Kath. Nieuws- voor N'oord-XXolla.xid. No. 135. Zaterdag 14 December 1912. FEDII.LETOW tiered door oen lied. men den Minister van Justitie bestreed. 6a' Jaargang Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Degene, die zich heden op „Ons Blad" abon neert, ontvangt de tot 1 Januari 1913 verschij nende nummers gratis en franco. BINNENLAND. Subsidies aan Boerenleenbanken. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ji et, per 3 maanden franco huis; 105 et. met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen in het begin s#n leder kwartaal, Hfzonderiijke nummers van de courant3 cent, gin hei Zondagsblad 5 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD". BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. Kerk, te Alkmaar. Telefoon No. 433. AD VERTENTIEN i Van 1—5 regds3Q cent. Elke regel meerS K Reclames per regel15 Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet, 21 Onze Kameroveriiehttchnj ver heeft ter tops reeds vermeld, hoe men in het Voor- loopi* Verslag der Tweede Kamer op de Stiatsbegrooting afdeeling Justitie den Mi- nlitsr van dat Departement heeft aangevallen op eene wQ kunnen gerust schrijven ■minnes manier. De Minister klaagde er dan ook over in Ie Kamer »dat hij wel in het Voorloopig was bestreden op een zeer felle maar dat hij hier in de Kamer geen strijders met open visier vond'. Diet de sociaal democraten waren het, die 100 handelden, maar blijkbaar eene geheel sndere fractie. Zoo handelen die vrijzinnige hoeren met een Minister I Of de sociaaldemocraten zij het dan ook met open vizier eene fatsoenlijker houding aannamen 1 Wie ourdeelen wil, hoe de Minister in 8 Kamer le bestreden, leze het volgende ca Dit onze rnbrtek >Van de Heeren nit Den Hangt heeft men kunnen begrQpen, dat bij afd, Jostitie 't in hoofdzaak ging over de weigering der Begeering om aan de ver- leniging «Zedelijke Opvoeding' subsidie te verleenen. De Minister heeft d'e weigering o.a. als volgt gemotiveerd (volgens de Handelingen bldz. 966) Deze vereeniging toch vraagt voor kin- deren, 'die niet zijn vTijdenkerskinderen, maar tegen welke zij toevallig aanloopt, omdat zij zou ik haast zeggen een beetje rrij loopen, en diie niet gedoopt zijin, wat -laat de heeren dit nu eens van mij hoo ien absoluut geen kenmerk is, -dat zij «iet tot de Hervormde Kerk behooren, subsidie. Het kan defr heeren 'niet onbekend zijn, at jriet éénmaal, maar honderden malen tlé Hervormden, om zeer bijzondere re denen den doop van hun kinderen uitstel len tot 'hoogeren leeftijd! tie heer de Klerk 'knikt bevestigend. W'elnu, wanneer een dergelijke vereeniging op, die wijze toe vallig die voogdij zou kunnen bemadhti- tigen over zoo'n kindi, dat niet gedoopt is, dan zou men eens de protesten hocwen, tie uitgingen van den boezem der familie van, Ülat kind. Dan begon de godsdienst twist in lichten laaie te ontvlammen op, „Het fs ipu eenmaal gewoonte Lm de vereld met Godi en Godsdienst te spotten; August volgt dit onzalig gebruik, dlodh ,ik Mooi, dat (hij dien H(. Augustinus gelijkt, fte uit ,vrees dlat men hem voor een kind M de boosheid zoude aanzien, zicih zelven misdaden toedichtte, die hem geheel vreemd «varen." i i j i,Ik hoop', dat ge u niet vergist, Hlenri," fMitte Clementine, ,„Gij acht het dus voor. alsnog onnoodiig, pa pop' (zijn geddag opmerk. iaain te maken?" »Ja, ik ,kan niet gelooven, dat een ver leer van menige maande» aan die aCaldiemia ln staat zou zijn de godsdiieristigie qpvoie- ping door onze ouiders ons gegeven, geheel- te vernietigen. Bidden wij intusschen ij've- voor 4>nzon broeder." 1 Geheel bewogen sprak' Clementine: „Dank, beste iHienrj, voor uwe goede mee. h»ng omtrent August; ik kan niet anders Üeen dan ,u met mijne gebedien onder, unen, ,maar (dat will era zal ik va'n gan- ier harte; geve God, d'at wij ons bédrlle- en neme de heiilige Maagd August m hare moederlijke bescherming." j Zóó |ei|ndigdie d,it gespp-ek, en dokter Ver ijlen, diie zijn zoom, 's morgens niiet van dien bpdem van de Kinderwetten. Hij ont brandt gemakkelijk. Mijnheer de Voor ter, maar het blusschen??? Krachtig protesteerde Z Ex. aan het slot ijjcer rede tegen de bejegening hem bniten de Kamer, in het Voorloopig Verslag neer geschreven, aangedaan (t a p. bis 966 en 967) 7k heb mij eenige diagen geleden opi schertsende 'wijs beklaagd, dat er blijkens het Voorloopig Verslag leden waren ge weest, die een zeer heftige critiek op, mijn beleid hadden uitgeoefend, maar die in de openbare 'vergadering, bij het mondeling débat,- 'waar met open vizier kon gestre den worden, afwezig waren. Het zelfde gebéurt ook heden. Maar nu spreek ik een krachtig woord van pro test, want wat men hier doet is beneden alle critiek. Men durft hier Iden Minister van justitie verwijten, dat lhij! inbreuk ïmaakt op het beginsel van vrijheid en gelijkheid, dat hier te lan de op, godsdienstig gebied steeds 'gegolden heeft. Nu herhaal ik mijn woorden van eer gisteren: waar zijm nu mijne beschuldi gers? De verhalen van den heer'Duys kun nen daarvoor niet in 'de plaats jomen. De andere sprekers van hedenavond heb ben ik erken het met waardieering in die richting geen woord gezegd. Zij heb ben getoond de zaak te kennen en te be grijpen, inlet alzoo degeen, die daaromtrent hier ,eenige losse volzinnen heeft gewor pen. De heer Duys begrijpt buitengewoon goed, w,ien ik bedoel. Neen, Mijnheer de Voorzitter, degenen die de zaak toonden te kennen en te be grijpen, hebben op dit gebied geen woord gesproken; van hen kan d;us die tirade niet zijin. Maar dan is het parlementair bui tengewoon ongeoorloofd!, om in de stukken een dergelijke beschuldiging te richten tot een raadsman van de Kroon, wanneer men die beschuldiging niet kan waar maken. Want in de stukken wordt geen woord van bewijs aangevoerd, dat de gronden van den Minister niet juist zouden zijn. En ik voeg er onmiddellijk aan, toe, dat men [fl'it bewijs niet heeft kunnen vinden. Maar dan spreek ik ook dit woord van krachtig protest, omdat dit een handelwijze is, die niet door den beugel kan en verklaar openlijk, dat die „sommige leden" ik mag lijden, dat 'het in den stijl van bet Voorloopig Verslag slechts één lid' 'van de Kamer .is, die, zooals wij weten, in het Voorloopig Verslag wel eens flatteerend' aangeduid wordt met „sommige leden" niet den moed gehad hebben hier openlijk te durven herhalen, hetgeen in geheime vergadering, i n een naamloos uitkomend ge schrift, in casu het Voorloopig Verslag, is gezegd' en neergeschreven. En wat ie mand .is, die den moed mist openlijk te verdedigen, waarmede 'hij in het geheim aanvalt, kan 'dat lid voor zichzelf nagaan. nabij had kunnen gadeslaan, bleef onkuinfclii|g omtrent 't geen de b'eljdie kinderen zoo ver ontrustte. f ■Maar was August wel zoozeer veranderd als Clementine en Henri vreesden, «nzagen zij iden toestand nijet ietwat donker in? Om op deze vraag te antwoorden gaa'n wij eemijge maanden terug. i Nauwelijks aan de acedemiie en bij het siiU'denten-corps ingelijfd, won August, dooi- zijn aangenaam voorkomen en be mannelijk karakter aller harten. Zijn geringe; levens ervaring .echter, deed' hem niet voorzichtig genoeg zijn to de keuze zijner vrienden en hij knoopfte da.n ook kennis aan met jonge lieden wier omgang: hij had behooren te mijden. i 'Het „groenl'oopen" was nauwelijks voorbij of Louis de Cat kwam. hem bezoeken, orn hem met zijne ferme houding a's „groentje" geluk te wensdhen en hem. in de juristen- ofub .(De Cat studeerde voor advocaat) te éntrod'uceere.n. Het ging in de club tamelijk onstuimig toe en menig glas champagne werd op de gezondheid van August ge ledigd, hij als „broeder-collega" begroet en als 'lid' ivan de Soos (sociëteit) aan- genomen. Op, een Zateddag-na middag kwam Louis met veel geraas d'e kamer binnen van August, die gekleed was om. uit te gaan. „Zioo, amice, ben, je- al get,eed, ik kwam ju,ist om je ie 'halep," sprak Louis. '„WiaarVoor?" vroeg August .vetovonderd. „Parbleu, om de Faust te, gaan, bijwio-- Aldns de Minitier van Justitie tegenorer den onbekenden niet socialist Was dit geen fiere toon van een Minister, raadsman van de Kroon, die zeer terecht front maakte tegenover onbewezen grove beschuldigingen I En welk tu was de toon, die de locia ist aansloeg tegenover een raadsman van de Kroon In den aanvang van zijne tweede rede, nadat Duys den Minister o a. had toegevoegd: «Och, Mjjnheer de Voorzitter, ik zal maar denken, bet is een der >Begonts< die dat zegt waarop hij natuurlijk doer den Voorz. tot de orde werd geroepen zei de heer Duys (ta.p. bldz, 967): Mijnheer de Voorzitter! Indien, tooneel- donder ;en tooneelbliksem en ketelmuziek ar gumenten kunnen vervangen, dan moet 'ik eerlijk zeggen, d'at de weigering van het subsidie aan „Zedelijke opvoeding" buiten gewoon goed' geargumenteerd en verdedigld) is (üoior den Minister, maar helaas is dat niet het geval. Met een groot blik ram melen zooals op het toiomeel gebeurt bij een of andere plattelands-operai om d§n donder te .imiteeren, mag misschien op. de tqeschouwers daar indruk maken, maair voor menschen diie gewoon zijn spektakel te on derscheiden van werkelijke argumenten hééft dat geien beteekenis. Commentaar overbodig I Zoo behandelt men een Minister in de Kamer 1 In dezelfde zitting kwam aan de orde: Beraadslaging .over onder,<rt, 65, luidende: „Subsidiën aan meenigingen, stichtingen of instellingen, vtin weldadigheid, als be doeld bij de airtt. 12 en 15 ,der wet van 12 Februari 1901 (Staatsblad' no.. 64), daar voor in de plaats tredende kosten, van ver pleging in krankzinnigengestichten, zieken, hullzen of andere inrichtingenkosten on. vermijdelijk voortvloeiende uit het overlij den van minderjarigen, als hierbij bedoeld en kosten hunner begrafenis, fl.075.000'\ De beer Duys zeide hierop bet volgende Ik zie mij genoodzaakt bij dit artikel, waarbij de subsidiën worden uitgetrokken, stemming te vragen als protest tegen de hpudiing van dezen Minister. Ik ben echter ook bereid om een amendement in te dienen om het onderartikel met f 1 te ver minderen. Als dit wprdt ondersteund, zal ik geen hoofdelijke stemming over het on- d'erartlikel vragen. Wie dit laatste aandachtig leest, ial' evenals 't ons gtog zich afvragenIs dat nu een manier om een Minuter te besteden? Zoo gaat bet er tegenwoordig in ons Parlement naar toe I De vrijzinnigen doen daaraan mee, al is het dan ook in naamloos uitkomende ge schriften wat feiblQk o i. nog erger is nen. Marie Se^bach speelt hedenavond' voor Gretchen, hief zal bepaald1 eivol zijn in. den schouwburg!" '„Zóó maar, lik zal er niet komen", sprak August. 1 „En .waarom pief?" 'vroeg Louis ietwat onstuimig, l I „Omdat het morgen, 'de, e'erste zondag der maand is en 'ik dan gewoon, ben te gaan biechten", antwoordde, August -kalm. „Biechten!" riep Louis schaterend, „biechten!" .en hij viel in dien, grooten fauteuil ivan August 'neer. om rustig te kunnen uitlachen,, i ;„Ja zeker, b.ie.chte'n!" sprak August kalm. ^Dus zijt gij katholiek?" vroeg Louis. '.„Ja", was het Waardlige antwoord. „En gij beroemt e,r op dlat té zijin?" was die spattende, vraag va:n Louis, „Ik zal dit niet ontkennen", antwoordde' August. „Dan wacht u eene, zeer, schloane toe komst, August Verkuylen", 'voegde Louis 'de 'Cat-hem ietwat theatraal toe. „Voor eerst", 1 ie,t hij er sarcastisch! op voige» „een .ze,er aangenamen, omgang met je col lega's ik zeg niej „vrienden" eeu lek ker, .examen, 'een :„Maar, It 'zou 'tp'ch niet denken, dat de professorenonderbrak August hem. „Heb ik wat van de professoren ge zegd'?." vroeg Louis driest. „Hoor eens amice, als* i-k u ee,n goeden raad schuldig, ben I'S het d'e^e': loop. met den godsdienst niet te koop. Ik ben ook Roomseh, maar Waarom dezen Min ster zoo fel, op zoo'n onhebbelijke manier bestreden 7 Och, geloof ons, de zedelljkheidswetten ze zQn van Miniiter Regout, dat is 't etn 1 Dat de kiezers toch er vcor zorgen, dat die vrijzinnige fracties in 1913 niet de kroon kunnen zetten op hnn boos opzet, dat ten minste de Kath. kiezers met het stembiljet in de hand het bewQs leveren, dat zij den arb8id van den Miniiter van Justitie waar- deerea Hoe de Minister van Justitie re<?ht door zee wil gaan. Ook dat leerden wQ uit de Handelingen, toen wQ die nog eens aandachtig nalazen. Minister Begout haalde het volgende voor beeld aan (t a p. bldz. 965) Een jongen was ter beschikking gesteld van de Regeertog: een jongen wiens va- d'er Protestant wiiens moeder Katholiek was. De jongen was ongeveer 15 a 16 jaar. Nu is mijn standpunt altijd, tenzij uitdrukke lijk door de ouders anders gewenscht wordt, d'at de godsd.lienst van dien vader beslist, Die jongen 'lis gegaan naar Avereest en daar behandeld als een Rrotestantsche jon gen, en toen hi^. Avereest heeft verlaten, lis hij gegeven aan d'e vereeniging Proi Juventute in Rotterdam in. particuliere ver- .pleging. Dje vereeniging besteedt hem uit in. ze kere gemeente, zooals zij ook behoort te doen, in een Protestantsdi gezin, maar die jongen, die door zijn ouders to-t dusverre Katholiek was opgevoed', gaat uit eigen beweging naar die Katholieke'kerk. Hij mag dat echter .niiet doen en de vereeniging vraagt «Tij, .wat zij daaraan doen moet. Ik Zeg haar, dat zij met alle macht, die zij fever dien jongeh. he ft, moet zorgen, idat |h|ij niet gaat naar de Katholieke kerk, omdat zijn vader Protestant is én wenscht dat tie jongen e'en Protestantsche opvoe ding krijgt. Iedere'en begrijpt, dat dit ech ter 'met ëen jongen van 15 jaar gemakke lijker gezégd dan gedaan is en de jongen blijft naar de Katholieke' kerk gaan. Toen heb 'ik, omdat mij gee'n ander middel ten dienste sitond én niemand in de Kamer zal öiit Verkeérd vinden, geprovoceerd, dat de jongen onvoorwaardelijk ontslagén werd en aan zijn ouders teruggegeven, opdat deze zelf v;oor zijn godsdienstige richting zou den kunnen zorgén. Had ik dit niet ge daan, dan had ik den jongen naar Alkmaar moeten zémdien en 'dit zou hard geweest zijn. 'Zeer té recht hoor ik d'en heer Hu- genholtz zeggeln: stel u voor! Daarom heb ben wij ook gezocht naar éen ander mid del en he'eft de secretaris-generaal dat an dere middel ook gevonden. Neen, zegt de heer 'Hugénholtz, gij hadt dien jongen naar de Katholieke kerk moeten laten gaan. Mijnheer d'e' Voorzitter! Dat zou nu mis- niemandi weef he'tv wilt gij gaan biechten, doe dit dan op een still én dag in, d'e week, gij zult er éep aanjie'namer en rustiger 'leven door hebbed, geloof mij." I „Ik zie niet in, waarom", sprak August „Ja, dat weet ik we)", hernam Louis, „als ge 't inzaagt behoefde ik je dien raad niet te geyén. Maar, wij spreken daar later wel ee,ns ovef. Verzuim nu vooral niet hedenavond in de,n schouwburg te komen, want het zou in hiet oog loope,n als gij niet kwaamt, imen zou 'naar, je vragen en, wan neer he,t dan eens mocht uitkomen! dat gij te biechten waart'lieve hemel! ik mag er niet aan denken." August legde he,t kerkboekje, dat h'ij reeds in "de,n Zak had gestoken, weer in, de lade va'n Zijn schrijftafel en overreed de zich zeiven, tiat Louis wel gelijk kon hebben. „Kom, laat ons gaan'", spirak August. „Zie, dat hee,t ik naar goeden raad luis teren, allons 1" en dit zeggende nam Louis August onder den arm e,n beiden begaven zich na air de societe.it en na daar een uurtje vertoefd! te hebben, .naar den schouw burg. August maakte voor de eerste maal ken nis met d'e Faust van Göthe. W|el kende hij eenige, volzinnen, aa'n dit gedicht onf- Leend^ doch was onbekend met het onder ling verband'. De indruk op' dit weeke ge moed' ijloor die vertooning teweeggebracht, was diep: Toen hij Fa'ust hoordé, zeggen dat hij nog diets wist, en hij zijn twijfel scbien voor dit eéne geval nog wel gekund hebben, maar ér zjjin 8000 kinderen en ik handel niet naar willekeur. Hoe hard het ook moge zijn to eén bijzonder geval, ik handel naar door mij zelve!» gestelde re gels en leef die na, opdat niemand, mij kunne verwijten, wat mij1 op onbehoorlijke wijze in het Voorloopig „Verslag is verwe. ten, dat ik niet zou zijn voor gelijkheid van godsdienst. Als mijn regels mij daar toe leiden treed ik hard op tegen het Ka tholieke kind', maar eveneens tegen het Pro testants che kind; ik strijd voor absolute gelijkheid! van godsdiénst Dit is mijn stand punt geweest en zoolang ik hier sta, zal het dat ook blijven, j Dat ia mannentaal, taal Tan een Minister, die recht door tee wenacht te gaan 1 Wy meenden dit geval even to moeten memoreerende liberale pers heeft er over gezwegen als een mof, 't kwam natnnriyk niet in haar kraam te paa I Def Prov. Staten vart Noord- Holland besloten in de eindzitting: Aars h|et landgoed der provincie onder Castaucum, zal met 1 Januari 1913 aan gesteld warden een opzichter op een sala ris van 526 tot 624 en drie vaste arbeiders op ipen salaris van f 468 tot f 572, allen met (vrije woning. Voor bijbouw te Duin en Bosch! werd voor 1912 een suppletoire begrooting van f 136.000 toegestaan. Op voorstel vaii den heer Posthumes Meijes, zal aan een be kwaam architect worden opgedragen, de plannen voiod dén bouw te maken. Ooedgekéurd werden een bijzonder re glement van bestuur voor den polder de Florisk'oog en jiict voorstel tot opheffing van Iden polder de Kaag en wijziging van het bijzonder reglement voor den polder de Buitenlanden onder Assendelft Ook hjet bijzonder reglement voor de banne Oude Niedorp werd gewijzigd. Aan den eervol ontslagen brugwachter aan de Kerk'brug te Ouderkerk, werd een pensioen verleend van f 250. Voor het onderhoud van de haven aan de van Ewijoksluis, werd voor 1914 en de vier daarop volgende jaren een bijdrage verleend van f 600 's jaars. Jacht. De jacht op klein wijd', daar onder begrepen die pp houtsnippen, zal in Noord-Holland worden gesloten op Dins dag 31 December met zonsondergang, die op grof wild. op Vrijdag 31 Januari 1913 met zonsondergang. i In de Maandagavond gehouden vergade ring der Tweede Kamer, deelde de minister Talma mede, .i.n antwoord' op het betoog van lüte heeren de Wiijckerslooth en van Wiichen, diie zich beiden tot tolk maak- hoorde uiten over alles wat iis; toen hij Faust het Evangelie van den H:. Joannes hoorde parodieëre.n door tde woordenin het begin was de, zin de kracht en eiru - delijk de daad, 'toen hij dien duivel in den persoon van Mephistopheles zag verschij nen en hij ti'ezen met piles hoofde spot ten, zich noemende tie geest die steeds ontkent, die steeds het kwade wil toen werd' hij beurtelings bleek en rood1 e» gaf hij blijken Van d'e hevigste ontroering. „Hoe 'vindt ge 't stuk, amice?" vroeg Karei ivan Eind', toen de, vrienden huiswaarts keerden, i „Pst!" fluisterde Louis de. Cat, die aan - de andere, zijde van August liep: „August i ,is hier buiten weten t van den pastoor." A „Drommels", vervolgde Karei, met nog een woord' er bij, dat wij niet zullen hér- halen, „als 'die- zwartrok weet, dat je van avond zoo vertrouwd zijt geworden toet den duivel, zal hij je, zekér in den ban. dóen." 1 „Maar, wat gaat het jé aan welk geloof ik /heb sprak August wrevëlig: „Wlaar bemoeit gij u mee?" „Dat doen wij uit pure belangstelling erv vriendschap, omdat wij zulk een fertiien jongen niet graag aan domperigheid ért dwaling ten prooi laten. Vertel ons ëen openhartig: begrijpt je, wel éen ti'er dog ma's, die je zégt t e belijden vroeg Karei ^Begrijpen behoeft niet, ik' geloof ier in", sprak August. (Wordt vervolgt!)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1912 | | pagina 1