R. Ka.til. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
No. 29.
Zaterdag 6 April 1912.
Jaargang
MlLLËTÓïT""
Weken van Angst.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG eo ZATERDAG.
Van 1—5 regels30 cent,
Paaschvreugde.
BUITENLAND.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
75 ct, per 3 miaaniden franco' huis;. 105 ct. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen In het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant 3 cent,
yan heit Zondagsblad 5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD".
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk', te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIEN
Elke regel meer6 t%
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet, 25
Halllieliujia,
't jok iis af
van den dood en
van het graf.
(Oezejie).
Reeds op Paasch,-Zaterdag breekt de Air
kiuja-vreugide idioor als een zon, die aan den
purp'retn rijkbeloivenden hemel opkomt, doch
zij trekt ons nog njiiet geheeli en aJ1, Maar
als straks onder d!e Hoogmis op den Paasch
dag, na het gejuich van het heflieetóle „Glo
ria in Excesses" met bazuinend orgeliwierlk
en het sonoor geiiuiid van voii-ie mannen
koren het „Ite Missa est" met het dubbel
„Alleluja" door onze kerkgebouwen davert,
dan pakt dit zegelied ons en dan .kun-
ner. ide stroefste zielen een vreugdetrilling
niet weerhouden.
„Al bel .ui ja" de koninklijke Psalmist zong
het, als hij in zijn Psalmen alle menschen-
kinderen uiirooodiigt om den Heer te loven,
om Zijn naam te verheffen door alle:eeu
wigheid
„Aliilne lu ja" de grijze Tobias herhaal
de ihet, toen hij de gl.oniie mocjjit bieschou-,
wen van het hem,e|scih Jeruzalem, en daar
met de engelen Godi vetheerliijkte
„Alleluja", Joannes de Evangeist, drie1,
door Gods geest geholpen en verlicht, dat
Jeruzalem binnendrong, hoorde het, bij den
eeuwigen wierook der verheerlijking, jdie
er opsteeg tot Gods troon, bij de uiitnoo-
diging, li ie er door den hemel ging pm
God te loven en te prijzen, een, kreet
a]s de stemi van een ontzettende menigte,
als het geru.iisch van vete wateren, ait
geraiel van vele donders; diie kreet, zij was
niet andiers dan het „Alleluja, Alleluja, Alle
luja".
Moet het nog gezegd, wat dit „Alleluja"
fceteekent, dat het in die overmaat der lof
prijzing Gods opi aardie is. nedergedaaldl om
ook ons met de engelen te dioeni mei
dezingen: „Alleluja" Lof dien eeuwigen
Opperheer!" H.et omvat de bedie tot ver
heerlijking van den Drieëenigen Godi, 't ge
bod om Hem eer en glorie te geven in
eeuwigheid, de lofprijzingen van hemieli an
aarde. Het mioet daarom "weerklinken als
wij aan de vreugde des hemels denken,
waar wij God zullen aanschouwen van aan
schijn tot aanschijn't mioet zwijgen als
wij in ons tranendal, in die woestenij de
zer wereld, ons de zeventig jaren van
ballingschap herinneren, 't wordt daarom
ki'llooze malen herhaald, als wij de glorie
des Driieëenlgen gedenken; 't gaat op in
een smeekbede om eeuwige rust en eeuwig
licht, als wij de zielen van hen gedenken,
die nog niet tot die glorie zijn doorge
drongen; 't .is die kreet, die uit duizend
monden opgaat en duizendmaal herhaald
wordt als Jezus' Goidheid zich in Zijne
Door M, KRAMER.
18)
Hijgend gaai het den laaitstem heuvel op
en dan trachten zijn oogen die duisternis
te doorboren om het ondierlijk huis te ont
dekken. Geen vlammen, geen brandlucht!
Het huis zal nog staan en dan, |dan
maar waarom toch klopt zijn hart zoo ge
weldig, de kelder immers wias een veilig
toevluchtsoord?
Ja, ze zullen nog leven, alen!
Ha, daar doemt de kleine woning opi met
de vlierboomen er voor. Er brandt licht.
Dwaze angst toch van Kees!
H,et'straatje op;Wiat is dat?On
der den vlierboom naast de deur hoort
hij hevig snikken.Maar, dat is zijn
kleine broertje!
„Wat is er thuis", vraagt Kees in de
heftigste onrust, „of waren-jullie bang
over .mij?"
Nu het knaapje Kees herkent, begiint Ihij
nog ojger te builen.
„Is ills Vader dood?" stottert Kees;
maar geen antwoord wacht hij af. Door
een angstig voorgevoel gedreven, ruikt hij
de deur open, vliegt Wet „achterend" door
en raadt in het volgende oogeinbliik alles:
Keeltje ,is dood.
Neelitje iis dood; dat is toet, wat Kees
?oo angstig naar huis dreef. Zijn keel is
glorie bij de Verrijzenis vertoont; diie ge
smoord wondit als Zijn Lijden en Dood iin
a! hunne uitgestrektheid ons voor oogen
staan,
Vanwaar thans opi den Paaschdag die zon
nebrand Van vreugde?
S-iint Paulus zegt h.et zooi duidelijk: Is
Christus niet verrezen, dan is ook onze
prediking ijldel en nutteloos uw geloof. Maar
nu zoo juicht hij, Christus is van de
dooiden verrezen als eersteling der ont
slapenen. Is Christus uit de dood en ver
rezen, hoe zeggen dan sommigen onder
u, dat er geen verrijzenis der dooden is?
Was er geen verrijzenis dier dbodem wat
baat mij dan alles? Laat ons dan eten
cn drinken, want mioirgen zullen we ster
venMaar neen, de bazuin zal klinken
en de dooden zullen ombederflijk verrijzen,"
en wij, wij zullen veranderd; worden
En wanneer ons sterfelijk Iiidhaann onsterf
lijkheid heeft aangedaan, dan zal.Wet woord
geschieden dat geschreven staat: „De dood
is verslonden tot overwinning"
„Waar is o dood1 uwe overwinning?"
„Waar is o dood uwe prikkel?"
Ziet, dat leert ons de Paaschdag, het
gedenkfeest van Christus Verrijzenis.
Pascth'en is daarom; een dag van vreugde,
„Dankbaarheid Voor ontvangen gaven"
zegt de H. Cathiari.; van Sjëna, „voedt de
bron der vroomheid in de ziel."
De smaak voor deze reine, heilige vreug
de -ontneemt de wereldsche en zondige
vreugde lederen prikkel, en boezemt zelfs
-aisrlhiirf.vc fsaïcwair—
Hoe meer de kunst, om. Verheugd te zijn,
zich op godsdienstig gebied inburgert en
vastwortelt, gepaard gaande voorali met dank
baarheid jegens God;, des t e minder is 'het
te vreezen, dat die ernst van een chris
telijke levensbeschouwing en levenswandel,
zou kunnen lijden, k
Vreugde in !h,et heilig Geloof, innige dank
voor dit heerlijk goed, zoin gansche wolken
van kiinderaidhiigen twijfel' verdrijven, en
menige borst, thans beklemd door de naidht-
m;erriie der dwaze verbeelding van onzen
modernen tijd van ongeloof, spiritisme, mag
netisme, enz. enz. zou weder vrij ademen.
„Het Edelweiiisz dier vreugd, de wareziie-
levreugd, aldus Dr. Paul Wilhelm vonKep-
pier. Iheeft een diepen flink door de zon
bestraalden bodem, reine berglucht, een al-
pien-natuur noodiig. De beste grond is. voor
hem, de grond der genade, een leven van
deugd en heiligheid.
Daar ontbreekt het Edielw!eii,sz nooit,
maar hef ontbreekt ook mi,et in het leven
van den amren en arms,ten zondaar; indien
hij slechts het gelaat weer naar die zon
wendt, zijn schreden uit de diepte naar die
hoogte iniidht, iadht het hemi onmiddelijk te-
als toegeknepen; hij ka,n geen woord uit
brengen, hoeveel, vragen ooik opwellen. Alle
bloed lijkt unit zijn hoofd, geweken, doods
bleek staart hij naar de badstede;, waar
zijn dooide zuster neerligt.
In stomme smart nadert hij het bed en
neemt Neeiijes kite hand in de zijime. Ge
lukkig, daar wetten tranen opi in zijn oogen;
dat geeft verlichting. Vader is bij hem
komen staan en tracht te spreken, maar als
hij weer een blik werpt op Neetójes ge
laat, met zooi'n pijnlijken trek om den mond,
dan stokt zijn fttemi en met Kees weent
hij bitter bij de jeugdige dooide.
Moeder heeft Kees nog niet opgemerkt;
niet het hoofd opj die handen, zilt ze bij
tafel, ten proot aan geweldige smart. Als
een der kinderen moeder opmerkzaam maakt
dat Kees gekomen is, heft ze langzaam het
hoofd op en haar betraande oogen richten
ziich op haar zoon. „O, God, geluk
kig, hij leeft dus nog", zegt ze mie-t tee-
dere trilling in haar stemi.
Kees wendt zich otni naar moodier, die
hevig ontstelt, pils ze hem aanziet. En al
len ontstellen, nu Kees zi,ch, naar het Jiidht
heeft gekeerd. 0,Maair, jongen, je bent
ook gewond je bloedt!" brengt de
arme vrouw jammerend uiit. En de bloedvlek
ken op' zijn gezicht en handen op zijn
verwarde k|eedi;ng, druipnat van dein re
gen,. moeten dat ooik wel te denken geven,
„Neen, moeder, zoo erg is het niet,
alleen mijn schouder doet zeier" en met
verheffing van (stem voegt hij er bij
„ik heb gevochten tegen die moordenaars
Maar" en haf! verwijtend kijkt hij va
gen en beurt het hem' op, ook onder Warde
boelpiegiing. En hoe mieer men .opwaarts
siijgt, hoe reiner de levenslucht wöindt, hoe
ernstiger de plicht wordt betracht, hoie meer
de borst zich uitzet in die warme zonne
atmosfeer der liefde, des te minder zal
men te klagen hebben over gebrek aan
liefde, des te meer ontwikkelt zich de wil
tot heer en meester, die die macht toieeft,
om tot ide somberheid te spreken: wijk!
en tot de vreugde: koimi"
Laat ons dus jubelen en juichen van
zie, te-vreugde
Zelfs de orde der natuur gaat samen met
de oude der genade: die geestelijke verrij
zenis valt santen! met de opstanding der na
tuur:
„De vogels zingen, de aaind'e zingt,
de kruiden en de blommen'.
de zomer iis, de groote zon
de koning is gekoimmen!"
zoo zingt Giuido Gezelle.
„Ghriistus resurrexit a mortuis": Christus
is opgestaan uit de dooden
De Somberheid dier Vaste wijlde, de vreug
de neme hare plaats in, de ziele-vreugde
van eeii
ZALIG PASCHEN.
Dó Engelsche mijnwerkers.
De uitslag van de stemming dier mijn
werkers omtrent het ai of niet hervatten, van
het werk, zooials deze Donderdag officieel
is bekend gemaakt, is als volgt: vóór (die
hervatting stemden 201.013 mijnwerkers te-
rg-4>«fc,. sr
Daar de meerderheid, vóór de voortzet
ting der staking geen 2/3 van het aantal
uitgebrachte stemmen bedraagt adviseert het
uitvoerend comité 'der federatie den mijn
werkers den arbeid weer op te nemen en
zich te onderwerpen aan de beslissing heden
(Zaterdag) dloor de nationale conferentie te
nemen.
De oorlog.
Besmettelijke ziekten.
't Gaat Italië in Tripoli waarachtig niet
voor den windl Thans komen besmette
lijke ziekten in verschil lende door de Ita
lianen bezette (steden aan die kust voor
Generaal Caneva heeft daarom, een ge
neeskundig onderzoek gelast van de in ,de
havens geankerde schepen, van de beman
ning, de passagiers en ooik van die garni-,
zoenen, Men zal ratten en andere verdach
te dieren, idiie gevaarlijke ziekten kunnen
overbrengen, dooiden. De bemanning van
schepen met bestemming naar Tripoli moet
ooik voorzien zijn van een bewijs van in
enting tegen de pokken.
Weer doen vredesgeruchten de ronde.
Die mogendheden schijnen nog altijd de
der en moeder aan „maar maar waarom
toch ni.et in den kelder gevlucht, het was
zoo' gevaarlijk vandaag om: de woning".....
Moieder sdhudit het hoofd, ze wit spre
ken, maar haar stem weigert de verkla
ring te geven van het noodlottig omgeval
Vader vermant ziicto en, hoewel hij telkens
moet ophouden, vertelt hij Kees, hoe het
ongeluk gebeurd is.
Toem het schieten begon, hadden, allien
zich naar den veiliigen kelder begeven. In
groo'ten angst hadden ze daar all gerui-
ir.en tijd doorgebracht en ,iin. hevige on
rust verkeerd over Kees, „Was hij toch
ook maar hiiar bij ons", had Neeltje nog
gezegd,. Daar verschenen Russische soldaten
•op de heuvels achter Ihiet huis. Kleine Ger-
riit was voor het kelderraampjie gaan staan.
„Kijk eens, wait hebben, ze rare mut
sen op", mioest liet kind opmerken,
„Kom toch hier", riep vader en N ee lit Je
schoot toe om hem van, het keldarraampr
je weg te trekken, Ma,ar Gerrüt, die aan
geen gevaar n,og; dacht, hield zich vast om
naar de soldhten te Zien.
„Kijk, di,e een gaat schieten
„Gewiit, ga toch weg; hij schiet op
onsEn Neelitje drang miet geweld
haar broertje weg van, de gevaarlijke plaats.
Pang!! Daar klonk een schot. Neeltje
slaakte een gil en viel op den steene»
vloer neer, Gerrit in haar val meevoerende.
„Neeltjebloedt! Neelitje bloedt!"schreeuw
de de arme jongen. Verschrikkelijk wais de
ontsteltenis, die op het noodlottige scbot
volgde. Het was te donker in den kelder
om dadelijk te zien, jhioie het met Neeltje
pogingen
vrede te brengen.
niier opgegeven te hebben. Men weet dat
zij te Rome gevraagd hebben naar de vre-
desvoorwaardien en dat Italië een antwoord
gaf, dat Turkije onaannemelijk achtte. Nu
zal waarschijnlijk aan de Porte gevraagd
wouden, op welke voorwaarden zij tot den
vrede bereid is. De nieuwe Russische ge
zant in Constainitinoplel, von Giiars, zal met
het voeren d'er onderhandelingen beiast wor
den,, Behalve Ruslanldi, doen Engeland,
Duiitsdhland Erankrijk en die Donau-monar-
ehii.e mee jaan het bemiddei'ingswerk.
Overigens schijnt de kans op succes nog
altijd zeer gering, want uitlatingen van Turk
sche .staatslieden bewijzen, dat Turkije nog
steeds nii.et bereid! is. Tripolitanië aan de
Italianen frf te staan. Trouwens, waarom
zou het ook?
Een nieuwe regeering in Turkije?
De resultaten van de verkiezingen zijn
zeer gunstig voor het Jomg-Turksdhe Comi
té. Het algemjeene resultaat zal aan het
comité naar het schijnt een overweldigende
meetnderhieiid bezorgen.
FRANKRIJK.
Nog een auto bandiet gevatl
Nu heeft de Firanscihe politie wieer een
van de auito-roovers, gepakt en nog wel
den benuichiten Cairo,uy, een van die drie
aanvoerders. Men was hemi reeds een paar
dagen op het spoor, i n het departement van
de Seine, in de buurt van Clhoisy, waar hij
gespeurd was op een fiets. Voor htet sta
tion van Lozèse wend hij door de be
ambten van den veiligheidsdienst, die hem
handle- hadden oajsjngeld, gevangen geno
men. Het ging zóó gauw, dait hij geen
gelegenheid mieer had om gebruik te ma
ken van een van de beidie zware revol
vers die hij bij 'rich had. Bij het vervoer
in een auto, deed, hij nog een poging tot
zelfmoord door ii ets naar zijn mond te
brengen, maar ook hierin slaagde hij niiet,
Het schijnt wel dat die politie, tenzij zij
opzettelijk de aandacht van Carouy heeft
willen afleiden, weinig op die1 'hoogte is
geweest. Men herinnert zich' immers Jioe
onlangs wend verzekerd!, dat deze beruchte
inbreker in hét buitenland zat en aan die be
kende gevallen geen deel ko,n hebben ge
had.
De thans gevangen Soiudy wil niets zeg
gen pn toont zich weinig spraakzaam;. Bij
het geneeskundig onderzoek heeft mien niet
alleen tuberculose geconstateerd, maar ook
een groote gevoeligheid van den rechter-
-scbouder. Dit wordt toegeschreven aan de
zware schokken van de karabijn, waarmede
Soudy, naar men meent, zoo, dikwijls heeft
geschoten, toen hij de wacht hield voor
het kantoor te Chantilly.
Weer een aanslag.
In den faubourg, St, Honoré, aldus wordt
was. Maar toen de arme ouders hun ge
troffen kind in die huiskamer hadden ge
dragen, was het leven al geweken, hun
kind was dood
Maar de ontstelde auiders haddlen het niet
willen igelotbiven en voortdurend; riepen ze
Neeltje bij haar naam Aandoenlijk was het
geweest de broertjes en zusjes om, de ge
troffene te zien staan, pijnlijke vragen rich
tende tot Neeltje en vader en moeder;,
En de arme vrouw, die maar aldoor nog
geloofde, dat Neeltje slechts bewusteloos
was, had haar hoofd en polsen, miet koud
water gewasschen en uitgerafeld linnen ge
legd op de wonde, die niet eens zoo erg
bloedde En gesmeekt had ze dat Neeltje
toch wat zou zeggen„Ga; toch niet bij
ons vandaan, Neeltje, o ga: toch nliet dood"
zoo jammerde ide arme moeder.
Maar Nee|tj,es pijnlijk verwrongen moind
was gesloten gebleven en de doodskleur
had haar gelaat reeds, overtrokken:, dat pas
nog bloosde van gezondheid. Ze was den
dood ingegaan zonder vader en mioadter,
zonder broers en zusjes een laatsten groet
tc kunnen brengen
De oorlog had een offer geeiischt, ook in
het kleine huisje aan de duinen.
Vol droefheid staan allen bij' het doodsbed1
van die goede Neeltje, Kees beeft de kaars
van tafel genomen en belicht het aange
zicht van de jeugdige dooide. En het pijnlij
ke trekje om Neel'tjes moed doet weer
nieuwe tranen opwellen in de moie geschrei
de oogen,
„Had iik beimi hier, diie laffe moor-
denaarl" 't l« Kees, die het zegt. Naast
aan de ,,Ko|n. Zelling, gemeld, zijn twiee
kerels, Prevost en Coulond geiheeten, iin
hechtenis genomen op het oogenbliik dat zij
een kassierslooper van de „Banque de
jyrance" wilden overvallern, die een miil-
lioen in banknoten en 50.000 frs. ,in goud
bij zich haid. Men gelooft niet, dat de
roovers .in betrekking 'staan met de auto
mobiel-apachen.
Dat de aanslag veajjdeld werd is te dbn-
ken aan de voorzorgsmaatregelen, diie de
Banque de France genomen had. Het twee
tal wachtte den loopier bij de deur der
bank op, doch waren Ingerekend, vóór de
man naar buiten kwam. Op hen vond; men
een hamer, een, tang toit het stuksnijden
van lederen riemen, een fleschje met cyan-
kali en een spuitje.
Het iplan was blijkbaar om; den bediende
tegen den grond te slaan en vervolgens
te vergiftigen. Een auto zou in de onmid
dellijke nabijheid wachten omi de bandieten
in staat te stellen, te vluchten.
De Katholieke actie in Italië,
heeft thans 'haar program voor de vijf ver
schillende organisaties openbaar gemaakt.
De Volfcsvereeniiging gaat het nationale
secretariaat voor katholiek onderwijs en op
voeding regelen en versterken. In alle pro
vinciën wonden scboolicoimmissies opgericht
en ouders worden in gemeenten en pa
rochiën georganiseerd. Vooral zal daarbij
tusschen de verschillende standen- verzoe
nend ,wcwdlen geweijkt.
Ook zal de Volksvereeniging trachten de
verschillende organisaties en personen diie
het alcoholisme bestrijden in een natio-
i-- 1vr3 L.Jjüon La
De kiesvereeniging *za|i bijzondere aan
dacht vestigen op; de verkiezingen voor de
bestuurslichamen, vooral met het oog op
de school. Ze zal, trachten iin, de provinciale
raden goede katholieken te brengen. En
zij zal ide houding der katholieken tegen
over het algemeien kiesrecht duidelijk defi,-
nieeren,
De Jongeliingsbond gaat diocesane fede
raties viormen, waar die nog niet bestaan
en s,eoretariaten voor de propaganda.
De Vrouwenbond zal zich. onder andere
werken van barmhartigheid en beschaving
vooral ook toeleggen op; het catechismus
onderricht. Het programma van actie is door
den H. Vader goedgekeurd.
DUITSCHLAND
De Jesuïtenwet In Beleren.
.De minister van biinnenliandsdhe zaken"
Fhir v. Soden en de minister van Eere-
d'ianst Kniliing 'hebben een schrijven uit
gevaardigd' over de uitvoering der Jesuieten-
wet. Het nieuwe decreet gaat van die ge
dachte uiit, dat zuiver priesterlijke van de
orderegels losgemaakte 'functies tot tijde
lijke uitoefening der zielzorg zulten geoor
de droefheid over Neel'tjies doodl komt een
vreesefijke haat bij hemi opj jegens den
onbarmhartigen vijand. Toch zou men die
zen onschuldig mogen noemen aan dit offer
des doods. Hij zag beweging! voor het kel-
derraamip'je der kleine woning, Kom hij het
helpen, dat zijn eerste gedachte was aan
verraderlijke Fransdheni die zich in den
kelder hadden versdhiolien, en dait hij zijn
geweer .aanlegde op1 den gewaanden, vijand?
Daa,r hoort men binnen duidelijk het ge
schrei van Gerrit, die nog altijd! bij den
vlierboom staat. „Maar hij moet hier
toch komen", zegt Kees en hij begeeft
zich naar de deur om het wanhopige kind
te halen.
Vader, die al eenige keeren te vergeefs
geiracht heeft hem binnen te krijgen, gaat
mee.
„Maar verwijt hemi toch niets", smeekt
moeder, ,,hij zou 't besterven". Het ge
lukt beiden het knaapje iin de huiskamer te
brengen, waar hij opnieuw hevig begiint te
huilen. Zijn echt kinderlijke nieuwsgierig
heid heeft Neettjies dood veroorzaakt en
de gedachte, dat hij schuldig is, dfuiktzoo,
zwaar op Wet jeugdig gemoed;.
„Toie, Gerrit, bedaar toch, als Neeltje
Ihet ,nog zeggen kon, zoiu ze het je immers
dadelijk vergeven, dat je nog even voor het
jaamipijte bleef staan." Maar het kost de
grootste moeite ihet ongelukkige jongetje
tot kalmte te brengen. Stil blijft hij staan
schreien bij Neelitjes lijk.
(Wordt vrrvolgd.j