.zijn. Tabak J. R. Kenss terecht. No. 44. Zaterdag 15 April 1916 10e Jaargang A. L0H1AI REIOKEHS, I Eijalag elsche vrouw. •oord 72, m schoonmaak! Lage prijzen. ANSINK. Tl O Bz., Alkmaar. loklante Melkzaak, unie-cadeaux, G. PLUKKER. SCHAGEN. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD". Alkmaar Bureau: BEEEDSTBAAT 12. Telefoon Blo. 433. Dit blad verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag Algemeene Vergadering N. V. „Ons Blad" Aan de Lezers. N DIEPEN, tk th*n* in «last, t*gen in de laatst uitgekomen eder een «eer uitgebreide ps) Huigbr.str. 6, aekentBESPARING. PRIJS. 40 -j- Be per stuk. |t| ïfeies van een pond K.G. Melange. Aanbevelend, TE KOOR: cent vast per Liter, ico onder no. 2680 aan dit blad. in voorraad en ook prach- in 2 dagen tijd te leveren, rmerbehang, Kastpapier, 3t rand, Kastranden, Vi- jpapier), koperen en witte ik mijne geachte cliën- mijn mooie voorraad rindje, Laat de kleintjes Schilderijtjes, Plaatjes, rkboekjes, Rozenkransjes enz. Aanbevelend, de R. K. Pastorie, te huur een mooi nieuw alle gemakken voorzien, jkstraat Aanvaarding 1 6 per week. Hypotheek f te huur een prachtig staande Verdronkenoord. schikbaar. mooi Heerenhuis, staande rd. Hypotheek beschikbaar ie nette burgerwoonhuizen uin, staande Fnidsen. te huur een Banketbak- s, wegens stil te gaan leven en beste Kruide - derszaak inte artikelen, wegens ver- eeftijd, bij Alkmaar. te huur een Herberg met i een mooi dorp bij Alk- ij een station. erschillende perceelen los emendheid voor bouwerij. 1916 Kersttijd. dein Boerenbedrijf met best wei- en bouwland, i i i -I I' schillende perceelen in en n klein pakhuisje, Nieuw* 1,25 per week. n Volkslogement, staande rd, Alkmaar, beste brood- veel ruimte kbaar op eerste hypotheek, nt. >r particulieren en instel' op le hypotheek en op kosteloos iederen werk- Zondag. Wenscht men postzegel er bij. op ABONNEMENTSPRIJS 75 ct. per kwartaal franco huis. 110 ct. met geïll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers van de courant3 ct. van het Zondagsblad. 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 15" regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel 25 ct. Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. der |r. K. Nieuwg- en Advertentieblad voor Noord-Holland, [op Vrijdag 28 April 1916, te 8 uur n,m ten huize van den Heer PROOT, Langestraat. Agenda I Opening. Notulen. MededeeliDgen. I Verkiezing van een bestuurslid wegens periodieke aftreding van den Heer H Kenter. I Verkiezing van een comm'ssaris wegens periodieke aftreding van den Heer H. Klaver. Verkiezing van een commissaris wegen» bedanken van den Hoogeerwaarden Heer T Ebbink'auijsen. Vaststelling van de Balans en de Winst en Verliesrekening over het jaar 1915. Het Bestuur: H. P. M. KRAAKMAN. H. KENTER. J. F. QUAX. Bij de aanvaarding der redactie van i,Ons Blad" willen wij gaarne een kort, hartelijk en welgemeend woord richten [tot alle lezers, èn ter eerste kennis- uakiDg èn tot goed wederzijdech begrip voor al den tijd, die volgen zal. Met genoegen hebben wij deze taak |op ons genomen, en wèl, omdat wij jeen grenzenloos-ruim arbeidsveld zich hier voor ons uitgestrekt zien: jonge kracht zal er rijke gelegenheid vinden het arbeidsvermogen uit te werken, met [de veilige hoop op heerlijke vruchten als Bod het wil na niet zoo ngen tijd. Met grooten, goeden moed gaan wij au den arbeid om u men mag ons gelooven een steeds beter blad te [kunnen aanbieden: Om u vóór te bereiden op den telkens pieuwen strijd voor onze echt-Roomsche [idealen op alle gebied, om dien strijd krachtig met u méde te strijden en lod geve 't de best mogelijke over winning te behalen; Om u vóór te lichten, waar 't noodig s terwille van uw veelvoudige belaügen Om u van alles, wat u aanbelangt, zoo spoedig en zoo volledig mogelijk op de hoogte te stellen, opdat gij, levend op een betrekkelijk zoo klein deel van de wereld, weten moogt, wat wetens waardige nieuwheid héél de wereld u biedt op zekere stonden van haar on onderbroken, gestadige ommewenteling Om u bij dit alles van tijd tot tijd - en liefst zoo vaak mogelijk door opwekkend en veredelend geschrift het dikwijls zoo sombere en troostelooze leven wat lichter en vreugdevoller te maken, door te wijzen op het ware, goede en schoone, aat rondom ons te aanschouwen ligt, wanneer wij onze oogen daarvoor maar niet sluiten Kortom: .Ons Blad'' wil u voortaan è,lles geven, wat gij van een plaatselijk nieuwsblad verlangen moogt; nimmer dat is onze wensch zult" gij het blad na lezing terzijde leggen, zonder voor uwe geestelijke of stoffelijke be langen tenminste iéts rijker geworden te zijn. Om dit alles en méér dan dit (want in een beknopt artikel kan men niet uitweiden over al de noodzakelijke eigenschappen van een goed blad) om dit; alles u te bieden gaan wij met grooten, goeden moed aan den voorzeker zwaren arbeid. Doch wij zijn ervan overtuigd, dat nog iets méér dan odzo algeheele toe- Wyding noodig zal wezen om dit vcor u te bereikenwij bedoelenuw trouwe belangstellingdat all9 lezers zich innig bewust zijn (of worden) van de onver mijdelijke noodzakelijkheid der goede, Roomsche, plaatselijke pers Immers: wij behoeven 't ons niet te verbloemenop technisch journalistiek gebied is hier nog niet bereikt, wat wij bereiken willen en bereiken moetenen, al mogen wij, Roomschen, de zaken ook van booger standpunt in het groote licht van God's eeuwigheid beschouwen, al mogen wij, krachtig staande in ons sterkend Geloof, onzen tegenstanders toevoegen, wat de kleine, dappere David eens sprak tot den overmoedigen Philis- tijn-reus: .Gij komt tot mij met een zwaard, hellebaard en schild; maar ik kom tot u in den naam van den Heer der Heerkrachten,... dien gij gehoond hebtGod zal u in mijne handen leveren en ik zal u verslaan...'-; al mogen wij in alle gebeurlijkheden vast vertrouwen op den almachtigen God, die met ons is, toch moeten wij ook met onzemèn- schelijke krachten aldoor en onvertsaagd werken, om met dezelfde middelen op aarde te strijden vóór God als anderen strijden tégen Hem. Wat wij dus van onze lezers en van alle Katholieken in deze streken verlangen, is, dat zij een steeds trou were belangstelling zullen gaan gevoelen voor onzen Roomschen arbeid, en dat zij deze belangstelling zullen toonen door steun van abonnement en-adver tentie. D&'n zal Alkmaar en omgeving een maal een Roomsch blad bezitten, dat ieder het zijne biedt in rijke mate, dat niemand teleurstelt in de steeds hooger gespannen verwachting. Reeds heden mag .Ons Blad' in nieuw gewaad verschijnenwij willen hierin zien een voorteeken van tallooze verbeteringen, uiterlijke en innerlijke verbeteringen, die spoedig volgen zullen. ÏTSENB8 BRUG (VERDRONKENOORD) ALKMAAR. Met «isBge^ezeii adres vooar «iegant, (legelij k ea goedkoop Sclnienuerk. Wij mogen dit artikel niet eindigen zonder een woord van hulde te wijden aan den nu afgetreden leider der redactie, den heer S. J. A. Keesom. Dankbare bewondering gevoelen wij voor den man, die, ondanks overstel pende bezigheden, nog zóó kloek en onverdroten de redactie van „Ons Blad gedurende geruimen tijd waarnam, en daarbij zóó stevige grondslagen wist te leggen, dat de verdere houw nu althans mogelijk is geworden. Bij dezen zeggen wij hem hiervoor onzen oprechten dank 1 LEO SPEET. BINNENLAND. VAN HET BINNENHOF. Na de lange, Woensdag nog geruimen tijd voortgezette rede van den heer Duys (S.D.A.P.) zouden we te veel eer bewijzen als we er meer uit vermeldden, dan den trap, door den afgevaardigde van Zaandam aan de vrijzinnigen toegediend als beloo ning voor hun volgzaamheid ten opzichte van de S. D. A. P. Spr. verweet namelijk de Linkerzijde, dat haar bekeering tot het Staatspensioen maar half werk is, nu zij genoegen wil nemen met een regeling, zoo schriel als de voorgestelde, en daardoor de oppositie een wapen in de handen geeft tegen het ont werp. Pak aan! De heer Duymaer van Twist (A.R.) bestreed nader het ontwerp, dat werd toegejuicht door den heer Feen- stra (V.D.) Na de pauze regeling van werkzaam heden. Het voorstel van den Voorzitter om, teneinde de algemeene beschouwingen over de Ouderdomswet deze week te doen af- loopen, morgen en ovei morgen avondver gadering te houden, werd, wat den Don derdagavond betreft, aangenomen zonder stemming, doch wat den Vrijdagavond aangaat bij zuivere partijstemming met 36 tegen 32 stemmen. Vergeefs werd er van Rechts door de heeren Nolens en Ru t- g e r s op gewezen, dat het voor de sociale verzekering in het algemeen niet onge- wenscht zou zijn, indien de algemeene -beschouwingen wat langer zouden worden onderbroken, omdat de Regeering over het verband tusschen de Ouderdomswet en de andere sociale wetten geheel anders schijnt te denken dan Minister Treub en dus het nader bezien van de meening der Regeering dienaangaande zeer gewenscht te achten. Eveneens bij stemming van Links tegen Rechts werd afgewezen het'voorstel-D u y- maer van Twist (A.R.) om na affoop van den eersten termijn der Algemeene Beschouwingen over de Ouderdomswet eerst de duurtetoeslagwet te behandelen. Het dringende belang van hen, die hun kerend uitzien naar eenige verlichting hun ner zware door de tijdsomstandigheden veroorzaakte zorgen, bij middel van een duurtetoeslag, moet bij de heeren blijkbaar achterstaan bij het politieke voordeel het welk, naar zij blijkbaar meenen, voor hen kan gelegen zijn in het zoo spoedig mogelijk afdoen van het Staatspensioen! Het Staatspensioen vond nog verdedigers in de heeren de Meester (U.L.) en S a n n e s (S.D.A.P.) Zij verdedigden evenwel een hopelooze zaak. Vermeldenswaard is alleen dejuftdrukke- lijke verklaring van den socialistischen woordvoerder, dat de sociaal-democraten alleen met het verzoeningsdenkbeeld van den heer Limburg kunnen meegaan, als van het doen voortbestaan der Inva- liditeitswet-Talma naast de Ouderdomswet alleen de bedoeling zou zijn handhaving der Invaliditeitsrente-Talma, doch niet diens Ouderdomsrente, dus niet het voortduren der invaliditeitsrente na 70 jaar. Dit zou naar sprekers me suing de afsnijding betee- kenen van verbetering van het Staatspen sioen, dat zij, zooals het hier wordt voor gesteld, alleen op afbetaling aanvaarden. De heer L o h m a n (C.H.) zette nog eens flink de puntjes op de i's der bestrij ding van het Staatspensioen. Hij wees er daarbij op, dat zij, die zich niet op het socialistisch standpunt der meerwaardeleer stellen, iederen Rechtsgrond missen voor een recht op Quderdomsuitkeering uit de Staatskas. Te drie 3 uur eindelijk kon DE REGEERING AAN HET WOORD komen. Minister Cort van der Lin den, de premier, die het eerst sprak, achtte de meening van den heer Rutgers, dat de Eerste Kamer zeker de Ouderdomswet zal verwerpen, een totale miskenning van de onbevangenheid dier Kamer en weer sprak voorts nogmaals dat de Regeering tot het aan de orde stellen van politieke vraagstukken zou zijn overgegaan onder pressie der linkerzijde. Na deze meer politieke opmerkingen komende tot de wijziging, welke is geko men in de houding der Regeering ten op zichte van het verband tusschen de Ouder domswet en de andere sociale wetten na het aftreden van Minister Treub, legde Z. Exc. een zeer belangrijke verklaring af. De Regeering houdt nog altijd vast aan de Troonrede van 1913, waarin Ouderdoms wet en herziening der Verzekeringwetten- Talma naast elkander werden gesteld. Van een prijsgeven dier herziening aan politieke rukwinden is dan ook geen sprakeal zal de Regeering haar dan ook niet naspringen, zooals de heer T y d e m a n scheen te ver langen. Het leven der Regeering is, zeide de Minister, alleen gemoeid met de Grondwets herziening wat betreft Kiesrecht èn Onder wijs. Waarbij Z.Exc echter ietwat anders sprak dan in de Eerste Kamer bij de behande ling der Staatsbegrooting, toen hij verklaar de dat zelfs verwerping der Grondwets voorstellen de Regeering niet zou doen heengaan. Minister Treub, deelde de Premier ver der mede, wilde reeds bij de behandeling der Ouderdomswet, althans in beginsel, beslist zien over het al of niet voortbestaan der Talma-wetten en liet daarom het ne men van uitvoeringsmaatregelen voor die wetten achterwege. Na zijn aftreden even wel is de Regeering tot de overtuiging gekomen, dat voor de Ouderdomswet af zonderlijk kan worden beslist, zónder pre judice van Invaliditeitswet, Ziektewet of Radenwet. Daarom is er nu geen reden meer om de voorbereiding der Talma-wetten langer uit te stellen en zal Minister Lely zich daarmede bezighouden. Blijven dan na de verkiezingen de wetten-Talma gehandhaafd, dan zullen ze onverwijld kunnen worden ingevoerd, De rede van den heer de Meester gaf aanleiding tot een gerechtvaardigd protest van den heer Rutgers (A.R.) tegen de bewering van den Helderschen afgevaardigde, dat hij gesproken zou heb ben op de wijze van zekere schendblaadjes en ,tegen het toelaten van die uiting dooi den Voorzitter. We behoeven van de rede van Minister Lely, die 's 'middags reeds een half uurtje sprak en in de Avondvergadering zijn be toog had te vervolgen, niet veel te zeggen. Ook Z.Exc. wist zeer weinig nieuws ten gunste der Ouderdomswet aan te voeren, Opneming der bedeelden in het ontwerp achtte Z.Exc. rationeel, Hij hoopte maar, dat de Minister van Financien geen be zwaar zal maken tegen het betreffende amendement. Van het grootste belang was dat deel der Ministerieele rede, waarin Z,Exc. zijn standpunt aangaf inzake de verhouding tusschen de Ouderdomswet eh de Talma- wetten. Dat standpunt is geheel anders dan dat, hetwelk door Minister Treub wepd inge nomen. Minister Lely toch is van meening, dat, waar in de Invaliditeitswet een termijn voor invoering is gesteld, hij ook aan die wet uitvoering moet geven, afgezien van de vraag ot die wet hem sympathiek is of niet. Voor de voorbereiding dier uitvoering, welke nog moet beginnen, is echter 2 h 2'/2 jaar noodig'; waarom verlenging van den invoeringstermijn is gevraagd. Bovendien moet de Invaliditeitswet wor den gewijzigd om, blijvende in den geest der wet zelf, haar in overeenstemming te brengen met de Ouderdomswet. Daartoe nu acht Z.Exc. een afloopende rente, zooals Minister Treub voorstond, die op 7o-jarigen leeftijd zou overgaan in een Ouderdomsrente van f 2.onvoldoende, in verband met het te lage bedrag dezer rente. Beter zou het z.i. daarom zijn. van personen, die een Invaliditeitsrente genie ten, deze rente, als zij op 70-jarigen leeftijd ook Ouderdomsrente verkrijgen, de Inva liditeitsrente met een zeker deel te vermin deren. In verband waarmede dan ook de premie voor de Invaliditeitsrente zal kun nen worden verminderd, daar op 70 jaar- steeds f2.zonder premie zal worden gegeven. Dit was de brug, waarlangs Rechts tot de Ouderdomswet zou moeten overkomen. Van heel veel lust daartoe bleek tot FEUILLETON. door Rudolf gfcraitz. axateur en Veller onroerende goeder*"' >ning-Bureau. 61 Czenstcxwitz.zoo ver hij zich herinne- reu kon, was dat ergens achter in Silezi'ë, in den hoek waar de drie Keizerrijken el- jkaar ontmoeten. Hij was nooit in. die I streek geweest; nooit was hij verder dan ■tot, de Elbe naar het oosten van het Rijk ■doorgedrongen. I-Iet was hem ook vo'lkor ■men onverschillig waarheen liet lot hem I stuurde. Slechts dienen. dienen [zichzelf voelen.Voor niets anders was ■meer plaats in zijn hoofd. Hij verkeerde I als in koortstoestand. 1 -Edith zat in haar kamer te lezen. Het Ijvas een aardig Engelsch tafereel: de in ■st wit gekleede, jonge, blonde vrouw, de sierlijke theetafel er naast, zonneglans, en ■Huppelende bladschaduwen van het groen ■voor het raam, dat omlijst was door bont- ■pneurde herfstasters. Zij sloeg haar ro- Man uit de Britsche uitgaande wereld toe, |zag naar haar man op en zei verwijtend: >iO. Hellie?. Waar ben je toch gebleven?" ^og altijd lag de oude gemoedsrust in aar woorden. Hij dacht: Ja, je gelooft, Katje zeker van mij bent!. Niets kan Mui goddelijke kalmte verstoren. Maar vandaag klopt de rekening niet. Jelui axeert ons, Duitschers, toch altijd en [eeuwig-te laag. t"Ia^ op zijn onschuldig lachen- lvniVt°jWv0e 611 ze* kort en beslist: „De eende dingen zijn de nieuwtjes, Edith! eerste: wij zijn van den eersten Oc tober naar Czenstowitz verplaatst. bij1 het daar 'liggend regiment infanterie. Hij las in haar blauwe oogen dat zij er niets van begreep: „Zoo gezellig als1 in Alsheim is het er waarschijnlijk niet," ging hij voort. „Het zal wel een tamelijk vervloekt nest zijn. Maar wat doet het er toe I" „Ja!" zei zij gerust. „Daar wij er toch niet heen gaan." „Niet? Wel drommels. als de veld heer het beveelt." Zij keek met zachte verbazing naar hem op. Dan was er altijd toch nog het vroolij- ke, oude Engeland,- „O. Ik ben een vrouw, Hellie!" zei zij. „Ik heb geen veldheer I" „Maar ik!. En ten tweede, Edith, weet je, hoeveel er nog van ons cautiever- mogen over is „Neen!" zei zij onverschillig. „Ternauwernood meer een achtste! In krap twee jaar! Is dat niet schrikkelijk? Ik zou mijzelf een oorveeg kunnen geven om onze lichtzinnigheid!" Op de jonge vrouw voor hem maakte de mededeeling verder geen indruk. Zorg vuldig legde zij een leesteeken bij haar boek. Wat steekt daar voor verschrikkelijks in, Hellie?" antwoordde zij kalm. „Wij verzoeken papa de som weer voor ons aan te vullen. Papa geeft graag!" „Ginds geeft hij ons geen rooden duit." Zij haalde ongeduldig de schouders op: „Laat toch eindelijk dat idee-fixe varen, van dat ginds! Het wordt al vervelend!" Ilij ging naast haar zitten. Hij sprak hef tig tegen haar. Zijn woorden vlogen van zijn lippen. Zijn stem beefde van opwin ding. „Ik heb alles overdacht en berekend Edith! Nog maar enkele jaren en ik ben kapitein. Voor de achttienhonderd en twaalfhon derd mark jaarlijks, die het-voorschrift als toelage eischt, is het beetje kapitaal nog voldoende, totdat ik het maximumtrakte ment van kapitein krijg! Wij moeten ons natuurlijk duivelsch bezuinigen, Edith n een heel kleine, bescheiden, woning'. maar een dienstmeisje en den oppasser. in het Oosten is alles zeker goedkoop. Als wij daar heel, heel zuinig zijn. Hij ontmoette haar blik en verstomde. Er lag iet-s onderzoekends en bezorgds in. een eerlijke angst: „Om Godswil-, Hellie je wordt toch niet ziek?" En tegelijk kwam het hem als een zeer belachelijke ge dachte voor, deze verwende, jonge vrouw uit de weelde van haar leven te rukken en in nood en zorg naar de Russische grens te verplaatsen. Hij kon zich haar in het geheel niet in zulke benauwende omstan digheden voorstellen. Hij wachtte ont steld, wat zij zou antwoorden. In haar stem klonk alleen de grootste verbazing. „Wij zullen in den vreemde onder de ar men gaan, terwijl wij hier alles hebben, wat wij noodig hebben ?...-. O, Hellie. wat zeg je daar? Men zou haast bang voor je worden!" „Wat zijn moet, moet zijn!" Zij legde de handen ineen. „Ik moet zeker aan het fornuis staan en koken? En kousen stoppen? En geen auto. hebben?. En bleeren van het. vorige jaar dragen?" „Ja. Ten minste totdat je vader verstan dig wordt!- Dat zal hij eindelijk, als wij' maar. „O, schaam je, Hellie, zoo iets van een lady te vergen! Zelfs in gedachten!. Ik ben doodelijk verschrikt, ALKMAARSCHE HOOGFIJNE KWALITEIT. „Niet alleen in gedachten: Dat wordt werkelijk zoo!" „Houd nu als het je blieft op! Vergeet niet, Hellie, dat je een .gentleman bent.-." Zijn geduld was op. Hij' 'barstte, ver toorn los„Ik fluit o-p jelui verwenschten gentleman! Ik ben een Duitscher! Ik wil wat doen!. Ik wil wat zijn!. .- Bij ons veracht men de menscheu niet die zich nuttig maken. Daar veracht men hen, die hun God de dagen ontstelen, zooals je lui hier allemaal!. Je vaderuiitgezon- derd! Die is de pakezel!. En jelui zit ten er met jelui egoïsme stil bij en laten, den ouden man zich kalm doodwerken! Kijk eens naar je broers! De kerels stinken van luiheid!". Edith hield ontsteld haar ooren dicht. „O. Hellie. Hellie. nooit had ik gevreesd van mijn man zulke woor den te moeten'hooTeu!" „Zij stinken van luiheid!. Nu wordt alles .gezegd. Ik neem geen blad meer voor den mond. Ik geef eindelijk mijn ge moed eens lucht. Jelui zijn hier allen lui tot het uiterste! Jelui denken maar aan genoegen!. Je moeder trekt als een bezetene de wereld rond. Ik kan me jelui geen van alletn voorstellen zonder reistasch in de hand, op weg naar een „fun"Et zit geen ernst in jelui, Edith! Het gaat jelui veel te goed. De geheele week laten jelui anderen voor je zwoegen en dan loopen je lui Zondags tweemaal naar de kerk en doen j.elui schijnheilig met. jelui vroom heid. 0. Ik ken jelui nu. maar- ai te goed. Jelui vormt eigenlijk een dolle samenleving." Mevrouw Edith barstte in heftig weenen los. Zij voelde zichzelf in Engeland ge troffen en gemarteld. Bitter ging Helmut voort: „En omdat gij u liever laat doodslaan dan wat uit te voeren, daarom mogen an deren dat ook niet! Daar vallen jelui .men schen als wij, die eerlijk en behoorlijk hun. beroep willen uitoefenen, aan! Wil je hem ook tot zulk een dagdief maken! Tot zulk een onbeduidenden sportnar!. Een .vervelende Londensche sraatlooperIk bedank er hartelijk voor! Daartoe (krijgen jelui een kerel als ik ben niet!" De tranen stroomden Edith over de wangen. Zij hief smeekend de handen op: „HellieWij meenen het allen toch zoo goed met je!" Eensklaps werd hij' kalm. Akelig kalm. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1