De schande der zwijgzaamheid. Sint-Agnes-Feest in de Womhen Zaterdag 22 Februari 1913. TWEEDE BLAD. No. 22 Hisgebeden van 23 Februari tot 2 Maart. Eene bedevaartskerk te Heiloo. Een Brief uit Rome. Om Blad (l)eze lijst is samengesteld volgens den Kalender van het Bisdom Haarlem) OnV«rander ijk gedeelte der Misgebe dent 36 en vlg. ZONDAG 23 FtBR 3o Zondag van de Vasten. »Ocmi« 165. 2r coleuie: V d 11 Ma Karetha Tat Cor toua (18) Huil. feesteigen 8e collecte>A cnnctie» 63 Fraefatie van den Vasteutyd. 57. MAANDAG 24 FEBR. - H. Matblas, 365. Credo Piaefatie v d H. Apostelen, 61 2e eoliecte en laatste Evangelie van den Vastentyd, 576. DINSDAG 25 FEBR. H. Petrus Damlsnus, 365. Credo. 2e collecte, etc. en laatste Evangelie van den Vasientyd 576 of Mis van den Vasten tijd 576 (paai*) 2e collecte van den H. Petras Camlanas, 365. Heen Gloria, geen Credo. WOENSDAG 26 FEBR. Mis van den Vastentijd 577. Geen Gloria, geen Credo. 2e collecte A cunctïe» 63. 3e collecte >Omnipotens< 64. DONDERDAG 27 FEBR. Mis van dsn Vastentijd 578. Geen Gloria, geen Credo. 2e en 3e collecte: als gisteren. VRIJDAG 28 FEBR. Fesst van de 5 H.H. Wonden van O. H. J. Chr. 376. 2e collecte en laatste Evangelie van den Vastentijd 579. Credo. Praefatie van het H. Etuis 57 of Mis van dan Vastentijd 579 (Paars). 2e collecte van het feeet oer H.H. Won den 376. ZATERDAG 1 MAART. H. Snit bertus, Bisschop en Beljjder. Mis «Statuit* 81 met Epietel van 6 December 328 en Evan geile 87. 2e collecte en laatste Evangelie van den Vastentijd 581. 2e collecte: v. d. Paus 62 of Mis van den Vastentijd 581. (Paars). 2e collecte: v. d, H. Suitberius; 8a col lecte: v. d. Paus. een sterkere da® hij hem overvalt en over wint, zal hij hem al zijne wapenen, waar op hij vertrouwde, ontnemen en zijnen buit verdoelen. Die niet met Mij is, is tegen Mij; die niet met Mij vergadert, verstrooit. Wanneer de onreine geest van den mensch is uitgegaan, waart hij rond door dorre plaatsen, zoekend naar rust; en ze niet vindend, zegt hijik zal tèrugkceren 'in mijn huis, van waar ik hen uitgegaan; En gekomen zijnde, vindt hij het schoon geveegd en opgesierd. Alsdan gaat hij en, neemt zeven andere geesten, boozer dan hij zelf, mede; en binnengegaan zijnde, wonen zij daar. En het laatste van dien mensch wondt erger dan het eerste; Het geschiedde nu, toen Hij dit sprak, idat eene zekere vrouw uit de schare ha re stem verhief en tot Hem zeide: zalig de schoot, die U gedragen heeft, en, de borsten, welke Gij gezogen hebt! Doch Hij sprak: ja zAIig zij, die Qods woord tiooren en het bewaren! ZONDAG 2 MAART. 4a Zondag van de Vasten >Laetare< 167, 2e collecte: >A Cuuciie* 63. 3e cullecte «Ommpoieuo* 64 Credo. Praefatie v. d. Vaatentyd 57. ■W—I—B—a— ym n 23 FEBRUARI, 3e Zondag van de Vasten, Les uit den brief van den H. appstel Paulus aan de Epjbe&iër»V, 19. Broeder»! Wieest navolgers van God, als veel geliefde kinderen, eai wandelt in dei liefde, gelijk ook Christus ons liefgehad en Sdh zeiven voor ons gegeven heeft als ■eene offerande en een, slachtoffer jQode tot een aangenamen geur. Doch ontucht en allerlei onreinheid of gierigheid worde zelfs niet genoemd onder u, gelijk het heili gen betaamt; noch schandelijkheid, noch dwaze praat, noch onbetamelijke scherts, die niet past, maar veeleer dankzegging, Wja.nt weet dit en beseft het, dat geen ontuph- tige, noch onreine, noch1 gierigaard, het geen afgodendienst is, erfdeel heeft in het Rijjj van Christus en God. Dat nie mand h verleide door ijdele redenonwant om die -dingen komt de toorn Gods over de kinderen des ongeloofa. Wiordt dus hun ne deelgenooten niet. Wiant gij waart eens duisternis, nu echter zijt gij licht in den Heer. Wandelt als kinderen des lichts! im mers is de vru,cht des lichts in alle goed heid en rechtvaardigheid en waarheid'. I Evangelie volgens den H, Lucas; XI, 14—28, Te dien tijde dreef Jesus oenen duivel uit, en deze was stom. En toen Hij den dui vel had uitgedreven, sprak de stomme, en de scharen stonden verbaasd. Doch som migen van hen zeiden: in Beëlzebub, den vorst der du,iveie.n> drijft Hjj' de duivelen uit. En anderen. Hem op de proef stel- lend, vroegen van Hem een toeken u,it den hemel. Hij pu; hunne gedachten ziende, sprak tot hen: elk rijk, dat tegen zich zelf verdeeld is, zal verwoest worden, en hef ■eene huis zal opj het andere vallen. Indien nu pójc' de Satan tegen zich' zelven ver deeld is, hoe zal zijn rijk stand houden? daar gij zegt, dat Ik in Beëlzebub de (dui velen uitdrijf. Doch zoo Ik' in Beëlzebub de duivelen uitdrijf, door wien dan drijven uwe zone® ze uit? Zij derhalve1 zullen uwie rechters zjjn. Maar, zoo Ik' door den vin- ger Gods de duivelen uitdrijf, dan is Waar lijk het Rijk Gods tot u gekomen. Ais een sterke, gewapend, zijn hof bewaakt, is hetgeen hij b'ewt i® veiligheid, Doch1 als (Ingezonden,) Op den 28en December van het jaar 1911 was het 5 jaar geleden, dat bet 2).D.H, den Bisschop van Haarlem behaagd had, eene Bisschoppelijke Commissie te benoe men met het doel „de Kjapel welke eer tijds bestond opj de Bedevaartsplek van O. Vrouw ter Nood of ter Runxputte te Hjeilo .weder op te bouwen en de de votie tot O. L. 'Vrouw ter Nood te her stellen en te verspreiden." Wjas het wonder, dat wij gezien de bi. zondere Zegen Gods die -opj dat werk jrustte, bij den aanvang van het jaar 1912, een „terugblik" wierpen op het afgeloopen tijdvak, het eerste Lustrum, en in herin nering brachten, wat düar in zoo korten tijd was geschied. i Terwijl 'in 1904 de heilige plek zooge zegd 'nog onbekend was en slechts een kreupelboschje „Kapel" genaamd, bij de omwonenden een zwakke herinnering be. waarde van een glorievol verleden, wa9 het nu in 1912 de door het geheele; Va derland gekende Bedevaartplaats gewor den, waar in duizendtallen het geloovig volk door zijne priesters geleid, heentrekt, om er in nood en zorgen den zegenrijken: invloed af te smeeken der Zoete Moeder Maagd. Van giroote gebeurtenissen gewagend, mochten wij nieuwe plannen ontvouwen^ welke zouden strekken tot grooter luister voor „Gods Heil'ge Moeder, weert", die daar gieeërd wordt, en daarvoor den steun en de belangstelling der vereerders van de H„ Maagd vragen. En nu bij den aanvang van het pas aan gebroken jaar, mogen wij met groote dank baarheid verhalen van bet welslagen dier plannen, mogen wij er op wijden, dat de devotie bleef foenemen, en die tot nieuwe daden aanspoort. De grootsdhe plannen aan hët einde van het jaar 1911 ontworpen, kwamen alle® ter uitvoering. Het gpoote terrein, dat de Bisschoppe lijke Commissie in de eerste vijf jaren had kunnen aanknopen, werd beboscht en een Kruisweg opgericht. Aan het einde van de groote laan, ver heft zich in een r us tig eikenbosch de mootie Kruisberg, met de leyensgroote figuren van den Zaligmaker aan het Kjruis> der Hi. Maagd, van Sint Joannes en vain de H|. Maria Magdalena. Op den len Juli den vooravond van den feestdag van Maria Bezoek werd de Kruis weg door den Z.Eerw. Heer Deken Eb- binkhuyzen van Alkmaar, ingewijd. Mgr. Callier, wien de devotie tot O.L. V. ter Nood -zooi ter harte gaat, gaf goed gunstig verlof, om opi het nieuw aange legde terrein prooessies te houden met het Allerheiligste Sacrament; en het was aap de Bedevaart naar Oj. L. Vrouw ter Nood uit het Dekenaat Schagan bescho ren, om op den 22en Mei de eerste te zijn, die giebruik maakte van dat groote voorrecht. In groot-er getale dan in vorige jaren kwamen de pelgrims naar Maria's Heilig dom, Ruim 12.000 pelgrims kwamen ander leiding hunner geestelijken naar Hecloo, waaronder de eerste Bedevaart uit het Aartsbisdom Utrecht met 95 pelgrims. Met de Amsterdamsche Bedevaart, on der leiding yan de E.E. Paters Augus tijnen, kwamen niet minder dan 1400 pel grims meide. De Maria-vereenigingen, onder leiding van 'den Eerw. Pater Barromeus de Giee- ve, kwamen met niet minider dan 2000 pelgrims, hare groote Sidhutsvrouwe ver- eeriem, terwijl op 'den lOen en 17«n Juli de Eerw. Zusters yan O. L. Vrouw uit Alkmaar met 257 kinderen ter Beevaart kwamen, en daarmede, naar wij vertrou wen, blijvend de K i uclerbede va a rte n naar (Naar oen teekening van Yan Geldorp. Overgenomen nit het GeïU. Zondagsblad van ,De Tjjd" en ,Oe Amatelbode",) De heer Dage: „Dat is het juist, wat ik jelni zoo kwalijk neem, dat je niet allemaal zooveel spreekt ala ik. Waarbljjft by voorbeeld bij de Invaliditeitswet de heer Boodhuyzen met zyn moppen P..Foei! Wat een Kamer!"... O. ,L. Vipuw ter Nood, openden. Zoo getuigt het eerste jaar van bet tweede, tijdperk weer op schitterende wijze van den bloei der Devotie tot Q. L. Vr. ter Nood. Zooals wij in ons overzicht van verle den jaar meldden, besloot de Biss, Commt om bij gebreke van een Bedevaartskerk, den talrijken pelgrims gelegenheid te ge. ven, om de geestelijke oefeningen te hou den, in een Kerktent, ruimte biedend voor ongeveer 1000 pelgrims, Ofschoon dit een tegemoetkoming was aan het verlangen der veie pelgrims, om op de H;. plaats zelve het H. Misoffer te kunnen bijwonen en wij het besluit niet betreurden, toch bleek bet slechts een hulp middel te zijn en derhalve besloot de Bis- schoppjelijke Commissie, behoudens goed- keuring van Z|. D. H. den Bisschop; in hare „najaarsvergadering te Roermond ge houden, om zoo mogelijk nog dit jaar een Bedevaartskerk te stichten, waarin on geveer 1500 pelgrims plaats zullen kunnen vinden. Dit plan echter vraagt een groot finan cieel offer. Tiodh vertrouwen wij te zullen slagen. Nog immer als wij herinnerden aan Ma- ria's Heiligdom, werden wij met ruime gifton verblijd en zoo vertrouwen wij, dat do mededeeling dat de devotie tot O. L. V. ter Nood zóó toeneemt, dat zij eene Be. devaartskerk vraagt, velen zal bewegen een steentje voor den bouw daarvan bij te dragen. Dat deze bouwplannen samenvallen met da heugenis van Neerland's onafhankelijk heid, moge mede een rede voor velen zijn om oen bijdrage te scheuken. Immers, als wij met dankbaarheid ber denken de groote zegeningen welke dezq onafhankelijkheid, niet het minst ons Room- schein schonk, 'dan is er rede om aan die dankbaarheid uiting te geven, niet alleen door doei te nemen aan de groote fees ten, die overal worden voorbereid, wat zeker piassend is, maar ook door den Gever aller gaven een bewijs te geven van erkentelijkheid voor de zegen die Hij Roomsdh Nederland heeft geschonken. Zoo moge dan een beroep op veler meidewerking tot heerlijk resultaat hébben, dat in heit jubeljaar 1913, de Beevaartskerk ta Hieiloo getuigen zal van het levendig geiloof van Nederlands katholieken en van hunne liefde voor 3e H, Maagd. Giften zullen met erkentelijkheid wor den ontvangen door Mgr. J. J. Graaf, Hui zei „Duinrust", Overveen (Bloemendaal), dein ZeerEerw. Heer pastoor J. C. J. Seu- ter, Hieiloo, den ZeerEerw. Rater J. A, F, Kronenburg^ C.s.s. R., Kapel, 't Zand- Roormond, den Hieer J, C. J. Gonnet, Ar chivaris, Haarlem, den beer .Jan Stuyt, architect, Prinsengracht 786 Amsterdam en den heer O. Th1. M. van den Bosch; Haldersche weg, 1, Alkmaar, Nog was dei indruk niet vervaagd, die dei viering der H». Ce oil k opj den ,21sten November haar naamdag bij baar graf in San Callisto op mij had gemaakt. Da H. Mis, opgedragen onder de eerbiedi ge! deelneming der aanwezigen, de ge. zangien van het koor, dat opgesteld was in da eerwaardige pausen-crypt, de geu ren van frissdhe witte rozen, dat alles was een lofprijzing van haar heldenmoed en zuiverheid, Is dbooner dan de schoonste poëzie, pe kaarsen-processie door de ka- takomben en de voordracht van profes sor Martwchi verzuimd® Ik 's mfddagp; ik ging liever een beet ja meer in de buurt naar hare kerk in Trastevere 'de plechti ge Vespers bijwonen, en de kerk met haai lichtzee en bet altaar met zijn bloementuin en het geestdriftig gezang, alles zroh oon- oenireerend om het marmerbeeld van Ma dam o, was een apotheose zoo verheven als man zidh ternauwernood voorstellen kan Mat Sint Agnes keerde ik de opvol ging mijner bezoekers om. 's Morgens ging ik naar hare .kerk aan de Via Nomentana en twee dagen later was ik tegenwoordig bij de middagoefening in het Coene- terium Ma jus. Had ik Dinsdag volop genoten in haar Slank basiliekje vol -geur van jeugd en maagdelijkheid, vol licht en vol zang, niet minder heeft mij getroffen ide vrome rondgang door de verlichte ka- ta k o m b en -ga l ere i e n Wianneer ik voor mijn studie in klein ge zelschap; deze gangen en grafkamertjes be zoek, dan blijft alles zoo doodstil oen me heen. Wieem'oedig denk Ik dan aan de tranen, daar geschreid, aan de vele offers, daar gebracht, aan de vurige gebeden, nog natrillend en zuchtend in de schilderingen en inschriften, aan de innige godsvrucht en liefde, bloeiend daar eertijds heerlijk mooi. Dat geen mensch uit die groote rumoerige stad nu komt om1 zich te laten stichten en gehoor te geven aan die vra- gein om gebed. Wiat is er overgebleven van da luisterrijke processies, door Rruden- tius beschreven Maar hoe geheel anders op dezen dag! Q toen begon alles weer te spreken en te verheerlijken. Terwijl het schoone officie van Agnes dat maagdelijke hooglied haver liefde, nog nazong in mijn binnenste, ging ik de katakomben in. Ik was hoege naamd niet gestemd, orïï het wetenschap pelijk betoog van Marueohi te aamh&oren; anders luister ik graag naar het kleine le vendige mannetje; nu vond ik hem ge woon karikatuuradhtig en zijn gesties pot sierlijk. Zwik een voordracht is bier gru welijk misplaatst; mijn hemel, wie komt er hier om een geraamte van de H. Agnes te zion? Ik wil ze voioir me zhein. als, idiebruiid die tor bruiloft gaat, in een mooi vers met goyioel gefluisterd1 zou hier meer iin har- manie zijn met de teedere gevoelens der aanwezigen, 'dan. een wetensdhaippelijfce vioiouidiraidht. Ik kom vandaag nieit om te loeren, maar qpn te voeten >e® ta bidden. Ik wil dat kindja navolgen, dat door zijn aristocratisch» moeder naar bómmen geleld wordt, om oen gebedje te stamelen, terwijl die pialftnenier in Bverei bij den ingang blijft wachten; ik wil even imnig bidden als Ihot eerbiedige meisje op haar Jcmieëin in die versierde grafkamer der jf- Eme rentiaina. Ik denk er niet ,eens aan, dat dit toch eigenlijk de Katakwnbe .vaim de H. Agnes niet is, dat deze züchl bevindt omldar haar basiliekje; ik weet alleen, dat hier vandaag Agnes gevierd wondt ,em dat is m» genoeg om mee te- viepan, on sik laat mezelf een ooganblik in den waan ver kamen, diat ik bier hen bij de rustplaats der jeugdige geloofsheldin. Zoo ga ik met mijn kaarsje in fllehand naar beneden en «luit mij aam in de rij van do velen, die hier gekomen zijn om Sint Agnes lof te gingen, In de vage sche mering- zie Ik in leens da brutaal-roode tegen der Germanikers, de violette van de studenten aan bet Ronveinsche Seminari de ktourige sjerpien Uit bet Amerteanscho Col lege, ide witte kleedij der Diominikanein, Üe btaino pijen van Franciscanen aiUe vol keren en stammen en talen hebban jeen| gezantschap gezomden om bun .opwachting te maken bij de jonge koningin. En van verre en van dichtbij boor ik bet smeek lied: Kyrie eleyson! Cbriste eleiysmn! We komen langs het oinderaard9oh basi liekje va,n Sint Emere ntiana, waar van morgein dé Koning der Martelaren ziclb heeft opgeofferd' in de H. Mis, en waarin ons lied slapiende echo's wakker roept Hoe dikwijls heeft daar bet Kyrië eleyson ten hemel geroepen in bange dagen en het miserere nobis geklonken uit doodsbedroet- de harten! Ik zag de® zetel dies bisschops, vanwaar hij eenmaal woorden vain troost en bemoediging sprak tot zijn kuddieke; ik zag de r uimte waar toekomstige marte laren en martelaressen hebben geknield' ooder het offer, den pilaar, waarop het aarden lampje eertijds s tond te branden. De prooessie schrijdt langzaam voorbij Alle schilderingen beginnen nu tot me te spreken. Het prachtige danklied van Je sus, Siradhs zoon, door het officie ge legd in den mond dar H|. Agnes, ik zie het uitgeschreven in beeldemsdhiriift vlak vóór mij in het kapelletje, waar de god gewijde maagd Victoria begraven werd. De orante midden in de lunette van bet airoo'solium geschilderd was voor mij van daag «de Hi. Agnes, die met opgeheven han den iu de hemelglorie staat, om God te danken: Prijzen wil ik Uwen naam; o God; Gij whart mij een helper. Pr ij ze,n wil ik Uwennaamzonder ophouden en Hem loven in jubel. Bij elk onderdeel van haar danklied kwam een katakombenbeeid naar voren, om mij dat te iliusti-eeren; Gij bewaard et mij voor d en val strik der booze tong en voor de lippen der leuge nsmeders en waart mij tegenover de aankla gers een helper en mijn oog valt op een afbeelding van Susanna. O ij b e v r ij d d e t m ij n a a r d e g r b o t- heid van de erbarming Uwa naams, van brieschiend en, gereed om mij te verslinden, en voor mij staat de profeet -Daniël tussoWen deleeuwen. Gij bevrij'dd'et mij uit den nood der vlam, die mij omringde, zoo- dat ik t e midden van het vuur niet werd geschroeid; en de drip jongelingen, ongedeerd staande ia den vuuroven vertolkten mij dit gebed. Gij bevrijddet mij uit den die pe® schoot der oind er w e reld; en de redding van 3e® profeet J o n a uit de «diepte der zee in dan buik van het zeemonster zag ik geschilderd aan den war,id waarin het booggraf is uitgehouwen. Treffende harmonie tusschén Agnes' danklied en de schilderingen dezer grafka mer En als ik naast de verheerlijkende en dankende orante-figuur de wijze maag den uit de gelijkenis van Christus zag afgebeeld, voortschrijdende met den fak kel in de hand, verbeeldde ik me, hoc daar Sint Agnes werd opgeleid naar het bruiloftsmaal, daar maast geschald end, en mij toezong: Wlees blijde met mij en wensch me geluk, omdat ik een zetel in de liclhtzaal ontvang lm gezelschap van deze allen. En me weer aansluitend .in de process.it richt ik tot haar de bede, door paus Da- masus gericht tot zijn zuster Irene, een god- gewijlde maagd: i f Gedenk'; o maagd, ons bij het Oodsgeridht, Dat uwe fakkel mij bij 's Heer en komst (Verlicht f Nog slechts werktuigelijk bidden mijn lippen mee het or a pro nobis, tel kens herhaald. Mijne gedachten vliegen ■over alle andere heiligen been: Agnes is de alleen-regeerende beilifee dezer ka- takombe vandaag. Kom ik de Moeder- Gods-afbeelding voorbij, die Maria

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1913 | | pagina 5