Ons Blad BIJVOEGSEL FEUILLETON. „Toetie Walther." I i Jf ft BUITENLAND. van van Woensdag 14 Jnni. No. 47. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Alkmaar, op Woensdag 31 Mei 1911, des nam. 1 uur. 'Afwezig de bh. Boelmans ter Spill en de Lange. Beiden met kennisgeving. Aan de vergadering wordt medegedeeld: adat is ingekomen: een schrijven dd "7 Juni 11. van den heer M Uitenbosch, hou dende bericht, dat hij met ingang van 15 Juni e.k. ontslag, neemt als lid1 van den Go* meenteraad. b. alsvoren, een schrijven dd. 7 Juni II. van den heer M. Uitenbosch, houdende dankbetuiging voor zijne benoeming tot waagmeester. In aansluiting met dit bericht, meent de heer Uitenbosch een woordje te moeten spreken. Met een gemengd gevoel is spr. naar deze zitting gegaan In de. efrste plaats om te danken voor de zeer loyale handeling van het college van B. en W., dat heeft ge daan wat Wet heeft moeten doen, onver schillig de politieke richting van de solli citanten. Wij weten, wat we in dit punt van dit col lege hebben te yrerw achten. Doch 10 jaar lang is spr., in den Raad geweest en 't spijt hem dat hij daarvan nu afscheid moet nemen. Zonder overdrijving mag hij zeggen, dat hij die jaren zoowel in het belang van de gemeente, als van de bepaalde klasse, die jh'em afvaardigde, heeft gear beid'. Gevoel van vreugde heeft hij, door dat zijn finantieele positie, is verbeterd, dochs pr. heeft een gevoel van leed, nu hij afscheid' gaat nemen van dezen raad. Spr. hoopt ook in zijne nieuwe functie het algemeen belang te dienen. Al moge hij kunnen zeggen, id'at de debatten, die hij heeft gevoerd, niet altijd de aangenaamste waren, toch is hij zijne medeleden dank baar voor hunnen steun. Nu het gebleken isv dat ook die richting, welke hij vertegen woordigt, met reden eene plaats in Öen R&ad vervult, spreekt hij den wensch uit, Üat dit zoo moge blijven. Met -dien wensch, dat al' wat hier gespro ken wordt, moge wezen in 't belang der gemeente eindigt de heer Uitenbosch zijn afscheidsrede. Dte Vo orz. zegt, dat B. en W. den heer Uitenbosch hebben Ieeren kennen en waar- deeren g edurende de 10 jaar, en hem noode zien vertrekken. Teekenen van instemming bij den Raad. c. alsvoren, een adres did. 8 Juni 1.1. van de Vereeniging van patroons in het bouw vak, houdende verzoek om de verordening op het hebben van beerputten te willen wijzigen in den door haar aangegeven zin. ïn handen gesteld van B. en Wj. om be richt en raad. d. alsvoren, een schrijven dd. 2 Mei 1L no. 224 van den Mniister van Waterstaat en een brief dd. 31 Mei 11. nos 70 van de Ge deputeerde Staten van Nöordholland, in ver band met de in de raadsvergadering van 24 Augustus 1910 no. 14 gedane opdracht in zake verbetering van Ide Friesche brug. Daar er voorloopigi dus geen sprake zal zijn, dat van !tfie zijde medewerking zal: wor den verleend, stelt Öe Voorz. voor, dit schrij ven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Pot zou willen, dat gewaagd zal worden den steun der Regeering voor de a.s. begrooting. Den afg. voor de Twee de Kamer, den heer van Foreest zou hier- ttoe dienen te worden gevraagd. Spr. zou ook de Provincie willen ver zoeken. Ook geeft spr. i n overweging om steun te vragen aan de Hollandsche Maat schappij van Landbouw', Polderbesturen en dergelijke. e. alsvoren, een schrijven, dd. 31 Mei 11. van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van het Kon. Besluit van 18 Mei 1.1. no. 36, tot goedkeuring der verordening op het hef fen van gelden voor het gebruik van open bare gemeentewerken, bezittingen of inrich tingen, zooals die is vastgesteld bij raads besluit van 19 April 1.1. Voor kennisgeving aangenomen. %- f. alsvoren, een schrijven, ongezegeld, van N. Heusij, opzichter hij de gemeente-reini ging, houdende verzoek zijn jaarwedde te willen herzien. Dit stuk wordt bij die begrooting gevoegd. g. alsvoren, een adres, did. 9 Juni II. van de gezamenlijke kaasdragers, houdende het verzoek om hun loon te willen verhoogen. In handen van B. en Wl om bericht en raad. W. alsvoren, een schrijven dd. 12 Juni 11. van den heer G. A. J. Kloos, houdende dank betuiging voor zijne tijdelijke benoeming tot len opzichter bij den dienst der ge meentewerken. Voor "kennisgeving aangenomen. i. alsvoren, een schrijven dü. 12 Juni 11. van den heer Jan Pot, houdende het ver zoek hem in de gelegenheid1 te stellen den voorzitter van den Raad te mogen in- terpelleeren in verband met hetgeen door dezen is gezegd over zijn optreden als raadslid. De Vo orz. stelt voor dit verzoek dade lijk toe te staan. De Raad kan zich hiermede vereenigen. De heen Pot zegt, zijn speech op papier gesteld te hebben aangezien hij niet zoo welbespraakt is. Spr. wijst er op, dat de voorz. een ge- lukwensch aan zijn adres heeft geuit, toen hij afwezig was in eene verg. De Voorz. zegt, dat dit een losse op merking is geweest zooafe die wel eens meer voorkomen. Het verlof is verleend om uw profest te doen hooren. Als gij zoo> doorgaat, zal ik den Raad' vragen of deze dit goedvindt. De heer Groot: Als het er om ié doen is om op den heer Looman een zedelijke moord te ple gen, zeker niet. De heer Pot gaat door, en zegt, dat hij de overtuiging 'heeft, idat de heer Looman zoo gauw mogelijk 't zij met of zonder pen sioen uit den dienst moet worden verwij derd net als vrouw? (Dit konden wij niet verstaan). De heer Pot: Ik heb dien ambtenaar Looman niet den persoon op het oog. De zaak moet begraven worden, dat is de meening van den voorz. D'e V oo r z. Als gij zoo doorgaat, dan kan ik U Idlit niet toestaan. De heer Po t: Dus u wil mij beletten te zeggen, wat ik wensch te uiten in verband met hetgeen er over mij is gezegd'. De V oórz. Van wat ik gezegd heb, vol gens het stenografisch verslag, neem ik geen woord' terug. De heer v. d'. F e e n zou den heer Pot willen vragen de behandeling der cijfers te willen uitstellen. In het belang dier zaak- zou hij dit willen, teneinde de cijfers te onderzoeken. De heer Pot zegt, dat hij dit onder zoek niet wenscht uit te stellen. 't Is een kleine kunst, een half jaar ge leden is een dergelijk verzoek ingediend. Het r esultaat kent de Raad nog niet. De heer Z aadln oo ridlij k zegt, dat de heer Pot zelf de oorzaak daarvan is. De heer Looman is niet in staat geweest aan het onderzoek deel te nemen, omdat hij lang leed onder hetgeen er over !hem in (den Raad1 is gezegid. De heer Pot: Ik. wil dit nu besproken hebben. De architect heeft erkend, dat hij niet op de hoogte is. Hij heeft dit niet alleen erkend maar zelfs bewezen. Ik had willen zeggen, wat ik al 2 jaar heb willen zeggen. Er wordt niet bewezen, dla-t de heer Loo man gelijk heeft, 't Wordt tijd, het moet nu eens blijken wie gelijk heeft vooral te genover de gemeentenaren. De Voorz. meent, dat dit onderzoek binnenkort zal eindigen. :U 1 is 't te doen, otn Ide goede eigenschap pen van den hr. Looman voorbij te gaan en alleen om de fouten aan de kaak te stellen. Als d'e heer Pot bij mij komt, met een klacht, -dlan vat ik dat dadelijk op als een zoeken naar den heer Looman. Gisteren kwam de heer Pot opmerken, dat er een groot lekkage was aan de nieuwe meisjesschool. Ik liet het onderzoeken maar wat bleek? Het was geen lekkage, maar een timmerman had een spijker verkeerd' geslagen in het hout, waardoor een gat in e en compositiehuis ontstond. De opzichter heeft die zaak direct her steld' Die opmerkingen neem ik niet te goeder trouw.. De Weer Pot: U doet 't niet. Ik beweer dat het in het belang der gemeente si. De heer de Groot stelt voor een einde aan deze discussie te maken. De heer Pot heeft alles op schrift, laait hij het rondzen den. De Weer Pot Dat heb ik laatst ook ge daan, doch toen is de zaak in de -doofpot gestopt. De Voorz. die Raad heeft het stuk ge steld in handen van B. en W. om pre advies. Dat is opgehouden door ongesteldheid van den heer Looman. 't Is het beste voor d'en d irecteur der gemeente-werken, dat een onderzoek wordt ingesteld en de lucht wordt gezuiverd1. De heer Pot: In een onder-onsje is gezegd om 'de Kooltuin te dempen, nu kan het wel voor minder 1 j De heer Dorbeck zal geen partij stel- len maar zal rustig afwachten gelijk hij he laas al lang deed'. Spr. acht het niet voor zichtig- van B. om in eene vorige verga dering bedoelde uitlatingen te doen. Spr. shiit zich aan bij de woorden van denih eer v. d. 'Feen. Nu (heeft de heer Zaad- noordijk gezegd': (het onderzoek is opge houden door ongesteldheid van den heer Looman, tengevolge van het optreden van dien heer Pot. Spr. ziet niet in den heer Looman, den man, can zich dat alles zóó aan te trekken. Er zijn twee stroomingen in de stad, daar om, waar 'de heer Pot met feiten komt, is het alleszins gewenscht, dab deze worden j weerlegd. Omtrent de klacht van de lekkage I wil spr. alleen opmerken, dlat dit onderzoek geen resultaat heeft geleverd'. Spr. is het bekend, dat het in de meisjesscholen her- haaldelijk in den winter heeft gelekt. In j" één lokaal heeft ^et geweldig gelekt. ,U. I zou dat kunnen onderzoeken, j Voorz. zal het onderzoeken. Spr. is j hiervan niet in kennis gesteld. De heer Pot: 't Was eenvoudig een klacht, zooals ik er wel meer kan. Raadsleden hebben mij klachten genoemd. Die heb ik' overgebracht Ik wensch, d'at die zaak opgelost wordt. Als ik een klacht krijg, onderzoek ik ze. V oor z. U maakt dien man onbruikbaar voor zijn werk. Hoe heeft de heer Pot gehandeld in de sectie-vergadering? De heer de Groot: vreeselijk! D'e heer Uitenbosch; afschuwelijk! De heer Dorbeck zegt, d'at 't hem +e_ doen is, om 'hlet onderzoek teneinde te doen brengen. 't Gaat niet aan om het onderzoek voor uit te loopen. 't Gaat niet aan om te zeg gen, ide heer Looman dit, de heer Looman dat. Laten wij niet verdergaan, de eer v. den hr. Looman aan te tasten ook niet den beer Looma-n die 'hand' boven het hoofd te houden. D'e heer Pot blijft op ond'erzoek aandrin gen. De Voorz. Dat hier zooveel woorden zjjn verspild, si uw zaak. U vroeg een in terpellatie o-m mij te vragen naar de woor den door mij in eene vorige verg. geuit. U gaat buiten Ide orde. De 'heer Poit: In 3 „ondier-onsjes" is gebleken, dat alles in den doofpot wondt gestopt. De heer v. d. Bosch onderschrijft het verzoek van de heeren v. cl. Feen en Dor beck. 't Gaat niet voor of tegen den direc teur der gemeentewerken. Wij moeten de' belangen d'er gemeente behartigen. Hetvoot^- stel van dén heer v. -d. Feen wondt algemeen goedgekeurd. De Keer v. -d'. Bosch, verzoekt nog het adres sub c in zake verordening op het hebben van beerputten spoedig te be handelen. Er zijn vele menschen, die daarop wachten, want d'e betasting is voor velen te hoog. D'e Voorz. beloofJ hiervoor te zorgen, maar er zal gewacht moeten worden op iie f l Sc 1 gezondheidscomm. Die heeft nog de Irtie-verord'eningen in behandeling. po-. kwamen eens vier gemeenteraadsleden zich beklagen over het plichtverzuim van een wethouder. Na hun lange opsomming van allerlei grieven liet de keurvorst een politieman komen en gaf hem in last ieder der klagers tien flinke stokslagen toe te dienen. Verbaasd vroegen de vier, waarom zij prügel verdienden? „Omdat gij zelf dien man gekozen en herkozen hebt," sprak de keurvorst. Dit korte verhaaltje bevat een kern van waarheid, die ook van toepassing is 'op de a.s. gemeenteraadsverkiezing n.l. deze: wie geen prügel wil ver dienen, kieze goede gemeenteraadsleden. Meer dan eens worden door gemeen tenaren klachten geuit tegenover den raad: nu eens heet het, dat deze te royaal is met de finantiën, dan weer dat de cijfers op de belastingpapieren schrikbarend stijgen, een ander keer dat de Raad de nooden van den ar beider of die van den middenstand niet voldoende behartigt. Het antwoord daarop is: 't Is den kiezers hun eigen schuld. Waarom, als die klachten dan juist zijn, zulke 8) Geen van haar was gedoopt of ging naar d'e Kerk, want haar o-uders geloofden niet. Naarmate de menschen zich meer ont wikkelden en de wetenschap vooruitging, was het geloof meer verdwenen. Nog veel, heel veel, wat Toetie tot in 't diepst van haar hart kwetste en schokte, hadden zij hi,eraan toegevoegd-. Bleek, stil, in zichzelve gekeerd, was zij thuis gekomen. Haar be zorgde vader vroeg haar terstond, wat haar scheelde? Ontwijkend had ze geantwoord. Maar toen ze 's avonds eindelijk alleen op haar kamer jwas, Had1 ze 't uitgesnikt in fol terende pijn. Was dan 't eenige, wat in haar oogen het leven waarde gaf en mooi maakte, niéts dan een sprookje? Neen!dat kon, 'dat wilde ze niet gelooven, dat was te vreeselijk. Toen dacht ze aan de Raats, die vast onwrikbaar in Jesus Christus, a's den Verlosser der wereld, geloofden, aan de goede zusters, bij wie ze had schoolge gaan, en 't werd kalmer in haar ontstelde ziel. De zuster had haar immers al gezegd, -dat velen niet in Christus geloofden, en Hij -daarom zoo wreed mishandeld was en den smadelijken kruisdood moest sterven. Haar omgeving behoorde dus ook to-t die genen, die Christus niet liefhadden. Hem vervolgden. Haar eigen vader en moeder behoorden daartoe, niéht Betsy, haar ciub- door politieke actie, zoo sterk zelfs, dat in enkele groote steden de gemeen teraadskeuze schier nog scherper poli tiek karakter vertoont dan de keuze voor de Staten. Vreemd is dit niet. De werkzaam heden van een gemeenteraad en vooral van het college van Burgemeester en Wethouders welke laatste door den Raad, dus indirect door de kiezers worden gekozen breidt zich met het oog op de vele wetten steeds meer en meer uit. Steeds omvangrijker en gewichtiger worden de bemoeiingen op het gebied van de sociale politiek, het onderwijs en de zedelijkheid welke zich door de steeds grootere ontwikkeling van het moderne leven aan de Gemeenteraden en Gemeentebesturen opdringen of hun door den Rijkswetgever worden opgelegd. Steeds hooger klimmen dus de eischen, die men aan een gemeenteraad De lasten, die op de schouders der ingezetenen worden gelegd, nemen hand over hand toe Vandaar dan ook, dat de gemeenteraadsverkiezingen steeds genooten, ja in -dien Haag' kende zij nie mand, die zijn partij opnam, die Hem lief had', aanbad, in Hem geloofde. Heviger dan ooit overweldigde haar toen dat een zame, troostelooze gevoel, diat bewustzijn, dat niemand uit Ihaar omgeving voelde zoo als zij, noch haar begreep. En op -dien avond maakte zij Ihiet vaste besluit, zich nooit meer tegen een van hen allen te uiten en Id'oor (haar vragen geen gods'asteriugen uit te lokken. Zij zou -naar Indië schrijven, naar de zusters en naar Mary, en bij dezen haar hart uitstorten en raad vragen. Haar vader hadi haar immers beloofd, a;!s zij volwassen was, mocht ze kiezen. Ze wi de ernstig het katholieke geloof onderzoeken, dat g-elcof, waaraan zij zulke blijde, heerlijke herinne ringen had behouden. Kort geleden kwam Joseph d'e Raat naar Holland om voor priester te studeeren. Hoe gaarne had Toe. tie hem gevraagd: Wat is dat eigenlijk, priester zijn? Hij nam echter d'e uitnoo- diging om bij hén te komen logeeren niet aan, en toen zij met ha-ar vader hem op 't seminarie bezocht, sprak ze |hem geen oogen blik alleen. In een brief had- ze er Mary toen naar gevraagd-, en fde godvruchtige Ma ry, met haar krachtig, levendig geloof, had haar een enthousiasten brief geschreven, over d'e verhevenheid van het priesterschap, en welk een eer en voorrecht het was voor Joseph, dat God' hem daartoe riep. Mary weidde uit over ide [heerlijke roeping, priester te zijn, en 'al begreep Toetie niet alles, toch besefte zij zeer goed', d'at in de Katholieke Kerk de priester, staande tussehen God en van links n.l. in het oud-liberale Utrecht- sche Dagblad een gunstig oordeel over on zen minister Talma. De Haagsche corr, van -dat blad schrijft: De wijze, waarop d'e heer Talma zich heeft weten eigen te maken kennis, zeer grondige, van zooveel hem vroeger gansch onbekend, is bewonderenswaardig. Ik vind het klein, nietig, erger dan dit, om op welk politiek s tand-punt men zich ook moge bevinden, niet te erkennen, dat minister Talma ontwerpen in de Kamer verdedigend, niet vele malen ook dengeen, die (het verst in wereldbeschouwing en denkwijze van hem afstaat, bewondering moet hebben afgedwongen. Voor zulke gevoelens durft men niet uitkomen of men verbergt ze ond'er een huichelachtig nijdig en jaüöersch grijnsje, door schou derophalen „geïllustreerd".- Ik acht het zeer gewenscht en zeer verdiend-, dat de pen van een, die niet behoort tot minis ter Talma's geestverwanten eens neer schrijft een woord van eerbiedige hulde voor zooveel eerlijke, wanne toewijding; voor zoo-veel ijver en werkkracht. Dat, bij -de steenhouwerswet, nadat de heer Talma zulke belangrijke concessies had den mensch niet kan worden gelijkgesteld met een leek, en begreep zij, waarom zij celibatair bleven. Nog geen maand geleden had zij -dien brief ontvangen, en nu waren -die arme de Raats in leed en zorgen, en haar vader zou zoo aanstonds Joseph die ernstige, -droeve tijding' mededee'.en. Hoe zou hij -het kunnen dragen? De tranen schoten haan' in de oogen bij de gedachte aan zijn smart. De zusters en Mary schre ven in eiken brief, d'at ze dagelijks voor haar bleven bidden. Die gedachte troostte en verkwikte haar dikwijls in eenzame buien en van haar stoel oprijzend, knielde ze neder, zooa's ze het hij de zusters geleerd had, en stortte haar veelbewogen hart bij Gcd. uit, haar Vrienden vurig bij Hem aanbe velend. Vreemd, altijd als ze bad, kwant dat vredige en kalme over haar. Welk een geheimzinnige troost en kracht ging er toch uit van 't gebed'! Toen de pendule half -drie sl-o-eg, schrikte zc op. Over een half uur kwam haar clubje. Haastig opsprin gend, begaf ze zich naar Ihaar slaapkamer en verwisselde haar streng tailleur costuum voor een luchtig teteldo-ekje, zacht "blauw van tint, met veel creme tusschenzetsels en af gezet met blauw satijnen biezen. In de klei ne oortjes schitterden groote briilanten, en om de tengere polsen sloten zich de bree- -de slangen van Indisch goud, dofgeel, met oogen van schitterende smagtaden, die zij nooit aflegde. Even vóór drie betrad zij de groote zaal. Het was cr heerlijk koel. De vier ramen stonden wijd open, doch de groene zoiine- T we ede Kamer. Het voornemen be staat om de laatste vier dagen idezer maand te bestemmen voor het onderzoek van de Tariefwet in d'e afdeelingen. In parlementaire kringen gelooft men niet dat de Tweede Kamer vóór het reces de behandeling van de Bakkerswet zal her vatten. De lagen-d-a van werkzaamheden wordt ech ter aangevuld- met een groot getal ont werpen, enz. van nieti ngrijpenden of spoed- eischenden aard. Verkeer met vliegtuigen. Naar wij vernemen, heeft de minister van Wa terstaat een ontwerp van wet tot voo-rloo- pige regeling van het verkeer met vliegtui gen om ladvies gezonden naar de overige Departementen die daarbij betrokken zijn. Gouverneur van Suriname. De Nederlander zegt met zekerheid te kun nen melden, dat binnen enkele -dagen te (eer wachten is de benoeming' van den pas af getreden directeur van het Kon. Instituut voor ide marine te Willemsoord, kapt. ter zee J. D-. H. baron van Asbeck, tot gou verneur van Suriname. blinden weerden onverbiddelijk elk zonne straaltje, dat nieuwsgierig naar binnen wil de gluren. v Het ruime vertrek was eigenaardig: inge richt, in Moorschen stijl-, met karakteristie- m uur versieringen van veelkleurige kralen en sjaals. In 't 'midden der zaal hing een vreemd soo-rtigc kroon in den vorm van een reus achtige halve maan, en langs den wand tal van stervormige lampjes. In een der hoeken wuifden machtige waaierpa'men en hooge varens achter een vleugel van Ibach. In een ha'.ven cirkel daaromheen stonden Turksche divans en zete's met bont gekleur de Oostersche stoffen bekleed. Op den ge- cireerden parketvloer lag een kostbaar veel kleurig karpet. In een anderen hoek stond de theetafel gereed met -den gezellig dam penden boui'loir, naast een eigenaardig- Moorsch buffet, waarop tal van lekkernijen en de zilveren koelemmers met verfrisschen- de dranken gei eed stonden. Nauwelijks had To-etei rondgekeken, om zich te vergewis sen, dat alles in ord'e was, of (de deur werd geopend fén drie jonge meisjes ruischten vroolijk lachend de zaal binnen. Het waren de meisjes Besier, twee zusjes, Wal-ly en Minnie, en Estelle du Brieux, die, met Toe tie, d'e vrouwelijke leden -der club uitmaak ten. D'e freuletjes Besier waren mooie meis jes met slanke, ranke fio-uurtjes, dionker haar en fonkelende, zwarte oogen. Haar ge- heele uiterlijk toonde aan, dat zij zich haar schoonheid bewust waren en er zich veel op lieten voorstaan. Zij waren eender ge kleed', in rose mousselinen japonnetjes, paar 3o. Gemeenschappelijke aankoop van han delswaren van grondstoffen en hulpstof fen -d'er nijverheid, van werktuigen en ma chines, gemeenschappelijk bewerken van grondstoffen, gemeenschappelijke verkoop van producten, afvalstof enz. 4o. Concurrentie door niet gevestigden handel. Do Zeelieden Staking. Naar de Msb. bericht is üe toestand over al kalm en rustig. Wordt er in verschillende groote havensteden gestaakt, van een eigen lijke internationale staking kan men moei lijk spreken. Op het o-ogenbli-k zijn alleen fvrgeland, Holland en België in de bewe ging, betrokken. Volgens de Fransche bladen hebben de zeelieden, daar te lande geen zin om mee te lijden. Wel trach ten in sommige steden eenige kopstukken uit -de zee'iedenbdnden hun leden over te halen ook het werk neer te leggen, -doch ze vinden weinig aanhangers. In de havens daar te lande is het -dan ook rustig'. Ook Duitscblandi blijft koud bij al «de ge-, maakte -drukte. Van den beginne af zijn de laatste mede opgemaakt met overvloed van kleine plooitjes en golvende kant. Estelle -du Brieux was vair Fransche af komst. Haar vader, Chavalier du Brieux, was een beroemd schrijver. Haar moe der een no-nnaatje, zuster van mevrouw Be sier. Estelle was buitengewoon mooi, en een opvallende verschijning. Zij yvas zeer lang, eenigszins gezet, en had een prachtig figuur. Zij kleedde zich uitstekend, met die zekere verfijning, die sommige vrouwen eigen is, en haar terstond van haar medezusters on derscheidt. Haar gelaat was pikant, voor namelijk door haar frisch teint en de (drieste uitdrukking in haar eigenaardige grijsgroe ne oogen. Roo-dblond haar omgaf in weel derige ondu'aties het meestal lachende ge zicht, Haar japon van -donkerblauw votSc" viel in kleine plooien over een tafzijden on derkleed, zeer nauw om het middel, zoodat haar mooie vormen op 't voordeeügst uit- 'fÊf kwamen. Naar de heerscheu-de mode ontbrak de kraag aan haar toilet en vielen de *,t; mouwen in sierlijke plooien wijd' neder tot aan de ellebogen, zoodat haar pradh- tige hals en armen verblindend tegen 't don- j'J ker blauw van haar japon uitkwamen. Naast. deze idfcrie opvallende, zelfbewuste meisjes) zag Toetie, in (Waar lichtblauw japonnetje, met Ihaar tenger figuurtje en onschuldig, teer. gelaat, er uit als een nederig vergeet-mi, - s nietje tussch-en pralende tulpen en hyacin- t then. (Wordt xcrwotgdjb

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 5