Ons Blad
BIJVOEGSEL
FEUILLETON.
„Toetie Walther."
I i
Jf
ft
BUITENLAND.
van
van Woensdag 14 Jnni. No. 47.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Alkmaar, op Woensdag
31 Mei 1911, des nam. 1 uur.
'Afwezig de bh. Boelmans ter Spill en
de Lange. Beiden met kennisgeving.
Aan de vergadering wordt medegedeeld:
adat is ingekomen: een schrijven dd "7
Juni 11. van den heer M Uitenbosch, hou
dende bericht, dat hij met ingang van 15
Juni e.k. ontslag, neemt als lid1 van den Go*
meenteraad.
b. alsvoren, een schrijven dd. 7 Juni II.
van den heer M. Uitenbosch, houdende
dankbetuiging voor zijne benoeming tot
waagmeester.
In aansluiting met dit bericht, meent de
heer Uitenbosch een woordje te moeten
spreken.
Met een gemengd gevoel is spr. naar deze
zitting gegaan In de. efrste plaats om te
danken voor de zeer loyale handeling van
het college van B. en W., dat heeft ge
daan wat Wet heeft moeten doen, onver
schillig de politieke richting van de solli
citanten.
Wij weten, wat we in dit punt van dit col
lege hebben te yrerw achten. Doch 10 jaar
lang is spr., in den Raad geweest en 't
spijt hem dat hij daarvan nu afscheid moet
nemen. Zonder overdrijving mag hij zeggen,
dat hij die jaren zoowel in het belang
van de gemeente, als van de bepaalde
klasse, die jh'em afvaardigde, heeft gear
beid'. Gevoel van vreugde heeft hij, door
dat zijn finantieele positie, is verbeterd,
dochs pr. heeft een gevoel van leed, nu
hij afscheid' gaat nemen van dezen raad.
Spr. hoopt ook in zijne nieuwe functie
het algemeen belang te dienen. Al moge hij
kunnen zeggen, id'at de debatten, die hij
heeft gevoerd, niet altijd de aangenaamste
waren, toch is hij zijne medeleden dank
baar voor hunnen steun. Nu het gebleken
isv dat ook die richting, welke hij vertegen
woordigt, met reden eene plaats in Öen
R&ad vervult, spreekt hij den wensch uit,
Üat dit zoo moge blijven.
Met -dien wensch, dat al' wat hier gespro
ken wordt, moge wezen in 't belang der
gemeente eindigt de heer Uitenbosch zijn
afscheidsrede.
Dte Vo orz. zegt, dat B. en W. den heer
Uitenbosch hebben Ieeren kennen en waar-
deeren g edurende de 10 jaar, en hem noode
zien vertrekken.
Teekenen van instemming bij den Raad.
c. alsvoren, een adres did. 8 Juni 1.1. van
de Vereeniging van patroons in het bouw
vak, houdende verzoek om de verordening
op het hebben van beerputten te willen
wijzigen in den door haar aangegeven zin.
ïn handen gesteld van B. en Wj. om be
richt en raad.
d. alsvoren, een schrijven dd. 2 Mei 1L
no. 224 van den Mniister van Waterstaat en
een brief dd. 31 Mei 11. nos 70 van de Ge
deputeerde Staten van Nöordholland, in ver
band met de in de raadsvergadering van 24
Augustus 1910 no. 14 gedane opdracht in
zake verbetering van Ide Friesche brug.
Daar er voorloopigi dus geen sprake zal
zijn, dat van !tfie zijde medewerking zal: wor
den verleend, stelt Öe Voorz. voor, dit schrij
ven voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Pot zou willen, dat gewaagd
zal worden den steun der Regeering voor
de a.s. begrooting. Den afg. voor de Twee
de Kamer, den heer van Foreest zou hier-
ttoe dienen te worden gevraagd.
Spr. zou ook de Provincie willen ver
zoeken. Ook geeft spr. i n overweging om
steun te vragen aan de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw', Polderbesturen en
dergelijke.
e. alsvoren, een schrijven, dd. 31 Mei 11.
van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van
het Kon. Besluit van 18 Mei 1.1. no. 36, tot
goedkeuring der verordening op het hef
fen van gelden voor het gebruik van open
bare gemeentewerken, bezittingen of inrich
tingen, zooals die is vastgesteld bij raads
besluit van 19 April 1.1.
Voor kennisgeving aangenomen. %-
f. alsvoren, een schrijven, ongezegeld, van
N. Heusij, opzichter hij de gemeente-reini
ging, houdende verzoek zijn jaarwedde te
willen herzien.
Dit stuk wordt bij die begrooting gevoegd.
g. alsvoren, een adres, did. 9 Juni II. van
de gezamenlijke kaasdragers, houdende het
verzoek om hun loon te willen verhoogen.
In handen van B. en Wl om bericht en
raad.
W. alsvoren, een schrijven dd. 12 Juni 11.
van den heer G. A. J. Kloos, houdende dank
betuiging voor zijne tijdelijke benoeming
tot len opzichter bij den dienst der ge
meentewerken.
Voor "kennisgeving aangenomen.
i. alsvoren, een schrijven dü. 12 Juni 11.
van den heer Jan Pot, houdende het ver
zoek hem in de gelegenheid1 te stellen
den voorzitter van den Raad te mogen in-
terpelleeren in verband met hetgeen door
dezen is gezegd over zijn optreden als
raadslid.
De Vo orz. stelt voor dit verzoek dade
lijk toe te staan.
De Raad kan zich hiermede vereenigen.
De heen Pot zegt, zijn speech op papier
gesteld te hebben aangezien hij niet zoo
welbespraakt is.
Spr. wijst er op, dat de voorz. een ge-
lukwensch aan zijn adres heeft geuit, toen
hij afwezig was in eene verg.
De Voorz. zegt, dat dit een losse op
merking is geweest zooafe die wel eens
meer voorkomen.
Het verlof is verleend om uw profest te
doen hooren. Als gij zoo> doorgaat, zal ik
den Raad' vragen of deze dit goedvindt.
De heer Groot:
Als het er om ié doen is om op den
heer Looman een zedelijke moord te ple
gen, zeker niet.
De heer Pot gaat door, en zegt, dat
hij de overtuiging 'heeft, idat de heer Looman
zoo gauw mogelijk 't zij met of zonder pen
sioen uit den dienst moet worden verwij
derd net als vrouw? (Dit konden wij niet
verstaan).
De heer Pot: Ik heb dien ambtenaar
Looman niet den persoon op het oog. De
zaak moet begraven worden, dat is de
meening van den voorz.
D'e V oo r z. Als gij zoo doorgaat, dan
kan ik U Idlit niet toestaan.
De heer Po t: Dus u wil mij beletten te
zeggen, wat ik wensch te uiten in verband
met hetgeen er over mij is gezegd'.
De V oórz. Van wat ik gezegd heb, vol
gens het stenografisch verslag, neem ik
geen woord' terug.
De heer v. d'. F e e n zou den heer Pot
willen vragen de behandeling der cijfers
te willen uitstellen. In het belang dier zaak-
zou hij dit willen, teneinde de cijfers te
onderzoeken.
De heer Pot zegt, dat hij dit onder
zoek niet wenscht uit te stellen.
't Is een kleine kunst, een half jaar ge
leden is een dergelijk verzoek ingediend.
Het r esultaat kent de Raad nog niet.
De heer Z aadln oo ridlij k zegt, dat de
heer Pot zelf de oorzaak daarvan is. De
heer Looman is niet in staat geweest aan
het onderzoek deel te nemen, omdat hij
lang leed onder hetgeen er over !hem in (den
Raad1 is gezegid.
De heer Pot: Ik. wil dit nu besproken
hebben.
De architect heeft erkend, dat hij niet
op de hoogte is. Hij heeft dit niet alleen
erkend maar zelfs bewezen. Ik had willen
zeggen, wat ik al 2 jaar heb willen zeggen.
Er wordt niet bewezen, dla-t de heer Loo
man gelijk heeft, 't Wordt tijd, het moet nu
eens blijken wie gelijk heeft vooral te
genover de gemeentenaren.
De Voorz. meent, dat dit onderzoek
binnenkort zal eindigen.
:U 1 is 't te doen, otn Ide goede eigenschap
pen van den hr. Looman voorbij te gaan
en alleen om de fouten aan de kaak te
stellen. Als d'e heer Pot bij mij komt, met
een klacht, -dlan vat ik dat dadelijk op als
een zoeken naar den heer Looman.
Gisteren kwam de heer Pot opmerken,
dat er een groot lekkage was aan de nieuwe
meisjesschool. Ik liet het onderzoeken maar
wat bleek? Het was geen lekkage, maar
een timmerman had een spijker verkeerd'
geslagen in het hout, waardoor een gat
in e en compositiehuis ontstond.
De opzichter heeft die zaak direct her
steld'
Die opmerkingen neem ik niet te goeder
trouw..
De Weer Pot: U doet 't niet. Ik beweer
dat het in het belang der gemeente si.
De heer de Groot stelt voor een einde
aan deze discussie te maken. De heer Pot
heeft alles op schrift, laait hij het rondzen
den.
De Weer Pot Dat heb ik laatst ook ge
daan, doch toen is de zaak in de -doofpot
gestopt.
De Voorz. die Raad heeft het stuk ge
steld in handen van B. en W. om pre
advies.
Dat is opgehouden door ongesteldheid
van den heer Looman. 't Is het beste voor
d'en d irecteur der gemeente-werken, dat een
onderzoek wordt ingesteld en de lucht wordt
gezuiverd1.
De heer Pot:
In een onder-onsje is gezegd om 'de
Kooltuin te dempen, nu kan het wel voor
minder 1
j De heer Dorbeck zal geen partij stel-
len maar zal rustig afwachten gelijk hij he
laas al lang deed'. Spr. acht het niet voor
zichtig- van B. om in eene vorige verga
dering bedoelde uitlatingen te doen.
Spr. shiit zich aan bij de woorden van
denih eer v. d. 'Feen. Nu (heeft de heer Zaad-
noordijk gezegd': (het onderzoek is opge
houden door ongesteldheid van den heer
Looman, tengevolge van het optreden van
dien heer Pot.
Spr. ziet niet in den heer Looman, den
man, can zich dat alles zóó aan te trekken.
Er zijn twee stroomingen in de stad, daar
om, waar 'de heer Pot met feiten komt, is
het alleszins gewenscht, dab deze worden
j weerlegd. Omtrent de klacht van de lekkage
I wil spr. alleen opmerken, dlat dit onderzoek
geen resultaat heeft geleverd'. Spr. is het
bekend, dat het in de meisjesscholen her-
haaldelijk in den winter heeft gelekt. In
j" één lokaal heeft ^et geweldig gelekt. ,U.
I zou dat kunnen onderzoeken,
j Voorz. zal het onderzoeken. Spr. is
j hiervan niet in kennis gesteld.
De heer Pot: 't Was eenvoudig
een klacht, zooals ik er wel meer kan.
Raadsleden hebben mij klachten
genoemd. Die heb ik' overgebracht Ik
wensch, d'at die zaak opgelost wordt. Als ik
een klacht krijg, onderzoek ik ze.
V oor z. U maakt dien man onbruikbaar
voor zijn werk. Hoe heeft de heer Pot
gehandeld in de sectie-vergadering?
De heer de Groot: vreeselijk!
D'e heer Uitenbosch; afschuwelijk!
De heer Dorbeck zegt, d'at 't hem +e_
doen is, om 'hlet onderzoek teneinde te
doen brengen.
't Gaat niet aan om het onderzoek voor
uit te loopen. 't Gaat niet aan om te zeg
gen, ide heer Looman dit, de heer Looman
dat. Laten wij niet verdergaan, de eer v. den
hr. Looman aan te tasten ook niet den beer
Looma-n die 'hand' boven het hoofd te
houden.
D'e heer Pot blijft op ond'erzoek aandrin
gen.
De Voorz. Dat hier zooveel woorden
zjjn verspild, si uw zaak. U vroeg een in
terpellatie o-m mij te vragen naar de woor
den door mij in eene vorige verg. geuit.
U gaat buiten Ide orde.
De 'heer Poit:
In 3 „ondier-onsjes" is gebleken, dat
alles in den doofpot wondt gestopt.
De heer v. d. Bosch onderschrijft het
verzoek van de heeren v. cl. Feen en Dor
beck. 't Gaat niet voor of tegen den direc
teur der gemeentewerken. Wij moeten de'
belangen d'er gemeente behartigen. Hetvoot^-
stel van dén heer v. -d. Feen wondt algemeen
goedgekeurd.
De Keer v. -d'. Bosch, verzoekt nog
het adres sub c in zake verordening op
het hebben van beerputten spoedig te be
handelen. Er zijn vele menschen, die daarop
wachten, want d'e betasting is voor velen te
hoog.
D'e Voorz. beloofJ hiervoor te zorgen,
maar er zal gewacht moeten worden op iie f
l
Sc
1
gezondheidscomm. Die heeft nog de
Irtie-verord'eningen in behandeling.
po-.
kwamen eens vier gemeenteraadsleden
zich beklagen over het plichtverzuim
van een wethouder. Na hun lange
opsomming van allerlei grieven liet
de keurvorst een politieman komen
en gaf hem in last ieder der klagers
tien flinke stokslagen toe te dienen.
Verbaasd vroegen de vier, waarom zij
prügel verdienden? „Omdat gij zelf
dien man gekozen en herkozen hebt,"
sprak de keurvorst.
Dit korte verhaaltje bevat een kern
van waarheid, die ook van toepassing
is 'op de a.s. gemeenteraadsverkiezing
n.l. deze: wie geen prügel wil ver
dienen, kieze goede gemeenteraadsleden.
Meer dan eens worden door gemeen
tenaren klachten geuit tegenover den
raad: nu eens heet het, dat deze te
royaal is met de finantiën, dan weer
dat de cijfers op de belastingpapieren
schrikbarend stijgen, een ander keer
dat de Raad de nooden van den ar
beider of die van den middenstand niet
voldoende behartigt.
Het antwoord daarop is: 't Is den
kiezers hun eigen schuld. Waarom, als
die klachten dan juist zijn, zulke
8)
Geen van haar was gedoopt of ging
naar d'e Kerk, want haar o-uders geloofden
niet. Naarmate de menschen zich meer ont
wikkelden en de wetenschap vooruitging,
was het geloof meer verdwenen. Nog veel,
heel veel, wat Toetie tot in 't diepst van
haar hart kwetste en schokte, hadden zij
hi,eraan toegevoegd-. Bleek, stil, in zichzelve
gekeerd, was zij thuis gekomen. Haar be
zorgde vader vroeg haar terstond, wat haar
scheelde? Ontwijkend had ze geantwoord.
Maar toen ze 's avonds eindelijk alleen op
haar kamer jwas, Had1 ze 't uitgesnikt in fol
terende pijn. Was dan 't eenige, wat in
haar oogen het leven waarde gaf en mooi
maakte, niéts dan een sprookje? Neen!dat
kon, 'dat wilde ze niet gelooven, dat was te
vreeselijk. Toen dacht ze aan de Raats,
die vast onwrikbaar in Jesus Christus, a's
den Verlosser der wereld, geloofden, aan
de goede zusters, bij wie ze had schoolge
gaan, en 't werd kalmer in haar ontstelde
ziel. De zuster had haar immers al gezegd,
-dat velen niet in Christus geloofden, en
Hij -daarom zoo wreed mishandeld was en
den smadelijken kruisdood moest sterven.
Haar omgeving behoorde dus ook to-t die
genen, die Christus niet liefhadden. Hem
vervolgden. Haar eigen vader en moeder
behoorden daartoe, niéht Betsy, haar ciub-
door politieke actie, zoo sterk zelfs,
dat in enkele groote steden de gemeen
teraadskeuze schier nog scherper poli
tiek karakter vertoont dan de keuze
voor de Staten.
Vreemd is dit niet. De werkzaam
heden van een gemeenteraad en vooral
van het college van Burgemeester en
Wethouders welke laatste door den
Raad, dus indirect door de kiezers
worden gekozen breidt zich met het
oog op de vele wetten steeds meer en
meer uit.
Steeds omvangrijker en gewichtiger
worden de bemoeiingen op het gebied
van de sociale politiek, het onderwijs
en de zedelijkheid welke zich door de
steeds grootere ontwikkeling van het
moderne leven aan de Gemeenteraden
en Gemeentebesturen opdringen of hun
door den Rijkswetgever worden opgelegd.
Steeds hooger klimmen dus de
eischen, die men aan een gemeenteraad
De lasten, die op de schouders der
ingezetenen worden gelegd, nemen hand
over hand toe Vandaar dan ook, dat
de gemeenteraadsverkiezingen steeds
genooten, ja in -dien Haag' kende zij nie
mand, die zijn partij opnam, die Hem lief
had', aanbad, in Hem geloofde. Heviger
dan ooit overweldigde haar toen dat een
zame, troostelooze gevoel, diat bewustzijn,
dat niemand uit Ihaar omgeving voelde zoo
als zij, noch haar begreep. En op -dien
avond maakte zij Ihiet vaste besluit, zich
nooit meer tegen een van hen allen te uiten
en Id'oor (haar vragen geen gods'asteriugen uit
te lokken. Zij zou -naar Indië schrijven, naar
de zusters en naar Mary, en bij dezen haar
hart uitstorten en raad vragen. Haar vader
hadi haar immers beloofd, a;!s zij volwassen
was, mocht ze kiezen. Ze wi de ernstig het
katholieke geloof onderzoeken, dat g-elcof,
waaraan zij zulke blijde, heerlijke herinne
ringen had behouden. Kort geleden kwam
Joseph d'e Raat naar Holland om voor
priester te studeeren. Hoe gaarne had Toe.
tie hem gevraagd: Wat is dat eigenlijk,
priester zijn? Hij nam echter d'e uitnoo-
diging om bij hén te komen logeeren niet
aan, en toen zij met ha-ar vader hem op 't
seminarie bezocht, sprak ze |hem geen oogen
blik alleen. In een brief had- ze er Mary
toen naar gevraagd-, en fde godvruchtige Ma
ry, met haar krachtig, levendig geloof, had
haar een enthousiasten brief geschreven,
over d'e verhevenheid van het priesterschap,
en welk een eer en voorrecht het was voor
Joseph, dat God' hem daartoe riep. Mary
weidde uit over ide [heerlijke roeping, priester
te zijn, en 'al begreep Toetie niet alles, toch
besefte zij zeer goed', d'at in de Katholieke
Kerk de priester, staande tussehen God en
van links n.l. in het oud-liberale Utrecht-
sche Dagblad een gunstig oordeel over on
zen minister Talma. De Haagsche corr,
van -dat blad schrijft:
De wijze, waarop d'e heer Talma zich
heeft weten eigen te maken kennis, zeer
grondige, van zooveel hem vroeger gansch
onbekend, is bewonderenswaardig. Ik vind
het klein, nietig, erger dan dit, om
op welk politiek s tand-punt men zich ook
moge bevinden, niet te erkennen, dat
minister Talma ontwerpen in de Kamer
verdedigend, niet vele malen ook dengeen,
die (het verst in wereldbeschouwing en
denkwijze van hem afstaat, bewondering
moet hebben afgedwongen. Voor zulke
gevoelens durft men niet uitkomen of
men verbergt ze ond'er een huichelachtig
nijdig en jaüöersch grijnsje, door schou
derophalen „geïllustreerd".- Ik acht het
zeer gewenscht en zeer verdiend-, dat de
pen van een, die niet behoort tot minis
ter Talma's geestverwanten eens neer
schrijft een woord van eerbiedige hulde
voor zooveel eerlijke, wanne toewijding;
voor zoo-veel ijver en werkkracht. Dat,
bij -de steenhouwerswet, nadat de heer
Talma zulke belangrijke concessies had
den mensch niet kan worden gelijkgesteld
met een leek, en begreep zij, waarom zij
celibatair bleven. Nog geen maand geleden
had zij -dien brief ontvangen, en nu waren
-die arme de Raats in leed en zorgen, en
haar vader zou zoo aanstonds Joseph die
ernstige, -droeve tijding' mededee'.en. Hoe
zou hij -het kunnen dragen? De tranen
schoten haan' in de oogen bij de gedachte
aan zijn smart. De zusters en Mary schre
ven in eiken brief, d'at ze dagelijks voor
haar bleven bidden. Die gedachte troostte
en verkwikte haar dikwijls in eenzame buien
en van haar stoel oprijzend, knielde ze
neder, zooa's ze het hij de zusters geleerd
had, en stortte haar veelbewogen hart bij
Gcd. uit, haar Vrienden vurig bij Hem aanbe
velend. Vreemd, altijd als ze bad, kwant
dat vredige en kalme over haar. Welk een
geheimzinnige troost en kracht ging er toch
uit van 't gebed'! Toen de pendule half
-drie sl-o-eg, schrikte zc op. Over een half
uur kwam haar clubje. Haastig opsprin
gend, begaf ze zich naar Ihaar slaapkamer en
verwisselde haar streng tailleur costuum voor
een luchtig teteldo-ekje, zacht "blauw van
tint, met veel creme tusschenzetsels en af
gezet met blauw satijnen biezen. In de klei
ne oortjes schitterden groote briilanten, en
om de tengere polsen sloten zich de bree-
-de slangen van Indisch goud, dofgeel, met
oogen van schitterende smagtaden, die zij
nooit aflegde.
Even vóór drie betrad zij de groote zaal.
Het was cr heerlijk koel. De vier ramen
stonden wijd open, doch de groene zoiine-
T we ede Kamer. Het voornemen be
staat om de laatste vier dagen idezer maand
te bestemmen voor het onderzoek van de
Tariefwet in d'e afdeelingen.
In parlementaire kringen gelooft men niet
dat de Tweede Kamer vóór het reces de
behandeling van de Bakkerswet zal her
vatten.
De lagen-d-a van werkzaamheden wordt ech
ter aangevuld- met een groot getal ont
werpen, enz. van nieti ngrijpenden of spoed-
eischenden aard.
Verkeer met vliegtuigen. Naar
wij vernemen, heeft de minister van Wa
terstaat een ontwerp van wet tot voo-rloo-
pige regeling van het verkeer met vliegtui
gen om ladvies gezonden naar de overige
Departementen die daarbij betrokken zijn.
Gouverneur van Suriname. De
Nederlander zegt met zekerheid te kun
nen melden, dat binnen enkele -dagen te (eer
wachten is de benoeming' van den pas af
getreden directeur van het Kon. Instituut
voor ide marine te Willemsoord, kapt. ter
zee J. D-. H. baron van Asbeck, tot gou
verneur van Suriname.
blinden weerden onverbiddelijk elk zonne
straaltje, dat nieuwsgierig naar binnen wil
de gluren. v
Het ruime vertrek was eigenaardig: inge
richt, in Moorschen stijl-, met karakteristie-
m uur versieringen van veelkleurige kralen en
sjaals. In 't 'midden der zaal hing een vreemd
soo-rtigc kroon in den vorm van een reus
achtige halve maan, en langs den wand
tal van stervormige lampjes. In een der
hoeken wuifden machtige waaierpa'men en
hooge varens achter een vleugel van Ibach.
In een ha'.ven cirkel daaromheen stonden
Turksche divans en zete's met bont gekleur
de Oostersche stoffen bekleed. Op den ge-
cireerden parketvloer lag een kostbaar veel
kleurig karpet. In een anderen hoek stond
de theetafel gereed met -den gezellig dam
penden boui'loir, naast een eigenaardig-
Moorsch buffet, waarop tal van lekkernijen
en de zilveren koelemmers met verfrisschen-
de dranken gei eed stonden. Nauwelijks had
To-etei rondgekeken, om zich te vergewis
sen, dat alles in ord'e was, of (de deur werd
geopend fén drie jonge meisjes ruischten
vroolijk lachend de zaal binnen. Het waren
de meisjes Besier, twee zusjes, Wal-ly en
Minnie, en Estelle du Brieux, die, met Toe
tie, d'e vrouwelijke leden -der club uitmaak
ten. D'e freuletjes Besier waren mooie meis
jes met slanke, ranke fio-uurtjes, dionker
haar en fonkelende, zwarte oogen. Haar ge-
heele uiterlijk toonde aan, dat zij zich haar
schoonheid bewust waren en er zich veel
op lieten voorstaan. Zij waren eender ge
kleed', in rose mousselinen japonnetjes, paar
3o. Gemeenschappelijke aankoop van han
delswaren van grondstoffen en hulpstof
fen -d'er nijverheid, van werktuigen en ma
chines, gemeenschappelijk bewerken van
grondstoffen, gemeenschappelijke verkoop
van producten, afvalstof enz.
4o. Concurrentie door niet gevestigden
handel.
Do Zeelieden Staking.
Naar de Msb. bericht is üe toestand over
al kalm en rustig. Wordt er in verschillende
groote havensteden gestaakt, van een eigen
lijke internationale staking kan men moei
lijk spreken. Op het o-ogenbli-k zijn alleen
fvrgeland, Holland en België in de bewe
ging, betrokken. Volgens de Fransche
bladen hebben de zeelieden, daar te
lande geen zin om mee te lijden. Wel trach
ten in sommige steden eenige kopstukken
uit -de zee'iedenbdnden hun leden over te
halen ook het werk neer te leggen, -doch
ze vinden weinig aanhangers. In de havens
daar te lande is het -dan ook rustig'.
Ook Duitscblandi blijft koud bij al «de ge-,
maakte -drukte. Van den beginne af zijn
de laatste mede opgemaakt met overvloed
van kleine plooitjes en golvende kant.
Estelle -du Brieux was vair Fransche af
komst. Haar vader, Chavalier du Brieux,
was een beroemd schrijver. Haar moe
der een no-nnaatje, zuster van mevrouw Be
sier. Estelle was buitengewoon mooi, en een
opvallende verschijning. Zij yvas zeer lang,
eenigszins gezet, en had een prachtig figuur.
Zij kleedde zich uitstekend, met die zekere
verfijning, die sommige vrouwen eigen is,
en haar terstond van haar medezusters on
derscheidt. Haar gelaat was pikant, voor
namelijk door haar frisch teint en de (drieste
uitdrukking in haar eigenaardige grijsgroe
ne oogen. Roo-dblond haar omgaf in weel
derige ondu'aties het meestal lachende ge
zicht, Haar japon van -donkerblauw votSc"
viel in kleine plooien over een tafzijden on
derkleed, zeer nauw om het middel, zoodat
haar mooie vormen op 't voordeeügst uit- 'fÊf
kwamen. Naar de heerscheu-de mode ontbrak
de kraag aan haar toilet en vielen de *,t;
mouwen in sierlijke plooien wijd' neder
tot aan de ellebogen, zoodat haar pradh-
tige hals en armen verblindend tegen 't don- j'J
ker blauw van haar japon uitkwamen. Naast.
deze idfcrie opvallende, zelfbewuste meisjes)
zag Toetie, in (Waar lichtblauw japonnetje,
met Ihaar tenger figuurtje en onschuldig, teer.
gelaat, er uit als een nederig vergeet-mi, - s
nietje tussch-en pralende tulpen en hyacin- t
then.
(Wordt xcrwotgdjb