SN.
J
STEDE,
GRATIS!
No. 97.
Dinsdag 17 September 1912.
6ae Jaargang
KEL.
m:
straat.
inbakken,
timacliiiies
voor BToord-Bolland.
molens»
meldingen der
afelserviezen,
waren, Étui's
OP gevraagd^
HAN PLAS,
over de Breedstraat,
KMAAR.
en Paardenkracht,
■MP
nmolensy
Schoppen, WaoneDi
scules, Kookpotten
en WielploegeD)
iltivators.
iw-werktuigen-
iKMAAB, Dijk'
gt Prijscouranten-
R. Kath. Nienws- en Adtrertentieblad
Verschijnt DINSDAG. DONDERDAG en ZATERDAG.
De plechtige onthulling van het
monument
van Mevr. Bosboom—Toussaint.
wsj':
„Tota pulchra es Maria".
- -
erne uitvoering, 87 ct.
:tij prachtige kristallen
iet 12 kop en schotels
itte Melkkannen 27 ct'
1% ct. GaEglazen 3ct'
36 cent.
59
22
21
59
4 cent.
26 en 32
e prijs f 1.-) 63
;ent.
ien Beurzen, Bloed
koralen, in elke hoe-
se en gezette Diamant,
[ver, door
Goud- en Zilversmid,
HOOGE PRIJZEN
SMS, .7
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
75 ct. pjer 3 maanden franco huis; 105 ot met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin Vain ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers Van. de courant3 cent.
yan het Zondagsblad 5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD", i
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R, R. Rerk, te Alkmaar.
Telefoon No, 433.
ADVERTENTIEN
.Van 1—5 regels30 cent.
Elke regel meer6
Reclames por regel15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitb'et. 23
Degene, die zich met 1 October
a.s. op „Ons Blad" abonneert, ont
vangt de tot dien datum verschij
nende nummers gratis en franco.
Tal van autoriteiten: de vertegenwoordi
ger van H|. M. de Koningin, de Burge
meester, Wethouders der gemeente, Raads
leden, 'de President der Rechtbank, de af
gevaardigde der Tweede Kamer, de Com
missaris van politie, de Directeur der Ca
dettenschool, tal van officieren, de leden
ivanihet Uitvoerend Comité: de EA. hieer G.
Ripping, (Eere-voiorz.), de Hoog Ed.Geb,
tr. Jlhr. Mr. P. v. Foreest, jVdorz.), de
heeren J. A. Vie^cudjl (opdier-vooirz.), Mr.
K. A. Cohen Slbuart, (p|Snn,jng|m.), Mr. D.
Bastert, A. H. P:. BlaaiUiw, C. Wi. Bruinvis,
Mr. A. J. F. M. N. Dorbeck, F. H. Rin
gs', 'E. M. v. S.oegt, P. M. de W]olf en
C. Nainftes- Gorter, (Sieer.), familieleden van
Mm. Bosboom-Toussaiint, enz. enz. waren
gisteren tegen een' uur in liet begin van
den Hout tegenwoordig ten/einde die plech
tige onthulling van het monument bij te
[wonen.
De Voorz. van het Uitvoerend
Comité Jlhr. Mr. P. v. Foreest van
Heilo, heette den- aanwezigen namens biet
Comité welkom, en bracht daarbij1 tevens
een wooid van dank voor den sijeum enr de
medewerking die het coimité had ondervon
den, in de eerste plaats aan ons geërbie-
digd Vorstenhuis, aan H, M. de Koningin
en Hare Koninklijke Moeder, aam Zl. K. H.
Prins Hendrik, die aten van bum steun
hadden doen blijken, sppciaal H. M. de
Koningin die zich heden 'hier liet vertegen
woordigen.
Spr. verzocht Haar vertegenwoordiger, Jhr.
Six namens hét comité zij® w'el-
'gemeenidën dank aan Hj. M. over tè brengen.
Hij bracht mog dank aan den Burge
meester en- de® Raad vow bun steun en
medewerking en de goede zorgen om dit
punt vain Alkmaar en die mooie omgeving
te schenken, waar het monument zou ver
rijzen, dank ook aan den. geniale® kum-
stenaar, den vervaardiger van h-et beeld,
I aan allen, die medegewerkt hadden omi dit
I beeld bier te doen vernj^n en tenslotte
aan allen, die door hunne tegenwoordig
heid blijk gaven van hunne belangstelling
{Applaus), waarna
DE FEESTREDE
wend uitgesproken door dan heer J. A.
I .Verkuijl, ondier-voorzitter van bat Uitvoerend
Comité.
„Wie Uwer, aldus ving de feestreden a at
tan, ooit werd toegelaten tot de tegene
Jvoc«idiighieid eeil,er hoogstaande Vrouw, kent
den 'sdhinoom., di:e hem beving, toen zij
bet woond tot hem ridhtte en antwoord-
.wachtte.
Zoo ongeveer is bet mij te moede, nu
ik bier tot u spjreken zaï, aa® den voiet
Mn het beeld «ener hoogstaande Vrouw^
onze oud-s,tadgenooiie en Eereburgeres Geer-
truida Toussaint, over haar zelve am hare
tverken,"
Spr. zal te dezer plaatse geene uitVoiei-
'■'gc levensschets of breede karakterstudie
over deze begaafde Vrouw' geven.
Daartoe verwijst hij- naar het werk va®
1 Joh. Dys erinck em naar verschillende
I j'l'Jikeliein. im onderscheidene bladen e® pjerio-
uieken-,
Spr. herinnert aan de voortleving van
aren naam i n de „Toussaintstraat" met dien
Mam Gideon Floreus-z, in een fironitespi-ce,
e villa's in 't Kemmemerpark, die haar
Mam 'of dien barer werken- dragen.
Aan Alkmaar is haar naam dus. niet
I weetnd geworden, al verliet zijl in 1851
3' e'n^'®c'ie z'j bate dagen, in
buiten hare geboorteplaats; thans staat
,wr b beeld, dat voorkomende gesladh-
haar naam onvergetelijk zal doen blij-
Wparom deze hulde en is zijl verdiend?
Haagt spreker.
Wje zo,, vrag-en durfde, zou zich een
leemdeling topmen- in de Letterkunde van,
pms land.
De lie eieuiw! is, door geheel Europa
de eeuw geweest van ontwakende., belang-
s-telling voor het verleden, op elk gebied
vain W|etens,dhapi en, Kunst.
Valt het dan te verwonderen dat ook de
Letterkunde jdier eieuw1 den 'blik naar h,et
verleden richtte om daar hare stof te zoe
ken; dat de verbeelding, kenmerk van
den Kunstenaar, vleugelen aanschoot om
het -gevondene tof een beeld van levende
kunst om te scheppen? Walter Scott in-
Engeland1, was de Meester die voorgi ng. Hier
te lande volgden, hem de te vroeg ontsla
pen Drost en vierder Van Lenmepi, Ojtmans,
Schimmel en stpir. geert deze volgorde als
climax Mevrouw Bos,boom—Toussaint.
Geertru-ida Toussaint door hare opvoeding
en omgeving, met liefde voor bet verleden
bezield, ziet r eeds hare eerste pogingen, als
schrijfster met groote waard eeming ontvan
gen, Potgieter in De Gids- van 1839, wijst
haar de plaats, in onze litteratuur, die hare
plaats is gebleven, voor 'de volgende ja
ren; diezelfde ciritiiek in het December
nummer brengt haar in den Hiei-looiërkfing,
waar Hasebmoek's pastorie !het gastvrije
midd elpunt w,as, waar Ni colaais Beets, Beij -
nen, Willem de Clerck, Hofdijk -en een en
kele maai Piotgieter zelf, gaarne gezi-en|9
gasten wairen|.
W',el-kén invloed die geestelijke omgang
met mannen van letteren en smaak oiok
gehad moge hebben het oorspronke
lijke, het eigene, dat Toussaint kenmerkte,
ging er niet bijl onder.
Hiet zal- altijd- een wonder blijven^ hoe
deze toien nog jonge vrouw, die niet m,eer
van de wiereld gezien had, dan de burger
kringen in Harlingen en Hoorn die te Alk
maar vrij eenzelvig leefde opi de boven
kamer van h,et huis opi de Mi-ent, door
studie en fantasie, na' Alm-agroi, haiar eer-
stel-ingi optrad met een werk als De Graaf,
van Devonshire, en hare lezers rondleidde
in Engelsdh-e hofkringen uit de 16e eeu(w',
zoo levendig, zoo juist geteek-end, de fi
guren uitbeeldende met een breedheid van
kaïrakiterteekening en een fijnheid' van dé
tail, zooi meesterlijk, dat alleen haar eigen
Woord er eene verklaring van geven kan:
„Men moet getroffen, zijn door den piersoon,
dien men tot held kiest, men, mioiet hem
groot voelen om hem groot te kunnen voor
stellen..... voor m-en aan schrijven dacht."
In he,t volgend idëeel zijner rede
zet spiv, in het k-oirt uiteen: het doel-, de
richting, de inkleedimg van den Histori-
sehen Roman,.
Deze kan tweeerlei zijn: id de eene op
vatting onderwerpt de sdhrijver de perso
nen, idie hij gekozen heeft, aan een reeks
van toevallige gebeurtenissen, die leiden
moeten t,ot het historisch geconstateerd feit.
Als voorbeeld noemt -s,pr. de vele iin 't
Firansch, Diufeeih en En-gelsch geschreven,
die eene wiereldbekemdhleiiid hebben verwor
ven tón dóe den auteur als eersten eisdb
stellen: fantasie, die de grenzen der wer
kelijkheid niet overschrijdt.
Eene andere is de ri-dhting, w-'aarbij voor
den aiuteur bet karakter de ziel, de psy
che der handelende pjersonen hét belang
rijkst is.
Voor alles, gelden hier de karakters doch
ook is een grondiger kennis va® vroegere
tijden en van voorbijgegane geestesstroio-
miingen mooid'ig.
Van de eerste rubriek noemt spr. v. Len-
nep; de twieédie, de meer wijsgeerige, de
psydbologiisdh'-histarische richting zooals
spir, idle noemt telt er s,ledhits wieinjjge;
Spr. zou bijna zeggen, slechte ééne. (Drost
,is ons te sjploedig ontvallen) die ééne
hoogstaande boven velen, is onze Geer-
truida Bosboom-Toussain-t.
Dat hare wierken im populariteit bij die
der e-ersige noemden achterstaan,, is volgens
s,pir. geen gevolg van minderwaardigheid,
integendeel: zij staat te hoog vooir de me
nigte, hare kunst is in dit opjzidht aristo
cratisch ie noemen, wie haar geheet volgen
wil in al hare fijnheidl van karaikterontle-
diing, schérpe omlijning, moet een, graad
van ontwikkeling hebben bereikt, die- velen
vreemd blijft, hun leven lang.
Daarna gaat spr. na, hoe Mevr. B. T.
Ifjflar werken ook i n details verzorgdenauwi-
keurige sdhildering der omgeving en retro
spectieve weergeving van het gesp,roken
Wöond;
Bij deze beide staat spr, eenige oiogen,-
blikken stil, om aart te toptien de hoofd
trekken, idle het pjrojzai der gevierde,1 „Ro
mancière" zo® scherpj onderscheiden van
en hoog doen uitstaan boven dat van.
hare tijdgenooten. In de innerlijke waaide
hiervan, vindt spp. een waarborg voor het
blijvende van haar werk.
Niet alls,es wat zij- schreef is, litterair even
hoog. Maar bij wielfcen auteur zou dat wel
het geval zijn?
Spr. noemt z,e, de voornaamste harer wct-
ken.
De isdhrijfsiter wie-et, zoowel in 't ver
leden ails in 't heden, binnen eigen lands
grenzen- of daarbuiten, hare stoF te kiezen,
mits zij slechts een held of hieldi® vind-e,
die haren geest niet loslaat voor zijl het
beeld, ten voieten uit, heeft giebioietsieretrid,
in taal. Als voiorb. haalt spr. aia®: „Me-
jon-kvrouw de Maiil-eon,"
Zpp gezien acht spr. al het jglesdhied-
kundige in de romans, van Toussaint slechts
bijzaak, hoofdzaak in elk harer wer
ken |s de Mensdb, de Mensch in zijn lie
ven -en lijden, in zijn worstelen ,en over
winnen, in zijne zwakheid en kracht.
Zijne kraidht „hier raak i-k een teer p|un-t
aan, aldus- de feestredenaar, Toiussaiint im
mers is „de dichteres van het Protestan
tisme" haar „kracht" d.w.z. de kradh-t
yan den Mensch volgens haar vindt slechts
steun -in den Heere; anders hulpe dan va®
omhoog bestaat er niet voor den zwakken
sterveling. Dat was haar geloof en daar
van getuigde zij,.
Wij vragen eerbied voor iedere overtui
ging, die na worsteling, waarachtig ^eigen
dom is gewbrden van wien den appistel-
manéel er voor dragen durft in- bet aan
schijn van de wiereld.
Zij was prof esi tan te en, in bijna elk
ha,:rer w'erken yiindt ge een woordvoerder
voior hare evangelische beginselen, j.
Spr. vraiagt: Is, dit te laken?
Zullen andersdenkenden haar daarom mis
prijzen
Spr. is hei een genoegen te kunnen, getui
gen, dat zoovele mannen em vrouwien, met
groot verschil in levensopvatting en geloofs
overtuiging, todh ondanks dit al hebben me
degewerkt, deze hulde to-t standi te brengen
Z,oo béte-ekent, volgens -spr. dit beeld
van Toussaint meer, dan alleen eene hulde
aan eene 'hoogstaande Vrouw, zij Weeft van
het gehe-ele Nederlands,dbe volk hiiier aejie
hulde ontvangen en spr. herinnert dan aan
het motto- van den oproepi, die het Comité
richtte tot het N-ederlanidsdhe Volk: „Groot
is elk volk, dat zijne geestelijke voorouders
in liefde gedenkt."
Thans acht spir. het o,ogenblik aangebro
ken-, waarvoor allen hier zijn samengekomen.
Slechte weinigen der aanwezigen zullen
Mevr. Bois-boom-Toiussaiint persoonlijk nog
gekend hebben, voor de gelijkenis, harer
trekken staan ons borg 3e naam valn den
beeldenden kunstenaar Falise en het getui
genis der familieleden, die het model in
Ihet atelier hebben gezien. Maar meer dan
door de familiegelijkenis door den adel
van Jjefc gelaat, door den blik vol gedachten
is Ihet, dat zijl symboliseert het bleste wat
ons volk ten allen tijde heeft gekenmerkt.
Hier Ihoudt s,pr. even stil.
Die jongste dochter van den Weer v. Fo
reest trekt a,an een koond waardoor het
dpelk om het beeld verwijderd- wordt, en
ihet monument is onthuld.
Gejuich, applaus, en fanfares wieerklinken
Zoo 'Vertoont zich thans 'het borstbeeld
van de schrijfster vooir ons: Mevr. Bosboom
Toiussaiint op| miicjdelbare-n Leeftijd, een, cor
net)'e opi het $joiO'fd,
^Aa;n Idle buste, uit binoins gegoten,, bevin
den ziidhl terzijde® twee kram-sieu,. Ziij rust
,op een bruin granieten voetstuk, geheel
massief, in Noorwegen vervaardigd.
Aan de voorzijde van dit voetstuk lezen
A, L. G. Bosboom-Toussaiint
1812—1886
Eereburgeres,
vami
Alkmaar
en aan de achterzijde:
Van hiare Vriend-en en Vereerders
1912
De feestredenaar Vervolgt zijn rede:
Daar -staat zij; dan en staaart naar de stad,
die haar lief was,, Hoor, hoie zijl Wat zich
herinnert, als zjj van Hieiloi oinz-e stad n,a-
derend-e, „tot haar komende alst door een
-groot loofpriëel van' hoog en statig ge
boomte, de spits van Alkmaar's Groote
Kerk zag oppteken tuissoh en het rijke groen
der welbeplanie wallen."
Spr. elite ert dan uit' ^Giideom Fk>
rensz.
En het Alkmaar van thans, is zich die
liefde nog indachtig; het gevoelt; orazestaid
heeft een eereschutd in te lossen bij' hare
groote dodhter. Daarom staat dain ookhlor,
te Alkmaar, haar geboorteplaats-, het beeld
van A. L. G. B,os-boom—Toussaint, in brons,
den blik naar de stad gevierd.
Door dit beeld zullen volgende geslachten
den naam eeren en de nagedachtenis bewa
ren eener Vrouw, die hoog s-tomd als schrijf
ster.
Spr. eindigt met eene peroratie en Wet
sdhoone sonnet, bij haren dood als In M-e-
moriam geschreven door Marie Boddaert.
(Applaus).
De vertegenwoordiger van H. M. de Ko
ningin, Jhr. Siix, legde daarna a-a® den voet
van het beeld ©en, palmtak Waarlangs bfee-
de witte Linten afhingen.
Daarna volgde een krans van da Redactie
Van de Gids door de -hand dies 'heere®
Mr. van Hall.
Namens den Nationalen Vrouwenraad leg
de mej,. Johanna Nab-er na ©ene korte toe
spraak een krans aan- d-en voet va® bet
beeld', de heer Nannes, Gorter namens de
Redactie van de Wereld-bibliotheek, mej.
Bosboom uit Amsterdam, journaliste, namens
de familie.
De heer v. F o re e at droeg daarna; Wet
beeld aan de gemeente Alkmaar over, d©
verwachting uitsprekende, dat waar de ge
meente zulk een lieflijk punt had uitgeko
zen, zij -ook verder goede zorgen zou dra
gen -voor dit beeld. Spir. sloot met den
wensch, dat Alkmaar steeds i,n grooteren
bloei moge toenemen.
De EA. hr. Ripipring, burgemeester ant
woordde opi deze aanbieding ongeveer als
volgt:
Zo® ooit, dia-n is, het de dag va® deze
dat ik mij gelukkig prijs, aan het hoofd te
staan van deze gemeente, voorzitter te rijn
van een raad als- die dezer gemeente.
Zijn antwoord zal dus niet anders rijn dan
een aanvaarding.
Reeds in 1845 geve,elide de raad van Alk
maar bestaande uit mannen, die reeds, lang
rijn 'heengegaan, behoefte hun sympathie en
waardieering tegenover Mevr. Besboiom-
Touss-aiint te uiten; -ook het tegenwoordig
gemeentebestuur weet naar waard© te schat
ten, wat wij Mevr. Bosboom-Toussaint ver
schuldigd zijn. Steeds m-ocht zij' van, «leze
zijde steun ontvangen in dagen va® leed
en vreugde.
In 1851 toien zij zich i n den echt verbond
van de zijde zoowel der burgerij, als va®
'h-et gemeentebestuur, ook in 1882 bleef diit
niet -achter op haar 70-en geboortedag. En
toen de zware slag vain haar dood kwam,
deelde het stadsbestuur'in het leed', dat dein
man, dien zij eenzaam en verlaten haid ach
tergelaten, droieg
Di-e liefde leeft nog voort, Ihet tegen
woordig geslacht waardeert ook hare groot-e
verdiensten.
Namens den Raad aanvaardt spr. drink
baar dit monument.
't Zal ons een dure plicht zijn nu als
in de toekomst h-et te verzorgen.
Spr. brengt daarna een woord van hulde
aan degenen, 'die zidh voor deze
zaak hebben gegeven, n.l. aan de mannen
van het initiatief d-e hieeren Klooteemq, Th'om
sen en Verkuyl. Spr. geeft aan hen de
verzekering, dat 'hiet gemeentebestuur dit ini
tiatief opi tongen prijs, stelt en brengt daarna
aaneenvolgens dank aan: Voorzitter en le-
j den van Shiat Comité, bijzonder aan den
feestredenaar voor -zijn woorden, di,e zoo
goed deden gevoelen, hoe een volk hoe
klein- o®k, groot kam zijn wanneer het in
liefde zijn geestelijke voorouders herdenkt.
Hierna hief het Stedelijk Muziekkorps „het
Wilhelmus" aan, waaronder de aanwezigen
eerbiedig het hoofd ontblootten.
De plechtigheden der anithluUing] hadden
biermade een einde genomen.
De muziek trok opi 'door eenige hoofd
straten der stad.
De igenoioidigden begaven- zich, naar het
Stadhuis teneinde de tentoonstelling van
werken, hanldiachriften enz. van de gevierd©
Sichrijf-ster aldaar te bezichtigen!.
(Ingezonden.)
Sdhoon, geheel, rijt Gij .Maria
En, va® gratie overvuld,
Is in U, o, reine Moeder,
Geene vlek der erfsdhuld.
Van Jerusalem de glorie,
Israel's blijdschap:, Moeder teer,
Zijt Ge d'eere van ons Volk
Zondaar's voorspraak bij: den Heer,
Q Mairia! O Maria!
Maget vol van wijs beleid-,
Moeder aller goedertierenst,
Bid voor ons-, U toegewijd.
Spreek ten beste voor Uw kinderen,
Vragen wij, uit diepst gemoed,
Bij den Heere van ons allen:,
Bij Uw liefsten Jesus, zoet.
„KENNEMER".
A. Feestdag van Maria's Zoete Name.
De Hollandsche Kardinaal Van Rosium
te Weenen ingehaald.
In een vorig nummer gaven wij, reeds een
kort resumé van de heerlijke, plechtig©)
ontvangst, die den pjausielijken legaat tijdens
het Eucharistisch- Congres, Zi.Em. Kardinaal
Van Rossum, ten deel viel.
De correspondent van „De Tijdi" sidhreef
daarbij over '25,Em. o.a. het volgende:
„Het gelaat van den pauselijke® legaat
stond strak en, ingetogen. Hij! liep met den
stillen eerbied van een zidh- s-treng bewakenid
kloosterling; hij' was ingekeerd, wij durven
zeggen: alleen
Een zidh, sitreng bewakend kloosterling.
Inderdaad daar was ook rede® voor!
Wje, in den modernen tijd, wendi met
meer luister en piraat en eerbetoon in een
der hoofdsteden dier wereld ingehaald?
Geen Koning of Keizer.
En wie was, het?
Dezelfde Tijd-correspjondent zegt het ons:
„Die legaat wasi de zoon va® een klein
volk; die vorst een kind va® eenvoudige
burgers; die prins een nederig kloosterling,
die ihet atna nesciri met zooveel zorg had
toegepast; een jaar geleden had hij' geen
andere eere-titels dan zijn pri-esteirdeuigd^
zijn oud en»liefde en zijn veel en groot we
tenschappelijk leven. Geen eeretitels. Hij,
bracht onopgemerkt zij® vacanties door in
ons kleine vaderland:"
En nu ineens in gooveel eer gedompeld.
En de correspondent van „Het Centrum"
teekent den Kardinaal als, volgt:
„Het koor van mannen en jongens zwijgt,
en d,e Wieemsche Kardinaal staat opi om te
spreken, eerst in 't Latijn en dam in 't
Duiisdh, hartelijk, maar omdat hij naar den
hoogen Gast is toegekeerd, slecht verstaan
baar. Nu, ons hart zal wel hetzelfde vloeien
als het zijne op dit oogenblik: Raus, en
Eucharistie, Ja, van 't hart mag ik spreken,
want onzen goeden Hollandsahen Kardinaal
springen de tranen in zijn oogen, nu hij' 'daar
zit, de eenvoudige piater als de voornaamste
man van Wjeenen en va,n een wereldcon
gres, hiji, die een jaar of wat geleden hier
als een van de vele Redemptoristen, 't feest
van den pias gecanomiseerden H'. Glemens
Hipfbauer kwam meevieren. Sinds vanmor
gen vóór vijven al op reis, gedurig gevierd
onderweg door geestdriftige massa's langs
den trein en dooir Comité's met toespraken,
die hij; te beantwoorden 'had, moet hij ten
slotte 't gevoel even laten uitbreken. En hij
veegt met een vinger zjjn oogen onder zjj®
beide briltegiazen af, piet genoeg, „arme
Hollander" zoo noemde Z.Em. zich. eens,
toen 'hij. pie -oiver zijn beno-emóng tot Legaat
sprak er -moet een zakdoek aan te pais
komen, een groote -zakdoek van onder de®
purperen mantel, een uiit het klooster, mis
schien nog uit Holland. Zijn secretaris staat
er bleek adhier en er naast zit de Nuntius
van Wieenen met een Italiaanisdh masker als
een onverstoorbaar diplomaat rond te kijr
ken," i
Eenvoud, zelfbebeers-qhing en zelfverloo
chening', ziehier de hoogste deugden vla®
den priester, die zoozeer in dezen Holland1
s-dhen Kardinaal uitblinken,
I 1
11