Tabak van J. R. lenss
38.
Zaterdag- 1 April 1916
10e Jaargang
ICatJb Nieuwi' en Advertentiebliid
voor Moord*Bollan4
yalïiplseh,e vrouw
I
A. tOHMAÜ ÜEMCKEMS,
¥érschifat DI18BA6,JB*BERBA6 m Uimm
erliooging van den abonnements
prijs van het Zondagsblad.
e cultuur op do door hot
zeewater overstroomde
gronden.
Het ssng«wezen ilre»
voi» elegant, degelij a ea
pedkoop üehfi«nwe?k.
ONS
BLAD.
v kubs-s-.
ABONNEMENTSPRIJS
5 ct. p. 3 maanden. franco huis; 110 ct. niet geïllustreerd
ndagsblad Tte betalen in bet begin van ieder kwartaal.
Wonderlijke nummers van die courant3 cent.;
au het Zondagsblad5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap "ONS BLAD,,.
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk', te Alkmaar,
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIEN:
Van 1-5 regels 50
Elke regel meer. f 10
Reclames per regel ,a. 15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet, 30
cent.
Aan de abonnees op het Zondagsblad
ordt medegedeeld, dat de abonnementsprijs
et 5 cent per kwartaal is opgeslagen
verband met de dunrdere prijzen papier,
ki, chemicaliën easteuwfll de ffjnere
werking (men zie b.v. in het lastst ver-
henen nummer de magnifieke illuitraties
treffende de >Tubsntia«) die verhooging
lip,
De prijs van het Zondagsblad is dus
oorlaan 10.35 per kwartaal, die van >Ons
lad< (waarvan het abonnement niet in
rjji ii verhoogd) en Zondagsblad te samen
1.10.
Nu in Anna-Pauiowna een d-eel van die
'verstroomée gromden weer boven water
;omt, de bemaling van don Zuidpollder
ij Edam en van den polder Katwoudie,
ezer dagen begonnen is, is de vraag aan
"e ordie, hoe die gronden aanstonds weer
cultuur kunnen worden gebracht,
I Deze week lazen wij dat door den heer
Nobel, Rijksllandbouwïeeraar van
"oord-Hollan-di, de cijfers omtrent het zout-
ehalte van -den grond/ in Aun-a-Paulowna
varen vastgesteld.
Hoe zal het grasland in de overstroomde
olders in Waterland of het bouwland in
>u Anna-Paulowna.potdier et uitzien, wan-
deze -dlroog gemalen zijn? die vraag
al op veler lippen vooral van degenen,
.ie daar 'land hebben en in dien hooit
e vergeten nacht voor bét water moesten
.'luchten liggen,
Naar best vermogen hopen wij ze te
«antwoorden en dien weg te wijzen, hoe
ie gronden" zullen moeten woeden bc-
jluimieldi om ze weer productief te maken,
Een oud-Hoilaniteeh spreekwoord zegt,
at ondervinding de b-es-te kerm-eester§s
s. De Directie van den Landbouw deelde
"nkele weken geileden in de „Staatscou-
it" mede, dat aan het Ministerie van
'■anclbouw, Nijverheid) en Handel verkrijg-
aar waren gesteld een tweetal rapporten,
.1. van de heeren 1. O. J. Kakebeeke,
"stij-dis rijkstuinbouwleeraar voor Zeeland,
A. A. ter Haar, destijdls leeraar aan
Rijkstuinbouwwinterschool te Goes-, bei-
haudie'lenidle over de cultuur op door zee-
overstroomde gronden, en geschreven
in 1906 Zeeland door overstroom
ing geteisterd was. Het eersite bevat ook
van ondervindingen opgedlaan ma de
mannn i i K—PRSBasnaauwga—ow;
FEUILLETON.
door Rudolf Stratz.
Hij begon, onder het ruwe fluiten van den
«rlstwind, diiie o-ver de uitgestrekte eenzame
asvlakten om hem heen floot, te rekenen,
et kostte moeite. W|ie kon zich aclhtieraf
-at herinneren.... al diiie uitgaven. Als
ij met hetgeen schoonpapa gaf o-p ee-n ge-
e\en oogemblik niet uitkwamen 'en nietda-
clijk weer om een wissel konden vragen,
■addien zij eenvoudig het noo-dige van de
an'< S«haald. De m'enischen diaar hielden
i elk geval goed boe-k. Het zou wél uiitko-
en" h®P zoo afschuwelijk'o^j alls men
JPo \an den eenen dag op den pinderefl]
leefde..,
l_f A
'i had een gevoel, of hem -een slag
|ooi het hoofd had getroffen. Dof slenterde
hlJ verder. Steedis weer zei hij bij zichzelf,
•et de oogen op den grond gericht, den
mderhoedi in het voorhoofd geschoven,
l ultSeê'ane sigarette in den hoek van den
0l]d. „Ik zit in een doodloopend slop.
i is getn uitweg. Geen, terugweg. Ik sta
^achteloos tegenover mijn- vrouw miethaar
aaer. Die twee zijn het eens. Diehebben
"■it in handen.' Diiie "zijln sterker dan
ben voor mijn, leven een gevangene
an de Engeiscben,"
'hj huiverde. No-g nooit had hij dezen
'scien hemel zoo grijs, dezen-wind zoo
STBENENBRUG (VERDRONKENOORD) ALKMAAR.
ove-rstroo-ming-en in 1825, 186'3 jen 1877
in die provincie Groningen ien-, na die o-p
het ZuidlhioMandsch eïfanid Goeree-Overfliak-
kee, terwijl het tweede die- resultaten be
vat van de cultuur der in, 1906 in Zeeland
o-ndieiigielooipen polders, en welt in 1906 >en
in 1907, nadat ze waren drooggemalen.
Ail is het in- zeker opzicht waar, dat
de samenstelling van den grond in de
thans andemgeioopen polders niet precies
gélijk zijn aan die waarover genoemde
rapporten loopien, toch mogen die gege
vens, diie de Directie van dien Landbouw
in 1907 verzamelde en zorgvuldig bewaar
de, niet worden genegeerd, I-mmers dat
werk is practijk en, wat die huidige schrij
vers erover meenen te weten, zoolang
Idle grond nog behandeld moet worden,
theorie.
Wij achtten het intusschen die moeite
waard om deze rapporten voor onze lezers
in studie te nemen.
Genoemde heer Kakebeeke drukt in zijn
brochure af een rapport betreffende -die
ovorstroomingeni in 1825 -en 1863 dioor Prof.
van Bhemmellen in 1873 uitgebracht.
Aan dat rapport is het volgende ontleend
Zeewater, dat de landen overstroomde,
houdt gemiddeld opgelost in 100 gewiohts-
deélen, 3.5 de-ellen zout, waarvan 2.67 dee-
len keukenzout.-
Onze gewone cultuurplanten zijn niet be
stand tegen eène sterke zoutoplossing van
den bodem. Er zijn vooral twee soorten
zouten, die het meest schadelijk zijnchiüoor-
calium en chtqorrnagnesium. Keukenzout is
iets minder schadelijk.
Pro-even van Sch ull-er bewijzen, dat
ongeveer tot 1 pCt. keukenzout in den
'bodem ree-dis het kiemen van wikken en
gerst verhindert of die even ontkiemde
planten d-oet wegkwijnen en sterven-.
Na -e-ene overstroo-ming, als het water
na ©enige dia-gen of weken is afgeloo-pen,
kan zich in die bovenste laag eene ""hoe
veelheid van meer dlan 2.5 pCt. keukenzout
en 1 pCt. andere zouten bevinden, eene
hoeveelheid meer dlan voldoende o-m- bet
ontkiemen dier zadlen en liet groeien dér
planten te verhinderen.
Die conclusie van. Prof. v. Biem-mele-n Wijdt
„Uit het bovenstaande laat zich afleiden,
welke hulpmiddelen kunnen aangewend wor
den om die nadeelen «ener overstroo-ming
met zeewater t-e ke-eren. Z-e zijn geen an
d-ere dan te zorgen, dat het wat-er zoo
spoedig mogelijk aflo-opt, dus: dirain-eeren,
greppels graven; het pllo-egen, eggen, twe-e-
voren nalaten, zoo-lang het taridi n-og door
weekt is.
Verder moet men afwachten, dlat die re-
koud., en d ie gezichten zoo leeg -en verve
lend gevonden als nu. Hij- haatte hen. Hij
wilde van hen- weg. H-ij- wildie terug. E-en
wanhopig heimwee gre-ep hem aami, op
Ouitscben grond te staanail-les was be
t-er dan diit niets zijin en niets doen bi-er,
d-e stalvo-e-diering tot aan het graf. Hij be
dankte vo-or het Eng-elsch-e- genadicbr-ood,
Dluitsch-e tro-ts ontwaakte iin h-em. En bi,titer
bero-u-w.
Diaar voor h-em, in Piccadilly, waardoor
Mj langzaam zijn terugw-eg naar het Oo-s-
ten nam, liepen in onverschillige kaltnte
d-e leden -der clubs, de blo-em van het
eilandenrijk.
Hij zag -die steenen, gladgeschoren gezich
ten, die magere athleti-sch-e gestalten. Dat
was id-e „onafhankelijke gentleman", dien
hij indertijd zo-o had bewonderd. Juist
vlak vo-or h-e-m li-ep zóó'n voorname An-,
gelsakser, ongeveer van zijn lengte, maai'
ru-i-m -e-en kwart eeuw ouider, het blonde
haar sterk vergrijsd. Op zijn nuchtere trek
ken, in zijn fletsbliauw-e oog,en zoinde-r uit
drukking'-, in, zijn achteloos stijve houding
lag -die eiigianigerechtigihieid! vam dien eiilllan-
Idenb-ewoineir: -die tevre-dlenih-eid -er te zijn,
Brit te zijn-, lid van die club aan -dien hoek
van PaM-.MaM. Stille bescheidenheid en gïien-
zeirtlo-oz-e ho-ogimoed v-ere-einiigdl.
En Hieltmut M-erk-er -dacht met pDoits-ellti-ni-
gen schrikHeere Godi-dlat beu- ik over
dertig jarenDla-t is alls -eem dlubbeillgan-
ger, die iemand in ihe toéko-ms-t laat ziie-n
Zulk een kerel word ik lang
zamerhand o-ok bier..-maar zo-nder
g-e-ns het vele zout weer naar omlaag
he-bb-en gespoeld- en dat d-e poreus-e toestand
van de bov-enste kleilaag is teruggekeerd
Waar h-et kan, zal bet aanleggen tot gras-
of klaverweidien zeker geradfen zijn.
Kan er weer geploegd w-orde-n, zoo moet
dit ondiep geschieden en 'liever im 't na
jaar, a,ls de grond wat drog-er is, dian in
't vo-orjaar."
In 1877 is d-oor Piro-f. Mayer aan
den Minister van Bdnnertlandsche Zaken
-e-en verslag uitgebracht betreffende de pro-ef
nemingen o-p door zeewater overstroom-die
landen.
Het hoofddoel der pro-even was om na
te gaan, ho-e door zout bedorven land-
op d-é spoedigste wijze to-t normaal akker
land ge-maakt kan worden. Het zoutge
halte werd onderzocht enz. -enz.
Piro-f. May-er komt dan in zijn rapport
tot de gevolgtrekking, dat het vraagstuk,
waarin het door zeewater veroorzaakte na
deel eigenlijk bestaat, als opgeios-t kan
worden beschouwd:
lo. kunnen de wortels der planten in
het algemeen de opgeloste voedingsstoffen
slechts tot een zekeren graad van concen
tratie verdragen. Bedraagt deze meer dan
-e-en half procent; zoo zal- m-en gewoonlijk
nadeel ondervinden, ook dan wan-nieer h-et
pilant-envoedende zouten betreft, des te m-e-er
echter bij keukenzout, dat eigenlijk geene
voedingsstof voor planten is;
2o. zijn kleigronden geneigd in zouthou
dende oplossingen hun-rie dieettj'ès dichter
bij -elkaar aan te sluiten, dicht geslibd te
worden. Tengevolge daarvan wordt de
grond minder doorlatend, moeilijk te bewer
ken, laat in den tijd van nattigheid wei
nig lucht voor de wortels dier planten
-door en geeft o-m -diezelfde redenen dikwijls
gelegenheid tot schadelijke re-ductieversohijn
s-el-en. In tij-den van -droogte is hij st-eeds
aan scheuren onderhevig, waardoor die vvor-
telts 'der planten wederom zeer worden be
schadigd.
-Volgens -eenparig oordeel van altie be
trokkenen is -eene onmiddellijke beweddng
van id-ein grond niet aan te bevelen, om-dat
i-ed-ere beweging, van dlan grond- aanlei
ding -geeft to-t hef dichter bij elkaar aanslui
ten van zijne deeltjes, waardoor die aarde
stijver wordt.
Zware gronden, die vóór -de oy-erstroo-
in-ing m-et zo-et water verzadigd zijn, ne
men minder zout op en zulten onder som
mige omstandigheden minder nadeel on
dervinden.
Van ze-er. groot belang is het, dat men
door eene chemische analyse het zoutge
halte van den'grond kent.
Genoemde heer Kakebeeke, -rijkstuin-
-ee-nig recht er o-p, ainideirs dlan die diaar.,,
ik -doe het ben slechts uiterlijk, ui-t wan
hopige verveling naloop vam allub naar
Idiimer.,'... va-n- diner naalr dlub, die meest
nutteliio-oz-e mam ondier de zon-..-.. En ginds
iin DluitsoMiamid.... mijn gelliiefdla Diuitsdhi-
Hanid-..,.. Wieier klonk het alls e-en verwij
dende, gewéldige ro-ep over die wateren.
Hij bleef staan- era zei tegen zichzelf: „Ik
word :mog krankzinnig!..;Ginds is mijn
v-adlerfandl.Hi-e-r h-óodt mijin- vro-uw mij
..-...'Het eene strijdt tegen- het an-dlere.......
Ik word, krainkzimraig.......
Nog eens ging hij allile hulpbronnen na.
Er was -er geen. Hij kom er zich in Diuitsdb-
ilanid' geien, verschaffen^ zijn vrouw ge-en
leven bieden-, zo-oa,is zij gewo-om was. Hij
mo-e-st hi-er b-lijv-en. Dla-ar ginds i-n die C-iity,
waar het hart dier werelld Idloipte-, waairhïet
zweet van Zodlo-e en- k-o-elliie-, h-e-t schijnsdl
van die mijn.werk-ersitamip. jen -de z-ee-windl in
h-et zeil, die -gltoedl van 'dem schieepsl{e'tel(
evengoed als die waterval van Amerikaan-
sche stroioimiversnieliiing-en, affiles, allies op
die aardle in krakende, vijfpo-n-dibiillj-ett-en ver-
aai-dierdle-daar ha-aildien- John Wiilldimg en
duizend) aimdieren d-en rijkdom gewoonweg
uit die lucht. Die andere blanke, bruine-,
zwarte m-ensch-en- waren lijf eigen-en. Hij o-ok
-die schoonzoon
Groot© treurigheid overviel hem. Een mis
lukt lev-en..,.. iEen to-ekomst zonder e-enige
hoop. En daarbij het belachelijkedlat alle
les t-e'-midden vam- overvloed. Allies waar
naar m-en veriilain-gd'e. En affiles niets. Slechts
dé spot: Gij widet een onafhankelijk gent
bouw'leeraar voo-r Ze-elian-d-, geeft aam het
slot van zijn -brochure o-ver die onder
vindingen, di-e bij achtereenvolgende over
stroomingen zijn opgedaan (lm 1825
en 1863 in Groningen, in 1873 en- 1883
eveneens in Groningen, i-n 1894 op Goeree
en Overflakkee) -enk-elie wenken voor die
behandeling van de in 1906 o-v-erstroomde
landen in Zeellarad.
Hij schrijft dan:
Aangezien de overstroo-ming dit jaar zoo
veel later valt -dan in 1894 en, vo-oral,
omdat het in -Zeeland -raog Bang zal diu-
re-n vo-or -de dijken van verscheidene ze-e-
po-ldiers hersteld zijn, zal bet op velegro-n-
'den onmogelijk blijken, o-m dit voorjaar nog
iets uit t-e zaaien. Wiaar dat wel mogelijk
is, zal m-en in ieder geva-l ralet vroeg mo
gen zaaien, beter in M-ei dan iin April. Als
zomergewassen komen dan in aanmerking
suikerbieten, mangelwo-rt-e-ls, gerst -en haver.
Allie -opgedane ondervindingen he-bb-en
bewezen, -dat het zeer gewerascht is, om
zoo spo-edig -mogleïijk -tucernie, klavers of
een mengsel van, gras en klaverzaden uit
t-e zaa-i-en. Het komt mij d-aarom vo-or, da-t
van -de bo-vengenoemde zomergewassen
gerst en haver -de voorkeur verdienen, aan
gezien -men onder die -ge-wassen -die kla
ver kan uitzaaien-, M-en rek-enie er daarbij
op, -dat minstens de helft m-e-er aan za,ai-
zaad- genomen -moet worden -dlan men ge
woon is te gebruiken-.
Verder bewerke -men -den -grond zo-o-wei
nig mogelijk. Ho-e minder m-en- met werk
tuigen en- paarden -op het veld komt, des
t-e bet-er. Oo-k wartrae-eir -d-it voorjaar u-iet ge
zaaid kan wor-dbn, moet m-en- in den a.s,
zomer het fend zoo- weinig mog-e-lijk bewer
ken; met eg e-ra cultivator ka-n- m-en e-en
te weliig-en gro-ei vam het om-kruid1 tegen gaan
Ho-e zwaard-er de grond is,' ho-e vaster
m-en zich aan- ihief bovenstaande m-o-et h-ou-
den. In den herfst kan koolzaad) o-f win-
t-e-rgerst uitgezaaid worden, of w-e-1 men kan
hef farad in, hief a.s. voorjaar bezaaien
m-et suikerbieten of gerst. E-eme be-m-es-ting
in het a.s. najaar met 2000 a 2500 K.g.
ongebluscht-e kalk per hectare verd-ien-t aan
beveling. Aangezien de ontwikkeling van
d-e meeste gewassen ie wenschem overlaat,
is het aan t-e bevelen- met ch-ilisalpet-er t-e
bemesten.
H-et mooie van. -de zaak is nu, dlat men
,iu Zeeland met behulp van bovenstaande
op ondervinding berustende gegevens n-a
dien stormvloed vara 12 Maart 1906,
die den Zeeuwen, niet licht uiiit ihie-t geheu
gen zat gaan, aain liet werk is getogen, toen
d-e ondergeloop-en polders droog waren ge
malen. 8
't Is wel typisch, -hio-e d-é geg-evene in.
de jaren 1906 -era 1907 dooir die Directie
van d-en Landbouw verzameld kloppen met
bovenstaande. Zoo- lezen wij deze conclu
sie:
,,-ln tij-de-n- van afwisselende droogte,
droogte en regen zal gedraineerde gro-nd
in'den zeiifdiem tij-d' une-er in zoutgehalte
dalen dan niet gedraineerde, omdat daarin
het hemelwater met het opgeloste zout
meer kans hééft s p o e d i g afgevoerd te
worden- dia'n in niet gedraineerd'en-. In de
zen bevindt zich op 't o-ogenb-liik, dat e-en
droge periode aanbreekt, meer zo-ut in. d-e
diepere lagen -en dus kan er ook m-ee-r
zout m-et h-et bodemwater weder opstij
gen dan in g-edlrain eerden gro-rad.
-Het is daarom -een eerste vereischfe voor
goede afwatering te zorgen. H-o-e beter
het wat-er uit g r -e p p e I s -en d rains
w e,gg-evoerd wordt, -des t-e sne 1-
l-er kan nieuw wat-er uit den
g r o- n -d d a a r i n -a f v I o e ie n. (Spat. van
ons. Red-.)
Doch behalve deze zijn, er meer
conclusies, waarto-e -d-e onderzoekingen in
de eerste twee jaren n.l. in 1906 en '07,
na drooglegging der polders leidden, die
wondervol o-vereenst-emnnen met de onder
vinding in 1825, 1863, 1873, 1883 en 1894
opged-a an.
Wij ge'.ooven, -dat de bouwers en vee
houders u-it -den Anna-Paulowna-polder en
in Waterland van deze dubbel-gedistilleerd©
conclusies kunn-en profiteeren. Wij zullen
-er -dus -eene volgende maal nog .even op
t-e-rugkoim-en.
Toe te juichen is bet dus, dut nu
re-ed-s in den Anna-Paulowna.po'tdier pogin
gen worden aangewend om het zoutge
halte van -dien grond te kennen. Zie
boven.
De- Wiilhetmuspolder o.a. stond 90
dag-en onder water.
D-e herstellingen, aan die dijken al
leen- vorderden -een bedrag van meer 'dan
21/t mitlio-en.
Uit enkele dijken spoelden stuklkien ter
Ilemgte van- 120—270 Meter, terwijl in an
dere 8, 12 ja 14 doorbraken ontstonden.
BINNENLAND.
De zeevaart. H-et departement van ma
rine déel-t mede: Die do-or die regeering
aangekondigde maatregel om de Nederland
sche koopvaardijschepen op het traject tus-
sch-en Noord-Hindler -en Galfo-perbank, te
-do-en voorafgaan door twee sleep booten
ter beveiliging tegen, verankerde mijnen,
zal in werking treden o-p Zaterdag 1 April
De sleepboot-en „Titan" en „Simso-n" zul
len des morgeus te 6 uur van dli-en dag
vertrekken, naar een punt gelegen op 1
ALKMAARSCHE
ONVERANDERD VAN KWALITEIT EN PRIJS.
leman worden.. Nu beu j-e h-et
Hij k-o-n -er n-i-et toe besjuitem vandia-ag
in déze tro-osf-elooz-e stemimiing naar huis
terug t-e kee-ren. Hij ging naar h-e-t Ciecih
hotel, zorad een- telegram na-ar Eidliib„ilk
ko-m pas morgen-", -en- lli-et zich een kamer
geven, Hiet beg-ö-n- r-eedte t-e scheiperen.
Hij bfeef Hang aam het raiami staian en k-e-e-k
o-ver de Idtéiirae pillanits-o-eraen- en het nu ver
laten Emiba-n-kmient ver beneden -o-p die-trieste
Theems. Evenals overal im Londen, óf oor-
verd-o-ovenicl geraas, óf die stilte vain het
k-eirkho-f, zoo was ooik ihiiie-r plo-tselli-ng, ter-
Wijl iemand -n-og de -dlrukt-e van het Strand
in d-e ooren, klonk, een bijna somber zwij
gen. Taaie, gele me vel o-v-er dé wateren,
trieste kleine ichtciirk-etfe -dier lant-aarns -daar-
imaan. dien anderen oever •rooidl en
gro-e n opstirallenid1, -die reuzen om-trek van een
mi-an miet -een. fl-esehpllio-tseiliing ve-rsdiie-e-n
in vüamimicnschrift bo-v-en- dien h-oriz-om: „E-en
whisky van uitmuntende qualiteit"weer
id-ustieriiiiis. Aan den irechterkarat -even neer
slachtig stralend: alls -die m-aamsdhiijf die cij
ferplaat van -de Biig-B-en, het keram-erkem-dle
van Westminster. Engdland,.,. Engelaind
overall..., Engeland voor altijd.,... Hij adem
de zwaar. H-et was hem, a'lso-f men een
straf van levenslange vrijheidb'ben-emi-ng o-v-er
h-e-m ha-di uitgesproken. Hopeloos ging hij
w-eer terug in -die kaïmer, -en, stak h-et licht
o-p. Hij had geen rok m-eegenomieini. Hij
bemerkte, ho-e ze-e-r hij re-edls veiengelscht
was in dit ©em,e jaar, a.am liet onaan
gename gevoel voo-r ©e-n enkelen, avondi
h-et gewone gezeischa-pscosituuim t-e missen.
Als hij indertijd zijn, uniform ih-aidi uitigetrok-
k-en, ha-di hij ze verdter n.iet g-em-ist.
„O..ik ezel-...." zei hij wan-hopig'.
Die tranen kwa-m-en he-m bijna in dé oogen
toen hij uit die eenzaamheid van zijn ka
lmer naar beneden in de vestibule va-n het
ho-t-e'l ging. Bieraedlen in de wandelgangieiii
vo-or die glazen deur* was het volt m-en-
scbe-ra. Ko-menidie -en v-ertrekkieudte reizigers
in groepen. K-offers. Dnitsch-e en F-ransch-e
kfetiikein- Ono-phoudlélijik -o-p bet groote bin-
neinp'lèih' voorrijdende auto-'s. Uit -een stapte
-een elegant gekleede jongeman. Hij g-elleek
opva'lleinid op H-ellmut .M-erker; Maar zijn-
knappe trekken, hadden- niet -diens gezonde,
door de zo-n gebruinde frischheid.
vervolgd.).