iferjj H. Sath. Nieuws- en Advertentieblad voor Neorii-liolland. feuilleton! m 144, Kuiscieid zonder geloof? 3, HAARLEM. No. 36. Zaterdag 6 Mei 1911. 5*e Jaargang' paraat! ssn, Alkmaar iflütfiif. Alkmaar. Alkmaar. rk Verschijnt Woensdag en Saterdag. Julian en JuJiane. rt f 250.000. eten, Deposito's, enz. enz. RING. BUIGEN, Alkmaar. R KLEI, Pendules, oeilicht! VAN AANLEG. Iitingen gratis ad. jaen. Alles prima tant. Bit nummer bestaat uit 8 bladz BINNENLAND. NK. >r Staten Generaal en iter ran Alkemade, te en-Generaal en Bnrge- m Beroep (Ongevallen* rd-Holland en van den DR. dat hij zijn kery heeft IN, en houdt 30, TILBURY'S, E4AS- lorraai bij "«'•ik, Mjsi ALEM AAR- GROOTSTE KEUZE- 1NIEUW! ian delen, licht 2 N, OLEN, enz enz. IV KEMPEN. KUSÏLRS, - Wamt ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS s 60 et. per 3 maanden franco huis90 ot. met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nnmmers van de oenrant3 cent. Yan het Zondagsblad5 cent Uitgave vaa de Naami. Vennootschap „Ons Blad". BUBBAU: Bree&straat 12, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar- Telefoon No. 433. ABVERTENTIËN Van 15 regelsi 80 Elke regel meer S Beclames per regel 15 Kleine advertenties van 130 woorden, bij voornitbet. 25 seat. i,i Wel heeft er altijd onzedelijkheid bestaan :en die den goielden p-uden tijd zoo uit bundig prijst, kent hem gewoonlijk slechts half, maar niemand zal het toch betwisten dat {iet grocte onderscheid tusschen vroe ger en nu hoofdzakelijk hierin gelegen is, idat het euvel in alle küassen der maatj-j schappij is doorgedrongen en wat kwaad is, goed' en. wat goed is, kwlaad genoerndl wordt. Zonder zich te bekommeren om tra- fdities van eeuwen her, zonder rekening te houden met welk gezag dok, (hecht men niet de minste waarde meer aan Wat men vroe ger voor zedelijk hield. Wanneer men ziet, Idat er maar all te veel zijn, die m,et b'ran-i dend verlangen naar ideze nieuwe openbarin gen luisteren en ze in praktijk brengen, dan idenkt men onwillekeurig aan Ide bedrei ging van den profeet: „Wee Idengenen, die het kwade goed Iheeten en het goede kwaad Idie duisternis tot licht stellen en het li-dijt tot duisternis (Is V. 20) Sexueele [hervorming is het wachtwoord van onzen tijdi. -ferochuren daarover schie ten als paddestoelen uit (den grond. Meer idan een voelt zich- geroepen een woordje mee te spreken. Zij geven een verschrik kelijk beeld van de zedeloosheid onzer da gen, om den nieuwen (weg, idien zij zou den aviLden inslaan als jden eenig juiste,i aan te geven.. Wanneer zij dan ook een geneesmiddel aanprijzen, dan zijn zij hel; 'er lallen roerend over eens, dat door denl mensch zelf en niet door een eeuwige, allen verplichtende wet v. een boven ons staand persoonlijk wezen, d'e oplossing gevon den moet wo|rden Moraal 'zonder Goidj" zoo klinkt het van alle feiten. De jeugd', zoo zegt mien, [heeft de zedelijke kracht; niet van buiten te verwachten, ma-ar draagt deze kracht in eigen boezem. Daarom loont het wel de moeite eens na te gaan, of kuisc'hheid zonder godsdienst mogelijk is.' Voor sommige personen zal men dit niet kunnen Ontkennen, want er zijn ongeloovige menschen, die zedelijk hoog staan. Meest al gevoelen zij zic|i (dan to-t bijzondere belangen getrokken, of blijven door allerlei -omstandigheden voor den zwaren strijd van het sexueele leven bewaard. Natuurlijk kun nen zulke gevallen niet bewijzen, dat de godsdienst in jden strijd mm de zedelijke reinheid des levens een te ontberen factor is. Wij moeten onze blikken slaan naar het gros der menschen, naair Ide veine weg overwegende massa der hooge en lagekrin- eene novelle DOOR MATHILDE, 3G) „Zij heeft zich dus niet gedood?" j,Neen, o-, ik zall' u piles vertellen; geef mij |uw farm, M'ax, tojat ons wandelen. Die beweging zal mij goed; d'o-en, wiant jnijn hoofd staat in lyuulr en tocjh ik bieja in jairen niet zoo weinig ongelukkig geweest als op -dit -oogenblik." Ze gingen zwijgend voort, nog onder den verpletterenden indruk; de eerste van de bekentenis, idiie hij haid afgelegd; de ander door het bericht, dat hij had imoeten ihooren. Geen verwijt ontsnapte Max lippen. Na een poos vroeg -hij eindelijk: „Heeft zij u opgezocht in Duitschlanid A-rm -kind, de wroeging verteerde haar -en zij had geen vertrouwen genoeg in mijl, om alles -aan mijne liefde to-e te vertrouwen." „En [hare schuld: was zoo gering". „Maakte zij dan niet de brandkast open „Neen, neen, niets heeft ze. gedaan ;doori mij geplaagd, -aangedrongen en in 'tnauw gedreven, liet ze mij raden naar hetwo-ord| van het slot, en toen ik het wist, vermoield)- Ide zij nog niet welk -misbruik ik vain haar domheid ging maken." 1 „Zij wist dus niets van uw daad', toen ga ons verliet?" „Neen, (dien avond, den laatsten da.t we Samen waren; keerde ik alleen pn plnjgee gen der maatschappij, voor wie het sexu eele het eeuwig bekoorlijke .-blijft dat hum bloed in beweging brengt, hun lectuur kruidt hun vermaken aangenaam, hun kunst prik kelend', bun theater genotvol maakt. Wij moeten niet slechts o-nze oogen wenden naar menschen met een vast levensdoel- maai o-ok naar de door storm -bewogen jeugid.- In al ideze kringen is kuischheid zo-nded godsdienst niet mogelijk. Men kan tot bewijs daarvoor de ervaring yan het dagelijksch leven (aanhalen; men kan wijzen -op het ontzetten-d zedenbederf in (het heiligdom, waar de mensch in den| strijd tegen de hartstochten in hoofdzaak slechts over zijne natuurlijke klraditen te; beschikken had. Doch voor zulke bewij zen zijn -toch -niet vatbaar diegenen, dies beweren, dat zij niet tot -die groo-te massai beho-oren. i L Ontegensbrijdig beho-oirt de geslachtsdrift tot de geweldigste hartstochten, die 's men schen leven bewegen. Het is eene onweer staanbare macht, maar ook een blinde macht die in dienst der beide geslachten staat en het individu met zul-k een groot geweld aan grijpen kan, dat het ,al het andere vergeet, (dat -het vermogen eer, gezondheid en| kracht aan een hartstocht opoffert, waar door het wie weet (ho-e dikwijls bitter be drogen wordt. D-aar nu ide hartstocht juist op dit punt niet luit 'eene bekoorlijkheid.' van buiten voortkom), maar in het innerlijk wezen van 'den mensch zijn oorsprong heeft zal het ook onmogelijk zijn, hem door opi (heldering en onderricht, ido-or wetten en\ waarschuwingen 'blijvend te overwinnen. De verlossende en .helpende macht .moet van binnen ko-men maair van iden mensch zellf 'kan zij niet alleen uitgaan. De mensch staat onder dezen hartstocht is aan ontelbare bekoringen blootgesteld en wordt zoo do-or het goochelspel zijner ver beelding beinvlo-eid, idiat (hij tegen de p-n- eindige wisseling van zinnelijke verlokkin gen uit zich zelf geen weerstand kan hie lden, wil- hij zijn Üjühaam -o-p|heffen, dan heeft hij e,-en steunpunt poiodig; wil jhjjj inwendig aan zijne hartstochten wieerstand bieden, dan hqeft -hij ;het steunpunt eener bovennatuurlijke macht noodig. Eeuwen lang 'heeft men te vergeefs 'beproefd een Per- petium mobile te maken, maair Wet vermo gen, dat aan -alle dingen van nature eigen is, om te blijvje-n ,in den to-estand, waar in zij zijn, eischte -altijd een hoogere kracht die de beweging te .voorschijn riep. Op- gelijke wijze staat .het ree'ds te voiren v,a.st, 'dat alle pogingen, ido-o-r ions zelf aa,nge-' wend, om de overwinning en beteugeling van d en sexueelen hartstocht te bereiken, te vergeefsch zijn. De Godmensch alleen is de hoogere, bo ven ons staande macht die hier helpen kan, -merkt naar huis terug. Liane w.as reed^1 boven en ik trad- het kantoor binnen, waar van ik de deur o-pt e'Io-t deed. Dm de meiden ite do-en gelo-oven, dat zij vo-oir uw) lessenaar za|t, deed ik haar -m-utsje op- hel; hoofd en zoo heb ik piok! u| bedrogen."' Een licht rees in des dokters brein. „Uwe gelijkenis heeft mij da-n ,zoo mis leid. O, arme Liane en ik,) idliei iui jvoow schuldig hield, vo-or medeplichtig', voor hui chelaarster!" „Neen, alle verantwoordelijkheid komt op mij:. Eerst toen de diefstal ontdekt was, sc-hijnt bij L'iiane- het vermoeden te (zij-n ■opgekomen -aam mijln gehuld; om mij to ondervragen, en u te sparen, besloot zij stil mij o-p te zoeken. Het was een idwazê streek, maar achzij miste ondervindiing en moest die alleen leeiren onder d'e treu rigste omstandigheden, na een mo-eielijke reis kwaim -zij1 afgebeuld| in C1|eef aam, maar ik had haar een verkeerd adres pp- gegeyen; mijni slecht geweten deed me we-n- schen voor u beiden- mij'n verblijfplaats te verbergen, 't Arme kind kw.rn onbekend, ziek, half zinneloos in Cleef -a-a'nl Hij -zweeg door schaamte en 'verdriet neer gedrukt; ook Max schaamde zich zijn diepe ontroering piet. I „M-a.ar in 't (hotel wend zij afgewezen; men 'wist niets van mij idiit gaf haar denl laatsten slag. Zij; wad voor ido-oldl ini een gasthuis gedragen en zweefde daar -weken en weken aan den irand van '-t graf. Toeval lig las ik in de Ho-llandsche bladen (iet I vermissen van, de ontvangersvrouw. Ik ont stelde hevig en mijn eerste ,werk was naiair: Cleef te ijlen; na vele -nasporingen gelukte- Hij is de Verlosser, iwa-nt Hij heeft onsi op ide eerste plaats (verlost (va-n ons zelf,i van de inwendige hartstochten ons harten, Hij gaf o-ns -de |kraöht kin-deren Golds te worden. Door Zijn kruis en opstanding heeft hij de 'wereld o-verwonnen, niet slechts de wereld der geschiedenis, maar vooral de wereld van ons eigen „Ik". Hij bo-oid tegeni ■de zinnelijke verlokkingen het noodige te- i genwicht in de eeuwe, onveranderlijke waar heden, wier geweldige stem den storm van den hartstocht overstemt. .Doch dat is niet t -het voornaamste. Afschrikking is slechts' negatieve arbeid en Hij zo-u (geen goddelijke macht en wijsheid hebben, wanneer Hij geen positieve mi|ddel-en had aangegeven. Geheel- nieuwe gedachten vervullen de ziel, het innerlijk verlangen van ihetmen-i schenhart wordt bevredigd door nieuwe ide- lalen. Tegenover de macht yan zinnelijke neigingen stelt Hij de eerste en grootst)/ deugd, ide liefde tot God, (waarvoor het kind op zeer teederen leeftijd reeds ontvankelijk is. Ontwikkelt 'zich deze liefde nortn-aal, dian heeft zij in (het innerlijk leven reeds' eene voorname plaats ingenomen, voomdlai de zinnelijke neigingen ontwaken. Wellicht, zal zij -deze neigingen (in (het geheel: nietj laten opkomen, met zulke kracht h;et jon ge [ha-rt aangrijpen, met zulke vrede zijn. verlangens bevredigen, dat het zif vo-om jd-tijd', enkel en alleen aan zijn Gov. wijdt.' Ko-men deze neigingen zoo-als het gewoon lijk gebeurt en natuurlijk is, met het toe nemen der jaren op, dan zal-de mensch, diel een gr-oote liefde tot God in zich gevoelt, weerstand kunnen bieden. Deze nauwe be trekking tot God, een onstoffelijk wezen, m-oet den mensch innerlijk adelen en eepl zedelijke kieschheid in |hem opwekken. Zoo is voo-r iden Christen het sexueelei vraagstuk van bpven ,a f opgelost. Zijn leven kent (hoogere rijkdommen dan ida zinnelijkheid. (Slot volgt.). ook elders, waar Nederlanders gevestigdl zijn, het -overwegend nationaal belang van deze uitgave zal worden beseft." Inderdaad een goede opzet!' Maar nu de uitvoering. Bittere ironie voor de Katholieken, die er totaal in genegeertl| worden! Pe Eerw. pater Jos Looijmans S. J.- schrijft er over in het jongste nummer va-n; „de Katholiek", 1 De hoofdstukken wetenschap en letteren zijn als de rest: eenzijdig en soms hatelijk partijdig van 'het begin fo-t (het eind. Terwijl) professor Bolland in geestdriftige taal wordf opgehemeld, zoekt men tevergeefs een be hoorlijke bespreking van prof. Beyssens en. zijn criteriologie. Terwijl d:e vieze romans- van Couperus alle worden opgesomd en de schrijver breedvoerig 'besproken, 'terwijl zelfs- een zoo- walgelijk boek1 als Heyermians' „Kamertjeszonde" niet -onvermeld blijft) wordt van den dichter-staatsman, den mach tigen prozaschrijver idlr. Sdhaepmian niet; landers gewag maakt dan do-or -de vermel ding ;van zijn naam te friidden van een dozijn; grootheden van den Iderden rang. D|at heet nu het (buitenland een trouw beeld geven van Nederland bij den aanvang der twintigste eeuwl Be Eath. wetenschap genegeerd. Onder leiding van Jhr. Mr. H. Smissaert is een nieuw werk verschenen getiteld'; „Nederland in (den aanvang der twintigste eeuw geschetst in woord en beeld door verschillende schrijvers, geillustreerd met cir ca 500 afbeeldingen." Het doel dezer uitgave leert men in het voorbericht: I „Men wenschte dat -Nederland in idei^ vreemde beter en juister bekend en gekend! m-ocht wonden",: „Het ligt in de bedoe ling der uitgevers een zeer j-uime oplage Van dit boek te (bezorgen en ;voor eenj ruime verspreiding, daarvan in yersch'ililen- ide talen maatregelen te treffen. Zij vleien Zich idat in -b-reede (kringen te onzent, enj het mij haar te vinden in den. verschrik- kelijksten toestand." I Weer zweeg hij, do-or aandoening -over mand. „En verder?" vroeg Max hijgend. „Zij herkende mij niet; in hare ijlhoof digheid -riep ze onophoudelijk om u, (dat gij onschuldig waart en ik -alleen schuldjgl In mijne lafhartigheid vreesde ik niets zoo zeer, dan dat die kreten' -vian haör achter docht zonder], verwekken; ik veranderde dus mijn naam en ic'rachtte zooveel mogelijk te zorgen, d-at hare vreemdsoortige 'a-ao- komst en ziekte geen opspraak verwekten." „En heeft zij geen oogenblik h-aar ver stand teruggekregen?" „Ja-, koirt voo;r haar dood! Na ide geboorte van Johan bleef zij in een soort van ver- dooving, Idie dagen aanhield; eindelijkkwlam zij tot bewustzijn en men 'maakte vain, jdit helder uurtje gebruik, o-m 'haar jd|e troost middelen der Kerk toe te (dienen." i „Hebt ge met haar gesproken?" „Eepige minuten; zij was onrustig en op-r. gewonden. „De schande voor mijn kind', Ju les, dank ik aan u, mijn tweelingbroeder!" riep (zij onophoudelijk, en toen wierp 'ze mijl blikken toe, vol weemoed en verwijt, de>J zelfde uitdrukking, die ik -nul ln (johans o-ogen niet verdragen kan; om haar te bè- -daren, verpletterd door wro-eging en berouw zwoer ik aan haar sterfbed, idat haar kindl geen onteerden naam zo-u drage-nv Ik wias: ook waarlijk voornemens om mij- -als dem schuldige aan te geven, uw vrijspraak te verkrijgen, maar ;ach! ik, w'eirdl jzjw-a-k, ina- Liane's dood; op eene andere wijze trachtte ik mijn belofte aan haar trouw te blijven. Ben waarschuwing van het „Han delsblad" voor een tooneelstnk. Het „Handelsblad" heeft gelez'en, „Lei Rubicon" van Ed-ouar Boufdet, het stuk waarvan Het Tooneel-, onder direc'- tie van Willem Royaa-rds, de eerste voorstelling te Amsterdam aankondigt. „Dit stuk schrijft het „HlbUl." is dermate scabreus, dat wij oms verplicht achten pn- ze lezers, die natuurlijk een dergelijk stuk bij Royaards niet zullen verwachten, te waarschuwen. !Wij voegen er bij fet het niet mogelijk is door de vertaling dit scabreuze weg te nemen." Wij behoeven hieraan niet veel meer toe te voegen, nu een liberaal hooforgaan het blijkbaar toch te b'air %indt. Voo-r het monument der gesneuvel de Nederl. Pauselijke Zouaven, tevens mo nument van Neerlands Katholieken als blij vend protest tegen de schandelijke overwel- iliging van Petrus? E|"f in 1870 is tot 1 Mei ingekomen een befd-rag van f589.85. DeTweedeKamer komt Dinsdag la.s. weder bijeen. Voorgesteld zal worden in de afd. te doen onderzoeken verschillende wetsontwerpen o-.a. wijziging en aanvul ling Van d,e -bepalingen in 'het Burg. W-etb. -omtrent de verbintenis uit -onrechtmatige tdajad, enz.; -bepalingen in Ihet 'belang van Max is misschien reeds onderworpen aan zijn lot", dacht ik,( „(hij vermoedt niet wat Liane's einde is, mij verdenkt men niet; tegenover de were!|d kan ik vein zen, 'dat zijnj 'misstap; mij (diep- beschaamt en zijn kind1 zal ik 'als het mijne liefheb ben en grootbrengen. Deze belofte ten min ste heb ik vervuild;. Na eenige jaren in- Duitschland en Frankrijk te (hebben -doori gebracht, begaf ik mij naar Java en nam den kleinen Johan, die ondertusschen eeni ge jaren bij Barmhartige Zusters in Cleef had doorgebracht, met mij mede en niemand twijfelt aa-n mijn weduw;na!arsehap'. Mijne vrienden in Holland en -ook hier denken), dat ik met eene Duitsche ben getrouwd, geweest. „Ik 'heb een groot fortuin verzameld, ik heb mijn leveni gewijld -aan de verdedie ging van het recht, ik blen geacht, geëddl gezocht en.... diep ongelukkig, Mijne oogen durf ik niet tem hemel Iheffen, wiaint idaiar alleen was mijn- scihulidi bekend. E-n beslis nu, M'a-x, gijj weet -alles! Mijn' lot' ligt in uwe -hand1." De zon was ondergegiaan en zacht etj liefelijk poot Idie mh-a-n ibhire stralen- ovej| het wioud en de- (beide eenzame wanid,e- l|aars; in ide trppis-ch-e lla;n|den. is d-a-t lidhjH -niet wat (het hlier is; 't schijnt een nacht- gla-ns, een schaduw v;an (den zonnegloed!, een soort van tooverachtige verlichting, Idle aan -alle voorwerpen een phantastisch Voor komen (geeft, en men (waant Izioh voor wei nige O-ogenblikken in een p-ndere wereld- verplaatst. J i Walt is ier dan te vergelijken met het Buitenzorgsche wemdpark in; dien 'toover- personen, werkzaam bij het la-dien en lo-sspn- Van schepen; heffing van debietrecht -op tabak' i L l-lbi] Trekhonden. Naar men verneemt, is naar aanleiding van adressen van- belang-1 hebbenden bij de Regeering in overweging eene bepaling -o-m de schouderhoogte van trekhonden, [welke va-n af t September 1911, 60 centimeter zoude moeten bedragen, bij wijze van -overgangsmaatregelen terug te brengen tot 50 centimeter, welke laatst^ hoogte wellicht voo-r onid'er de k-a|r ge* spannen honden definitief zal worden vast gesteld. Vervroegde Winkelsluiti ng te Rotterdam. Men schrijft aan het Cen trum Over dit actueele en belangrijke onder werp, werd o-p de P-ro-pagandal-veigadering van -den R.-K. Middenstand Rotterdam, afd. van „De Hanze", een zaakrijk rapport uitge bracht. De enquete omvatte 55 bedrijvep er kwamen 764 antwoorden in. De uitslag was -al-s volgt: Vóór - Tegen Zo-ndiag-sluiting. 513 24'6 Negen-uur-sluiting. 432 i 329 Wettelijke Zondag-sluiting. 480 277 Wettelijke Negen-uren-sluiting. 504 253 De meerderheid sprak zich dus v.o-o-r alle „sluiting" uit. I Tegen sluiting ,o-p Zondag waren vooral Banketbakkers, fietsenhandelaars en bi-oieh menverkoopers. Van 7 (yakveireenigingen kwamen mede antwoord in. Slechts de vakvereeniging der Banketbakkers. Rijwielhandelaars en Sigar renwinkeliers waren rnjelde tegen sluiting., Barbiers en Kappers waren unaniem vóór sluiting. t Ruim 300 winkeliers zo-nden geen [ant- w-ooird in Idoch spraken zicjh mondeling uit vóór sluiting. R. K. Studenten-Meeting. Ter ge- legenhei'd 'vani Thomas' Lustrum' werd -in Üe Aula1 der lAmsterd-amsche Universiteit de eerste Interacademisch'e R) <KJ. Stuldenten tneeting gehouden. iDrie sprekers bejhap- Idelden daar hetzelfde -onderwerp „het le- fen van Iden ^Katholieken student aia-n ide Universiteit. De zeergeleerde heer wl H, Wl. E. Mo-ller, privaat-do-cent aan de Uni-, versiteit te Amsterdam, lichtte dit -onderwerp toe van de 'imne-riijk-religicuse zijde: heit [TtwL [Tweede Ka-meirlid m|r. Aa-lberse, heeft 't -ft, vraagstuk Van de sociale zijde bezien, ter- wijl de zeereerw. m-oderator van Thom-as, V*' pater F. H-endriohs, S. J.!, (het onderwerp .ffi besprak van die wetenschappelijke zijde. 'En toien jdie ihiamd laan Jules reikende, sprak (hij „Ik h'eiihaal 't u mog leens, bro-edier, al les is vergeven, alles! Bého-ud mijn kind, l(aiat het 't uwe blijven en leef voort al-s [heden, maar gelukkiger, maar beter!" „Max!" „Max Walhhrst is dood 1 doch voor dok-f ter Rutsdher heeft het leven nog veel schoons en edels!" „Neen," kreet Jules, „daarmede kan ik ,-[ geen genoegen nemen 1 Neen, in eeuwig J$ heid niet!" ;;v,_ glans? H-'et sdhijbt een (tuin uit de fc< i sproken, een verblijf vani dfen en muiieni* door een ander licht dan Ihet gewone aajrit- sc'he Ibestraaldl. Plechtig is (de stilte ro'ndo-m'a geen blad ruisdht aan- |de b-o-omen en zwa:-jL re -schaduwen vielen va|n Ide rotsen op die '1 twee mlann-en, die da-ar tegeno-ver elikan- -,y Öer stonideni, del diep jbleileetligde en Idle ,|i berouwhebbende. Lang bleef Max zwijgen; zijn blik staa-rd' naar boven en rustte (o-p! Idie mi'-l-io-en sterren, die flonkerend opi ihen beiden ne- derzagen als nam;en zij; deel in hun le en sfrijd-. Doch id-e ^edaditen van- Max gingen ho ,%L'; „Mijn God," fluist< tV'T ger dan de sterren. Iden zijn l'ipp-em „ik1 dank U voor dit uurl Idat mij' het (blezit van een: schat verzekej'i a 'en de overtuiging schenkt, dat mijne Lial\, pe onschuldig i,s aan [mijln lee|d. O, Lihn^{*. uw 'wensch zal vervuld worden." i (Slot vo-lgt). H ,s ■-■ïéat'';.-,/.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 1