Rb Kaih. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. No. 94 Zaterdag 25 November 1911. 5"* Jaargang FEÜILLETOK Verschijnt Woensdag en Zaterdag. „Toetie Walther." De voorstellen van B. en W. der gemeente Alkmaar tot het oprich ten van een werklozenfonds. BUITENLAND. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS j 60 ct. per 3 maanden franco huis; 90 ot. met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen Sn het begin van ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers van de courant 3 cent. Van het Zondagsblad 5 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD". BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIEN Van 15 regels30' ceiint^ Elke regel meera jj a Reclames per regel15 i Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet. 25 In de Bijlagen tot de handelingen van den gemeenteraad onder nummer 114 geda teerd 10 Nov. 1.1. komen B. en W. tot onze groofce vreugde en voldoening voor den dag met een Voorstel tot het stichten van een werktoozenfonds en ingevo'ge van dien met een Ontwerp1 verordening daarvoor B. en W. beginnen deze bijlagen met de volgende zinssnede: „Wij voldoen bij deze aan den reedis meermalen uitgespro ken wensdh." Volkomen juist, want, als er well ooit in den AMcmaarschen Raad „op een en het zelfde aambeeld is geslagen" dan is het zeker wel op het aanbeeld van de werkloo- zenverzekering. Maar de smeden, die telkens en telkens hunne mokerslagen op dit aambeeld lieten vallen en deze door de smederij' van, ge meenteverordeningen, wetgeving enz. lieten weerklinken als in zwellende geluiden Weer gevende den slag van hun hart, dat zoo warm klopt voor den arbeider, zij zien thans aan hun verlangen voldaan. Mogen 'zij verder in hun ijver slagen, mo ge op dat aanbeeld en nu schiet ons «ene reclaim e_plaat eener verzekeringmaiat- schappij in het heugen worden ge smeed den sleutel van het geluk der arbei ders, i 1 Werkloos zijn, wat wil dat zeggen? .Wer ken te kunnen, werken te Willen en, geen werk te hebben. Denk u een «ogenblik den toestand van een werkman, die onvrijwillig werkloos is. Hebt gij daarover weieens nagedacht? Gij vooral lezers, die steeds in uwe betrekking zijt gehandhaafd en een hoog loon hebt verdiend? Verplaats u eens in dezen toe stand Eerst die voorgeschiedenis: zijn patroon heeft geen werk meer 't is zoo' istil. het bedrijf. En daar komt opi een Zaterdag middag bij Ihet uitbetalen van het loon hij zal 't nooit vergeten de patroon hem mededeelen, dat hij na de volgende w-eek-g een werk meer voor zijn knecht heeft. Gelukkig, hij heeft nog een week tijds c>m ander werk te zoeken! Hij probeert het in zijn schafttijd gaat hij blij andere patroons wagen doch 't is winter, er lis weinig werk, er zijn er ire^ds meerderen, dfie enkele knechts .„gedaan" gaven. IJdele hoop' alzoo, En met wees en angst ziet de werkman, de vakman, de naaste toekomst t egemoet. Was hij vrijgezel, o, 't was zooi erg niet, hij zoiu er zich zelf wel doorredden, 1 maar zijn vrouw,' wie hij eenmaal beloof- 1 de in haar onderhoud; te zullen voorzien... die arme, zijin bloedeigen kinderen. 49) Gedurende de ziekte van zijn kind, het dierbaarste, wat hij' op aarde bezat, had de arme vader .wreede folteringen uitgestaan, ontzettend geleden. Hij' wa;s aan hevige angsten en benauwdheden ten prooi geweest Uren achtereen had hij geworsteld en ge streden tegen de wanhoop, die hemidreig de te overmannen. Doch het gebed, en de genade, in den Kerstnacht ontvangen, hadden hem staande gehouden. Het leed had zijn ontwakend geloof krachtiger, hech ter gemaakt. Hiji geloofde, dat het 'leven van zijn kind rustte in Gods ihand, len idialar veilig was. Was Hij) niet haar Heme'.sehe Vader? Wist Hij niet 't beste, wat haar zalig was? Beminde Hij haar niet méér, dan hij dit met mogelijkheid kom? Langzamerhand daalde berustinng in zijn gefolterd hart, en gaf hij zich meer en meer over aan den heiligen wil van God. Zijn grootste troost waren de oogenibJikken, dat hiji met pastoor de Munnik of Herman," soms ook mat Estelle en de Raats, over God en godsdienst spfak, of de uren, dat hij over zijin catechismus en theologische bos- ken gebogen zat, en de eeuwige Waarheden meer en meer tot, zijn ziel doordrongen. Hij leerde begrijpen, dat het geloof het eenige is, wat den beproefden, lijdenden Waar moet dat been en dat in den win ter, in het slechtste getijde des jaars als ieder gezin, behalve het gewone le vensonderhoud, zooveel meer noodig Weeft aan: brandstof licht, kleeding en bedekking, als de magen meer verlangen dan anders? En dan breekt aan die met angst verbeid de Zaterdagavond, waarop 'hij het laatst zijn loon wie weet voor hoe lang? ont vangt. De Zondag gaat in droefheid voorbij, de Maandag komt: vader is all vroeg Wak ker, de vrees voor armoede, die voor zijin deur staat, heeft den slaapi ver van hèm verwijderd gehouden. Zou hij „blijven liggen", hij, behoeft nu toch niet aan 't werk en 't is zoo koud? Anders ,moet hij' alle dagen zooi vroeg op, nu kon hij weleens de gelegenheid waar nemen en een® uitslapen? Maar neen, jiij hoort zijn kleine in de wieg, hij kijkt op en ziet hét daar, dat lieve mollige venltje, !hij hoort in het kamertje ■naast Wem zijn beide meisjes van 3 en 4 jaar zoo aardig babbelen over Sinter klaas en zijn knecht Pieterman. Hij denkt aan dien ai.s. St. Nicolaas. Verleden jaar, eerverleden jaar was het toch-eoo'n gezellige, echt huiselijke avond. Wat zal het «u worden voor die vrouw, die kinderen? Doch neen, weg met die gedachten, uit zijn brein,! Zijn vrouw is reeds aan den wasch geto gen. En hij, zou hij blijven slapen? Dat zijn zijn vrouw zijn kinderen. En. bij staat op, kleedt zich aan, drinkt een kop koffie en gaat de straat op|. Naar wien? Hiji weet het zelf niet. Hij loopt van den een naar den anidier, ner gens werk'! Hij, de vakman, de timmerman, metse laar, smid of schilder, hiji kemit zijn vak toch, nimmer nog heeft hij opi zijn werk aanmerkingen gehad. 't Kan hem trouwens niet schelen, jwat voor werk hij heeft, als hij zijn vroiuw en kinderen maar kan. onderhouden1. Hij wil werken, hij wil het dageïijiksdh brood verdienen voor vrouw en kinderen.... maar hij kan niet. Hij voelt de kracht en de vaardigheid tin telen in de 'handen, hem door God geschon ken om in zijn levensonderhoud en dat van zijn gezin otp menschwaardige wijze te voorzienmaar men biedt hem de gelegenheid niet. Hij die man, die zijn vak grondig ver staat, moet bijna 'huis aan 'buis vragen, neen bedelen omi werk. En die gedachten pijnigen hem Idag in dag uiit. Eiken dag maakt hij diezelfde routeer kon intusschen eens werk ge komen zijn-! Hij 'de nijvere werkman begint ?iich .akelig te vervelen. Doch tevergeefs, overal Is 't „geen werk memsch in bange uren s taande houdt. Met al de kracht van iemand, die zich alles ziet ontzinken; had hij zich, als aan een anker, daaraan vastgeklampt. Het vermin derde zijin leed wel niet, maar schonk hem kracht het te dragen. Het opzitten bekwaim Toetie dien middag goed. Wel bleef 'de temperatuur veel te hoog, doich zij was niet gestegen. Toen ze, gehuld in een wit flanellen ochtendja pon, in een makkelijke crapawd, door kus sens ondersteund, bij het raam zat, liet zij haar Paatje roepen. Verheugd spoeddie hij zich naar haar toe. Doch nauwetijkis had hij één blik op haar gezichtje gesla gen. of de blijde lach verdween van zijn gelaat, om voor een uitdrukking van ont steltenis en smart plaats te maken. Toen ze it>e bed lag, had hij wel opgemerkt, dat ze vermagerd en afgevallen, maar nu ze .opzat en was aangekleed, zag hij pas ten volle de wreede verwoesting, die de ziekte in haar ih ad te weeg gebfadht. Geluk kig merkte zij die plotselinge verandering in zijn gelaat niet oir. Blijde strekte ze hem haar kleine, nu zoo angstig doorschijnende, handjes tege moet. „Toe, Paatje, kom nu bij me zitten. Ik geniet, 't Zonnetje schijnt zooi helder, de ludht is zoo blauw, ijje voo-jaars-Moempijes bloeien al zooi lief, en in den boom: voor 't raam huppelt een merel tak op, tak af. Alles duidt op de naderende lente! En als 't maar eenmaal lente is, hebben we piok Het geld, dat 'hij in den zomer heeft over- diend, had hij; overgelegd en komt nu wel te pas, maa;r och in zooi'n duren tijd ver dwijnt hiot zoo gauw, als sneeuw voor de zon. Nog enkele weken kan hij daarmede in zijn onderhoud voorzien; maar danO, vneeselijke gedachten komen in hem op; die zich samenvatten tot ééne...., honger snood. Doch neen, er is nog een middel'!,: Biedelen., een aalmoes vragen' Hij de knappe werkman, hij zal dan aan de openbare liefdadigheid worden, prijsge geven Te kiezen heeft hij tusschen den hon gersnood en.de hand uit te steken naar een aalmoes. Lezers, dat is een beeld naar de werke lijkheid Er zijn er zoo dit jaar misschien! minder dain andere jaren maar er zijn er. En dat zegt genoeg. Waar B. en W, tenslotte medewerking toonen ien aan den reeds meermalen uüf- gesproken en wij mogen wel schrijven „algemeenen" (getuige het adres van on geveer alle georganiseerde arbeiders te de zer sitede d.di. 8 Aug, 1.1.) wensch voldoen, daar ligt Ihet opi onzen weg onze waardee rt ng uit te spreken voor hetgeen B. en W. tot stand brachten in casu 'het ontwerp' verordening werkloozenfonds voor deze ge meente. Volmaakt is het niet, maar wat is er vol maakt op dcez' aaide? Toch verdient o.i. eer streven naar vervol making in aller oogen waardeering. Dit vooropstellende zullen wijl in ons vol gend artikel eenige kantteekeningen opi het voorstel maken, Dure Tijden. Me,n klaagt, en met recht, over de duurte der tijden. Waar echter nog altijd geld voor over schijnt te zijn is voor deftige schun nigheden, In Den Haag is Wiide's beruchte drama „Salome" opgevoerd. De prijzen bedroegen naar weer de I „N. R. Ct." adverteert f 10, f8, f7, f 5, i f 3. Die laagste prijs dusf 3. Die opvoering van „Salome" werd door I de New-Yoiksche politie verboden (Tijd). De socialist van Kol over onzen I Gouverneur-Generaal. j Dieh eer van Kol, die onlangs vain zijn tweede reis uit Indië is teruggekeerd; heeft ook een oordeel over Gouiverneur-Gene- raai IdenWurg meegenomen'. Hij getuigt van Kern: Menige klacht vond gehoor, menig on recht vond herstel door den map, die op heel spoedig 't blijde Paaschfeest, en dan In verrukking vouwde ze de handen op haar borst te zarnen. Zwijgend had haar vader zich naast haar neergezet, met geweld kampte hij tegen zijn ontroering, O, God! wat was ze veran derd! Hoe doorschijnend was haar tóch al zoo teer gelaat' Hoe onnatuurlijk groot schenen haar altijd nog wonderbaar-mooie oogen, hoe ingevallen haar wangen! On gerust vroeg hij teeder: „Hoe voelt mijn, prinsesje zich?" „Best Paatje, dankbaar en blij. Alleen wat moe maar dat is zeker van 't aanklee- den en ongewone, dat zal met den dag wel beter gaa*h' Heeft de dokter u ver teld, dat ik misschien de volgende week naar de achter-logeerkamer vervoerd mag worden „Ja, Toetie." „Begreep Paatje, waarom ik dat zoo gaarne woo?" „Ja; omdat je vandaar uit de kerk kunt zien, niet waar?" „Juist, vadertje, dat 's nu eens héélknap geraden. Vindt u 't goed, en begrijpt u het?" J „Ik vind 't best, en begrijp je," Innig, stak ze haar arm; door den zijne: „Groet ui Ons Heer wel dagelijks uit mijn 'naam, ais u Hem bezoekt?" „Ja, kindje, eiken dag." „En zegt u Hem dan wel; Wat ik u opj- droeg? of ik spoedig weer bij Hem mag Buitenzorg's troon gezeten, in veel op|- zichten het goede wil, en hart toonde voor de miillioenen inboorlingen, wier le venslot en geluk hij voor geen gering deel in handen heeft. Als die 't zegt, zal hét toch wel zoo zijin. ITALIË. Onze Nederlandsche Kardinaal. de HoogBerw. Pater van Rossom is ge ïnterviewd door den bijzonderen Italiaan- schen correspondent van „de Maasb." Deze schrijft omtrent dit onderhoud o.a, het volgende Men weet reeds, hoe pater van Rossom naar Rome terugkeerde, niet beter wetend, nieit anders denkend' dan dat Z.H.Eerw. het gewone werk zou voortzetten, waaraan hij zooveel jaren reeds al zijn krachten heeft gewijd. Maar in den trein werd het nieuws vierteld; Ihet nieuws dat het zonderlingst en het onwaarschijnlijkst klonk in pater van Rossum's eigen ooren, in deze ooren al léén onwaarschijnlijk en zonderling. Maar in Rome aangekomen, vond Z.H, Eerw. het bevestigd en bekrachtigder was geen twij felen meer. En terstond spoeddie pater van Rossum zich naiar hét Vaticaan. „Ik tveet niet wat mij overkomen was; ik weet 'het nog niet goed. Br komt zooveel bij kijken, zooveel drukte en zooveel zorg Maar vooral hetgeen nog eerst met den dag voor mijin oogen groeit, de bewustheid van deze hooge waardigheid met al de hoo- ge -eisdheu die zij; stelt, de groote verant woordelijkheid diie da,ar mee op mij gelegd wordt, de 'diepe ernst van dezen post, de verhevenheid dezer waardigheid, dat alles drukt mij meer, dan dat ik me verheugd zou gevoelen. Ik bén dan naar den Hei ligen Vader gesneld, 'heb mij voor Zijne voeten neergeworpen en gezegd: Welaan, wat Uwe Heiligheid behaagd heeft., is mij o-ebod daar het Gods Heilige wil is. Ik aanvaard deze beschikking 'JJwer Heilig heid gelijk ik alles aanvaard wat God mij wil overzenden 'en ik antwoord niet anders dan: ik ben geheel aan Uwe Heiil'ijg-- heiid onderworpen en ai mijn krachten zijn Gods Bruid gewijldi." Het geheele leven van pater van Rossum, is de bevestiging geweest van (dit wooridl.' Al leen: de daad: is het woord voorafgegaan. De kardinaal van Rossum' zal (den pater van Rossum niet 'kunnen overtreffen, want deze was als werker in 's Heeren wijngaard, reeds onovertrefbaar. Een spoorwegongeluk. Een trein van Angers naar Poitiers reed Donderdagmorgen om 'half adh;t bij! Poitiers s. Bellay over de Thouet, toen de brug door het water werd weggespoeld. De locomotief en alle wagen® behalve komen, alls h'et Zijn, wil is ten minste?" „Ja; pop." kloibk 't heesdh: van zijn tril lende lippen. O God! Zou zij wel ooit weer in de kerk komen? „Dan is 't goed. Nu bien ik moe, o, zoo imoe!" De Zuster keek pp de klok. „U zijt pas een kwartiertje op, doch wilt u naar bed, freule?" „Ja, Zuster, liever wel," en mat stoot ze de oogen. Ongerust keek haiar vader de Zuster aan: e „De freule is zwak, en zoo'n eerste keer valt nooit mee," stelde ze hem ge rust. Nauwelijks was ze weer te bed ge bracht. of ze viel in een diepen slaap. Tegen den avond, ontwaakte ze verkwikt, en na gegeten te hebben, wat eiken dag een conflict tusschen haar en de Zusier uitlok te. %e 'kon haast niets naar binnen krijgen, vroeg ze naar Estelle. „Zuster, is mijnheer van Velzen er al?" „Ik zoiu 't u niet kunnen zeggen, freule'" „Toe, wilt u Mina dan eens bellen?" Toen deze antwoordde, dat mijnheer van Velzen 'en zijn moeder beneden waren, zond ze haar naar binnen, om 'te vragen, of Estelle en Herman wat bij haar kwamen. De 'ziekte van Toetie had over het ge luk van Estelle en Herman een sombere schaduw geworpen. Ze hielden zoo veel van haar, en de angsten en zorgen, over haar uitgestaan, hadden dat bijde, zonnige van hun geluk weggenomen. drie werden in jde rivier medegesieept. Verschillende reizigers trachtten zich door zwemmen te redden, maar er kon geen. hulp worden geboden, daar alle booten door de overstroom ing waren meegesleepjt. Twee locomotieven, twee tenders en twee bagagewagens zijn in de rivier ge- vallen. Alles ligt onder water béhalve één wa gon, waarin tien reizigers opi redding wach ten. Het reddingswerk is zeer mioeielijk tenge volge van het wassen van het water. De „Temips" meldt nader dat er bij'de plaats van het spoorwegongeluk twee-en-twintig lijken zijn opgehaald. Een dertigtal slachtoffers bevindt zich nog in de wagons onder water Na de grootste inspanning mochten sol daten 'er in slagen, de personen te red den die. den wagon, waren geklom men, welke ^gedeeltelijk boven Wet water uitstak. Zij walran geheel verkleumd en uitgehon gerd. Een zeden schandaal. Te Parijs its sedert eenige dagen een nieuw zedenschandaal ontdekt, waarover wij niet in nadere bijzonderheden kunnen tre den. Wij zoudon 'dan ook over dieze zaak ge zwegen hebben, indien er ook biet een pioli- tiek kantje aan zat. Een blekend anti-dkricaal politicus, direc teur van de béruahte Lanternes is een der hoofdpersonages, die in dit schandaal be trokken is. Victor Flaehbn zoo is. zijn naam eischte nog voor enkele dagen in de Lan- terne de uitdrijving der zusters, en diezelf de man maakte, naar de Figaro verzekert, deel uit der Staatscommissie, btelast met Idle hervorming derzedenpolitie' Tot zijn beste vrienden behoort de ex-minister Bri- and. Verder zijn nog in het schandaal betrok ken een bekend fabrikant, een Poolsdhe Jood, die gevlucht is en nog enkele „dames" „vriendinnen" van Flacbon. Waarschijnlijk zullen nog mieer arrestaties volgen. Het schandaal 'heeft een reusadhi'igen om- vanga angenomen. Een onderzoek heeft uit gewezen, dart 300 jongens en meisjes het slachtoffer zijn geworden van een schande lijk bedrijf. Het iis voorgekomen, dat meis jes, die hun Eerste H. Communie hadiden gedaan, nog in hun witte communie-pak- ijes door hun eigen moeders voor geld wer den uitgeleverd. De „afnemers" bij dezen afschuwelijken hanndel behooren allien tot de zeer welgestelden. Het- zijn (voornamelijk buitenlanders. Voor een géheete reeks van huizen op Montmartre zijn thans geheime politie-agen ten geplaatst. Deze h ebben o.a. ontdekt, dat er volledig georganiseerde agenturen m de zen handel bestonden. Ze waren een bijzonnder ernstig paar verloofden, was of, zoolang hun lieve- lingetje in gevaar verkeerde, ze niet ge lukkig durfden zijn. Heden wals 't echter een feestdag. Toette had voor Wet eerst mogen opzitten, en het was haar goed be komen. De eerste stap tot beterschap was dus gezet. Nu mochten ze weer brij en geeüu'kkig zijn. Met stralende gezichten tra den ze gearmd aan haar bed. Wetend, hoe veel Toetie va,n bloemen hield, thad Herman een bouquet meegebracht, zorgvuldig in vloeipapier gewikkeld. Blijde, stak Toe- tic de 'handjes er naar uit en maakte het pa pier verheugd los. Toen de 'bloemen zicht baar werden; kwam er een pijnlijke, smar- telijke trek op haar gelaat, én tranen sclio ten haar in de oogen. De bouquet bèstonÉW uiit enkel witte bloemen; seringen, sneeuw ballen, margarieten, witte rozenknoppen. De-, zelfde bloemen, die zijl als laatsteu, groet op Teddy's borst hafdi nedergelegd. Estelle en Hermap, die hier niets vai wisten, zagen haar vers chrikt aan, niet we tend, wat te doen. „Wat is er, lievelingetje?" vroeg Estelle, hartelijk. Toetie antwoordde niet. Ze begon zacht te schreien, met droeve snikjes; f Ontsteld, keken Estelle en Herman H<r Zusiter aan: '1. „Misschien is Ide freule te fnoe geworden, van middag en is 't beter, als u morgen luw bezoek hervat," zeide deze, iWotldt vervolgd)*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 1