haring,
inder
derschap,
t geurige
TWEEDE BLAD.
Zaterdag 5 November 1910.
SOECKER,
.IS, firma EQII11,
ienlo adres Opgericht 1870.
Alkmaar,
nkiseding
,3
Icra
1
"T
(T*
f
1
P Situate
g/' H©ftefst?a&t 27,
t isor.
^WERKEN.
AMESKETTINGEN.
voor reparatiën.
ote sorteering in
oorten
onberispelijk.
11.
TfOERIM
ir a.s.s
GENTIA.."
ELCleëü
No. 88
6 NOVEMBER.
ZOEK LI C H T.
KINDERRUBRIEK.
Moeder moet rusten.
INGEZONDEN.
Een motie van verrrxrrtrouwen,
GEMENGD NIEUWS.
straat 89. Telef. 169.
irspeculaas
en
iterhanket.
en Miter
/j E.G. (roomboter gelijk)
iek ran tal mijner Cliëntèle
het perceel Baangracht een
)or WIKEEL ingericht,
maf Vj K G. en hooger wor-
ia bezorgd.
orden in bruikleen gegeven.
I1/» of 5 E.G. 5 oent per
;er.
)er of vrachtrijder franoo thuis,
abevelend,
HANDEL.
5®1ise,
N
prijzen en i
nalen
l 0
1 O
rf-
\r
.8.
O
W
O
CD
1
Ou
(5
u/
O*
(If
Bi
ASAÏÏJJ
Mient.
>rr i i in i. i ,i I. i i r
ven.
f
tgr 8 utir precies»
'ijgbaar gesteld 75 CSttf
e Heerea B. J. AL, Ver-
-S, PayglopTh. GROOT-
e fi'ma H. VAN ELST,
ONS BLAD.
KALENDER
voor de dagen der week.
6 November. Zondag. H. Leonardu», Belijder.
EvangelieSet goede zaad en het onkruid.
Matt hem XIII: 24 - 30.
i November. Maandag. H. Willibrordue, Bel.
8 November. Dinsdag. Octaafdag van Aller
heiligen.
9 November. Woensdag. Kerkwijding van de
Basiliek dee Verlossers te Rome.
10 November. Donderdag. H, Andrea» Avel
llnna, Belijder.
11 November. Vrijdag. H. Martinue, Belijder.
12 November. Zaterdag. H, Lebulnui, Bel.
Vijf en twintigste Zondag na Pinksteren.
Eerste Zondag der Maand.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de KolossensenIII, 12 17.
Broeders! Doet aan, als 'uitverkorenen
Gods, heiligen en welbeminden, hartelijk
mededoogen, goedertierenheid, nederigheid,
bescheidenheid^ lankmoedigheid, elkander ver
gevend, zoo iemand ©enige klacht heeft
tegen een ander; gelijk 1de Heer u vergeven
heeft, aldus ook gij Boven dit alles echter
hebt de liefde, welke de band der vol
maaktheid is En in uwe harten zegevier©
de vrede van Christus, tot wielken gij ook
geroepen zijt in één lidhaam; en weest
dankbaar! Het woord van Christus wone in
u overvloedig in alle wijsheid! Leert en
vermaant elkander met psalmen, lofzangen
en geestelijke liederen, in welgevalligheid
Gode zingend in uwe harten! Al wat gij
ook doet met woord of wgyk, doet alles in
den naam des Heeren Jesus Christus, God
en den Vader dankzeggend door Jesus Chris
tus onzen Heer!
Evangelie volgens den H. Matthaus
XIII, 24-30.
Te dien tijde sprak Jesus tot de scharen
deze gelijkenis: het Rijk der hemelen is
gelijk aan een man, die goed zaad op zij
nen akker gezaaid had. Doch terwijl de
menschen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide
onkruid midden tusschen de tarwe en ging
heen. Toen nu, de halmen opgeschoten wa
ren en vrucht droegen, vertoonde: zich ook
het onkruid. En de dienaren des huisva
ders gingen tot hem en zeiden: heer! hebt
gij geen goed zaad op uwen akker gezaaid
Van waar dan heeft hij het onkruid? Hij
nu zeide tot hen: een vijandig mensch
heeft dit gedaan. Eli de dienaars zeiden hem
wilt gij, dat wij gaan en het verzamelen?
Doch hij zeide: neen! opdat gij misschien
niet, het onkruid verzamelend, tegelijk daar
mee ook de tarwe uitrukt. Laat beiden groei
tn tot den oogst; en ten tijde van den oogst
zal ik aan de maaiers zeggen: verzamelt
eerst het onkruid en bindt het zamen tot
bundels om te verbranden; maar vergadert
de tarwe in mijne schuur.
P—wsf-Kwuii—li w'i'>|iwwrw—Bsmmaman—
Goeden morgon I
'C'eet le ton qui fait la musique», «het
1» de toon die de mmiek maakt» en wan
neer we dat in toepassing brengen op de
toon, die onxe Nederlandeche linkerpers or-
Bonen aanslaan de grooten zoowel als de
kleinen, dan is het inderdaad erbarmelijke
ketelmniiek die we in deie dsgen te hoo-
'en krjjgen, 't is gek, maar zelfs de deftigste
redacties verliezen hun aangewende kalmte,
roodra er kans is dat een relletje op touw
kan worden gezet tegen de clericalen, Dan
'orgeat een «Nieuwe Courant» het orgaan
der «High life» den afstand dien xjj in nor
male dagen voor niets ter wereld ion ver
geten en die haar scheidt van proletariers-
bladen als «Het Volk,» dan daalt xjj gena
dig van haar hoogen zetel, verbroedert zich
met de roode vrijbuiter» en arm in arm
dansen de heterogene redacteuren eea woe-
'te rondedans om het naar 2ij meenen
althans gevallen clericalisms.
Ook thans weer met de revolutie in Por
tugal, Welke gruwelen ook daar het opge
ruide gepeupel bedryft, tot welke beestach
tigheden het overgaat, waar het religieuzen
a® monniken betreft, geen woord van pro
test niet alleen, maar zelfs een zeer voor
barige waarschuwing tot onze regeering, om
toch vooral dio uit hun land als vee ver
jaagde priesters en zusters geen toegang te
Beven tot Nederland. Dan worden xij reeds
door de «Nieuwe Ort.» gesignaleerd als He
en van «verdacht allooi» en de redactie
die nooit uit de plooi valt, vergeet hare ge
reserveerdheid en als een straatjongen, die
rriet vraagt aan xjjn kornuiten waar ze van
daan komen, als hij er slechts kwajongens-
«tïeken mee kan uithalen, vereenigt xQ zich
j®®t alles wat tegen de papen optrekt, steekt
haar welverzorgde handen uit en grist naar
6 ®oest onwelriekende projectielen om daar
mede te werpen naar... die Jesniten.
j als er Russische joden worden ver-
Jaagd, dan j8 jjeej ,]e p9IB jn opstand om
nc en wee te roepontoen Dreyfus werd
'oroordeeld bewoog men hemel en aarde
°m rijn onschuld te bewQtan, maar als
duizenden priesters worden vermoord en
verjaagd... dan xet men zich in de redactie
stoel en schrijft een artikel om toch te
waarschuwen die bannelingen buiten de deur
te houden en dan... glimlacht men zelf
voldaan.
OI gepolijst anti clericalisme van onze
grrrroote per».
Dan is ons nog liever de ongebolsterde
papenhaat van «het Volk» of de woeste
aanvallen van een «Dageraad» die rondweg
schrijft
«Weekblad ter bestrijding van den gods
dienst in al zijn vormen». Dat is ten minste
duidelijk.
Maar is bet niet merkwaardig? Toen Dr.
Kuyper in 1905 was gevallen en men in
woeste galop aan *xjja vreugde had uiting
gegeven, constateerde(l) het Kamerlid Rood
huizen, de grappige afgevaardigde der liberale
Unie, dat de antithese dood was.
Maar in 1910 blijkt die antithese zoo
lavend als ooit en al wat elkander in gewone
omstandigheden verfoeit, wordt dan besield
en geleid door één gedachte, bet anti clericale
cement plakt alles tijdelijk aaneen en men
vormt een koor, dat slechts een kreet kent
»a bas la calotte».
Is de zwijmeiroes weder voorbjj, dan
komt men tot zichzelf, de «Nieuwe Courant»
trekt weer haar neus op voor die ontaarde
familieleden, «het Volk» scheldt weer on
vermoeid op de kapitalisten, totdat... er
een nieuwe gelegenheid zich voordoet en
dan... herhaalt zich de geschiedenis. «Zoo
zijn onze manieren», neuriet men dan blijk
baar met welgevallen.
Goeden avond.
VERITAS.
Lieve kinderen,
Het mooiste versje op rijm, dat op eene
bekende wijze kan gexongen worden en waar-
van de inhoud betrekking heeft op Kaaü's
producten, zijn eigaren en tabak, ix ingele
verd door Anna Duin, oud 15 jaar, R. K.
Weeshuis, Verdronkenoord, Alkmaar,
Het luidt als volgt
WijiePiet Hein.
Als je nu niet weet, wat dit liedje beduidt,
Dan beb je de courant niet gelezen.
Dan beb je wel gehoord dat de klok heeft
[gelnid
Maar niet waar de klepel moet wezen.
Mijnheer KaajJ, Mijnheer Kaajj,
Die he« ft sigaren fraai,
Dun en dik en groot en klein,
Ze zijn allen even fljo,
Ge meet probeeren hoo of ze zijn. (big.)
Ook heeft zij een ander aardig versje
ingezonden
«In den Kooltuin tien en drie,»
Zegt TT iedereen «Kom en zie»
Daar woont Mijnheer Kaaij, de fabrikant,
Die heeft van alles aan de band,
Fijne sigaren en ook heerlijke tabak,
Voor weinig centen een heel volle zak,
Gaat er niet voorbij zonder een sigaartje te
[koopen
Want xp ge eenmaal beginnen te rooken,
Dan kunt ge nergens naar toe of uit de stad
Zonder een sigaartje te hebben op pad.
Aan dexe inzendster hebben wjj alzoo
den eersten prijs, n.l. EEN LEEREN
SCHOOLTASCH toegekend.
Aangezien voor den tweeden prijs in deze
afdeeling niemand in aanmerking komt, heb
ben wQ dezen tot onze spijt niet knnnen
toekomen.
Wel ontvingen wij tal van versjes voor
de tweede afdeeling.
De volgende week zullen wQ de gelukkige
prijs winners in deze afdeeling benevens de
bekroonde versjes meedeelen.
IV.
Het was bijna donker daarbinnen. Het
scihijnsel van het vuur in de- kachel wierp
zijn onrustig licht in de kamer.
Twiee kapotte stoelen, een groot e, oude
canapé en een tafel schenen het heele ameu
blement uit te maken. Midden op de tafel
stond ©en flesch met drie dennetakjes. In
ieder takje was een kaarsje gestoken, dus
daarvoor had Karet zijn dubbeltje gebruikt.
Daaraan zag ik ook dat wie hier goed
terecht waren, en ook Karei zelf kwam
spoedig te voorschijn, toen ik naar hem
vroeg,
De ischeur in zijn b'uisje Was genaaid',
maar hetzelfde bleeke gezichtje wienddezich
naar mij toe.
„Hier breng, ik iets voor jou en je zus
jes," zei ik en 'haalde alles uit de tasch
en legde het op de tafel. Zonder dat de
moeder het zei, kropen d© kinderen allemaal
van die sofa, waarop ze gelegen hadden,,
en bedankten mij. De moeder, zat met haar
jongste kindje op den schoot, en schreide,
lk zei een paar vriendelijke woorden te
gen haar.
„O, God, hoe zal ik u danken?" zei ze.
„Ik was zoo bedroefd „omdat ik mijn kinde
ren geen klein genoegen op Kerstmis kon
geven. En toen bracht Karei van mor
gen zijn kerstbboimen mee, ze wees op
de dennetakjes in de flesch' en juist
toen u binnenkwam, zongen de kinderen)
het kerstlied. Ik werd zoo warm om het
hart en moest aan mijn eigen jeugd den
ken, die zoo anders was als die van mijn
kinderen en „nu brengt u ons al dat
lekkers."
Da kinderen waren wear op hun plaats
gekropen en zagen met schitterende oogen
naar hun kerstpresenten.
Wie gingen stil weg met het vaste voorne
men, spoedig warme kleeren en verdere
hulp te brengen.
Toen we weer thuis gekomen waren en
ik door de studeerkamer naar de kinde
ren ging, riepen ze;
„Nu, moeder, nu heeft u goed lang uit
gerust."
„Ja, en moeder, heeft er roode wangen
van gekregen," zei vader, en geleidde mij
naar den kerstboom.
En voor de tweede -maal dezen avond klonk
het in mijn ooren: „Er is een kind in Bethle,
hem geboren", dezen keer in een gezellige,
warme, lichte kamer.
Daar stond de prachtige demieboom in
al zijn glans -en heerlijkheid „de gouden
appels, sterren en bloemen schitterden in
het licht.
Voordat we elkaar de hand reikten om
rondom den boom te dansen, stonden we
een ©ogenblik stil om hem eens goed te
bewonderen. Plotseling klonk er een schel
geluid uit den boom, dat was „Hans, de ka
narie", die wat te vroeg zijn tege'nwoor
idigheid verraadde. Een paar blijde kinder-
oogen, keken eerst naar mij, toen naar den
boom, en met een sprong haalde Willem
zijn Hans te voorschijn.
„Een heusche kanarievogel!" en vol ver
rukking vloog Willem ons om den hals
Maar toch, niettegenstaande al het licht
,en de vreugde, kom ik de duisternis in
Kareis thuis niet vergeten, en toen we nadat
de kerstlichtjes uitgebrand waren samen om
de theetafel zaten, vertelde ik den kinde
ren, toen ze mij vroegen, Waarom ik zoo
stil ,was, de geschiedenis van Karei.
En samen besloten we, dat we het volgend
jaar slechts een heel kleinen kerstboom wil
den hebben alleen met kaarsjes versierd „en
met een suikerhart voor elk", riep mijn
jongste dochtertje.
We zijn van plan woord te houden, want
het is niet de grootte, noch de hoeveel
heid der geschenken, die, ons gelukkig maakt
De echte kerstvreugde kan ook in het ar
moedigste huis gevonden Worden, dat heeft
Karei en zijn broertjes en zusjes ons ge
leerd'.
Mijnheer de Redacteur.
Beleefd vraagt ondergeteekende een klein
plaatsje in „Ons Blad."
Bij voorbaat onzen dank.
In het nummer van Zaterdag 22 Oct.
komt een verslag voor van een gehouden
vergadering van ons Kruisverbond. Naar
aanleiding van dit verslag een paar opmer
kingen
Over de minachtende toon, Waarin uw
correspondent 't laatste gedeelte van het
verslag gesteld heeft, willen we niet veel
zeggen, daar we piVertuigd zijn, dat de
woorden, voor dat gedeelte gebruikt door
een onbedachtzame hand zijn neergeschre
ven.
Maar, zou 't voor iemand', onbekend
met hét voorgevallene, mogelijk zijn te ra
den, hoe „een vaatje jenever" en een motie
van verrrrrrrrtrouwen, bij elkaar kunnen kot
men.
Ons dunkt van niet. De zaak is deze:
De voorzitter van ons Kruisverbond had
iemand gevraagd, of 't Waar was, dat met
een feest hier laatst gehouden, O'.a. pen
vaatje jenever was meegegaan?
Bovendien was de vraag door een ander
aan den voorzitter gedaan, zoodat het de
ze niet was, die dat praatje rondgestrooid
had. Die vraag is ter oiore van den voor
zitter der feestcomm. gekomen en deze vond
dit een reden, om als lid van 't Kruisver
bond te bedanken. Flauw: was 't nu om
tegen een propagandist te zeggen: „ik be
dank als lid, want van ©en vereeniging met
zoo 'n voorzitter wil ik geen lid zijn." De
voorzitter vroeg in de vergadering of zoo'n
uitlating niet beleedigind was en 't gevolg
was dei motie van vertrouwen. Was M.
da R. die motie (mondeling) nu niet op
zijn plaats? En zou U nu ook niet denken,
dat UW correspondent en dat oud liid ta
melijk met elkaar verwant zijn. De vraag
over dat vaatje jenever, was maar een re-
den, (die door ons oud-lid met beide ihan.
den weid aangegrepen om als lid te be
danken. Maar waarom er niet rond voor
uitgekomen, dat hij 't onmogelijk nog lan
ger als lid' van 't Kruisverbond kon vol
houden? D:at had getoond meer karakter
te bezitten.
Is voor zoo'n bedankje dan zooveel moed
noodig?
Niemand had 't kwalijk genomen. Wij
kunnen niet denken dat, dat vaatje 1de oor
zaak van 't bedanken was. En om nu de
zaak door een flauwiteit belachelijk voor
te stellen is ongepast of Is uw corres
pondent nu zoo plotseling anfi.Kruisverbon-
der geworden?
Ten slotte nog; dit:
Er staat in dat verslag, dat de heer van
der Hart, dat lag© praatje uit de wereld
trapte. Och M. de R. de heer van der
Hart trapt nooit en heeft ook nu niet
getrapt om de doodeenvoudige reden dat
er niets te trappen viel. Hij heeft enkel de
zaak duidelijk gemaakt, daar hij er in be
trokken was.
Nogmaals dankend,
Benige Bestuursleden van het Kruisver
bond, „St. Joh. de Dooper",
Assendelft.
Mijnheer de Redacteur!
Met weerzin zet ik mij neer, om naar aan
leiding van bovenstaand min, misselijk en
onbeschaamd stukje, iets in het midden te
brengien.
Ik heb nog gepoogd, omdat ik weet, dat
„polemiek uit den booze is", of het mo
gelijk was het ingezonden stuk' niet te
doen plaatsen, doch mijn poging bij den
voorzitter van het Kruisverbond leed schip
breuk. Het korte antwoord op mijn goed
bedoeld voorstel luidde: „Het in ge zon
den stuk is niet van mij." In elk ge
val [wist de voorzitter ervan, en hij had
het met alle kracht moeten verhinderen, dat
dergelijk pnzalig geschrijf in „Ons Blad"
kwam. Doch ook al geen voldoend ontwik
keld verantwoordelijkheidsgevoelOok al
dronken van drankbestrijdersbeginselen Het
„blijft nuchter drankbestrijders", de wereld
ingieslingerd, is over zijn hoofd gegaan. De
„Benige leden van ons Krujsverbondbestuur
(Hoeveel?) hebben ten volle het recht om
den correspondent hun misnoegen kenbaar
te maken over het verslag in „Ons Blad" v.
22 October, dat hun niet aanstond. Maar
ik, [uw correspondent, heb toch ook het
recht om een dergelijk verslag in te zenden,
Want mijn gegevens 'waren juist.
Het is beslist waar, dat de heer van
der Hart het laffe lasterpraatje op die ver
gadering de wereld heeft uitgetrapt („Ge
noemde heer van der Hart heeft mij nog
heden verklaart, dat hij het woord „getrapt"
prachtig vond; eigenlijk nog te zwak) Dit
tusschen haakjes geplaatste reflecteert op
de laatste periode van het ingezonden stuk,
waarin gezegd wordt dat genoemde heer
nooit trapt en nooit getrapt heeft. ,D'ien
avond heeft hij wei getrapt, het heele
„vaatje" in duigen! Figuurlijk altijd hoor!
Nu de motie van verrrrrtrouwen. Mijn
pen is heusch niet onbedachtzaam uitge
gleden. Die vijf erretjes hebben 't eigen
lijk gedaan! Daar zit nu de minachting in!
Pardon, de belachelijkheid! Hoe kon de
voorzitter een motie van vertrouwen laten
stellen, nqar aanleiding van een door hem
zelf opgeblazen zaak? Hij had het „vaatje
jenever" (het zou bijna „ouwe klare ge
worden zijn, want het dagteekende al van
14 August.) maar moeten laten rusten, men
was het lasterpraatje al weer vergeten!
En daarom een motie van vertrouwen! Ik
vond het belachelijk en mocht het alzoo
voorstellen, dat is m ij n recht
Toen uw correspondent dat verslag schreef
was minachting' en onbedachtzaamheid ver
re van hemAlleen een gevoel van spijt be-
heerschte hem, van spijt, dat de belangen
van bet Assendelftsche Kruisverbond toe
vertrouwd waren aan dergelijk bestuur'.
Ik heb nu duidelijk gezegd, hoe ik over
het gewraakte verslag denk. Op hetgeen
ik gezegd zou hebben in een vertrouwe
lijk (gesprek met het bestuurslid en dat
den voorzitter is overgebriefd, ga ik niet
in. Gesprekken worden nooit zuiver weer
gegeven, ik sluit „opzet" buiten Maar nu
iets |a nders
„Van je vrienden moet je het hebben"
mogen de nuchtere Kruisverb ouders wel uit
roepen. Hoe zullen dezen, ik bedoel de
nuchtere kruisverbonders wel oordeelen over
dén verderen inhoud zan bovenstaand stukje
der „Eenige bestuursleden"? „God bewaar
me voor zulke vrienden!" hoor ik ze uit
roepen."
Met dat geschrijf hebben de „Eenige be
stuursleden" getoond nog niet het abc
van bestuursverantwoardelijkheid te ken
nen
Denk er aan heeren! Drankbestrijding is
een teere zaak! Oij moogt een lid van het
|Kjruis vierbond, dat bedankt (heeft, niet al
dus behandelen, zooals gij mij' hebt ge
daan!
Oij moogt niet insinueeren daarom of
daarom heeft dat lid bedankt. Dat is geen
zaak voor de courant! Nogmaals, drankbe
strijding, is een teere, kiesche zaak. Oij
hebt O'nicies en onbeschaamd' gehandeld
door mijn bedanken in de courant ter spra
ke te brengen.
Door bovenstaand stukje in te zenden,
hebt ge de drankbestrijding te Assendelft
©en onberekenbaar nadeel berokkend; dit
zij hie rgeconstateerd.
Geloof me, zij diie zich' als lid (willen
opgeven, zullen zich wiel driemaal bedenken,
dit te doen, nu ons Kruisverbond zulke lei
ders heeft. Leiders, die in een ingezonden
stuk de motieven durven insinueeren, waar
om ©en lid bedankt heeft; alleen om zich
op die Wijze, op dat lid, dat het verkorven
heeft |b'ij dat bestuur, te kunnen wreken.
Ben reprimande kan ik dulden, zoo- ik
het >er naar gemaakt heb! Echter van mijn
private leven afblijven hoor! Contrabande!
Verstaan!
Nu tot slot: In onze parochie staat een
huisje (het lijkt haast een sprookje, zoo'n
begin!) waarin veel jenever clandestine
wordt getapt. Een zee van ellende is daar
door reeds ontstaan. Ik zal verder niet uit
weiden. Aan de bewoners van dat huisje
is zeer nauwi verwant een der opstellers;
van bovenstaand ingezonden stuk.
Ik roep dat bestuurslid: blijf vurig, maar
nuchter drankbestrijder, doch treed af als
bestuurder van het Assendelftsche Kruisver
bond; p.oog Idan in het genoemde huisje den
clandestinen verkoop v. jenever uit te roeien
met alle mogelijke middelen, die u ten
dienste staan, en wordt dan weer lid
van ons Kruisverbondsbestuur mits ge
in dien tijd geleerd hebt, in vertrouwen
meegedeelde redenen van bedanken vaneen
lid, piet meer te misbruiken.
Genoeg! De lezers van „Ons Blad" zul'-
len nu kunnen begrijpen, waarom ik het
niet langer vol kon houden liidi
van het Assendelftsche Kruisv er
bon id te zijn. .Wie wil er nog lid zijn
van een vereeniging met zoo'n Pracht!!
bestuur? Ik niet; merci!
Mijnheer de Redacteur! ik dank U voor
de tijdige inzage van dat 01 n za lig ge
schrijf; ik dank U ook hartelijk voor d'a
groote plaatsruimte mij afgestaan.
VALE!
Uw correspondent
VJiegen. Ondanks het woeden der ele
menten op Dinsdag 1.1. heeft toch de avia-
teur Kuiler om kwart over 3 boven de
Molenheide bij Breda gevlogen.
Om ongeveer kwart voor 4 ging hij nog
maals omhoog. Bijna den geheelen cirkel
beschreef hij weer op ©en hoogte van on
geveer 15 meter; bijna want aan het einde
viel het vliegtuig. Een, kort oogenblik
van schrik, totdat men tot de zekerheid
kwam, dat Kuiler zelf ongedeerd was en
alleen isdiroef en onderstel der machine
licht beschadigd, waren.
„De motor wilde niet meer werken ten
gevolge van het nat", verklaarde hij dood
leuk. 1
Publiek was er zoo goed als niet De be
langstelling mindert al hard. De menschen
wagen tenminste geen nat pak meer aan
die pieuwe sport.
Onweer. Dinsdagmiddag en avond ont
lastten zich boven Walcheren korte on
weersbuien, gepaard met hevige regen en
hagelvlagen. Des middags sloeg te West-
kapelle de bliksem in een onbewoond huis,
zonder brand te veroorzaken.
Door den bliksem gedood. Tij
dens een kort onweder is door het vuur
gedood de vrouw van zekeren van de Mor
tel, wonende in de Engeischberger teStrijp
De getroffene zat aan tafel haar avond
eten te gebruiken.
De woning ondervond ook eenige scha
de.
Woensdagavond omstreeks half zes
werden, tijdens het hevige onweder dat
zich boven deze gemeente ontlastte, 7 koeien
loopende in het weiland van den land
bouwer van der Tas, aan de Nauwkoop-
sche buurt bij Pijnacker in een slag door
den bliksem gedood.
Do od el ijk getroffen. Te .Wijchen
is Woensdagmiddag door ©en sterken ruk
wind de kap van een molen afgewaaid,
waarbij twee menschen zijn gedood.
Een menschenredder verdronken^
Men meldt uit Hoogjezand, d.'d. 1 Nov.:
Hedenmiddag is de 25-jarige ongehuw
de R. Schuth, werkzaam op de trekschuit
Sappemeer-Oroningen, bij zijn pogingen, om
een kind uit het Wjnschofcrdiep te redden,
verdronken. Het kind is gered. „Tel,"
D ie t ij id gaat v o> 0 r u, i t. Een viertal
veekoopers uit Haarlem gingen de
markt te Utrecht deze week bezoeken..;
per automobiel. Op dit gebied dus ook
al (een kolossale vooruitgang.
Het was wel een typisch gezicht, die
vier bescheiden veekoopertjes, in hun glim
mende kielen in een auto te zien zitten
Corpulente juffrouw. In de ge
meente Haarlemmermeer is op 52-jarigcn
leeftijd een vrouw gestorven, die een ge
wicht had van rujm 320 kilogram, vertelt
het N. v. id:. D." In den laatsten tijd kon
zij zich bijna piet meer voortbewegen.
Een verpakte aap. In een coupé
van de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschap
pij werd te Leiden een achtergelaten pakje
gevonden, dat er natuurlijk werd uitgeno
men en tot nadere informatie opgeborgen
Weldra merkte men in het vertrek waarin
het pakje was neergelegd, een onaange
name lucht. Men kwam op het denkbeeld,
dat het aan dit pakje kon liggen en stelde
een onderzoek in. Het bleek nu, dat er in
verpakt zat.... een aap.
De eigenaar heeft het zeker niet de
moeite waard geacht, navraag te doen naar
het vertoren pakje. O. H. Ct.
Zieke 'hazen. Als een bijzonderheid zij ge
meld, dat er in de Haarlemmermeer- en
in de IJpolders veel doode hazen worden
gevonden, terwijl andere in zoodanig zie-
kelijken toestand verkeeren, dat zij ge
makkelijk te vangen zijn; tegen het gebruik
dezer dieren dient te worden gewaarschuwd,
daar nog niet bekend is, door welke oor
zaak de dieren in dien toestand zijn geko
men
De moord te 's-G ra v enh ag e. Qm
trent de misdaad in het hofje van Van Es,
aan de Koningstraat, wordt nader verno
men dat er nog door eenige personen be
zwarende verklaringen tegenover de drie
die zich in arrest bevindende personen, bij
die politie zijn afgelegd. Ook is in de wo
ning van het echtpaar O. een hamer in be
slag genomen. Tevens wordt vernomen dat
het de aandacht van verschillende buren van
de weduwe Genegten getrokken heeft dat
da aangehouden W|. J. in den avond van
het misdrijf de lantaarn in het hofje heeft
uitgedraaid. De vermiste sieraden zijn niet
zooals (werd gepield, opgegraven uit e,en -
privaat van een bierhuis aan de Van der
Duynstraat, maar aan (die Hoelkade.