No. 87 Dinsdag- 31 October 1911. Jaargang- FEPILLETof" S£atl&« Mleiws» voor Moord ollandL Verschijnt Woensdag en Zaterdag. Allerheiligen - Allerzielen. „Toette Walt her," PLAATSELIJK^NIEUvVS.r LIMMEN. ABONNEMENTSPRIJS: 60 et. per 3 maanden franco huis; 90 ot. met geilLuslreerdl Zondagsblad, Te betalen in het begin van ieder kwartaal'. Afzonderlijke nummers van de courant - 3 cent. .Van het Zondagsblad 5 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD". BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels30 cent. Elke régel meer6 Reclames per regel15 Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruübét. 25 1 Het kerkelijk jaar loopt teneinde. Nog vóór het gesloten wordt, houdt onze goe de Moeder, de H. Kerk, haren kindereij eene troostvolle waarheid voor n.l. „de Ge meenschap der Heiligen". Het feest van Allerheiligen en de Allerzielendag!, die er Op volgt, Sjteilen ons de zegevierende, de strijdende en de lijdende Kerk voor pogen. Óp het Alterheiligenfeest vieren wij; ge heel de zegepralende Kerk, en vooral de Koningin der Engelen, dan de Engelenkoren en eindelijk al de verschillende Gelukza ligen. Dow hare liturgie doet de Kerk ons reeds op aarde deelnemen aan de lofzangen der hemelingen. In het gewijde Boek, dat Apocalyps i s of Openbairing heet, lévert de H. Geest ons de beschrijving vain den he mel onder den v'orm van een visioen dat aan den H. Joannes te beurt viel. Geheel het officie van Allerheiligen beweegt zich om dit verhaal en maakt ons op die wijze deelachtig aan de liturgie des hemels. Bewonderen wij, dit grootsdh tafereel„Ik zag, zegt de H. Joannes eene: menigte, die niemand kon tellen, uit alle vo{iken staande voar den troon van God. En alle Engelen stonden rpndom: 'den iroon-, en vie len op hun aangezicht neder, en aanboden de oneindige Majesteit des Heeren. En daar verhief die menigte: hare jubelende stem „O Goid, Gij hebt ons vrijgekocht door Uw Bloed en Gij 'hebt ons Voor onzen God gemaakt tot een koninklijk geslacht" .Wat vurige begeerten wekken deze gezan gen niet in ons op, om tot het getal der uit verkorenen te behooren; waf kracht schen ken zij ons niet om getrouw te blijven in het vervullen onzer christelijke plichten. Met blijden jubel viert de Kerk in de Vespers op Allerheiligen de vérbeeilijl- king van hare kinderen in den hemel, staart zij met den H. Joannes Vol verwondering en verlangen iop naar dat heerlijke sdhoiuw- sp>el, naar die duizendtallen uit at;e geslach ten. die Gode glorie toezingen en het Lam overal volgen. In haren hymnes wendt zij zich vertrouwvol tot de Apostelen, Mar telaren enz. om dan in de antifoon Van het „Magnificat" ivo! vreugde en hoop' te juichen en Te juibelen: „O hoe glorievol is het rijk waarin alle Heiligen zich. met .Christus vereenigen!" Mogen wij. eenmaal aa.nh' unne heerlijkheid en hunne vreugde deelachtig worden! Nauwelijks zijn de vreugdetonen van het Magnificat weggestorven of dat heerlijk vi sioen van Jtóht en vrede verdwijnt: de gou den poort des h'emiefc sluit zich voor onze bliikken, en door de deur des lijdiens, die nu opengaat, dringt de jiamimerklaiclhttot ons door: '„De profundus cfamavi ad te 44) Haastig antwoordde ze kalm,eerend: „Wel neen, mijn jongen, hoe 'komi je er bij? Waf een zwarte gedachte! Al houid ik zeer veel Van Toette, 'ben ik todi overtuigd, dat ze geen vrouw voor miijn wildzang zou zijn. 'Zij zou je ni.et in alle opzich ten bevredigen, noch gelukkig Wraken. Foei! Je hebt je oude moedertje verkeerd begre pen! Ik heb Estelle hartelijk lief. Zij is me een zeer (welkome, li.eve schoondochter, neen.» dtochfer. Dat kleine woordje er v'oor, dat door de li.efdelooze opivaitting van velen zoo'n |hafelijken 'klank heeft gekregen, wil ik er aflaten. Ik ben z'eer ingenomen met je keus, ien vannacht heb' ik God vurig béidamkt, dat Hij Estelle op je weg voerde, en van (harte Zijn 'zegen over jelui! ver- bi.ndtenis afgesmeekt. Sinds ik zag aanko men, idlat je hart tot haar neigde, heb ik eiken diag 'gebeden, dat God ons krin getje Todi' (bevrijde van die kleinzielige hatelijkheden, die iv'aak de 'families 'binnen sluipen en tusschen schoonouders 'en aan getrouwde kinderen verkoeling en onver draagzaamheid .te (weeg brengen. Het strijdt zoo .tegen (die liiefde, zoo 'veel leetlijks eni onaangenaams komt er uiit voort. Zal je goed meebidden, (kind, dat God ons daar- Dornine: Domine exaiudi vocem meaim", j „Uit id.e diepjsten roep ik tot U, o. Heer, Heer, geef gehoor afa.n mijhe stem." Bij 'het hooren der liijdens'kreten, blij bet aanschouwen van die smarten legt de Kerk haren feesttooi af, kleedt zij ziih in zwar ten rouw, want zijl, die daar klagen, zijn ook hare kinderen; en droevig klinkt die medelijdende béde uit haren moral„Re quiem aeternam dona eis, Domine, et luxe perpetual liuceat eis". „Heer geef haar de eeuwige rust en het eeuwig licht verlichte haar". O, 'hoie schoon is toch de Kerk in hare liturgie! Te miidden der lofzangen, welke de Kerk om het aardrijk laat weergalmen, als wilde zij ons e.enige zwakke tonen 'laten vernamen van het eeuwigdurend zegelied, dat daar door het hemélische Sio.n ruisdht; te mid den der onbeschrijflijke vreugde, welke de Kerk, als eene teedere moeder, wegens het geluk harer reeds verheerlijkte kinderen in haren boezem voeLt opwellen, schijnt zij eensklaps haar pog te siaian o.p die andere ontelbare zielen, die ook eenmaal, als deze Heiligen, den zegepalm; zullen dragen Jn den hemel), maar die thans nog liggen op gesloten in de smartvolle zuiveringsplnais. „Het a's eene heilzame gedachte voor .de, overledenen te bidden" eiken dag, eiken morgen en avond, in onze gebieden te den ken aan hen, die zelf niets meer aan hunne verlossing kunnen werken, maar nu onze. gebeden verlangen. Toch wil. ons de Kerk inzonderheid op Allerzielendag deze plicht met treffende kleuren voor oogen houden, dan vinden wij, gelegenheid tot het herstel der verzuimenissen, waaraan wij, ons in het volbrengen onzer verplichtingen jegens de overledenen mochten hebben schuldig ge smaakt, en woeden wij aangespioordj deze met nieuwen ijver in het vervolg te vol» voeren, Die H. Mis draagt op Allerzielen meer dan [ooit het karakter van een zoenoffer. De H. Kerk doet dit op' bijzondere wijze uitkomen: innig sjneekt zij God, 'het H. Sa crificie aan ,te nemen tot verlossing d;er ge- ïoio-vige zielen, sm.eekc zij Hem, die zielen te bevrijden uiit hare smarten, baa;r alle straffen kwijt te schelden en haar deeeuwil- ge rust te schenken. Die Infroiiltus zegt 'het reeds: „Requiem, aeternam dona 'eis Domine", „de eeuwige rust, geef ze haar, o Heer". In het Epife'tell leert die H. Apostel Pa.u- llus, d;at al de uitverkorenen bij de komst vain Christus ook naar ,het lichaam ver heerlijkt zullen worden» Dia;n zullen al de gelukzaligen de sterfelijkheid verwisselen met het onsterfelijk leven: „Ubll est mors Victoria tua „Waar is, o dood, uwe over winning?" zoo schrijft 'hij. In het Evangelie leert Jezus, d'at Hij aan ai degenen, die geestelijk dood zijn, heit léven der genade, de geestelijke verrijzenis schenken zal!. Ook zal Hij' ter jongste dagen, voor bewaart?" Mét teedere zorg, schikte Herman de bloemen 'tussohen de plooien vain Estel- le's 'servet, ze onwillekeurig, liefkoozend stre'elénd. Zjj.n moeder, die beweging zien de, lachte hein guitig toe, toen riep, zij, ver schrikt „Gaiuw, 'Helrman, kom mede, i'k hoor een rijtuig ophouden." Nauwelijks hadden zij de salons bereikt, of de kneCht diende de gasten aan. Mevrouw de Raat, gedistingeerder dan ooit, inih aar zwart voilel toilet, miet dof- zijden borduursel, trad het eerst binnen. Het 'kostte (haar inspanning er opge wekt uit 'te zien. Zoo, gaarne was ze stil thuis gebléven, met haas herinneringen,'doch ter 'wille van Paul, had ze daf verlangen onderdrukt. Met haar zachten glimlach, die aan haair schoon gelaat iets ongemeen aan trekkelijks verleende, stak ze haar gast vrouw eta Herman de kléine hand toe. Met automatische beweging, boog' Herman er zich 'hoffelijk overheen, zijn verlangende blik h.ieM 'Estelle omvat, d!e gearmd met Toette binnemruisdhte. 'W,a,t wa,s ze toch mooi1 In derdaad, 'be,too,verend, zoo als ze daar onder de efeotrische kroon stond. Vain ha,ar vjajn- m.éndrood-blond 'haar, straalde een warme gloed door de geheel,e kamer. Woindcrbh.ar kleedde 'haar het gewaad van geel crepe de Chi.né. Om de bescheiden gedecolleteerde hals én armen, glinsterden topazen, en wa rén kwistig .Qv.er het toifó gestrooid,. Van hen, die lichamelijk gestorven zijn, opwek ken uiit hunne graven: „Noüite, aldus in, het Evangelie op Allerzielen" mirari. hoe, quia, ve,nit hora, in qua omnes, qui in monu- mentis sunt, audi,ent vocem Filü Dei: et precedent qui bona, fecerunt, in resunrec- tioinem vitae: qui vero mala egerunt in resurrectioneni judicü." „Laat .u dit niet verwonderen, want de ure komt ,,\vaarup allen, die in de grafsteden zijn, zijne stem- zulten hooren, en die 'het goede gedaan hebben, zulten uittreden tot opstanding ten leven, maar die het kwade gepleegd hebben tot opstanding ten oor deel, Na de H. Mis wordt bij' de katafalkj (die de lichamen der overledenen ver beeldt) het .„Libera" gezongen het: „Li bera me Domine, de motte aéterr.a, in die lila tremenda" „Bewaar mij', o Heer, voor den eeuwigen dood opi dien vrees- w.ekkendag" en besproeit de Priester de katafalk met wijwater en bewierookt ze. Maar bovenal' heerlijk is die Sequeniia vóór het Evangelie, door het koor gezon gen In dezen zang, het werk van een Fran- ciscalierdichter der XlIIe eeuw, wordt de gamseihe wereld ten oordeel geroepen: de wereld vergaat, de dooden staan op, de Rechter verschijnt, alles wat tot nu toe verborgen wa:s,, wordt klaar als de dag, en met het schaamrood op de wangen zinken wij voerden Rechterstoel neer; niet om. te wanhopen, want wij levenden, leven nog ind en tijd van genade en erbarmdng, maar om vergeving af te smeeken door de verdiensten van onzen godde|jjken Zalig maker. „Dies irae, dies illW' „Dag van gram schap, dag de.s Heeren," zoo klinklt o-ns de gerechtigheid God's toe, Dieze treurzang sluit echter met de bede: „Pie Jesui Diamine, Dona eis requiem,". Goede Jezus, hoor mijn bee Geef hum, Heer1 uw eeuw'gen vree. Lezers volgt in deze dagen de Kerk in hare heerlijke liturgie. Dat haar „requiem aeternam„De eeuwige rust, geef ze haar, o Heer: en dat het eeuwig licht haar verlichte" veelvul dig over de lippen kome. O, hoort ze roe; pen: uwe vader of moeder, broeder of zus ter, vriend of vriendin aan wi,er ziekbed gij hebt gestaan met de oogen vol tranen, bet hart vol simart, hoor ze roepen: „Mi serere mei.„Ontferm U mij ne, o Heer, want ik ben krank, genees mij, o Heer, want mijne beenderen zijn ge heel ontsteld! Aan hun ziekbed kondet gij hun lichame lijke pijnen niet genezen, maar tha'ns, nu zij in het tagevuur lijden, kunt gij door uwe gebeden hen helpen verlossen. O, dat velen met den Buidhairistischen, Christus in het hart, verlossing mogen smee ken voor hunne dierblare overlieden en door met de Kerk le herhalen deze eene béde: haar 'dwaalde ,zij,n blik naar Toetje, en ble'ef Idaair, als geboeid hangen. Haar bèval- lig, tenger figuurtje leek wel nietig naast die schitterende verschijning, maar toch bé- tooverde 'zij oinwederstaanbaar door de won derbaar weemoedige kinderoogen en dat lieflijk-etherische, dat haia.r zoo, bijzonder kenmerkte. Zij droeg een dun wit japonnet je," 'dat haar Maatje nag vpor haair had uitgekozen. 'Schijnbaar uiterst eenvoudig, dodh .in waarheid een meesterstuk van be valligheid, ludhtig, wazig, teer. Eenig'e snoe ren parelen maakten haar eenigste sieraad uit. Acihter ha,ar (kwamen ha,ar vader en Paul, met opgewekte gezichten, in correct avond- «osfuum. Mévrouw van Velzen omhelsde beide 'meisjes hartelijk. Ook haar blik gleed bewonderend over Estelle. W,at kleedde dit toilet 'ha,ar bijzonder goedGeen wonder, dat 'Helnman, toien hij haar begroette, rid derlijk de kni.e boog en onstuimig haar hand aan zijn lippen drukte. De heer Wal- t'helr, dit ziende, parodieerde hem, grappig, toen zijn gastvrouw begroette,, Weer willendé 'opstaan, lukte het hem niet. Met behulp 'van Herman en Paui werd hij opge holpen. 'Dit voorval lokte veel gelach en ge- scherts u'i.t, en onder opgewekfen kout ver liepen 'de weinige minuten, alvorens de knecht 'kwam melden, dat de soep was op gediend. 'Evenals Herman, bleef 't gezel schap Opgetogen staan, toen men de" eeV zaal binnentrad, Heer geef haar de eeuwige rust en het eeuwig licht verlichte 'haar, dat zij rusten in wede." Bij 'de algemeene beschouwingen, die de behandeling der begrooting in den Am» sterdamsdhen Raad voorafgingen, hebben de socialisten zich heel duidelijk uitgespro- 1 ken, dat zij er immer op; uit zijn onte vredenheid te zaaien. Aan het verslag 'der zitting ontteenen wij het volgende Sprekende Over een onderdeel uit de re de van den heer Fab'iüs, waarin deze den socialisten 'verwijt da.t zij de menschen on tevreden 'maken, zeide het soc. dem. Raads lid Smit dat 't h.em als socialist een eer was, tot ontevredenheid op, te wekken. (Ui tingen van afkeuring in den Raad). De 'heer Smit, voortgaande, zeide ten slotte 'dat ontevredenheid de eerste stap is om tot verbetering en vooruitgang te kouiien. De soCj-dem. Wibauit uitte zich later in der.zclfden geest: Met betrekking tot des heeren Fafcius ui ting over het zaaien van ontevredenheid, zeide |n'ij, dat ook hij er een eer in stelt te behooren tot die ontevredenheidzaaiers. „Ontevredenheid-zaaiers" ziedaar eene juis te qualificatie Voor deze lieden. Wat is er verderfelijker voor den mensch voor zijn gezin, voor de maatschappij, als hij steeds ontevreden is met zijn lot1 Als op de geheele wereld niets dam ontevre den menschen leefden. .j Is Ihet dan overdreven, alls men zegt: dat 'het 'socialisme een worm is di,e knaagt aar. de fundamenten van het maatschappe lijke leven. En moet men die worm voe den? De Christelijke Pers. Ook in Anti-revolutionaire leringen is men diep doordrongen <van de hooge noodza kelijkheid va n het steunen der Chris lelijke pers. Zoo lezen wij in „de Standaard" Van 1.1 'Zaterdag de vo'gende opwekking: „Ik zou ieder der onzen wel' oipj 't hart willen 'binden: Steunt de Christelijke pers, waint die hebt ge zeker niet minder nocdig dan de Christelijke School. Doe voor haar wat ge maar even kunt in het welbegre pen belang van ons volk." Die 'Christelijke pers evenzeer noodlg als de Christelijke Schooi! Wij Katholieken gaan daarmee volkomen accoord, ook wij zeg gen: „de Katholieke pers evenzeer noodig ails de Katholieke school." Zondagsrust. Eene der iqp den laatst gehouden Dioc. Katholiekendag aangenomen conclusie luidt: Verschillende 'uitingen van het maatschap pelijk leven maken duidelijk, dat de „Dat 'hebben de kinderen drommels mooi gedaan, mevrouw!" riep de beer Walther verrukt, meenend, dat zij daarom dien Za terdagmorgen bij de van Velzens hadden doorgebracht, Mevrouw van Velzen lachte hem 'vriendelijk' toe, en bevest'gde de vio- iettes Me Parme op haar corsage. De meis jes wairen verrukt over Hermans attentie. Het diner was voortreffelijk bereid, de wij nen 'uitgezocht en op de vereisebte tempierai- tuiHgjgesteld, zoodat de heer Walther glans de van genoegen Toch dwaalde zijn Kik telkens naar zijn prinsesje. Zij zag er zoo onschuldig, 'teer uit in dat witte japonnetje. Haar sprekend gezichtje weersp'egelde ge mengde 'aandoeningen. Hij begreep' haar, en als 'haair oogen af en toe de zijne zochten, knikte hfj ihaar hartelijk toe met veelzeggen- den blik. Ze 'was zoo blijde, zoo dankbaar, o- zoo gelukkig. 'En toch, was zij ook liever thuis gebleven (dit eerste Kerstfeest zonder ha'ar Maatje, Uodh ter wille vam Estelle, hie;d ze 'dien wensoh zorgvuldig verbórgen, en niemand kon baar aanzien, hoe haar gedach ten 'telkens a;an 't verleden terug dwaalden. Men wass aan 't dessert genaderd, en de bedienden 'hadden de kamer verlaten. Net (hief Herman zijn glas op, om zijn gasten toe te spreken, toen eensklaps de oude 'huisknecht gejaagd binnenkwam en haastig op den heer WaMher toetrad. „Mijnheer, Me heef Brown vraagt u drin gend (te spreken, er is groote haast bij," godsdienstzin in breeden kring te wensctxen overlaat. Als zoodanige uitingen mogen wor den genoemd: het lezen van neutrale of niet-Kath. bladen het lichtzinnig denken over het gevaar van neutrale vereenigin- gen; het geven, van aanstoot door etalages; gebrek aan eerlijkheid in den handel aan oprechtheid in den omgang, het openen van winkels en het doen van inkoopen, het zon der hooge noodzakelijkheid vergaderen op Zondag; 'het beoefenen van sport het doen van gezamenlijke optochten, de preimake rij op Zondagmorgen. Onze Bisschap zeide in de algemeene ver gadering ora.. „Ik hoop', dat van dezen Kath. dag evenals van de vorige Kath. dagen invloed zal uit gaan 'en dat deze invloed zich zal doen gel den op zichtbare wijze door het geheel'e bisdom." Katholieken geeft gehoor aan de stem van Uwen Bisschop! Sluit uwe winkels, des Zondags, doet uwe inkoopen door de week, vergader zonder hooge noodzakflijkbijd niet cp Zondag. Laat na, en ga tegen, zooveel gij kunt, het beoefenen van sport, het doen van gezamelijke optochten, de pretmakerlj op Zondagmorgen. Vergadering van den raad op Donder dag 26 Oct. 2 uur. De voorz. opent de verg., waarna de notulen worden voorgelezen en onveran derd goedgekeurd. Mededeeling wordt gedaan van ingeko men stukken: a'. van Ged. Staten, waarin wordt 'herinnerd aan art. 178 der gemeente wet, b. van de Vereeniging van gemeen te-ambtenaren, 'waarin zij afkeurt, dat som- mige gemeentebesturen de te benoemen amb tenaren aan een vergelijkend examen on derwerpen; 'c. van het hoofd der school, waarin wordt medegedeeld, dat zich voor het herhalingsonderwijs 12 meisjes en 15 jongens hebben aangemeld; d. van den ge- meente.veldwachter. 'waarin wordt gevraagd om tegemoetkoming in de noodzakelijke kosten van zijn in den dienst der gemeente ondeugdelijk geworden rijwiel, welk request wordt aangehouden tor een volgende ver gadering, e. van de A'.g. Verzekeringsmaat schappij, waarin wordt voorgesteld tegen inbiraak te verzekeren. Na eenige besprekin gen 'werd tof verzekering besloten f. van de gemeentebesturen van Uitgeest, Aker sloot, Castrioum en He ito, waaruit bleek, dat zij met betrekking tot het plaatsen eener ziekenbarak, Uier tot samenwerking geneigd waren. Atsnu volgde vaststelling der begercoiing 1912. Alvorens daartoe over te gaan stellen B. en W. voor om' b' et sdhoeüngswerk aan het 'Stet uit te stellen tot het volgend jaar, „Teddy?" riep deze verbaasd opscaainde. „Is dat niet de sympathieke jonge man, dien ik vroeger herhaaldelijk bij u ont moette?" vroeg mevrouw van Velzen. De 'heer Walther knikte bevestigend. „Vraag Mien heer, hier te komen, Piet," ging rij voort, zich tot den knecht wen dend. „Paindon, mevrouw, hel is een oude heer, hij ziet er zeer ontdaan uit." „Vraag 'mijnheer hier te komen," her haalde Iwevrouw van Velzen, na een blik op Men heer Walther. Toctie was doodsbleek geworden, 't Was haai onmogelijk de scherts en plagerijen van Herman te beantwoorden. Ze voelde iets vreemds, benauwends in zich opstij- gen, al's van naderend oniheiü De naam van Brown had ook zooi veel herinneringen gewekt. Ook Estelle was het angstig te rnoéile, 4e werd stil en sloeg Toetie be zorgd gade. „Wat kan Teddys vader op dit vreemde uur vam me willen?" riep de nog steeds verbaasde 'mijnheer Walther, (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 1