Tabak van J. R. lenss 38. Zaterdag- 1 April 1916 10e Jaargang ICatJb Nieuwi' en Advertentiebliid voor Moord*Bollan4 yalïiplseh,e vrouw I A. tOHMAÜ ÜEMCKEMS, ¥érschifat DI18BA6,JB*BERBA6 m Uimm erliooging van den abonnements prijs van het Zondagsblad. e cultuur op do door hot zeewater overstroomde gronden. Het ssng«wezen ilre» voi» elegant, degelij a ea pedkoop üehfi«nwe?k. ONS BLAD. v kubs-s-. ABONNEMENTSPRIJS 5 ct. p. 3 maanden. franco huis; 110 ct. niet geïllustreerd ndagsblad Tte betalen in bet begin van ieder kwartaal. Wonderlijke nummers van die courant3 cent.; au het Zondagsblad5 cent. Uitgave van de Naaml. Vennootschap "ONS BLAD,,. BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk', te Alkmaar, Telefoon No. 433. ADVERTENTIEN: Van 1-5 regels 50 Elke regel meer. f 10 Reclames per regel ,a. 15 Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet, 30 cent. Aan de abonnees op het Zondagsblad ordt medegedeeld, dat de abonnementsprijs et 5 cent per kwartaal is opgeslagen verband met de dunrdere prijzen papier, ki, chemicaliën easteuwfll de ffjnere werking (men zie b.v. in het lastst ver- henen nummer de magnifieke illuitraties treffende de >Tubsntia«) die verhooging lip, De prijs van het Zondagsblad is dus oorlaan 10.35 per kwartaal, die van >Ons lad< (waarvan het abonnement niet in rjji ii verhoogd) en Zondagsblad te samen 1.10. Nu in Anna-Pauiowna een d-eel van die 'verstroomée gromden weer boven water ;omt, de bemaling van don Zuidpollder ij Edam en van den polder Katwoudie, ezer dagen begonnen is, is de vraag aan "e ordie, hoe die gronden aanstonds weer cultuur kunnen worden gebracht, I Deze week lazen wij dat door den heer Nobel, Rijksllandbouwïeeraar van "oord-Hollan-di, de cijfers omtrent het zout- ehalte van -den grond/ in Aun-a-Paulowna varen vastgesteld. Hoe zal het grasland in de overstroomde olders in Waterland of het bouwland in >u Anna-Paulowna.potdier et uitzien, wan- deze -dlroog gemalen zijn? die vraag al op veler lippen vooral van degenen, .ie daar 'land hebben en in dien hooit e vergeten nacht voor bét water moesten .'luchten liggen, Naar best vermogen hopen wij ze te «antwoorden en dien weg te wijzen, hoe ie gronden" zullen moeten woeden bc- jluimieldi om ze weer productief te maken, Een oud-Hoilaniteeh spreekwoord zegt, at ondervinding de b-es-te kerm-eester§s s. De Directie van den Landbouw deelde "nkele weken geileden in de „Staatscou- it" mede, dat aan het Ministerie van '■anclbouw, Nijverheid) en Handel verkrijg- aar waren gesteld een tweetal rapporten, .1. van de heeren 1. O. J. Kakebeeke, "stij-dis rijkstuinbouwleeraar voor Zeeland, A. A. ter Haar, destijdls leeraar aan Rijkstuinbouwwinterschool te Goes-, bei- haudie'lenidle over de cultuur op door zee- overstroomde gronden, en geschreven in 1906 Zeeland door overstroom ing geteisterd was. Het eersite bevat ook van ondervindingen opgedlaan ma de mannn i i K—PRSBasnaauwga—ow; FEUILLETON. door Rudolf Stratz. Hij begon, onder het ruwe fluiten van den «rlstwind, diiie o-ver de uitgestrekte eenzame asvlakten om hem heen floot, te rekenen, et kostte moeite. W|ie kon zich aclhtieraf -at herinneren.... al diiie uitgaven. Als ij met hetgeen schoonpapa gaf o-p ee-n ge- e\en oogemblik niet uitkwamen 'en nietda- clijk weer om een wissel konden vragen, ■addien zij eenvoudig het noo-dige van de an'< S«haald. De m'enischen diaar hielden i elk geval goed boe-k. Het zou wél uiitko- en" h®P zoo afschuwelijk'o^j alls men JPo \an den eenen dag op den pinderefl] leefde.., l_f A 'i had een gevoel, of hem -een slag |ooi het hoofd had getroffen. Dof slenterde hlJ verder. Steedis weer zei hij bij zichzelf, •et de oogen op den grond gericht, den mderhoedi in het voorhoofd geschoven, l ultSeê'ane sigarette in den hoek van den 0l]d. „Ik zit in een doodloopend slop. i is getn uitweg. Geen, terugweg. Ik sta ^achteloos tegenover mijn- vrouw miethaar aaer. Die twee zijn het eens. Diehebben "■it in handen.' Diiie "zijln sterker dan ben voor mijn, leven een gevangene an de Engeiscben," 'hj huiverde. No-g nooit had hij dezen 'scien hemel zoo grijs, dezen-wind zoo STBENENBRUG (VERDRONKENOORD) ALKMAAR. ove-rstroo-ming-en in 1825, 186'3 jen 1877 in die provincie Groningen ien-, na die o-p het ZuidlhioMandsch eïfanid Goeree-Overfliak- kee, terwijl het tweede die- resultaten be vat van de cultuur der in, 1906 in Zeeland o-ndieiigielooipen polders, en welt in 1906 >en in 1907, nadat ze waren drooggemalen. Ail is het in- zeker opzicht waar, dat de samenstelling van den grond in de thans andemgeioopen polders niet precies gélijk zijn aan die waarover genoemde rapporten loopien, toch mogen die gege vens, diie de Directie van dien Landbouw in 1907 verzamelde en zorgvuldig bewaar de, niet worden genegeerd, I-mmers dat werk is practijk en, wat die huidige schrij vers erover meenen te weten, zoolang Idle grond nog behandeld moet worden, theorie. Wij achtten het intusschen die moeite waard om deze rapporten voor onze lezers in studie te nemen. Genoemde heer Kakebeeke drukt in zijn brochure af een rapport betreffende -die ovorstroomingeni in 1825 -en 1863 dioor Prof. van Bhemmellen in 1873 uitgebracht. Aan dat rapport is het volgende ontleend Zeewater, dat de landen overstroomde, houdt gemiddeld opgelost in 100 gewiohts- deélen, 3.5 de-ellen zout, waarvan 2.67 dee- len keukenzout.- Onze gewone cultuurplanten zijn niet be stand tegen eène sterke zoutoplossing van den bodem. Er zijn vooral twee soorten zouten, die het meest schadelijk zijnchiüoor- calium en chtqorrnagnesium. Keukenzout is iets minder schadelijk. Pro-even van Sch ull-er bewijzen, dat ongeveer tot 1 pCt. keukenzout in den 'bodem ree-dis het kiemen van wikken en gerst verhindert of die even ontkiemde planten d-oet wegkwijnen en sterven-. Na -e-ene overstroo-ming, als het water na ©enige dia-gen of weken is afgeloo-pen, kan zich in die bovenste laag eene ""hoe veelheid van meer dlan 2.5 pCt. keukenzout en 1 pCt. andere zouten bevinden, eene hoeveelheid meer dlan voldoende o-m- bet ontkiemen dier zadlen en liet groeien dér planten te verhinderen. Die conclusie van. Prof. v. Biem-mele-n Wijdt „Uit het bovenstaande laat zich afleiden, welke hulpmiddelen kunnen aangewend wor den om die nadeelen «ener overstroo-ming met zeewater t-e ke-eren. Z-e zijn geen an d-ere dan te zorgen, dat het wat-er zoo spoedig mogelijk aflo-opt, dus: dirain-eeren, greppels graven; het pllo-egen, eggen, twe-e- voren nalaten, zoo-lang het taridi n-og door weekt is. Verder moet men afwachten, dlat die re- koud., en d ie gezichten zoo leeg -en verve lend gevonden als nu. Hij- haatte hen. Hij wilde van hen- weg. H-ij- wildie terug. E-en wanhopig heimwee gre-ep hem aami, op Ouitscben grond te staanail-les was be t-er dan diit niets zijin en niets doen bi-er, d-e stalvo-e-diering tot aan het graf. Hij be dankte vo-or het Eng-elsch-e- genadicbr-ood, Dluitsch-e tro-ts ontwaakte iin h-em. En bi,titer bero-u-w. Diaar voor h-em, in Piccadilly, waardoor Mj langzaam zijn terugw-eg naar het Oo-s- ten nam, liepen in onverschillige kaltnte d-e leden -der clubs, de blo-em van het eilandenrijk. Hij zag -die steenen, gladgeschoren gezich ten, die magere athleti-sch-e gestalten. Dat was id-e „onafhankelijke gentleman", dien hij indertijd zo-o had bewonderd. Juist vlak vo-or h-e-m li-ep zóó'n voorname An-, gelsakser, ongeveer van zijn lengte, maai' ru-i-m -e-en kwart eeuw ouider, het blonde haar sterk vergrijsd. Op zijn nuchtere trek ken, in zijn fletsbliauw-e oog,en zoinde-r uit drukking'-, in, zijn achteloos stijve houding lag -die eiigianigerechtigihieid! vam dien eiilllan- Idenb-ewoineir: -die tevre-dlenih-eid -er te zijn, Brit te zijn-, lid van die club aan -dien hoek van PaM-.MaM. Stille bescheidenheid en gïien- zeirtlo-oz-e ho-ogimoed v-ere-einiigdl. En Hieltmut M-erk-er -dacht met pDoits-ellti-ni- gen schrikHeere Godi-dlat beu- ik over dertig jarenDla-t is alls -eem dlubbeillgan- ger, die iemand in ihe toéko-ms-t laat ziie-n Zulk een kerel word ik lang zamerhand o-ok bier..-maar zo-nder g-e-ns het vele zout weer naar omlaag he-bb-en gespoeld- en dat d-e poreus-e toestand van de bov-enste kleilaag is teruggekeerd Waar h-et kan, zal bet aanleggen tot gras- of klaverweidien zeker geradfen zijn. Kan er weer geploegd w-orde-n, zoo moet dit ondiep geschieden en 'liever im 't na jaar, a,ls de grond wat drog-er is, dian in 't vo-orjaar." In 1877 is d-oor Piro-f. Mayer aan den Minister van Bdnnertlandsche Zaken -e-en verslag uitgebracht betreffende de pro-ef nemingen o-p door zeewater overstroom-die landen. Het hoofddoel der pro-even was om na te gaan, ho-e door zout bedorven land- op d-é spoedigste wijze to-t normaal akker land ge-maakt kan worden. Het zoutge halte werd onderzocht enz. -enz. Piro-f. May-er komt dan in zijn rapport tot de gevolgtrekking, dat het vraagstuk, waarin het door zeewater veroorzaakte na deel eigenlijk bestaat, als opgeios-t kan worden beschouwd: lo. kunnen de wortels der planten in het algemeen de opgeloste voedingsstoffen slechts tot een zekeren graad van concen tratie verdragen. Bedraagt deze meer dan -e-en half procent; zoo zal- m-en gewoonlijk nadeel ondervinden, ook dan wan-nieer h-et pilant-envoedende zouten betreft, des te m-e-er echter bij keukenzout, dat eigenlijk geene voedingsstof voor planten is; 2o. zijn kleigronden geneigd in zouthou dende oplossingen hun-rie dieettj'ès dichter bij -elkaar aan te sluiten, dicht geslibd te worden. Tengevolge daarvan wordt de grond minder doorlatend, moeilijk te bewer ken, laat in den tijd van nattigheid wei nig lucht voor de wortels dier planten -door en geeft o-m -diezelfde redenen dikwijls gelegenheid tot schadelijke re-ductieversohijn s-el-en. In tij-den van -droogte is hij st-eeds aan scheuren onderhevig, waardoor die vvor- telts 'der planten wederom zeer worden be schadigd. -Volgens -eenparig oordeel van altie be trokkenen is -eene onmiddellijke beweddng van id-ein grond niet aan te bevelen, om-dat i-ed-ere beweging, van dlan grond- aanlei ding -geeft to-t hef dichter bij elkaar aanslui ten van zijne deeltjes, waardoor die aarde stijver wordt. Zware gronden, die vóór -de oy-erstroo- in-ing m-et zo-et water verzadigd zijn, ne men minder zout op en zulten onder som mige omstandigheden minder nadeel on dervinden. Van ze-er. groot belang is het, dat men door eene chemische analyse het zoutge halte van den'grond kent. Genoemde heer Kakebeeke, -rijkstuin- -ee-nig recht er o-p, ainideirs dlan die diaar.,, ik -doe het ben slechts uiterlijk, ui-t wan hopige verveling naloop vam allub naar Idiimer.,'... va-n- diner naalr dlub, die meest nutteliio-oz-e mam ondier de zon-..-.. En ginds iin DluitsoMiamid.... mijn gelliiefdla Diuitsdhi- Hanid-..,.. Wieier klonk het alls e-en verwij dende, gewéldige ro-ep over die wateren. Hij bleef staan- era zei tegen zichzelf: „Ik word :mog krankzinnig!..;Ginds is mijn v-adlerfandl.Hi-e-r h-óodt mijin- vro-uw mij ..-...'Het eene strijdt tegen- het an-dlere....... Ik word, krainkzimraig....... Nog eens ging hij allile hulpbronnen na. Er was -er geen. Hij kom er zich in Diuitsdb- ilanid' geien, verschaffen^ zijn vrouw ge-en leven bieden-, zo-oa,is zij gewo-om was. Hij mo-e-st hi-er b-lijv-en. Dla-ar ginds i-n die C-iity, waar het hart dier werelld Idloipte-, waairhïet zweet van Zodlo-e en- k-o-elliie-, h-e-t schijnsdl van die mijn.werk-ersitamip. jen -de z-ee-windl in h-et zeil, die -gltoedl van 'dem schieepsl{e'tel( evengoed als die waterval van Amerikaan- sche stroioimiversnieliiing-en, affiles, allies op die aardle in krakende, vijfpo-n-dibiillj-ett-en ver- aai-dierdle-daar ha-aildien- John Wiilldimg en duizend) aimdieren d-en rijkdom gewoonweg uit die lucht. Die andere blanke, bruine-, zwarte m-ensch-en- waren lijf eigen-en. Hij o-ok -die schoonzoon Groot© treurigheid overviel hem. Een mis lukt lev-en..,.. iEen to-ekomst zonder e-enige hoop. En daarbij het belachelijkedlat alle les t-e'-midden vam- overvloed. Allies waar naar m-en veriilain-gd'e. En affiles niets. Slechts dé spot: Gij widet een onafhankelijk gent bouw'leeraar voo-r Ze-elian-d-, geeft aam het slot van zijn -brochure o-ver die onder vindingen, di-e bij achtereenvolgende over stroomingen zijn opgedaan (lm 1825 en 1863 in Groningen, in 1873 en- 1883 eveneens in Groningen, i-n 1894 op Goeree en Overflakkee) -enk-elie wenken voor die behandeling van de in 1906 o-v-erstroomde landen in Zeellarad. Hij schrijft dan: Aangezien de overstroo-ming dit jaar zoo veel later valt -dan in 1894 en, vo-oral, omdat het in -Zeeland -raog Bang zal diu- re-n vo-or -de dijken van verscheidene ze-e- po-ldiers hersteld zijn, zal bet op velegro-n- 'den onmogelijk blijken, o-m dit voorjaar nog iets uit t-e zaaien. Wiaar dat wel mogelijk is, zal m-en in ieder geva-l ralet vroeg mo gen zaaien, beter in M-ei dan iin April. Als zomergewassen komen dan in aanmerking suikerbieten, mangelwo-rt-e-ls, gerst -en haver. Allie -opgedane ondervindingen he-bb-en bewezen, -dat het zeer gewerascht is, om zoo spo-edig -mogleïijk -tucernie, klavers of een mengsel van, gras en klaverzaden uit t-e zaa-i-en. Het komt mij d-aarom vo-or, da-t van -de bo-vengenoemde zomergewassen gerst en haver -de voorkeur verdienen, aan gezien -men onder die -ge-wassen -die kla ver kan uitzaaien-, M-en rek-enie er daarbij op, -dat minstens de helft m-e-er aan za,ai- zaad- genomen -moet worden -dlan men ge woon is te gebruiken-. Verder bewerke -men -den -grond zo-o-wei nig mogelijk. Ho-e minder m-en- met werk tuigen en- paarden -op het veld komt, des t-e bet-er. Oo-k wartrae-eir -d-it voorjaar u-iet ge zaaid kan wor-dbn, moet m-en- in den a.s, zomer het fend zoo- weinig mog-e-lijk bewer ken; met eg e-ra cultivator ka-n- m-en e-en te weliig-en gro-ei vam het om-kruid1 tegen gaan Ho-e zwaard-er de grond is,' ho-e vaster m-en zich aan- ihief bovenstaande m-o-et h-ou- den. In den herfst kan koolzaad) o-f win- t-e-rgerst uitgezaaid worden, of w-e-1 men kan hef farad in, hief a.s. voorjaar bezaaien m-et suikerbieten of gerst. E-eme be-m-es-ting in het a.s. najaar met 2000 a 2500 K.g. ongebluscht-e kalk per hectare verd-ien-t aan beveling. Aangezien de ontwikkeling van d-e meeste gewassen ie wenschem overlaat, is het aan t-e bevelen- met ch-ilisalpet-er t-e bemesten. H-et mooie van. -de zaak is nu, dlat men ,iu Zeeland met behulp van bovenstaande op ondervinding berustende gegevens n-a dien stormvloed vara 12 Maart 1906, die den Zeeuwen, niet licht uiiit ihie-t geheu gen zat gaan, aain liet werk is getogen, toen d-e ondergeloop-en polders droog waren ge malen. 8 't Is wel typisch, -hio-e d-é geg-evene in. de jaren 1906 -era 1907 dooir die Directie van d-en Landbouw verzameld kloppen met bovenstaande. Zoo- lezen wij deze conclu sie: ,,-ln tij-de-n- van afwisselende droogte, droogte en regen zal gedraineerde gro-nd in'den zeiifdiem tij-d' une-er in zoutgehalte dalen dan niet gedraineerde, omdat daarin het hemelwater met het opgeloste zout meer kans hééft s p o e d i g afgevoerd te worden- dia'n in niet gedraineerd'en-. In de zen bevindt zich op 't o-ogenb-liik, dat e-en droge periode aanbreekt, meer zo-ut in. d-e diepere lagen -en dus kan er ook m-ee-r zout m-et h-et bodemwater weder opstij gen dan in g-edlrain eerden gro-rad. -Het is daarom -een eerste vereischfe voor goede afwatering te zorgen. H-o-e beter het wat-er uit g r -e p p e I s -en d rains w e,gg-evoerd wordt, -des t-e sne 1- l-er kan nieuw wat-er uit den g r o- n -d d a a r i n -a f v I o e ie n. (Spat. van ons. Red-.) Doch behalve deze zijn, er meer conclusies, waarto-e -d-e onderzoekingen in de eerste twee jaren n.l. in 1906 en '07, na drooglegging der polders leidden, die wondervol o-vereenst-emnnen met de onder vinding in 1825, 1863, 1873, 1883 en 1894 opged-a an. Wij ge'.ooven, -dat de bouwers en vee houders u-it -den Anna-Paulowna-polder en in Waterland van deze dubbel-gedistilleerd© conclusies kunn-en profiteeren. Wij zullen -er -dus -eene volgende maal nog .even op t-e-rugkoim-en. Toe te juichen is bet dus, dut nu re-ed-s in den Anna-Paulowna.po'tdier pogin gen worden aangewend om het zoutge halte van -dien grond te kennen. Zie boven. De- Wiilhetmuspolder o.a. stond 90 dag-en onder water. D-e herstellingen, aan die dijken al leen- vorderden -een bedrag van meer 'dan 21/t mitlio-en. Uit enkele dijken spoelden stuklkien ter Ilemgte van- 120—270 Meter, terwijl in an dere 8, 12 ja 14 doorbraken ontstonden. BINNENLAND. De zeevaart. H-et departement van ma rine déel-t mede: Die do-or die regeering aangekondigde maatregel om de Nederland sche koopvaardijschepen op het traject tus- sch-en Noord-Hindler -en Galfo-perbank, te -do-en voorafgaan door twee sleep booten ter beveiliging tegen, verankerde mijnen, zal in werking treden o-p Zaterdag 1 April De sleepboot-en „Titan" en „Simso-n" zul len des morgeus te 6 uur van dli-en dag vertrekken, naar een punt gelegen op 1 ALKMAARSCHE ONVERANDERD VAN KWALITEIT EN PRIJS. leman worden.. Nu beu j-e h-et Hij k-o-n -er n-i-et toe besjuitem vandia-ag in déze tro-osf-elooz-e stemimiing naar huis terug t-e kee-ren. Hij ging naar h-e-t Ciecih hotel, zorad een- telegram na-ar Eidliib„ilk ko-m pas morgen-", -en- lli-et zich een kamer geven, Hiet beg-ö-n- r-eedte t-e scheiperen. Hij bfeef Hang aam het raiami staian en k-e-e-k o-ver de Idtéiirae pillanits-o-eraen- en het nu ver laten Emiba-n-kmient ver beneden -o-p die-trieste Theems. Evenals overal im Londen, óf oor- verd-o-ovenicl geraas, óf die stilte vain het k-eirkho-f, zoo was ooik ihiiie-r plo-tselli-ng, ter- Wijl iemand -n-og de -dlrukt-e van het Strand in d-e ooren, klonk, een bijna somber zwij gen. Taaie, gele me vel o-v-er dé wateren, trieste kleine ichtciirk-etfe -dier lant-aarns -daar- imaan. dien anderen oever •rooidl en gro-e n opstirallenid1, -die reuzen om-trek van een mi-an miet -een. fl-esehpllio-tseiliing ve-rsdiie-e-n in vüamimicnschrift bo-v-en- dien h-oriz-om: „E-en whisky van uitmuntende qualiteit"weer id-ustieriiiiis. Aan den irechterkarat -even neer slachtig stralend: alls -die m-aamsdhiijf die cij ferplaat van -de Biig-B-en, het keram-erkem-dle van Westminster. Engdland,.,. Engelaind overall..., Engeland voor altijd.,... Hij adem de zwaar. H-et was hem, a'lso-f men een straf van levenslange vrijheidb'ben-emi-ng o-v-er h-e-m ha-di uitgesproken. Hopeloos ging hij w-eer terug in -die kaïmer, -en, stak h-et licht o-p. Hij had geen rok m-eegenomieini. Hij bemerkte, ho-e ze-e-r hij re-edls veiengelscht was in dit ©em,e jaar, a.am liet onaan gename gevoel voo-r ©e-n enkelen, avondi h-et gewone gezeischa-pscosituuim t-e missen. Als hij indertijd zijn, uniform ih-aidi uitigetrok- k-en, ha-di hij ze verdter n.iet g-em-ist. „O..ik ezel-...." zei hij wan-hopig'. Die tranen kwa-m-en he-m bijna in dé oogen toen hij uit die eenzaamheid van zijn ka lmer naar beneden in de vestibule va-n het ho-t-e'l ging. Bieraedlen in de wandelgangieiii vo-or die glazen deur* was het volt m-en- scbe-ra. Ko-menidie -en v-ertrekkieudte reizigers in groepen. K-offers. Dnitsch-e en F-ransch-e kfetiikein- Ono-phoudlélijik -o-p bet groote bin- neinp'lèih' voorrijdende auto-'s. Uit -een stapte -een elegant gekleede jongeman. Hij g-elleek opva'lleinid op H-ellmut .M-erker; Maar zijn- knappe trekken, hadden- niet -diens gezonde, door de zo-n gebruinde frischheid. vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1