R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland. 6"' Jaargang lil. I638c end 8. III. en de gemeentelijke bestekken. No. 102. Zaterdag 28 September 1912. FEUILLETON-" Verschijnt DINSDAG, PONDERDAG en ZATERDAG. H.H. Agenten. Onschuldig veroordeeld of een slachtoffer der wraak. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS: 75 ot per 3 maanden franco huis; 105 ot met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen in het Keg in yiain ieder kwartaal. Afzonderlijke nummers van de courant3 cent, Van het Zondagsblad 5 cent. Uitgave van de NaamL Vennootichap „ONS BLAD1', i BUREAU; Breedstmat 12, tegenover de B< K, Kerk, te Alkmaar, Telefoon No, 433, ADVERTENTIEN Van 1—5 regels30 oeOt, Elke regel meer8 Redhimes per regel15 Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet. 29 m Wij merken beleefd op, dat de conditie voor kleine advertenties „driemaal plaatsen, tweemaal bere kenen" geldt alleen en uitsluitend in dat gévaf, als de advertenties in drie OPEENVOLGENDE num mers worden geplaatst. Wcnscht men de advertentie In 3 achtereenvolgende Zaterdagnum mers, dan wordt zij ook driemaal berekend De Administratie van „Ons Blad". Op ccn adres van de afd. Alkmaar van den Ned. R. K. Volksbond nam de Raad dezer gemeente in de zitting van_28 Juni 191J hei' besluit, houdende dat voortaan in besiekken van gemeentewerken, overeen komstig de duidelijke bedoeling der wet, als regel de arlt. 1638 c en d zullen worden geadht te zijn opgenomen, indien in die bestekken niet uitdrukkelijk anders is bepaald. Een jaar lang alzoo had die bepaling geleefd in de gemeentebestekken tot zich plotse ling een voorval voordeed, dat B. en Wc deed besluiten op; bovengenoemde goede bepaling terug te komen. In Augustus van dit jaar n.I. zou er eene aanbesteding plaatshebben van het uitvoe ren van grond-, straat-, rioleeringswerken enz. voor het terrein bij e/i om de nieuwe ambadhissdhocrl gelegen. Bij opening der bus op den aanbeste dingsdag bleek, dai er geen enkel insdhrij- vfngsbiljei was ingekomen. Wiel bevatte de bus een aan B. en Wj. gericht adres van aannemers houdende de verklaring, dat het bun onmogelijk was naar hei werk in te schrijven op grond van de bepaling in hei- bestek: „De bepaling van art. 1638 c en d van hei Burgerlijk "Wetboek mag. voor de werklieden in diens1 bij; den aannemer of onderaannemers van de bij dit' bestek bedoelde werken en daartoe gebezigd niet worden uitgeschakeld." De bezwaren van 'de zijde der aannemers tegen deze bepaling lagen vooral hierin, dat het risico voortvloeiende uit art. 1638 d bij dit weTk, dat geheel in de buitenlucht moet geschieden en waarbij de aannemer aihankelijk is in de eerste plaats van de weersgesteldheid, groot is, zoo groot is dat zij meenen het niet te kunnen dragen, waar hun geen enkele maatschappij bekend lsi aan wie zij dit risico kunnen overdragen. 40) „Hij meende dat ik moest bekennen". „Dat denk ik ook, wanneer gij; iets te bekennen hebt." „Maar eerwaarde, gij weet tocth, dat ik niets te bekennen heb", antwoordde Ca tharina vertwijfeld;. „Wanneer ik iets te bekennen hadi, dan zou ik het u in de biecht wel bekend hebben." „Daarover willen wij thans niet spreken, dat zijn twee verschillende zaken. Wat gij m'j in 'de biecht gezegd heeft, weet ik slechts, zoolang gij in de biechtstoel zijt; dai hebt gij aan God gezegd, niet aan een zondig mensch, die de vergeving even goed noodig heeft als gij." „Ik weet niet meer, wat ik doen moet, eerwaarde; wanneer ik zeg, dat ik onschul dig ben, dan gelooft mij niemand. Waarom moet ik dan gedwongen worden, en te bekennen, dat ik schuldig ben. Deze ge durige kwelling is erger dan de gevangenis. ga aan het bestaan van een God twij- elen! Waarom moet ik hier zitten, voor een misdaad waaraan ik nooit gedacht heb Catharina Nermann zeide dit op zulk een 8-martelijken toon, de woorden kwamen zoo Het gevolg van deze weigering van de aannemers, om niet in te schrijven naar dit werk is geweest, dat opi voorstel van B. en W|. de Raad besloot het bovengenoemde besluit van 28 Juni 1911 in te trekken. Dit betreuren wij tenzeerste, omdat wij dit besluit van den, Raad gewoonweg uitgedrukt „een paardenmiddel" noemen. De bezwaren der aannemers golden toch niet voor art. 1638 c, dat tendoel heeft den arbeiders behoud van loon te waarbor gen bij ziekte, ongeval, vervulling eener wettelijke verplichting, familieomstandighe den enz. Tegen het risico hetwelk dit artikel mee- brengst, kunnen zij zich verzekeren! 't Ging tegen art. 1638 d hetwelk luidt: „Ook verliest de arbeider zijne aan spraak op het naar tijdruimte vastge steld loon niet, indien hij bereid was den „bedongen arbeid te verrichten, doch' de „werkgever daarvan geen gebruik heeft ge- „maakt, hetzij door eigen schuld of zelfs „tengevolge van, hem persoonlijk betreffen- „de, toevallige verhindering," Men le(te hierbij op de woorden, „per soonlijk betreffende" zij zijn van gewicht om ons te volgen in de ontwikkeling de zer stof. De bezwaren der aannemers, die weiger den voor het grondwerk enz. om en bij de nieuwe ambadhlssdhool in te schrijven, berustten op deze redeneering: „Daar is al lerlei grondwerk bij. Als 't weer erg tegen loopt, kunnen we misschien dagen achter een wegens regen, sneeuw enz. met wer ken en dan moeten we toch onzeni arbei ders uitbetalen". Maar zijn dai nu „persoonlijk betreffen de" toevallige verhinderingen? Voor ons nier, het is todh geen per soonlijk betreffende verhindering, als het regent of sneeuwt en het werk niet kan doorgaan. Uit de Memorie van Antwoord des Mi nisters aan de Eerste Kamer blijkt dit o.i. nogal vrij duidelijk: Toelichting: „Staking kan niet als eene den werkgever persoonlijk betreffen de, toevallige verhindering in den zin van hei artikel worden aangemerkt. Wiel is dit bijv. blijkens de Memorie van Toelichting, de verhindering, voortspruitende uit ziekte of afwezigheid des werkgevers, of uit diens staking van het bedrijf voor den afloop der dienstbetrekking. Door de bevoegdheid des werkgevers om van dit voorschrift afwijking Le bedingen zullen iniussohen afle moeilijkheden, die hij in een bepaald geval uit de toepassing der weisbepaling mocht voorzien, geree- delijk kunnen worden afgesneden," uit het hart, dat men het gevoel niet onder drukken kon, 'dat zij 'het stempel der waar heid 'droegen. „Laten wij een oogenblik aannemen^ dat het zoo is, mijn kind, Gods wegen zijn niet de onzen: wie 'heeft de diepte van dezen afgrond gemeten? Maar daarover zijin allen het eens, dat God hun die hij lief heeft, lijden overzendt, niet om hen te kwellen, niet om hen daardoor aan zijne rechtvaardigheid te 'doen twijfelen, maar om daardoor troost bij Hem te zoeken, die de bron van alle troost is, om daardoor tot Hiem te naderen, om Hem daardoor des te beter te leeren kennen." Caiharina zuchtte diepi. „Vraag u 'zelf af", vervolgde de kapelaan na een poos, „hoe uw verhouding tot God was. „Dit is in orde", zeide Caiharina. „In de maalstroom des levens had ik hem bijna vergeten, maar toch maar bijna eerwaarde. In eenzame uren zweefde steeds zijn beeld voor mijn geest." „Ik ken dat beeld", antwoordde de ka pelaan. „Dan voelt de mensch zich niet meer een Schepsel van God's hand, maar hij bidt tot een God van menschenhand. Zijn phantasiie snijdt voor hem een beeld en in "dit beeld der phantasie aanbidt hij zich zelf. Hebt gij de onthbudings- dagen gehouden?" r „Baron von Frankenberg stond er op". „En gij?" „Zijne 'gemalin nam het zoo nauw niet. Haar grondstelling was, dat God met be- Nog duidelijker komt dit aan het licht, als wij lezen in „de Handelingen der Tweede Kamer" dat de leden Van Wijnber gen, Ruys de Beerenbrouck en Aalberse bij amendement aan artikel 1638 d (zie 'boven vermeld) een tweede lid wilden toevoegen, aldus luidende „De arbeider heeft aanspraak op het hal ve loon, indien hij bereid was den be dongen arbeid te verrichten, doch de werk gever daarvan door overmacht geen ge bruik heeft gemaakt." Blijkt hieruit niet duidelijk, dat de Mi nister overmacht waaronder weersge steldheid toch zeker behoort niet in artikel 1638 d had begrepen? Anders toch had de Minister geantwoord op het ge noemde amendement: „Mijnheer de Voor zitter, Iaat ik den heeren Van Wijnbergen, Ruys de Beerenbrouck en Aalberse nu maar direct antwoorden, dat overmacht in arti kel 1638 c reeds begrepen is". Anders toch hadden de drie genoemde Tweede-Kainer-leden niet bij amendement behoeven in te dienen eerne bepaling om den werkgever te 'verplichten bij overmacht het thalve loon uit te betalen. Tijdens de behandeling van hj&t amende ment werden om aan geopperde bezwa ren tegemoet te 'komen tussdhen de woor den jjheeft" en „aanspraak" de woorden „gedurende betrekkelijk korten tijd" inge voegd. Het mocht niet baten. Het amendement werd in de Tweede Kamer met 43 tegen 18 stemmen verworpen. Maar daarmede was danook uitgemaakt, dat de werkgever door art. 1638 d nooit of te nimmer verplicht is loon uit te kee- ren als hij van den arbeid geen gebruik heeft gemaakt door pvermadht, waaronder wij zekerlijk ongunstige weersgesteldheid rekenen. Tenslotte nog eene opinie aangehaald van iemand, die de zittingen der Tweede Kamer bijwoonde, toen het arbeidscontract werd behandeld, en later daarover een zeer leerzaam boekje schreef 1), 'n.I. van den heer A. J. Oostdam, die t.a.pi. pag. 28 schrijft: „Overmacht blijft intusschen de patroons van beialing vrijstellen. Een aannemer, die zijn sieenen niet krijgt, omdat de vaart diohtvroor of de spoorwegbeambten staak ten; een fabrikant, wiens gebouwen af brandden, zij en deze voorbeelden zijn licht te vermeerderen behoeven hun arbeiders geen loon uit te keeren." Op grond van bovenstaande condudee- ren wij, dat de aannemers lazen in art. 1638 d wat er niet instond, (geen wonder dat er dan ook geen maatschappijen be staan die dit vermeend risico dragen willen immers er bestaat geen risico) on gemotiveerd ageerden tegen opna me van de bedoelde bepalingen in het bestek, tweedens dat de Raad veel te ijve rig was om maar direct aan de verlan gens der werkgevers te voldoen, j Summa summarum: Wordt het niet meer dan tijd, dat er in onzen Raad mannen zete len, die beter opi de hoogte zijn van ar- beiitiersaange 1 egenheden, die voor de belan- gen van den arbeider even ijverig optre den als voor die van de werkgevers? 1) Volksbibliotheek no. 6 Futura-Leiden. leedigd wordt door wat de mond ingaat, maar 'wel door wat uit den mond komt." „En waart gij ook van die meening?" „Toenmaals, wel." „En in het lijden van de kerker hebt gij bevonden dat het niet de zaak van het schepsel is, te bepalen, waardoor God zich beleedigd kan gevoelen of niet; in de vernedering hebt gij den hoogmoed er kend, die daaraan ten grondslag ligt. Hiet is waar, God wordt niet rijker of armer, niet meer tevreden of ontevreden, of de mensdh vleesch of visch eet, maar wanneer hij zijn wil te kennen heeft gegeven, dan maakt hij zich van Hem los, die op grond van eigen meening daartegen handelt. Dat hebt gij hier erkend en gij zoudt dit niet in het gewoel der wereld erkend .heb ben. W|anneer het in uw geest tot volle helderheid gekomen is, dat de mensch den goddelijken wil niet te beoordselen heeft, maar zich daaraan te onderwerpen heeft, dan is de gevangenis voor u geen ongeluk geweest, het was een geluk, dat u te beurt viel, want met deze duide lijke erkentenis zult gij in ootmoed God om de noodige kracht vragen, om de be proeving te 'doorstaan, en deze zal u ge geven worden. Gij vraagt, waarom gij in de gevangenis moest? „Was dat geen reden genoeg?" „Dat 'is ook mijn ee.nigs.te troost, eer waarde 1" „En wees verzekerd dat de beproeving niet boven uw kracht zal gaan en niet langer zal duren dan God tot bereiking Ook een opwekking. In „het Gentrpm" lezen wij In een voor-vergadering of gezellig sa menzijn van de Evangelische Maatschappij te Groningen bijeengekomen werden de vrouwen aangespoord, de Maatschappij in haar strijd tegen het Ultramontanisme te steunen. Zij moesten dit vooral ook doen door de huisgenooben des geloofs te bevoordee- len. Men begrijpt, wat !deze opwekking in dit geval zeggen wiL De Evangelische huismoeders met hun verschillende „gelooven" moeten geen in- koopen doen bij katholieken, of dezen op eenigerlei wijze bevoordeelen. Dat noemt men strijd tegen het Ültramon- tanisme. En zoo dient men de eenheid des vader lands Dat moesten de Katholieken eens doen, dan zou men wat hooren! BUITENLAND. De oorlog tussohen Italië en Turkije. Er schijnt in Tripoli zoo nu en dan nog geducht gevochten te worden, zoo dezer dagen bij Zianzoer. De Italiaansohe commandant meldt, dat de verliezen der Italianen in idat gevecht als volgt waren. Negen officieren jen 65 soldaten werden gedood, 21 officieren en 394 soldaten werden gewond. 't Is te hopen, dat (dit feit de Italianen aanzet om toeschietelijker te zijn in hun vredesvoorwaarden. Typhoon in Japan. Japan wordt door een typhoon geteisterd In de laatste halve eeuw heeft niet zulk een verschrikkelijke typhoon gewoed. De schade beloopt meer dan 40 millioen yen. Het aantal slachtoffers is zeer groot en dui zenden en duizenden zijn zonder dak. Te Nagoya is geen enkel huis onbescha digd gebleven; de haven is geheel ver woest. Drie stoomschepen zijn gezonken en tal van anderen gestrand. In Gilu werden 262 personen gedood en van het doel noodzakelijk adhit." De bewaker, die Catharina in den tuin gelaten 'had, onderbrak het gesprek. „Nummer 73 moet naar haar cel gaan en uw zaakjes bij elkaar pakken, men wordt naar eene andere plaats gebracht" De bewaker keerde zich om, wetend, dat nummer 73 achter Wem zou komea Zoo 'geschiedde Wee ook: „Men, men,", mompelde Catharina,. n,u zegt hij wieder, „men", -er schijnt todhi iets te broeien." In 'enkele minuten was Caiharina Nor- mant» klaar. De gevangene heeft nog min der te pakken dan de soldaat. Waar heen? daarnaar had Caiharina Nor mann niet tc vragen. De bewaker ging voor en zij volgde hem. Zij gingen naar Wet hoofdgebouw en kwamen op 'het bureau van rden directeur. Deze zat aan zijn les senaar, 'van de gevangenen door een hek j gescheiden. Voor dit hekje stond freule Normantt. „Nummer f3 heeft een goede ontwikke ling en opvoeding genoten," „Tot uw dienst!" antwoordde de be waker aan de deur. „Voor een paar dagen zijn mijn doch tertjes overgekomen en zullen onder de va- cantie hier blijven. Ik WeW voor haar ge durende dezen tijd een leerares noodig. Kan zij bnderridht geven? Ook deze vraag richt te hij niet tot Catharina: Normamn, maar tot den bewaker. Hij vroeg den bewaker of zij dat kon. De directeur scheen een di recte aanspraak te willen vermjjlden. Begrijpelijk gaf de bewaker op deze 283 gewond en te Osaka liggen 20,000 huizen in puin. De Fransche kruiser „Dupjeix" verloor het anker te Yokohama en strandde. Hij werd te Shimoraoseki weer vlot gemaakt. Een Japansche paketboot is vergaam. Het aantal slachtoffers is onbekend. Schepen en oorlogschepen te Satsuma, Manshu en Demates hebben ernstige schade geleden. Vier torpedovernielers en 5 torpedo's zijn gestrand. Er zijn talrijke slachtoffers fe Nagoya, waar een spinnerij, een school en een kloos ter instortten. Een telegram uit Tsurugi, meldt, dat een torpedo gezonken is; de geheele be manning verdronk. Twee andere torpedo's werden door de typhoon beschadigd De spoorwegstaking in Spicjs. De spoorwegmaatschappijen hebben be sloten de drie voornaamste eisehen der spoorwegmannen in te willigen. Dit zal de begrooiiing van de vier grootste maatschap pijen met 60 millioen verhoogen en het budget der andere met 75 millioen. Indien de regeering te hulp komt of een verhooging van tarieven goedkeurt, zullen ook de andere eisehen gemakkelijker wor den 'aangenomen. De toestand op het Catalonisdh en Noor der spoorwegnet is verbeterd. Op som mige punten hebben de spoorwegmannen het werk hervat. k Te Barcelona 'is de toestand daarentegen veel ernstiger geworden. Bij het station hebben relletjes plaats gehad, waarbij ver schillende personen gearresteerd werden, De verkoop van speciale edities van zeke re bladen is verboden. Er heersdht een buitengewoon strenge censuur. Dondertlagnamiddag om drie uur i9 een personentrein naar Barcelona vertrokken. Op, de madhine stonden niet-stakende ma chinisten en -stokers, en geniesoldaten be geleidden den trein. RUSLANP. L J Winter. Uit 'verscheidene provinciën wordt ge meld dat de warmtegraad snel daalt In geheel Finland 'neersdht vinnige koude, te Ubaborg is een boer die ter markt ging in eenen sneeuwstorm omgekomen. Over geheel Siberië "woedden geweldige sneeuw stormen. Te Irkoetsk sneeuwt het sedert eenige dagen onophoudelijk. Italië. r !i Een Paui*lijk* school. haliaanschc bladen weten te meiden dat op 1 October aan de Via Angelica een groote school zal worden geopend, die de Paus heeft doen bouwen, en waarvan hij het toezicht aan Kardinaal Respagi hieeft vraag een bevestigend antwoord; hij; Raid op alles „tot uw dienst" gezegd. „Leid dan nummer 73 naar mijn vrouy", die haar 'van alles op de hoogte zal bren gen. Maar Tk veronderstel een goed ge drag" voegde hij er dreigend bij; „bij Itle geringste klacht, 'gaat gij: weder naar 1de sbroovlechterij. 1 Caiharina werd de trap afgelekj, en in een zeer bescheiden, maar zeer bëhagelijk ingerichte 'kamer gelaten, Aan het venster zat de vrouwi van den directeur, 'die wiel eens, van haar geboord had, maar 'haar natuurlijk nooit gespro ken had, en was met naaiwerk bezig. Twee meisjes van ongeveer tien en twaalf jaar za ten aan een groote ronde tafel en keken in een prentenboek. Catharina Normann bleef aan de deur staan, „Freule Normann? niet waar!" zeide.de vrouw van den directeur met welluidende stem, terwijl zij haar naaiwerk nfcerlegde en opstand. Het 'was Catharina, alsof de kamer rond draaide, zij (duizelde en doodsbleek greep zjj haar tie lambrizeering, om zich siaamjte te 'houden. 2ij vreesde neer te zinken. „Wiat is er toch aan de hand?" riep zij uit. „Er moet iets gebeurd zijn! O me vrouw,! s.het aan het licht gekomen, dat ik onschuldig ben? Zoo behandelt men geen gifmengster! Bij 'de 'barmhartigheid Gods Zeg mij, wat er is voorgevallen CSBoti* xmot&J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1912 | | pagina 1