SI». Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 14. Zaterdag 18 Februari 1911. 5',e Jaargang FEUILLETON. Verschijnt Woensdag en Saterdag. Juliaan en Juliane, Dit nummer bestaat uit 8 bladz De Beeldendienst in de Roomsche Kerken. BUITENLAND. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 60 ot. per 3 maanden franco huis; 90 ct. met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers van de courant 3 cent. Van het Zondagsblad 5 cent. Uitgave van da Naaml. Vennootschap „Ons Blad". EUEMUBrsedatraat 12, tegenover de B. Z. Zerk, te Alkmaar. Telefoon No. 488. ADVERTENTIËNt Van 1—8 regels i i 80 Elke regel meer i i Beslames per regel i 15 Kleine advertenties van 130 woorden, bij voornitbet. 25 mui .Vrijdagavond van de vorige week was in Alkmaar duidelijk hoorbaar de echo van het geluid, dat de grijze felle bestrijder der roomsche Kerk Ds. Bronsveld telkens klin ken laat uit zijn „Stemmen voor Waarheid en Vrede",. 't (Was toen Ds. C. H, Nolke, predikant te Hattem, voor de Christelijke Jongelings- vereeniging „Zacheus" in „Waa'kt en Bidt" optrad imetjhet onderwerp „De 'beeldendienst in de roomsche Kerken". Dat men van de zijde der protestanten er naar streeft de geloofsovertuiging der jongeren te versterken, dat is voor onsi best te verklaren. Maar dat iemand als Ds. Nolke blijkbaar leert, dat men geen goed protestant kan zijn zonder bitteren strijd te voeren tegen Romje, (dat doet er aan twijfelen, of Ds. Nolke zelf nog wel weet, liat het wezenlijk grondbeginsel van het Protestantisme is het vrije onderzoek 'dat men gpejd protestant is, gelijk Dl-.. Knijper onlangs nog in 'de Standaard, betoogde, door dit beginsel goed te begrij pen en goed toe te passen niet door strijd tegen Rome. Intüsschen is deze rede van Ds. Nolke geworden een heftige opwekking om Rome kamp te leveren, waar men kan, meerdan een rustig' betoog over het onderwerp, dat was aangekondigd. Aan die bewogen stemming willen wij liet wijten, dat Dominé zooveel onjuist heden heeft weten saam te dringen binnen zoo klein bestek, In kalmere oogenbükken zou hij deze ongerijmdheid misschien niet verkondigd 'hebben, dat „de beelden eerst dienden tot versiering der kerken later tot Vereering". In (de Catacomben te Rome worden hei ligen gelijk Petrus en Paulus voorgesteld als heiligen, met den (nimbus het teeken der (heiligheid wel een bewijs, (dat men toen ireeds met dezelfde bedoeling de voor stelling van heiligen aanbracht als wij het :nog doen n.l. om) èn den heilige zelf te eeren Ên om zelf een voorbeeld voor oogen te hebben van Christelijke deugid tot onze leering, J Het kon wel niet anders of Da Nolke zou met den Bijbei in |de (hand Ide heiligen- vereering der rooms.che Kerk veroondeelen. Als Dominé nu eens |dc paralelplaatsen van (den Bijbeltekst, in Exodus waarop men ziich altijd! kveer beroept itL Deut. 4 en 5 ien Levit 26 ernstig overwoog onder voorlichting van een Augnstinus, een Ire- naeus lof een Joannes Damascenus dan zou hij bevinden, (dat God !wel verboden heeft beelden te maken maar id a n alleen als 24) •ene novelle DOOR MATHILDE, „Ah zoo', ui kent hem bijzonder?" „Ja, ik heb met (hem gestudeerd." ,i,Hij is dokter geweest, zegt men." 9,Ja, maar hij 'was niet gelukkig met zijn patiënten en heeft toen zijn geluk in een! landsbetrekking gezocht." „En idaar heeft hij; 't ook niet beter ge maakt, schijnt het." „Och, neen, mijn neef, die surnumerair was te Breukvliet, zei het vooruit, dat het nooit goed zou gaan. Door bijzondere voor spraak heeft hij (dien post gekregen, omdat het dokterspelen hem slecht Van dé h'andl ging, en dan mojet jhüj een heeli onbedui dende vrouw hebben." „Ja, natuurlijk krijgt de vrouw" weer de schuld van alles", merkte de dame aan. „Och, zooi gaat het, juffrouw, de dames moet men: in elke gerechtszaak zoeken, placht mijn oom te zeggen, (die officier .van justitie geweest is." „Maakte zij dan het geld op?" ,,'t Schijnt zoon hij was een sukkel en zij had jhern .ouder iden duim, zooals alle vrou wen 'het trachten gedaan te krijgen; als ze pet dan nog op een verstandige wijze doen, men het deed om daaraan g o d d e 1 ij k e eer it e bewijzen of die te aanbid den Dat nu doen de roomschen hun hei ligen beelden niet. Ze aanbidden ze niet, zij vereeren ze alleen hun heiligen. Een ca techismuskind onder ons 'wedt dat i'al' Ds. Nolke nog niet. En een roomsch heiligenbeeld wordt juist om (dezelfde reden in ouze kerken geplaatst, .waarom men een dichter, een held, eert vorst der wetenschap:, een |weldoener der mlenschheid 'hij heette (dan Vondel of de Ruiter of Spinoza of Boerhave, in mar mer of (brons in plantsoen iof op markt plein vereeuwigt. (Men (wil in hen huldigen het toonbeeld, (den held van Christelijke deugd. (Evenmin is het twaas, ;wat Ds. Nolke echter meent, dat ons roomsch volk in be paalde noodwendigheden zich tot bepaalde heiligen om voorbede richt. 'Als men eene kans pp benoeming die door H. M. de Koningin geschiedt ver zekeren wil is het niet onverschillig- tot Welken minister men zich wendt. Waarom zou God in Zijne 'wijsjheid pu niet lcun- pen toonen te willen, idat men in dezen nood dezen heilige en in andere omstan digheden gene aanroept om voorspraak bij Hem te zijn? Het meest pleit voor deze godsdienstige pjraktijk van :ons roomsch volk, Idat Gold! het inderdaad getoond heeft. De ondervinding was hier leermeesteres. Ds. Nolke drijft er luchtig Hen spot mee, dat men te Hattem zelfs een heilige voor stelde met een hertogshoed van Karei den Vijfden op. Wie *wat meer van kunstgeschiedenis weet dan Ds. Nolke lacht er mogelijk nog luider mee, dat Ihij zich 'hierover zoo verbazen kan. leder (handboek der Aesthetica wijst er op, dat Ide (a|f wijking van de historische trouw bij de (drapeering juist in de voorstelling van heiligen niet alleen dikwijls geoorloofd maar meerdere malen zelfs geboden wordt. Meer nog. Het zijn juist bijbelse he tafereelen waar de grootmeesters der schilderkunst de stoffeering en drapeering kiezen uit den tijd waarin zij leven. Rembrandt's Gelijkenis van den Wijn gaard, de Verloren Zoon van David Teniers den jongeren zijn 17de eeuws tafereelen Voorbeelden Idie met tientallen uit alle tijd perken te vermeerderen zijn. iHeiligen voor te stellen in de kleeding van den tijd, waarin die kunstenaar leeft is daarom wel verre van dwaais. Pok dat wist Ds. Nolke niet. Nu het fabeltje; de kerk houdt het volk dom. De lust bekruipt ons Ds. Nolke aan te raden zijn lang vergeten handboek der Al- gemeene Geschiedenis eens haastig .af te stoffen. Daar kan Jiij in leeren, dat juist de heb ik er niets tegen, (m|aar wanneer ze (den mpn aanzetten, om te |h!oog te vlie gen en fschulden te maken, zoadat het ein- Id'igt met de gevangenis, (dan zeg ik a ia ra ide vrouwen: Hoort eens, dames, ik vind het heel goed en lief van ut, Idat u zichi zooveel om ons mannen bekommert; maar tot zoio ver en niét (vender; bedenkt dat u oorspronkelijk voor de kinderkamer en de keuken geschapen zijt. Dus keert als 't Ui belieft daarheen terug', ik blijf op; mijln' kantoor." 1 „Zeer beleefd, werkelijk!" mompelde de juffrouw, (j,En wlat zegt u er van, mijnheer?" „Ik zeg dat altijd ide imjafo baas moet blijven," „Hm, hm, juffrouw! mijnheer uw man is niet veel beleefder dan ik! De dame glimlachte en knipfte met de oogen, alsof zij zeggen 'w'ijde1 „Ik (weet wat Uie grootspraak beteekent." „Zc zeggen zelfs," ging de andere voort, „dat die mijnheer aan zijn vrouw de sleu-i tel,s zijner brandkast in bewaring' gaf." „Dan heeft hij ook zijn verdiend loon." „Ja, en dat mevrouw naar hartelust hare fijne handjes in het rijksgeüd stak om ja ponnen en lintjes daarvoor te koopen". „Foei, foei!" riep verontwaardigd de juf frouw, „zulke vrouwen bederven onze re putatie: die 'halen de mannen altijd aan, 'als wij hun eens vragen Ons walt meer te vertrouwen,. Maanden-, jarenlang zullen iwij (dat nog moetenj Wooren, foei, 't is katholieke kerk zich steeds het volksonder- richt heeft aangetrokken. (Wie toch stichtte die kathedraal en klooster 'scholen en later die parochieschool, welke iedere parochie in de Middeleeuwen bezat? Als groote gemeenten ontstonden kwam er ook behoefte aan vermeerdering van scholen. Zij kwamen er, maar onder den! invloed en «op voorbeeld der kerk. Op zeer vele plaatsen tot ver over de grenzen had den Ide Broeders des genieenen Levens hun ne beroemde scholen. Ds. Nolk'e die te Hattem woont niet ver van Zwolle, De venter en Windesheim moest dat toch we ten. Diat weet Ds. Nolke blijkbaar ook niet. (O men iwil zoo gaarne voorstellen als, of de bloei van de volksséhool begint met de Hervorming. Luther echter klaagde in 1524 reeds over (het verval ivan de .scholen. „Wij on dervinden nu in de Duitsche landstreken, hoe men overal de scholen verwaarloost." (Dat was juist het taeest waar van de omgeving van Whlenberg de bakermat van het protestantisme! (Voor de Fransche revolutie was Frank rijk overdekt met scholen iwfaar de kin deren des volks-onderricht ontvingen. Omtrent Engeland heeft de geleerde Be nedictijn Gasquet bewezen, Idat voor de Hervorming het volksonderwijs bloeide en dat het na de invoering daarvan tot verval kwam, (Dat alles weet Ds. Nolke blijkbaar niet. (Voor den tegenwooiidigen tijd verbrui ken wij geen woonden. 5We weet, niet, dat van katholieke zijde uit heilige overtui ging millioenen voor de vrije school' ge offerd zijn ook vooMat (de leerplicht in de verschillende landen Idlwoing tof het volgen Kan onderwijs? En dat (het onderwijs ook deugdelijk is dat (bewees 'hét schit terend succes, waar-mede in België zooi- wet 'als in Frankrijk herhaaldelijk de leer lingen der Broeders der Christelijke scho len aan het Concours deelnamen. Wel is (het getal anafphabeten zeer groot in sommige landen, doch niet door de schuld (der kerk. [In Portugal en. Spanje wordt nog juist voor een belangrijk gedeelte door de kerk voor het onderwijs gezorgd. In Italië had de regeering [sinds 30 jaar al gelegenheid ide oprichting van meerdere scholen te bevorderen. In Frank rijk neemt het getal analphabeten juist toe klaagde een ider Fransche generaals niet la.ng geleden |na 30 jaren van bemoeiel'ijking van het bijzonder onderwijs. Wie in deze zoogenaamd roomsche lan den ite kort schoot, idat |w!as niet de kerk, (diat waren de v ij a n d e n |der kerk. Dat alles weet Ds. Nolke blijkbaar weer niet. 1 1 De vraag die een aansporing was, „moe- om zicjij doo|di Ife ergeren. Als ik dat imiensch eens ouder handen kreeg, zou ik haar flink ide 'waarheid zeggen; flink hoor!" „'t Zou u niets meer helpen, 't is toch te laat" „Maair zal dat (dien armen kerel niet aan gerekend worden, dat niet (hij, bfaar zijn, gekke vrouw het geld ik. zal het ware woord maar zeggen gestolen heeft?" j,Wiel neen, hij is ide verantwoordelijke persoon, mijn 'wlaarde! Hij en (hij alleen; (wiaarom 'is hij niet wijzer geweest, en be- Wlaardë Ihij niet zelf zijné sleutels? De wet; kent mevrouw) niet in deze zaak; boe- veel zij ook anders te zeggen heeft." i„Nu, ze moesten, dunkt ine, haar het strengste straffen. 'Wie wieiet hbe zij aainj Üe ooren v|an haaf fnlah heeft gezeurd, om die sleutels te mogen bewaren.'" „Maar (hij is zwak geweest, hij had zijn vrouw beter moeten kennen,'" „En is ze lief en (m0oi<"' i„J,a, juffrouw, dat weet ik niet, ik héb nooit Ide eer gelhaid haar te zien." „Een mooie eer! Wiat z.a'1 ze rau p'lei- ziieir hebben van hare keurige japonnen; me dunkt, ze moet zich niet op| straaK durven vertoonen." „(Hoeveel straf zou hij krijjgen?" „Een jaar of drie, vier, ten minste; de ontvanger van O'., mijd.ik vwil zeg gen (de neef van mijn zuster's man's broer's vrouw, heeft voor een mindere som twee jaar moeten zitten,." „Zoo, twee jaar 1 Ja, ja, 't is eeni ten Wij fc'r niet op letten, waar wij onze inkpopen doen?" laten wij voor wat zeis. En wat wij reeds ;zeiden herhalen we: iwij'v (olg'en het kwade voorbeeld van Ds. Nolke niet. Èn roepen onze roomsche vrienden niet op tot bestrijden van het prote stantisme, Wjij hebben er geen be hoefte aan, het is volkomen overbodig Bij de Ihopelo.oze verdeeldheid in de pro testante kerken woekert de spijlzwam, die ten laatste alles uit een zal drijven al door voort. 't Valt van zelf uit elkaar. ,„De vijand is talrijk, machtig en lijkt te staan massief, (hecht en sterk". (Ds. Nolke u zegt het 'Wel. {De roomsche kerk zal deze aanval niet ideren. Hij heeft niets fnieer gedaan Ds. Nolke (dan van verre een steen werpen naar een ider prachtvensters van (de grootsche kathedraal idie is de roomsche kerk staande op de steenrots. ITALIË. De Paus ongesteld. )De H. Vader lijdt aan influenza, welke echter tot dusver een normaal verloop heeft. Donderdag was de toestand van den Piaus zeer verbeterd, 's {jVlorgens Was Z. H. geheel en ,al zonder 'koojrts. Dir. Pe- taoci istonid Z H. toe gedurende den mid dag eenige uren het bed te verlaten. Hij' (ried den Paus aan, rust te houden. De audiënties zijn uitgesteld, Portugeesche Katholieken haters aan het werk. Jn den nacht van 'Wloteiisdag ;op Don derdag hebben de anti-clericalen van Opor to wieer eens op ide 'afschuwelijkste wijze huis gehouden. Bij het uitgaan van den ka tholieken 'kring werden de katholieken door een bende republikeinen overvallen. De ka tholieken verzetten zich dapper, .maar het gevolg van dit incident was samenscholing ■van eer. groote menigte. 'Deze trok naar de bureaux van een katholiek dagblad en het gebouw der katholieke werkliedenver- eeniging, waar alles wat los en vast was, vernield Werd. (Volgens sommige bladen wer den zelfs revolverschoten gewisseld. De geweldenaars droegen verschillende geroofde voorwerpen in triomf door de stoten ider stad. ■Naar aanleiding van deze onlusten heeft de gouverneur der stad izijn ontslag aan geboden. FRANKRIJK. Weer een slachtoffer der apachen! Pp een der Parijsche kerkhoven is de politieagent Péerin begraven, die als slacht offer van zijn pli'cjht ,inf het gevecht met Apachen den dood gevonden had. Naar de (heele tijd, maar ide schurk verdiende dat ook. Foei, hoe durven zij het wagen? Uit komen moest het immers toch eens. W;eet u ook zijn naam?" ,j|W|aIhorst." „jWjalhorst?" „Hé! (niet waar, Coba, heet de man van je vriendin Catharina Toezang', ook geen Wjalhorst?" „Zeker, daarom viel de maant mij op, ach, ihich 1 ik zal Cato dadelijk schrijven |en vragen of Idat 'haar ,zw|ajgejr is', 't Zou toch Wat zijn Catoi is! van zoohi gondel familie en |dan een veroordeelde |tot zwa ger te hébben! Laat ons Ih'oipdn, dat het niet waar is. Die arme Cato!" ,j,W,eet u ook of ze kinderen hebben?" „Nu vraag je mij' todh te véél; beste heer! Ik meen, ik meen van niet!" „Des te beter! O wat moet zoo'n moe der voelen, als ze zulke wurmpjes ziejt„ hun geheele leven lang' geschandvlekt door haar schuld! Wat 'n mensch'-" /Uit het raampje "keek stijjf en strak dat mi e n s c h naar buiten, haar gelaat tegen de léuiten gedrukt, (Was 't wel ove|r haar en over Max dat ze spraken? Hoe dikwijls had zij niet willen roepen: ,,'t Is niet waar! hoe kunt ge zoo' spreken, 'afschuwelijke mensehen!" Dan had ze het (wel uit willen 'gillen: ,,Ge beklaagt die armie Cato, en voor ons ongelukkigen hebt gij geen Woord van medelijden; 'van beklag, 'Zoo zal dus de we- Ireld 'altijd over ons spreken; altijd, nooit prefect van politie Lépine verklaarde, is dit nu dé zevende politieagent, die binnen twee jaar tijds bij (het vervullen van zijn plicht gevallen is door het mes der Apa chen. Voor de kameraden van den doode, wien eenzelfde lot bedreigt en wacht, moet ik spreken, aldus de politiechef op het kerkhof. Omdat er voor de schuldigen, die terecht staan, blijkbaar zooveel ijdele ver-. schooning gevonden wordt als gevolg van de overgroote bezorgdheid om onschuMi- gen te sparen; omdat er een golf mensehe- Ilijkjheid uit ide zeden, in ide (Wet is over gegaan en van de wet in de praktijk dei- rechtbanken menschetijkheid Waardoor som tijds 'het begrip van (hetgeen er vervolgd, moet worden en de zorg voor de noodige waarborgen verloren gaan; daarom, vraag ik ook een weinig -medelijden voor !hen, die ide maatschappij beschermen en eenige waarborgen voor [de veiligheid' van (hen, die gevaar loopen de slachtoffers te Worden van revolver en mes. Verzoekt «nen een gunst, wanneer [men vraagt, dat ide wet (de politie beschermt, zoojals zij[ haar ergste vijanden beschermt? Moge het gevoel des volks ontwaken, zeide Lépine ten slotte; de politie vraagt zijn rechtvaar digheid en ook iets van zijn mededoogen. (Kan de valsche humaniteit, die thans in Frankrijk den toon aangeeft, fijner ge hekeld worden? O. dat Vlissingen De „Gaulois" deelt mede, dat de groote zee-manoeuvres in September zullen plaats hebben in Wet Kanaal en in de Noord zee in de omgeving Van Vlissingen. Het eerste en tweede eskader zullen er laara deelnemen, ENGELAND. De wensch eener moeder in vervulling. In Engelsche bladen wordt het volgende verhaald uit ide kindsheid van Lloyd George, den democratischen minister van financiën; Ongeveer zeven-eh-veertig jaren geleden werd' een dokter geroepen in een kléin landhuis, waar een kind, een knaapje vart één jaar, ernstig ziek lag. De moeder, die pas haar m,an had [verloren, Was wartho- P'g1- „Red mijn kind"! riep; zij. „Ik heb hem aan God gewijd, en gebeden, idat hij mogre leven en opgroeien tot een m,an die iets doet voor zijn medemensqhen." De dokter bleef anderhalf [uur bij het ziekbed van het kind. |Toen deelde hij de moeder mede idat haar gebed 'was verhoord. De crisis was voorbij ej» (iia.ar kind zou, blijven leven. „Goddank 1" riep de moeder. „Wij zijn arm, maar ihij behoort Go(d' toe en ik 'wil Idat (hij iets goods doe in de we reld." 'Het kind werd een man, en onlangs, toen kie dokter op de publieke tribune ins meer met oipgéheven hoofd kjan ik tus- sdhén Max en Julies gaan, en ze geve'nl mij de schuld van alles!" (Doch bij de laatste w'oioirden: was het Ihiiar, of de geheele aarjde rondomi haar in rook opging, of Ih'aar laHes ontzonk, of er niets beters voor haar te doen w(as' (dan 'te verdwijnen, zooidat nooit meer iemand ihooren kon, Waar zij gebleven was. Arme Liane! Nog nimmer had zij er aan gjeidaoht hare tranen in te honden; wan neer ze thuis reiden of liulgjt had iom! te schreien, weerhield zij 'zich nooit, maar nu moest zij eiken traan verbergen, verstikken zelfs, terwijl haar gemoed vol schoot, haar arm hartje door het lontstulimig kloppen (dreigde te breken. 'Zij zag daar huiten het landschap voor bij vliegen en als in cein droom| hoorde zij het gebabbel der reizigers. „O God! Waarom zijt Ge zoo wreed, Waaraan heb ik dit verdiend?" was hc' eenige Wat zij wislt te zeggen aalnl ider* Vertrooster der bedrukten, aan Hem; die gezegd heeft: „Kbm|t tolt mijl, gij allen, idie belast en beladen zijft, en ik! za| u verkwikken." i (Gisteren toen zij hoop had op uitkomst, toen kon zij bidden en beloven, thans ecb ter, nu zij verlaten en eenzaam vvias; wis'tl zij niet meer hoe zicfh to(t haren hemel- sc|hen Vkder te 'richten. (Wondt vervol«ci)s n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 1