TWEED® BLAD.
Wat de oorlog brengt.
Zaterdag 26 Febr. 1916. No. 23
TOT AAN DE DEUR!
De Ooievaar.
Ons Blad
Volgens de parabel van het Evangelie,
trekt slechts een vierde dleell der toehoor
ders profijt uit die predikatie.
Bij een gedeelte valt het zaadl van Gods
woord als langs dien weg. Zij booten het,
ja, maar bewaren het slechts tot aan de
kerkdeur. Zóó spoedlig heeft die duivel
het uiit hunne harten weggenomen.
Voor een ander gedeelte vat het zaad
van Gods woord als op de rots. Ziji luis
teren met genoegen naar de predikatie,
spreken er onderweg nog even met op
getogenheid over: „Wat is er mooi ge
preekt", maar zij hebben geen goede voor
nemens gemaakt; thuis gekomen vallen zij
weder in diezelfde fouten en gebreken.
Zij bewaren het zaad van Gadis woord1
slechts tot aan de; huisdeur.
Bij het derde gedeelte vat het zaad .van
Gods woord als tusschen de doornen. Zij
mogen zich de predikatie n,og wat geruimer
tijd'herinneren, eenige geringe pogingen tot
beterschap beproeven, maar door die be
kommeringen en rijkdom en vermaken dies
levens wordt het goedle zaad gaandie weg
verstikt. Zij brengen, geen vruchten van
goede en deugdzame werken, voort.
Zij bewaren het zaad van Godls woord1
slechts tot aan de kantoordeur, d!e
fabrieksdeur, die atelier-deur of
de sociteitsdeur.
Alléén bij een vierde dledl der toehoor
ders valt het zaad van Gods woord' in
goede aardie, bij ben al die de predikatie
ernstig aanhooren, zorgvuldig in een goed
en best hart bewaren en honderdvoudige
vruchten voortbrengen in lijdzaamheid. Zij
bewaren het zaad van Gods woord tot aan
de hemeldeur.
Alkmaar, den 26en Februari 1916.
,M- Pi A. OOMS;
Deken en Pastoor.
door
Mr. Pi. v.
Eenige dagen, geleden kreeg ik bezoek
'van een jongenDiuitscher, die mij' voor
zaken moest spreken,.
Nadat wif ons onderwerp hadden afge
handeld, kwam, hoe kan, het anders, de
oorlog ter sprake.
Ook hij gevoelde da ellende die in zijn
land heerschte, al had hij persoonlijk, in
Holland wonende, Ibet niet aan den lijve
bespeurd.
Tooh weet ik er van mee te spreken,
mijnheer, begon, hij, nadat ons gesprek even
had gestaakt. Hiet is niet die materieete
ellende altijd die het zwaarste weegt. O,
zeker het is niet gemakkelijk om im een
Oorlogvoerend land, als je niét rijk bent,
voor een gezin te zorgen, maar toch.
Mag ik u eens vertellen, wat in mijn familie
is voorgevallen. Het is een roman, één ui,t
velen wellicht, maar deze betreft mij1 zoo
van nabij1, dat ik er u een juist beeld van
kan geven.
Ik knikte van ja, en de jonge Dlnitseber
begon zijn verhaal, eenvoudig en omopge-
gesmukt, gelijk ik het hier in korte woorden
zal trachten weer te geven.
Zijn familie, zijn moeder en twee broers
woonden in de nabijheid van Dlusseldorf.
Z'n vader was eenige jaren geleden ge
storven en de oudlste'zoon die ruim dertig
was, stond aan het hoofd van een bloeiende
winkelzaak. Alles ging goed tot de oorlog
uitbrak en hijl werd opgeroepen, om zijn
land te dienen. Zijn broer was. nog te
jong om de zaak waar te nemen en zoo
moesten gehuurde krachten zijn taak over
nemen. Frans, zoo is zijn naam, was geën
gageerd met een, meisje uit Btremem. Zij ken
den elkaar sedert jaren en zouden binnen
kort in het huwelijk treden. Marietje, zoo
heet zij, is een mooi meisje; rijk en. lieftalig.
U kunt begrijpen wat het zeggen wil het
'liefste dat men heeft, naar het front te
zien vertrekken, om hem wellicht nooit
.weer terug te zien.
Zoo gingen maanden in angstige spanning
voorbij', en Frans bleef gespaard, nu en
dan mocht hij thuiskomen om zijn fami
lie te bezoeken en telkens weer vertrok hij
met goeden moedl, langzamerhand wennen
de aan de verschrikkingen van het wree-die
toorlogsleven. Het scheen, of hij1 ouder een
gelukkig gesternte was geboren; kamera
den die met hem stonden in dezelfde loop
graven, werden die een na den ander ge
dood, maar hij kwam steeds weer ongedeerd
luit den strijd te voorschijn.
De zaken thuiis gingen wel achteruit;
zoodat zelfs de opheffing binnenkort te
wachten stond maar het besef dat Frans
'althans n,og gezond was, deed de zwaarste
offers licht dragen. Maar eensklaps is het
geluk gekeerd.
Einde Augustus van het vorig jaar kwam
de «Jroeve tijding, dat hij gewond was,
jhoe en waar wer(j njet meegedeeld1, aieen
stond er bij1, niet levensgevaarlijk. Dat was
de «enige lichtzijde.
Begin September kwam hijl thuis. O hoe
zal ik u de «lende beschrijven die allien
gevoelden toen zij' hiem zagen terugke-eren in
1 de ouderlijke woning. Hoeveel gehikkiger
was het geweest als het moordend jood
een einde had gemaakt aan zijn leven. Daar
stond hij voor ons, maar hij zag ons niet.
Hij was met blindheid geslagen, zijn knappe
gezicht was uitgeteerd, zijta linkerhand ver
minkt en zijn linkerbeen had hij geheel moe
ten missen.
Op krukken strompelde hijl binnen geleid
door twee kameradien, die hem onder
steunden.
Dlenik er u één oogenblik in en u zult
begrijpen, hoe wij idaar stonden als vast
genageld -aan cilen grond. Die jonge man,
verloofd; in de beste jaren van zijn leven,
dien zijl hadden zien beentrékken opgewekt
en levenslustig, met een blos op het ge
laat, stond mu voor ons als een hulpbe
hoevend wezen, een menschelijk wrak in
den waren zin van h;et woord Het kostte
moeite ons' te beheerschen, maar wij moch
ten niet toonen wat er in ons omging. 'Hij
'begreep het maar al te goed en toch' geen
klacht kwam over zijn lippen. Het moest
zoo zijin, mompelde hij zacht, er zijn er reeds
zooveel, 'waarom ik dan niet. Blen iik beter
dan anderen? W,at God doet is goed ge
daan.
Wiij' trachtten* hem te troosten, maar
wisten de woorden, niet te vinden die wer
kelijk troost kunnen bieden. Maar het erg
ste moest nog komen. Die eerste dagen had
bij niet over Marietje gesproken, wellicht
wilde hij zoo lang mogelijk dlat droeve weer
zien verschuiven. En ook, al was zijn li
chaam gezond, toch was zijn zenuwstelsel
geschokt. Maar de. rust en de verzorging
die hem thuis ten deel vielen, brachten
ook dat weer in ordle.
Toen vroeg hij naar Marietje, of zij reeds
wist hoe het met hem gesteld- was en
wanneer zij zou komen. Hij voelde wel dat
alles veranderd was en dat zijn gesloope-n
lichaam hem niiet toestond aan haar te
blijven denken.
Wijl wilden hem niet ale hoop ontne
men en toch het jonge meisjesleven zou
niet gebonden mogen worden aan dezen
man, die in niets meer aan vroeger deed
denken. Wij hadden Marietje gewaarschuwd
en zij kwam om Frans te bezoeken.
Zij wilde het niet gello-o-ven dat hij zoo
veranderd was. Haar jeugdige liefde en
phantasie deed hem haar zien ais een held, -
die wel zwaar gewond, maar toch: behou
den was. Zij geloofde niet, dlat zulik een
omkeer mogelijk was.
Met angst zagen wij: het oogenblik der
ontmoeting tegemoet.
Nauwelijks was zij binnengetreden en zag
zij wat er van Frans was geworden of
de traneir stroomden over haar jonge ge
laat. Het overtrof allies wat zij' tot nu,
toe had medegemaakt. Dlat was Frans niet
meer, die daar zat in die leunstoel, de jonge
man, dien zij' lief had in die rijkheid van
haar bloeiende jeugd.
Angst voor die versahrikkitiig teekende zich
op ihaar gelaat. En - onbewust' nam mede
lijden de- plaats i:n tot nu toe door de liefde
ingenomen.
O, wees niet te hard, en veroordeel haar
niet. U moet hem gezien hebben om, te
kunnen begrijpen. Ik geloof niet dat zelfs
een meisje met meer overgave, met gro-o-
tere eigenschappen van hart en geest, in
staat zou zijn geweest, anders t-e handelen.
Het was haar niet mogelijk langer te blij
ven, zij1 ging heen, drukte zijn hand, sta
melde enkele woorden en......
Frans begreep- maar al te goed. Hij had
gehoopt dat ziji anders zou. hebben gehan
deld, dat zij' zich in zijn armen had ge
worpen en trouw had- bezworen, al had
hij die ook niet mogen aanvaarden.
Maar nu drong 'het pas in alle volheid tot
hem door, hoe zijn leven, voor altijd was
geknakt. En de tranen, dlie tot nu toe
niet waren te voorschijn gekomen, persten
uit de voor altijd-gesloten oog-en.
Dat was h.et droevigst oogenblik dlat ik
ooit heb "meegemaakt en nooit meer hoop
te beleven.
Frans heeft Marietje -niet meer gezien en
eenzaam zit Hij thuis, to-t niets in sjtaat, al
leen met zijn gedachten aan vervlogen ge
luk, zonder hoop op zonneschijn, maar
steeds berustend in Gods heiligen wit.
Ziet daar die- droeve roman die zich in
mijn familie heeft afgespeeld en die ook
in vele and.ere gezinnen zich wel zal voor
doen. Het is -een van de vele afgrijselijke
gevolgen van den oorlog die zwaarder we
gen dan financie-ele -ellende.
ik antwoordde niet, maar die jonge D'u-it-
scher begreep -hoe ik meevoelde in de
smart van zijne famifc
H. MuajMermans. M. Huiebroek.
Ze zitten saam bijl 't wiiegsken,
Gevoerd met blauw satijn,,
Zijn blikken in haar blikken,
Haar handjes in -die zijn.
Ze spreken reeds vol liefde
Van 't kindje frischi -en zacht
Biij! d' 'ooievaar besproken
En 'dagelijks verwacht
Het zat, zegt 't vrouwkem, met lachiend
gezicht,
Een jongetje wezen, het aardige wicht;
Als vader zal 't hieeten het kindeken zoet,
Als hijl zal 't eens wezen én neerstig
-en goed.
zoadat de hr. Goossens van het puibliek
kon verklaren, dat, .al was de kwantiteit
niet groot, de kwaliteit was desteb-eter.
Eenig droeg evengenoemde heer voor
„Daer was een kwezellec". Die mimiek!
't Was 'n genot
Na de pauze was het programma al even
varieerend. 't Zou ons te ver voeren alle
bedjes te vermelden. We teekenden het
volgende aan: Het refrein van het alleraar
digste liedje „Ik en mijn Wijf" werd door
allen gezongen, de zaal schaterde vanjDret.
Het luidt aldus
Ik en mijn wijf
En mijn jongens alle vijf
Zingen een liedje voor tijdverdrijf".
Een bes-te vriend van Jan v. Hoogen ïs
de heer Sprinkhuken, idfes overal schuld
heeft, doch Jan .in, zijn macht heeft.
Edgar, van zijn, huwelijksreis roet zijne
Sis ca thuisgekomen, vertelt aan vadier over
zijne genietingen, terwijl grootvader alt te
luisteren. Is Edgar met vader en Sprinkhuii-
zen vertrokken, 'dan maakt grootvader oom
Piet attent op Edgars, reis, die op Zondag
niet e'ens in de kerk komt.
In het tweede bedrijf is, Jan v. -dt Hoo-
gen aan 't schilderen. Sprinkhuizen, hoe
wél onbedreven, in 'dlat vak, laat het voor
komen alsof hijl een uitstekend s-chillder is
en geeft v. d. Hoogen dlan ook les. Tij
dens 'dit werk komt de Bruin, de vader
van Bernards meisje; uitstel vragen voor't
betalen der huurschuld!, daar zijn vrouw
doodziek is. Er ontstaat een vinnig1 ge
sprek tusschen -heide vaders, dlat eindigt met
een overwinning van v. d. Hoogen. Hier
over is grootvader boos, zegt -di-ep ge
griefd te zijn do-or zijn, zoon, -die steeds op
brommerige w-ijze zijn ouden vader toe
spreekt. Nadat Sprinkhuiiz-en weer op vi
site is gekomen, -komt ook Piet, die inu
gaat vertellen, wie eigenlijk Sprinkhuizen is.
Na deze heftige scène wordt ook Sprink
huizen weggejaagd. Vervolgens neemt Piet
het o-p voor grootvader, voior Biernarden
voor de Bruin, wijist Jan. op diens ver
schillende gebreken, en w-eet het zoo ver te
brengen, dat Jan toestemming zal geven
aan Bernard- om met die dochter van, de -
Bruin te v-erk-eeren.
'Het 3e bedrijf speelt tien jaar later ten
hui-ze van Bernard, dlie het verjaarfeest van
zijn oudste dochter, viert. Allien zijn vroo-
lijk, behalve Edgar. Deze heeft grootvader
zijn droevig huwelijksleven meegedeeld;
zegt -echter, dat hij 'die wederwaardigheden
manmoedig zal trachten té dragen. Hiet ja
rige Marietje komt de fee-s-tgeno o-ten even
„wel te rusten" wenschen. Daarna volgt de
ontkinooping. Edgar bars-t 'los t egenover zijn
vader -en vader v. dl Ho-ogen zi-et nu in,
boe dwaas hijl gehandeld heeft door 't geld
te aanbidden.. Hij; heeft spijt, vreeselijk veel
verdriet -en vraagt vergiffenis' aan zijn zoon;
aan grootvader, aan Piet.
Tot slot vraagt hijl zijn kleinkind1 Marietje,
of zijl, voordat ze slapen gaat, ook een
„Wees gegroetje" voor Opa wil hiddlen.
i
Die verto-onimg van -dit tooneelst-uk
was alleszins verdienstelijk, hier en
daar meer dlan verdienstelijk,in- 'den
aanvang wat trekkerig, kwaim er spoedig le
ven -en kleur, waartoe vooral bijdroeg het
spel van den boertiigen Piiet v. dl^ Hoogen
(de hr. V,! Pi. Kjeij'siper) bevat, die over
zijn debuut tevreden mag zijn.
De hoofdrol van Jan v. -dl. Hoogen, heer
des huizes, werdl uitstekend! vertolkt docr
den heer HI. v. Z a,nfvoort. Van 't begin
tot 't einde bleek hij! rolvast te zijn en
hij speelde met begrip. Echt-er had hij'
ni-et het typige van een huisbaas, een dui
tendief.
Edgar (die hr. Hl Baars) en Bernard
v. d. Hioogen (de hr. Jac. Verhagen) le
verden moo-i spel: in trappen van vergelij
king resp. .mo-oii -en mooier. In aanmerking
dient -echter genomen, dat eerstgen. moest
invallen voor zijn broer, die gemobiliseerd
is en er dus' wat door de vingers gezien
dient te worden.
In het 3e bedrijf was hij evenwel zeer
goed.
Grootvader (de hr. Pi. Wi, Kalkman) was
een -bijzonder mooi type.
Zijn stem hadden, wij in den beginne
gaarne dien,overeenkomstig gehoord; later,
in het 3e bedrijf ging 't best.
Mr. SprinkhuiEen v. Heukelo-m (de hr.
H'. Nieuwenhuizen) was, een reuzenfat. Hjj!
heeft zijh rol goed gepersoueerd en trok
aller aandacht. (Die- rosse dlas?)
Die meer ondergeschikte rolem van Frank,
den zaakwaarnemer (de hr. J. Burger), Die
Bruin; meubelmaker (de hr. Wl Schneiders)
en Jack, huisknecht (de hr. DL v. Die
pen) bleken goed ingestudeerd te zijn.
Een bijzonder complimentje aan die jon
gejuffrouw C. Verhagen, die als dochtertje
van Bernard, v. d. H,aa,gen, een allerliefste
rol snoezig vertolkte en met haar helder,
stemmetje zoo lieftijk de Maria-tedjes zong.
H,et publiek geraakte er een oogenbBk door
in verrukking en een warm applaus verbrak
-de stilte iin de flliink bezette zaal.
Summa summarum, heeft ,,'t Hoogste
Goed", dat hier voor de eerste maal ging,
door de goede vertolking een succes ge
vonden. i
Het stuk met een ernstige - moraal
boeide van 't begin, tot 't einde, was abso
luut niet saai of vervalend van kwezelarij
integendeel gekruid door humor, en sloeg
daarom in. t
We kunnen het eoht-Roomsche stukaan-
bev-elen aan toon-eelvereeniging-er».
Zoo zijh dan de feesten bij gelegenheid
van het 10-jarig bestaan van Kruisverbond
en Maria-vereeniging geëindigd.'
Ad muitos annos!
INGEZONDEN "STUKKEN.
Geachte Redactie.
Zoudt u aan onderstaand stuk e,en plaats
willen geven in uw blad? Bij voorbaat on
zen hartelijlken dank.
De volgende week zal er -een bijeenkomst
gehouden worden van de deelnemers i-jx
het op te richten B|o,rgfonds voor dlie mid
denstanders, die door de mobilisatie ge
dwongen zijin gebruik te mak-en van het
regeer ings-cred-jet. I j j
Daar- buiten 'kliinkt 'hiet blijde lied),
't Geroep van di" ooievaar:
„De winter iis verdwenen,
De lieve lente is daar!"
En binnen zoent de man nu
Zijn vrouwken op de momd
En zegt: „Geliefde, luister,
Wat d' ooievaar verkondt:
Een meisje zal 't wezen, een kindeken fijin
Zal, evenals moeder een rozenken zijn.
Lijk moeder zal 't heeten, en, 't wordt
een-e; vrouw,
Als zij zoo gedienstig, zoo- minzaam en
tro-uiw.
Had die ooievaar geluisterd
Daarbuiten hij 'die- wo-o-n
Hijl lei dien nacht iin 't wieg-sken
Een dochter en, een zoort.
Zoo gaf de fijne- vogel
Aan man- en vrouw hiun zin,
En vloog -dam llachendle wedier
De booge wolken in.
De kinderen kregen van de ouders dien naam
Ze groeiden en speelden gezellig te zaam
En de ooievaar kwam wel iin, 't hiuiiz-eken
weer,
jyiaar lei in 't wiiegsken geen tweelingen
meer.
(Uit „Volksliederen door de „Varende
Zangers")
ALKMAAR.
VOLKSZANGAVOND.
Zooals reeds gemeld in ons vorig no.
traden alhier Woensdagavond in de Har
monie op de „Varende Zangers".
De Voorzitter der afdL Alkmaar van de
Diod. Vereen, v. d. Volkszang, die heer
H1. Kenter, heette allen- welkom, in h-et
bijzonder het bestuur van de afd. van h-et
Algemeen Nedertandsdh; Verbond; dever-
e-eniging, -die als middel om haar do-et d.i.
„de verhooging van de zedelijke en 'stof
felijke kracht van -don Nedarlandschen stam"
en „de handhaving en verbreiding der N-e-
derL taali", te bereiken ook heeft gekozen 't
bevord'éren van Néd.' muziek en Ned. zang.
Voorzitter zette uiteen, waarom beide ver-
eenigiiingten voor dezen avond samengingen.
Hij wees er op, dat de liefde voor h-et
vaderland, die zoo-als Vondel zeidie
ieder mensdh aangeboren is, de volks
kracht verhoogt en daaro-m hoopte bij,-dat
'deze avond mocht bijdragen o-m den geest
van vaderlandsliefde aan te wakkeren, want
wijl, Hollanders hebben wel een stootje no-o-
di-g.
Voorz. deelde daarop mede-, dat van den
EA. be-e-r Q. Ripping, burgemeester dezer
gemeente, b-eridh-t was 'ingekomen, dat hij
wegens eene vergadering tot zijn
leedwezen was verhinderd- dezen avond bij-
te won-en.
Daarna stelde hij1 het publiek de he-eren
Willem Galesloot -en G. A. Goo-ssens uit
Utrecht, „de Varende Zangers", voor. Om
reden laatsfgen-. heer tengevolge van een
keelaandoening zijn stem moest sparen, was
met hen gekomen de heer v. Wenzen
eveneens uit Utredht.
Alvorens aan h-et repertoire werd begon
nen, deeldie de beer Go-ossens m-ede
zulks, zooalis hij' zeide, om misverstand uit
d'en w-eg te ruiim-en, dat zij met hun-drieën
-geen beroepsmisici zijta, doch uit enthou
siasme voor h-et (eigen HioBandsdhe Med
(de -een is journalist, de ander boekhouder,
de -derde zak-emmant) bet land doortrekken-
om het volkslied te verbreiden. Zuiver
amateurisme dus
Na -deze introductie zong de h-ee-r Go-os
sens het lied, ivan- het Algemeen N-ede-r-
landsdh Verbond en be-wees hij1 daarmede
een aardige attentie aan die samenwerkende
vereenigiin-g.
Toen zong die beer van Wiensen eenige
'liedjes uit het bundeltje, dat zij1 hebben-sa
mengesteld en waarvan .exemplaren door
jonge dames, in- die zaal ten verkoop wer
den aangeboden n.t. „Ons. Lied", het be
kende: „Ik ben de zanger, die trekt door
het landi" eniz, „Van Twee Conincskènide-
ren", een middeneeuwsdh, lied „Jan
Plomipaert" dito „HiollandsdhiMedije" van
H-endrika van Tussdhenb-roek en „DeWied-
ster" v. Kees Andriessen.
Vooral het laatste werd bijzonder mooi
gezongen. Wat heerlijk, harmonieus, klonk
het: „Maria, wees ons goed, Ave Mariia,
wees gegroet" S,uihliem
De 'heer Goossens bracht de meest gees
tige Bedjes uit het bundeltje ten- gehoore.
Het eerste, hetwelk hij1 koos: „Bioeren-
tevredenheid", een rgidideleeuwsch „ieder
ke" zooals bij dat placht te noemen,
ontlokte reeds een .warm applaus. En
„Kfaesje"n-eeu, maar, allerleukst en dan
mochten allen meezingen. Dito „Van den
Koekoek", 't ging of 't gesmeerd was,
-Het onzen lezers, die hiet Volkszang-
orgel gehoord hebben, weübekende „Hiuza-
renlied" ging er in als koele. Wiat hebben
ze gezongen! En dan in een galop-tempo
moet ge begrijpen
Het laatste liedje, dlat de hr. Goossens
voordroeg, getiteld „Jan Hininerk up de
Lammerstraat" met N-ederduitschen tekst uit
het jaar 1854, was wel bet neusje vani die
zalm.
Eenig door de mimiek van den hr. Goos
sens werd, het voorgedragen; zoadat h-et
publiek na afloop door e-era enthousiast
applaus hem dankte.
Van kwart over acht tot kwart voor elf
met een half uurtje pauze haddieni de „Va
rende Zangers" ons op een uitstekende wijze
geamuseerd. En elkeen zal bet wel jammier
gevonden hebben, dat 't uur van scheiden
daar was.
Wij1 geliooven darcook zeker de talk te
zijn van, allien, die Woensdagavond in de
Harmonie geweest zijn, wanneer wij den
wensdh. uiten; dat de R. K. Vereen, v.
d. Volkszang er in mocht slagen de „Var
rende Zangers" nog eens hier te hebben.
Dus roepen wij bura een „vaarwel" toe
maar „tot weerziens
Zoo'n avond moeten alle Alkmaardiers
meemaken
Vermelden wij1 tenslotte, dat de avond
werd besloten met het „Wilhelmus", door
allen staande gezongen.
De Voorz. dankte- im welgekozen be
woordingen' hie-t leuke drietal; dat de-men-
sdben zoo kostelijk ha-di geamuseerd.
Moraal van -dezen volkszangavo-nd is zoo
als de hr. v. Wensen zo-ng in „Ons Lied"
Dat 1 lied1 is mijn trots, ilk rui®
hiet niet
Voor 't schoenst uit oneigen talie!
FEESTUITVOERING.
Ter gelegenheid van. het 10-jarig bestaan
van Maria-vere-eniigiing en Kruiswerbo-nd
werd Donderdagavond in de Harmonie een
feestuitveering gegeven.
Na het zingen van het BlondsSedl heette
de Geestelijk Adiviseur, de WeilBerw. Heer
Wi. L. van Adri-dhiem, alleini welkom. Z.Eer-
waarde herinmerdle de aanwezigen aain bet
tri'diuuim, 't welk dezer dagen is gehouden,
en vatte; im 't ko-rt samen den inhoud
der predikaties, waarvan de laatste, geweest
was een aansporing tot de -o-ii,diers- om
mode -die -drankbestrijding te voeren -en hun
kin-deren liidl te toten wo-rdien der resp.
vereenigiing. En wanneer binnenkort deie-
d-enverg. zal wordten gehouden, dan hoopte
hijl de vruchten van dleze avonden te- mo
gen bijeengaren rt.L dat veile nieuwe leden
zullen toietreden -en -die oude met nieuwen
moed dien strijd zullen voortzetten. Z.Eerw.
bracht dank San de leden voo-r bet werk in
de afg-eloopen 10 jaar verricht en- gaf ver
volgens in, 't kort den inbond) van bet
op te voeren tq-onieefetUk weer.
Met den wensdh; dat deze avond miet
alleen zou zijn- een genotvoffie- maar ook -e-e-n
leerzame, eindigde die G. A. zijn- o-pw-ekken-d
woord-.
Vervolgens werd bet „Feestlied!" gezon
gen.
Mej. M. Biruno- maakte zich dezen, avond
verdienstelijk -dloor de verschillende liederen
(ook tusschen die bedlrijveni 'werd -er ge
zongen) o-p de piano, te begeleiden.
Mededleeli-ng werd gedaan van een tele
gram van gelukwemisidh door dien -oud-Voorz.,
den be-er H. M'. M-eeusan, aan -die feest
vierende vereenigingen gezonden.
Daarna werd het .-too-nieelsipel in drie be
drijven: ,,'t Hio-ogsite Goedf' van, L. Ha
ver opgevoerd.
Die beknopte- inhoud' van diiit s-.tuk is al-s
volgti
I
Dit tooneelspel! Haat duidelijk uitk o-men,
dat een gem-engd huwelijk, hetwelk tevens
o-m geld gestoten wordt, geen, gélluk kan
aanbrengen; d-at daarentegen een huwelijk,
gesloten uit zuiv-ere iliiefde en, waarbij- -de
godsdienst den grondtoon vormt, bet ware
geluk dn het huisgezin, brengt. Die par-'
veniu-J. v.-d. Ho-ogen, de dienaar van zijn
geld; keurt dan ook een, hiuwéhjk tusschen
zijln oudsten zoom Edgar en een rijk pro-'
testanitsoh meisje goed: geld geeft bijih-em
de-n doorslag.
De tweede zoon/Blernand, wil veirkeerin-g
met een degelijk katholiek meisje, doch uit
een eenvoudig, maar net burgergezin. Hier
van wil de- vader niet hooren. Hij! wil zélfs'
dat gezin uit zijn, buis, laten zetten, opdat
zijn zo-o-n dat meisje- -dan- niiet mie-er zoo vaak
zo-u zien, al is ook die moeder doodziek,
zoodat de vader van het meisje -enkele
maande-n in gebrek blijft huishuur te beta
len. De groojvader -en oom Pliet, bro-etr van
Jan, keuren die bandölwijize ten stérkste
af, doch Jan. stoort zich daar niet aan;