
„overeenstemming met de wet" voerde Ca
malejas aan a Ia manière Briand om te
bewijzeu(?) dat hij het toch zoo kwaad niet
meende. Intusschen blijkt uit zijne verkla
ring „dat de gelukwenschen uit den weem
„de ontvangen, hem zouden aanmoedigen
„om op zijn weg voort te gaan" dat er
van andere zijden terdege gestookt 'wordt.
Maar, zoo vragen wij, wat hebben die
fers waren behalve gij en ik, ook Flavia
en haar dochtertje Laelia. Wij hebben het
aan de lastertaal van Tigrina te danken,
dat ik door de keizerin dien avond werd
weggezonden, doch gelukkig nam zij geen
voorzorgen, om mij te verhinderen, vóór dat
ik het paleis verliet, het voorstel te ver
nemen, dat haar Tigrina deed, om zelf naar
de grot van Astaroht tot de Caecata te
gaan, ter opzoeking van den kleinen Eubias.
Dit bezoek van Tigrina vervulde mij met
vrees. Ik besloot, daarbij tegenwoordig te
zijn, en nam het oogenblik waar, dat Tigris
en Tigrina het paleis verlieten; ik volg
de dcnzelfden weg als zij en trad die vree
selijke grot achter hen binnen, waar de
Caecata met de geesten des afgronds on
derhaudelde.
In, de duisternis van de grot verborgen,
kou ik alles zien en hooren, wat er voor
viel; ook de gesprekken, die door moe
der, zoon en kleindochter gehouden wer
den.
„Breng mij Laelia, zeide op het einde van
haar gesprek, met feen helschen grimlach
de Caecata, en de ingewanden, die ik zal
onderzoeken, zulten mij zeggen, waar het
kind van Laetita zich bevindt. Om deze on
gelukkigen vrees aan te jagen, liet ik mij
ne stem hooren, maar wat zou ik zeggen?
ik zelf was zeer verschrikt, en de nacht
vogels vlogen, vele in getal, angstig om
mij heen, zoodat ik zelf in verwarring ge
raakte en in allerijl uit de grot wilde weg
Vluchten, wat mij echter niet gelukte; al
vreemden toch met die binnenlandsche poli
tiek in Spanje noodig?
Protest van de Katholieken.
Maar het katholieke Spanje blijkt zelf
van 's ministers anti-clericale p'annen n'ets
gediend.
De „Correspondancia de Espana" deelt
het tweede schrijven mede, idat het Spaan
sche episcopaat den 21en Juni tot de re
geering gericht heeft naar aanleiding der
koninklijke besluiten, onlangs betreffende
de godsdienstige congregaties en de vrij
heid van eeredienst uitgevaardigd.
Het schrijven ziet in die besluiten de
uiting van een weinig gunstige gezindheid
jegens de katholieke Kerk en drukt de
verbazing der bisschoppen er over uit, dat
zij juist werden uitgevaardigd op het oogen
blik dat er onderhandelingen tusschen Ma
drid en Rome werden gevoerd over het
Concordaat.
Het bisschoppelijk schrijven beschouwt
het besluit betreffende de congregaties als
een schending van het Concordaat in dien
zin dat het tegen de godsdienstige ver
eenigingen een stelsel van uitzondering
wil invoeren.
Inderdaad jgelooven wij dat er in Span
je heel wat vereenigingen bestaan, die
veeleer dan de godsdienstige congregaties
uitzonderingsbepalingen zouden wett'gen.
Maar terwijl alle overige vereenigingen
en daaronder de meest verderfelijke vol
komen met rust gelaten worden, moeten
juist de godsdienstige congregaties be
moeilijkt worden, alsof die gevaar oplever
den voor land en volk, ofschoon ze niet
anders dan goed doen. Dat er in Spanje
te veel kloosters zouden zijn, is maar een
praatje; want uit statistieken blijkt, dat er
betrekkelijk minder zijn dan in België in
Engeland, in Duitschland, zelfs in de Ver
eenigde Staten.
Wat het koninklijk besluit betreft aan
gaande d evrijheid, aan afwijkende eere
diensten toegestaan om openlijk propagan
da te maken, dit wordt door het bisschop
pelijk schrijven beschouwd als een schen
ding zoowel van het Concordaat a!s van
de Grondwet in dien zin dat wat vroe
ger slechts geduld werd, nu volkomen vrij
heid ontvangt, en er "dingen worden toe
gestaan, die door de Grondwet beslist ver
boden worden. Het bisschoppelijk schrijven
eindigt met de vrees uit te drukken, dat de
regeering met deze besluiten een weg op
gaat, die noodzakelijk moet uitloopen op
afgronden, die geen oprecht vaderlander
kan aanschouwen zonder dat hem de tra
nen in de oogen komen.
Het stuk is door twee en zestig pre
laten fcrtiderschrcven en gedagteekend van
T oledo.
Reeds Wordt in sommige bladen melding
gemaakt van crisis-geruchten. De ministers
tijd kwam ik op (dezelfde plaats terug. Reeds
vele uren waren verloopen, sedert Tigris
en zijne dochter vertrokken waren, en nog
altijd kon ik den uitgang van die spe
löinki tl het duister (niet vindenechter had ik
het voornemen gemaakt, liever den honger
dood te sterven, dan mij tot Caecata te
begeven. Reeds deed de honger zich he
vig gevoelen, toen ik opeens haastige voet
stappen vernam: het was Tigris met zijne
dochter, die voorbijliepen en in de grot
van de toovenares verdwenen. Vader en
dochter waren buiten adem en konden in
het begin geen woord spreken. De Caeca
ta stond langzaam op en deed dadelijk de
vraag;
„Waar is het kind?"
„Het is ons zooeven ontsnapt," antwoord
de Tigrina'.
„De oude trok een gezicht, nog afschil
weiijker dan gewoonlijk; zij draaide zich
voorzichtig om en ging op den vloer zit
ten bij de wankelende tafel, dicht bij het
vuur,"
„Caecata l goede Daecata!" sprak de doch
ter van Tigris, terwijl zij fhaarlnaderde."
De oude bleef onbeweeglijk als de rots.
„Maar wij hebben er geen schuld aan, dat
liet kind niet hier is", ging Tigrina voort,
terwijl zij hare stem verhief.
„Ik geloof u, kleine," antwoordde)
Caecata, terwijl zij opstond; „maar waar
om rekendet gij op dien ijlhoofd, die ons
aankijkt als een dwaas? Vertel mij liever
maar eens, wat er gebeurd is."
van buitenlandschc zaken Prieto en van
financiën Gobiah zouden ontslag willen ne
men, omdat zij het niet eens zijn met de an
ti-clericale politiek van Canalejas. Indien
dat waar is, dan mag men daarin een
eerste begin zien van het naderend einde!
Frankrijk zonder Franschen.
Uit de statistiek over de bevolking van
Frankrijk in 1909 blijkt dat het aantal ge
boorten dat der sterfgevallen met slechts
13,124 overtreft, op een bevolking van
39,252.243 zielen. Dat is Idus een toeneming
vjnjn 3 op ide 10.000, minder dan het ooit is
geweest. In 1908 was de toeneming 12 op
de 10.000, in 1907 was het 5, in 1906 was
de toeneming! 7 op de 10.000 inwoners. In de
eerste helft van 1909 is er zelfs leen afneming
geweest maar in 'de tweede is dat weer her
steld. Toch is het cijfer nog nooit zoo laag
geweest en lijdt het nauwelijks twijfel, of
spoedig zullen er meer menschen sterven dan
geboren worden en de bevolking zal gaan
afnemen.
Ernstiger nog wordt de toestand, wan
neer men de afzonderlijke departementen in
oogenschouw neemt. Van de 87 departemen
fcrijf s er in 45 een afneming der bevolking
te constateerenin de overige is het aantel
geboorten zóó groot, dat het de afneming
in de 45 weer goedmaakt.
In de departementen aan de kust is de
geboorte het grootst.
ENGELAND.
Achteruitgang van bevolking.
Het is niet in Frankrijk alleen, waar de
statistiek onrustbarende cijfers vertoont om
trent den aanwas der bevolking. In de Nieu
we Wereld ziet het ook allesbehalve rooskleu
rig uit, Duitschland begint ook de slechte
Fransche zeden na te volgen, maar be
paald ontzettend is het 'verminderen Van den
bevolkingsaanwas in Engeland. In verschil
lende bladen vinden wij daaromtrent het vol
gende vermeld;
Het aantal huwelijken bedroeg 260,259, idat
is 14.6 per duizend der bevolking, of 0.3
p. d. minder dan in 190S en 1.1. p. d. min
der dan het gemiddelde in de laatste tien ja
ren.
Geboren werden 914.621 kinderen, dit is
25.6 p. d. minder Idan in 1908 en lager dan
in eenig ander jaar, 'waarvan aanteekening is
gehouden; de geboorte bleef 2.2. p, ld. onder
het gemiddelde van de laatste tien jaren.
De sterfte bedroeg 518.075, d.i. 14.5 p.d.
of 0.2 p.d. lager dan in 1908 en lager dan
in eenig vroeger jaar, zoover er aanteekening
van is gehouden; vergeleken bij het gemid
d'elrie van de laatste tien jaar is de sterfte 1.6
p.d. lager geweest. De vermindering in de
sterfte wordt veroorzaakt door die van kin
deren onder het jaar, Ide sterfte van oude lie
dfejili s iets toegenomen.
„Nabij het huis van den zwaardvechter
heb ik mij verborgen gehouden."
„Daarna
„Ik had een beker gereed, volkomen gelijk
aan dien van Flavia."
„Goed, en vervolgens?"
„Serga verliet het huis."
„En toen?"
„Terwijl Flavia heenging, voor zij
hare rust ging nemen, om haar kind in een
nabijzijnd vertrek te brengen, ben ik zachtjes
binnengekomenik zette mijn beker op
de tafel, nam dien van Flavia en vertrok
zoo spoedig mogelijk."
Een afschuwelijken lach, die Tigris deed
verbleeken en mij ijskoud aandeed, liet de
Caecata als een teeken Van hare hooge goed
keuring hooren.
„Ga voort, mijn lieveling", sprak zij.
„Wederom ging ik naar mijn verborgen
schuilplaats, en wachtte met koortsachtig]
ongeduld de uitwerking van het witte poe
der, dat ik in den beker gedaan had.,.."
„Zoo! Hadt gij ide witte genomen Dan
hebt gij een goede keuze gedaan k'eine, het
is zonder tegenspraak het allerbeste om
iemand met grooten spoed naar de andere
wereld te helpen."
„En de kleur daarvan kwam geheel
overeen met haren beker."
„Dat is de geest van uw grootmoe
derga door Tigrina."
(Wordt vervolgd.}