E. Eath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
96
Zaterdag 3 December 1910.
4de Jaargang
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
30 eest
15 -
Bit summer bestaat uit 8 btadz,
Eigenaardigheden bij de recht
spraak in Indië
Juli aan ën Juliane,
Be doop van kinderen in tijd van nood.
BUITENLAND.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
60 ot. per 3 maanden franco huis; 90 et. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin ran ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant3 cent.
Van het Zondagsblad5 eent.
Uitgaw* Tan d* Nas?ml. Vennootschap „Ons Blad".
BUBBaU Breedstraat 12, tegenover de B. K- Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 438.
ADVERTENTIËN t
Van 15 regels
Elke regel meer
Reolamea per regel
Kleine advertenties van 1
...••lit*
30 woorden, bij voornitbet.
Aan een brief van een oud-stadge
noot, die te Médan (Sumatra) geplaatst
is bij den z.g. Raad, d.i. kantongerecht
en rechtbank, ontleenen wij onderstaande
bijdrage, die onzen lezers een belang
wekkend kiekje zal geven van de eigen
aardige gewoonten, die bij het rechts
wezen aldaar heerschen.
De geachte schrijver vangt aldus aan:
Reeds in Batavia had ik gehoord, dat
Médan de mooiste stad van Indië
is en ik ben niet in mijn verwach
ting teleurgesteld. Ik kan geen vergelij
kingen maken met een of andere Euro-
peesche stad, daar het moeilijk is punten
van overeenkomst te vinden, t Is één
groot Villapark en, daar hier enorm
veel geld verdiend wordt, zien de villa's
er ook schitterend uit. Auto's en equipages
rijden af en aan in het hotel waar ik
woon (er zijn er hier 2 en geen pen
sions, 'n paar obscure tel ik, maar niet
meer) is zeker drie keer in de week
een of ander diner, waar de dames in
groot toilet verschijnen.
Wat wel het eigenaardigste van
Médan is, dat het een ware verzamel
plaats is van allerlei rassen Chineezen,
Japanneezen, Chettij s, Benguleezen,
KlingaleezeD, Maleiërs, terwijl ook een
groot percentage der blanken Engel-
sohen en Duitschers zijnom zoo te
zeggen: „de wereld in een doosje."
En verbazend leerzaam 1
Want al die niet Europeanen houden
natuurlijk vast aan hun eigen kleeder
dracht, gebruiken en godsdienst, wat
vooral op de zittingen bij bet afleggen
van den eed tot vermakelijke scenes
aanleiding geeft.
Bij den z.g. Raad worden behandeld
de Residentiegerechtszaken, dit is dus
zoo iets als Kantongerecht, en daar
treden de lui gewoonlijk zelf op zonder
zaakwaarnemer, en komen dan zelf hun
zaken op de rol brengen en grossen
halen. In het begin heb ik dikwijls
tranen gelachen, maar ik zet het je
ook om je goed te honden, als je in
Holland in de praktijk bent geweest,
en je zit deftig op je bureau en er
komt een bruine heer binnen met niets
anders aan dan een doorschijnende doek
om zijn schouders geslagen en tusschen
z'n beenen doorgetrokken, 'n groote
zwarte parapluie, bij wijze van para
sol, onder z n armen witte verfstrepen
in de lengten over zijn voorhoofd. En
dan dubbel slaat en dan heel deftig
eene novelle
DOOR MATHILDE,
„Er is wel iets van aan?"
„U ook, oom, ik 'dacht dat u toch ver
standiger was."
„Hm, hm, w"at zal ik je zeggen, Max?
Hat arme kind was 'bij tons aan leen vroolijk,
onbezorgd leventje gewoon."
„Onbezorgd? Welke zorgen heeft ze dan
nu hier?"
„Och, dat ze altijd alleen is, dat haalt haar
muizenissen in het hoofd."
„Altijd alleen! Zooveel heb ik waarlijk
niet te doen, dat ik haar altijd alleen moet
laten."
„Wat zou er tegen zijn, dat ge u in
Breukviiet kwaamt vestigen."
„Ik wil geen concurrentie beginnen met
twee vergrijsde dokters."
„Ja, dat begrijp ik wel, maar, hm! hm
dat andere?"
„Dat wil ik piet."
„Dan vrees ik, als ge zoo- koppig blijft,
'dat ja, gij 'er to<e over moet gaan,
om ons Liane voor «enige maanden af te
staan."
„Mij scheiden van haar?.,,, neen, dat
nooit."
zegt: „Toean grippier minta ponnis."
(Mijnheer, de griffiier, ik vraag vonDis)
en als je dan vraagt in welke zaak, kan
het je gebeuren dat je ten antwoord
krijgt„Soebiainanian chettij contra
Nana Marimoetoe Padajadji dan en)
Tano Ngok Poen."
Maar hoe potsierlijk die chettij's er
ook uit zien, zijn ze zeer intelligent.
Daar het woekerairs zijn, (3 tot 5°/0
per maand vragen ze maarf!) van de
meerendeels Chineesche en Japansche
kooplui) hebben ze heel dikwijls zaken
op de rol, maar ze weten precies hoe
de machine op de griffie werkt. Bij de
Civiele zitting is hier juist de meeste
belangstelling in tegenstelling met Hol
land. Steeds zijn er eenige tolken voor
getuigen of partijen die geen Maleisch
kennen (ik begin het ook al heel aardig
te leeren) en de noodige priesters voor
het afnemen van eeden, die op alle
mogelijke manieren gebeuren.
De Mohomedanen hebben de Koran
op hun hoofd en zeggen den priester zin
nen uit de Koran na, wat het effect
geeft van 2 tegen elkaar blaffende hon
den; de Chineezen gaan in de zon staan
en steken 2 stokjes in brand en blaffen
ook iets dergelijks; de Batakkers (Su
matra) eten rijstkorrels, de Klingen
hebben een stukje—ik geloof, wierook
bij zich, gaan ook in de zon staan en
steken de wierook aan en, als ze ge
blaft hebben, maken ze met hun hand
de wierook uit. De Koran mogen ze
niet aanraken, die zit daarom ingepakt.
Toen ik het voor het eerst zag, vroeg
ik den heeren of dat ding zoo als post
pakket gekomen was.
Groot gelach bij de heeren rechters,
die het een echte opmerking van een
„orangbaroe" vonden. Zoo ziet ge dat
de rechtspraak hier z'n eigenaardige
moeielijkheden heeft.
Pater P. A'. Rijken O. P. schrijft in „het
Centrum"
In „De Heraut" van 27 November woirdt
de vraag behandeld, of gereformeerde artsen
en vroedvrouwen er zich toe mogen leenen,
om in tijd van nood aan roomsche kinderen
het Doopsel toe te1 dienen?
Het antwoord luidt, dat dit „voor een
gereformeerde nooit geoorloofd kan we
zen."
Dit is van groot gewicht voor de pries
ters, die parochialen arbeid verrichten
Tot nu toe waren andersdenkende jart-
sen en vroedvrouwen over 'f algemeen wel
genegen, om in deze den katholieken oujders
ter wille (tel zijn. Er was bij zeer velenl
een zekere bezorgdheid, om zich goed op
de hoogte te stellen van hetgeen volgens
de Kerk voor een geldigen Doop' wordt ver-
„Ik wist niet, W,alhorst, dat ge zoo op
uw stuk kondet staan; ge ziet het, die arme
Liane neemt bij den dag af en 't kost u,
om zoo te zeggen, maar een woordje haar
te genezen."
„Oom, oom, dat -pok u mij zulk een
raad1 durft geven, 't Is verschrikkelijk, tus
schen het leven te staan van zijne vrouw
en zijn roeping;."
En hij verliet den ouden heer om doel
loos over de hei te gaan dwalen. Zijn hoofd
stond in vuur; verontwaardiging, verbit
tering, medelijden, liefde voerden een ge
weldigen strijd in zijn borst; hij' voelde dat
zijne vrouw met hare geheele familie te
gen hem samenspande, dat zij zelfs den
verstandigen ouden heer hadden overge
haald, om tegen zijn eigen innige over
tuiging in hem teen raad te geven, dien hij
dwaas, onzinnig zelfs vond.
Notaris worden, hij, die eerst zijn toe
komst had opgeofferd om op betrekkelijk
gevorderden leeftijd zich aan de studie der
medicijnen te wijden; de roeping, welkte
hij dagelijks liever kreeg, opgeven, waarom
Omdat die fiauwe, schijnheilige Jules zich
op hem Wreken wilde over eenige gegronde
verwijten, want dat het Jules was, die1 zij
ne zuster, oom en tante tegen hem op
stookte, had Max sinds lang: begrepen.
Neen, hij zou sterk blijven, hij zou too-
nen, dat ;h ij een man was van karakter,
dat al die vrouwenpraatjes hem onverschillig
ilieten.
Maar als het werkelijk Waar was, als
eischt Zelfs Waren en zijn er nog hoog-
leeraren, die dit op hun colleges leeren.
Op de gereformeerden verloskundigen
zullen wij in deze niet meer kunnen reke
nen, althans te oordeeien naar de krachtige
termen, waarmee De Heraut zijn betoog
inkleedt: de „roomsche opvatting]", dat geen
kind zonder doop kan zalig] wonden, „is
door de gereformeerde kerken als bijge
loof veroordeeld en ireeds uit dien
hoofde kan het voor 'een gereformeerdte
niet geoorloofd wezen om tot zulk
een b ij'gel o o-vlge handeling mede
te werken.
„Nog, te meer klemt dit, waar onze ker
ken op grond van Oods woord het
recht o m t e d o open aan niemand
anders toekennen dan aan
den predikant."
Dat de leer der Katholieke Kerk geen
„bijgeloof" is en jhet H. Doopsel o-ok door
loeten kan, in tijd van nood ook mag; en
moet toegediend worden, zullen we hier
maar niet betoogen.
Genoeg zij het op die voor ons zoo be
langrijke leer van De Heraut de aandacht
der priesters te hebben gevestigd.
DUITSCHLAND.
Benzineontploffiog bij Berlijn.
Op |het terrein van 'de Benzinlageirungs
gesellschaft in Boschagen Rummelsburg
heeft een ontzettende brand gewoed, veroor
zaakt door de ontploffing van een der ben
zinetanks. Kort daarop ontploften nog twee
kleinere tanks, die in de onmiddellijke na
bijheid waren gelegen, zoodat het geheele
terrein een geweldige vuurzee geleek.
De plaatselijke brandweer Was machteloos
tegen het vuur en bepaalde zich dan ook
geholpen door de Berlijnsche brandweer tot
het nathouden der andere tanks. Op het ter
rein bevonden zidh ongeveer negentien groo-
tere en kleine1 tanks, waarvan ier tot 's nachts
elf uur drie groote en vier kleine w'aren,
uitgebrand. De tank, die het eerst ont
plofte bevatte' op dat oogenblik een mil-
lioen liters benzine.
Huizenhoog sloegen de vlammen uit
de tanks omhoog, waarvan er ipoedig nog
een viertal in de lucht vlogen. Persoonlijke
ongelukken hadden niet plaats.
De schade is enorm groot, en wordt op
ongeveer twee al drie millioen mark geschat.
In het geheel zijn ruim drie millioen liter
benzine in vlammen opgegaan; ongeveer
zes millioen titer benzine en een half mil
lioen liter olie bleven gespaard.
Door de ontzettende massa's water die
de brandweer i n 1de vlammen wierp-
10.000 liter per minuut hebben »ich
op het terrein van den brand ware rivieren
gevormd, zoodat men bevreesd is, dat de
tanks zullen wegdrijven of door de door-
Liane nu ging sterven, Welk bitter zelf
verwijt zou, 'hij zich doen, en die anderen,
hoie luide' zouden zij hem vervolgen met
dat woord, door zijne tante reeds uitge
sproken
,,'t Is uw schuld."
Hijl iep jn de heide rond, met hangend
hoofd, met zwaar ademende -borst. „O,
moeder, gij hadt gelijk, groot gelijk! Zij
pastie niet voor mij, zij is niet geschikt voor
den- istrijd des levens. Slechts door bloe
mengeur en zonneschijn Wordt haar feeder
gestel in kracht en bloei gehouden."
't Viel hem nog: niet van de lippen
„Zij is slechts een onbeduidend bedor
ven kind, haar schoone gestalte1 en lieve
oogen, haar. naief gepraat hebben u bedro
gen, gij hebt niet onderzocht naar haar ka
rakter."
Doch 'hij ihad b aar liefde en trouw gezwo
ren, aan hiern was het ook om haar zoo
gelukkig mogelijk te maken en reeds was
hij in de oogen van tante en Jules teen tyran,
eeyn barbaarsch echtgenoot, een Blauw
baard; zij zelve dacht er ook misschien
zoo over.
Een poos peinsde hij over ooms voor
stel.
„Doch na eenige maanden zal Liane nog
meer het stille dorp ontwiend zijn; nog die
per zal zij: hei leven bij haar oom betreu
ren, nog sterker zal de invloed van Jules
op haar worden, (waht hij Krengt, zoo' het
heet voor zijn te ere gezondheid, drie kwart
van zijn tijd in de Breukviietshoe sociëteit
weeking van den bodem de> verbindings
buizen zullen afbreken. De brandweer is
bezig, het water van het terrein weg te
pompen.
Was men a anvankelijk van meeningl, dat
het vuur in de benzinetanks eindelijk was
uitgebrand, toch is deze verwachting ijdel
gebleken .Woensdagavond begon tank 6
opnieuwjbeftlger op te vlammen zoodat
de vlammen tot vijftien meter hoogte op
sloegen. Daar volgens deskundigen deze tank
nog steeds half gevuld is, werden gaten in
den want geslagen om de lucht te: doen
toetreden en daardoor een snellere ver
branding te bevorderen. Inmiddels ging men
voort, de andere tanks met water af te koelen
De Berlijnsche brandweer heeft opnieuw!
nieuwe manschapen laten komen, daar het
einde van den brand nog niet te zien is
Een rede van keizer Wilhelm.
Bij de opening der Technische Hooge-
school te Breslau gaf de keizer aan het
slot zijner rede deze godsdienstige- opwek
king:
Ofschoon deze jeugdige inrichting nog
niet aanstonds alle afdeielingen omvat, toch
heb ik haar in haar rechten haren ouderen
zusteren in den lande gelijkgesteld. Ik ver
trouw echter, dat zij haar groote taak voor
provincie en land met dezelfde trouw zal
volvoeren, als in de andere geprezen wordt
Wie hier onderzoekt en leeraart doe het
met den blik op God den Heer gericht
in heiligen ernst; wie hier komt om onder
wijs te ontvangen, zij zich steeds bewust,
dat hij geroepen is, den volte' 'eens voor
te gaan op maatschappelijk en sociaal ge
bied, en tegelijk een voorbeeld van trouwe
plichtsbetrachting jegens God en vaderland
Alleen 'die arbeid, welke geschiedt voor het
gemeen, is volledige arbeid. Zulten arbeid
wijd ik bij deze dit nieuwe gebouw toe.
FRANKRIJK.
Gverstroomingen in Frankrijk.
Talrijke rivieren in Frankrijk blijven stij
gen.
Door overstrooming van de Mains staan
de lager gelegen wijken van Angers onder
water.
De Loire heeft velden en wegen onder wa
ter gezet.
De gasfabriek en de electrische centra
le te Saumur istaan onder water. De rijschool
is ontruimd. Bij St. Bcnoist in de Ven-
dée is een dijk doorgebroken. De velden
staan onder water en de boerderijen wor
den ontruimd.
Te Angers zijn draaischijven van het sta
tion weggesleurd.
De Marne heeft het lager gelegen ge-deel
te van Epernay onder water gezet.
De stad Nantes is op verschillende plaat
sen overstroomd. Vele fabrieken zijn onder-
geloopen. Talrijke arbeiders zijn werkloos.
De stad Caen is eveneens overstroomd.
door), en als ik er niet bij ben om haar
dagelijks aan mijn bestaan te herinneren.
O, mijn God, leefde onze engel toch slechts
waarom hem voor een poos slechts aan ons
vertoond en toen weer tot U geroepen?"
En bij de herinnering aan zijn arm zoont
je; dat slechts eenige uren op aarde ge
weest was, ontglipten pen paar tranen aan
zijne mannelijke oogën.
Hij zette zijn wandeling voort, altijd strij
dend, altijd diep gebukt onder den last, die
hem opgelegd werd, 111,1 ar niet tevergeefs
had' zijne twiee liefste en heiligste herinne
ringen opgeroepen; zijne' moeder en zijn
kind,
Het was hem of beider geest als troos
tende 'engelen tot hem nederdaalden en
al kon het besluit, dat hij nain, wijzer en
verstandiger geweest rijn, Ihij had het ge
nomen uit het beste wat in een menschen
hart wonen kan; terzijdestelling: van alle
egoisme.
VII.
„Och neen, beste Jules, ik kan het niet,
van Max vergen 't is beter dat ik blijf
en
„Naar het kerkhof gedragen wiordt, niet
waar?"
„Er is zoo weinig aan mij verloren."
„Weinig? Liane, zeg dat wioord niet meer!
Ge hebt gelijk, ik zal mij niet in de za
ken van u en Max mengen, ik deed ver
keerd, hier t e komen, maar het verlangen
om u te zien was sterker; adieu, zusje-
lief, tracht zoo goed mogelijk beter tew'or-
De prefect vroeg om zooi spoedig mogelijk
booten te zenden om het reddingswerk te
kunnen beginnen van de talrijke inwoners
111 de dfnstreken van Cernes. De redding
is zeer moeilijk. Nog nooit heeft men een
dergelijke overstrooming bijgewoond. Het
verteer op de wegen in het departement is
bijna overal verbroken. De schade is be
langrijk. De industrie ligt stil.
SPANJE.
Overstrooming
Het slechte weder op de Spaansche kus
ten duurt voort. De rivier de Sar is over
stroomd en heeft de dorpen Padiron en
Cesares onder water gezet. Het onweder
veroorzaakte brand in de kerk van Altamedda
Legra. Het vuur breidde zich over de ge
heele plaats uit. Deze ramp heeft belangrijke
schade aangericht.
Koning Alfonso geopereerd.
Koning Alfonso van Spanje heeft 'n klei
ne operatie ondergaan. Dr. Moure behan
delde hem. Het resultaat w;as bevredigend.
Aanslag op bet leven van den koning.
De expres van Madrid naar Iran ontspoor
de dezer dagen bij het station Villafranca,
waardoor alle Wagons derailleerden. Geluk
kig hadden geen persoonlijke; ongelukken
plaats. Maar de politie, die onmiddellijk een
nauwkeurig onderzoek instelde, kreeg daar
bij den i ndruk, dat een misdadige aanslag
was beproefd, echter niet gericht tegen den
express, maar tegen den hoftrein, die den
vorigen dag koning Alfons naar Madrid
terugbracht. Door een gelukkig toeval kwam
het plan een dag te laat tot uitvoering'. De
politie heeft sterke verdenking op een be
paalde anarchistische groep.
BELGIE.
Hot aantal ongeletterden ne»mt
steeds af
Volgens -een opgave van den Belgischen
minister van Binnenlandsche Zaken, neemt
sinds 1880 het aantal ongeletterden in Bel
gië steeds af.
In 1880 waren er van «ie- 6 millioen in
woners 10.500 ongeletterden, 1909 telde Bel
gië ruim 7 millioen inwoners; daarvan wa
ren slechts 4515 ongeletterden, vooral sinds
1900 begon het aantal ongeletterden sterk
te verminderen.
In 1880 waren van de 100 lotelingen er
21.66 ongeletterd; i n 1890 was dit aantal ge
daald tot 15.92; in 1900 tot 12.01 en in
het vorige jaar tot 7.03 per honderd.
In de provincie Luxemburg vindt men on
der de lotelingen de minste, die lezen noch
schrijven kunnen, n.l. 1.72 perc., in de pro
vincie Henegouwen de meeste n.l. 10.81.
In 1880 kwamen in Oost-Vlaanderen de
meeste ongeletterden voor, namelijk 33.95
perc. thans is dit gedaald tot 10.75 perc.
Dat zijn dus de Belgische clericals dom
pers, die sinds 1885 aan het bewind zijn,
den. Ik mag; niets voor u doen."
„Och, Jules, blijf nog een poosje."
„Waartoe zou het dienen, Liane? Als
gij niet de vrouw waart van dien wijs
neus, dan zou ik u mogen vergeteelleuj
naar een zachter klimaat, naar een bad
plaats, waar ge spoedig uw krachten zoudt
terugkrijgen."
„Ach, ik verlang naar geen ander land,
als ik dit akelig dorp maar kon verlaten."
„Dat moogt ge niet wenschen, Liane, uw
man heeft hier zijn betrekking; gij moet
bij hem blijven, gij moet zijn belangen
hooger stellen 'dan de uWe."
„Ach, Jules, nu helpt |ge hem weer."
„Hem helpen? De Hemel (beware mij
er voor; ik heb het u altijd: gezegd; mijn
vaste overtuiging is, dat ge- niet beter kunt
worden, zoolang ge hier blijft, maar ik heb
er ook altijd bijgevoegd: Van uw man
moogt gij zulk een offer niet eischen."
„En toch denkt hij-, dat gij' mij aanzet
om zijn verhuizing te vragen."
„Natuurlijk, ik krijg de schuld van al het
onaangename, dat hem overkomt. Max heeft
■een haat tegen mij opgevat. Waarom, weet
ik niet."
„Zeg dat niet, hij is wiel eens Wat streng
tegen u geweest."
„Lieve zuster, wat zijt ge goed, oim hem
nogi te verdedigen, die oorzaak is van
maar neen, ik Wil geen kwaad spreken
van hem, die u het naaste is. God schenke
u spoedig herstel, arme Liane!"
(Wordt vervolgd).