.zijn.
Tabak J. R. Kenss
terecht.
No. 44.
Zaterdag 15 April 1916
10e Jaargang
A. L0H1AI REIOKEHS,
I Eijalag elsche vrouw.
•oord 72, m
schoonmaak!
Lage prijzen.
ANSINK.
Tl
O
Bz., Alkmaar.
loklante Melkzaak,
unie-cadeaux,
G. PLUKKER.
SCHAGEN.
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD".
Alkmaar
Bureau: BEEEDSTBAAT 12.
Telefoon Blo. 433.
Dit blad verschijnt Dinsdag,
Donderdag en Zaterdag
Algemeene Vergadering
N. V. „Ons Blad"
Aan de Lezers.
N DIEPEN,
tk th*n* in «last, t*gen
in de laatst uitgekomen
eder een «eer uitgebreide
ps) Huigbr.str. 6,
aekentBESPARING.
PRIJS.
40 -j- Be
per stuk. |t|
ïfeies van een pond
K.G. Melange.
Aanbevelend,
TE KOOR:
cent vast per Liter,
ico onder no. 2680 aan
dit blad.
in voorraad en ook prach-
in 2 dagen tijd te leveren,
rmerbehang, Kastpapier,
3t rand, Kastranden, Vi-
jpapier), koperen en witte
ik mijne geachte cliën-
mijn mooie voorraad
rindje, Laat de kleintjes
Schilderijtjes, Plaatjes,
rkboekjes, Rozenkransjes
enz.
Aanbevelend,
de R. K. Pastorie,
te huur een mooi nieuw
alle gemakken voorzien,
jkstraat Aanvaarding 1
6 per week. Hypotheek
f te huur een prachtig
staande Verdronkenoord.
schikbaar.
mooi Heerenhuis, staande
rd. Hypotheek beschikbaar
ie nette burgerwoonhuizen
uin, staande Fnidsen.
te huur een Banketbak-
s, wegens stil te gaan leven
en beste Kruide - derszaak
inte artikelen, wegens ver-
eeftijd, bij Alkmaar.
te huur een Herberg met
i een mooi dorp bij Alk-
ij een station.
erschillende perceelen los
emendheid voor bouwerij.
1916 Kersttijd.
dein Boerenbedrijf met
best wei- en bouwland,
i i i -I I'
schillende perceelen in en
n klein pakhuisje, Nieuw*
1,25 per week.
n Volkslogement, staande
rd, Alkmaar, beste brood-
veel ruimte
kbaar op eerste hypotheek,
nt.
>r particulieren en instel'
op le hypotheek en op
kosteloos iederen werk-
Zondag. Wenscht men
postzegel er bij.
op
ABONNEMENTSPRIJS
75 ct. per kwartaal franco huis.
110 ct. met geïll. Zondagsblad bij
vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers
van de courant3 ct.
van het Zondagsblad. 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15" regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel 25 ct.
Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
der
|r. K. Nieuwg- en Advertentieblad
voor Noord-Holland,
[op Vrijdag 28 April 1916, te 8 uur
n,m ten huize van den Heer PROOT,
Langestraat.
Agenda
I Opening.
Notulen.
MededeeliDgen.
I Verkiezing van een bestuurslid wegens
periodieke aftreding van den Heer
H Kenter.
I Verkiezing van een comm'ssaris wegens
periodieke aftreding van den Heer
H. Klaver.
Verkiezing van een commissaris wegen»
bedanken van den Hoogeerwaarden
Heer T Ebbink'auijsen.
Vaststelling van de Balans en de Winst
en Verliesrekening over het jaar 1915.
Het Bestuur:
H. P. M. KRAAKMAN.
H. KENTER.
J. F. QUAX.
Bij de aanvaarding der redactie van
i,Ons Blad" willen wij gaarne een kort,
hartelijk en welgemeend woord richten
[tot alle lezers, èn ter eerste kennis-
uakiDg èn tot goed wederzijdech begrip
voor al den tijd, die volgen zal.
Met genoegen hebben wij deze taak
|op ons genomen, en wèl, omdat wij
jeen grenzenloos-ruim arbeidsveld zich
hier voor ons uitgestrekt zien: jonge
kracht zal er rijke gelegenheid vinden
het arbeidsvermogen uit te werken, met
[de veilige hoop op heerlijke vruchten
als Bod het wil na niet zoo
ngen tijd.
Met grooten, goeden moed gaan wij
au den arbeid om u men mag ons
gelooven een steeds beter blad te
[kunnen aanbieden:
Om u vóór te bereiden op den telkens
pieuwen strijd voor onze echt-Roomsche
[idealen op alle gebied, om dien strijd
krachtig met u méde te strijden en
lod geve 't de best mogelijke over
winning te behalen;
Om u vóór te lichten, waar 't noodig
s terwille van uw veelvoudige belaügen
Om u van alles, wat u aanbelangt,
zoo spoedig en zoo volledig mogelijk op
de hoogte te stellen, opdat gij, levend
op een betrekkelijk zoo klein deel van
de wereld, weten moogt, wat wetens
waardige nieuwheid héél de wereld u
biedt op zekere stonden van haar on
onderbroken, gestadige ommewenteling
Om u bij dit alles van tijd tot tijd
- en liefst zoo vaak mogelijk door
opwekkend en veredelend geschrift het
dikwijls zoo sombere en troostelooze
leven wat lichter en vreugdevoller te
maken, door te wijzen op het ware,
goede en schoone, aat rondom ons te
aanschouwen ligt, wanneer wij onze
oogen daarvoor maar niet sluiten
Kortom: .Ons Blad'' wil u voortaan
è,lles geven, wat gij van een plaatselijk
nieuwsblad verlangen moogt; nimmer
dat is onze wensch zult" gij het
blad na lezing terzijde leggen, zonder
voor uwe geestelijke of stoffelijke be
langen tenminste iéts rijker geworden
te zijn.
Om dit alles en méér dan dit (want
in een beknopt artikel kan men niet
uitweiden over al de noodzakelijke
eigenschappen van een goed blad) om
dit; alles u te bieden gaan wij met
grooten, goeden moed aan den voorzeker
zwaren arbeid.
Doch wij zijn ervan overtuigd, dat
nog iets méér dan odzo algeheele toe-
Wyding noodig zal wezen om dit vcor
u te bereikenwij bedoelenuw trouwe
belangstellingdat all9 lezers zich innig
bewust zijn (of worden) van de onver
mijdelijke noodzakelijkheid der goede,
Roomsche, plaatselijke pers
Immers: wij behoeven 't ons niet te
verbloemenop technisch journalistiek
gebied is hier nog niet bereikt, wat wij
bereiken willen en bereiken moetenen,
al mogen wij, Roomschen, de zaken
ook van booger standpunt in het groote
licht van God's eeuwigheid beschouwen,
al mogen wij, krachtig staande in
ons sterkend Geloof, onzen tegenstanders
toevoegen, wat de kleine, dappere David
eens sprak tot den overmoedigen Philis-
tijn-reus: .Gij komt tot mij met een
zwaard, hellebaard en schild; maar ik
kom tot u in den naam van den Heer
der Heerkrachten,... dien gij gehoond
hebtGod zal u in mijne handen leveren
en ik zal u verslaan...'-;
al mogen wij in alle gebeurlijkheden
vast vertrouwen op den almachtigen
God, die met ons is,
toch moeten wij ook met onzemèn-
schelijke krachten aldoor en onvertsaagd
werken, om met dezelfde middelen op
aarde te strijden vóór God als anderen
strijden tégen Hem.
Wat wij dus van onze lezers en
van alle Katholieken in deze streken
verlangen, is, dat zij een steeds trou
were belangstelling zullen gaan gevoelen
voor onzen Roomschen arbeid, en dat
zij deze belangstelling zullen toonen
door steun van abonnement en-adver
tentie.
D&'n zal Alkmaar en omgeving een
maal een Roomsch blad bezitten, dat
ieder het zijne biedt in rijke mate, dat
niemand teleurstelt in de steeds hooger
gespannen verwachting.
Reeds heden mag .Ons Blad' in
nieuw gewaad verschijnenwij willen
hierin zien een voorteeken van tallooze
verbeteringen, uiterlijke en innerlijke
verbeteringen, die spoedig volgen zullen.
ÏTSENB8 BRUG (VERDRONKENOORD) ALKMAAR.
Met «isBge^ezeii adres
vooar «iegant, (legelij k ea
goedkoop Sclnienuerk.
Wij mogen dit artikel niet eindigen
zonder een woord van hulde te wijden
aan den nu afgetreden leider der redactie,
den heer S. J. A. Keesom.
Dankbare bewondering gevoelen wij
voor den man, die, ondanks overstel
pende bezigheden, nog zóó kloek en
onverdroten de redactie van „Ons Blad
gedurende geruimen tijd waarnam, en
daarbij zóó stevige grondslagen wist te
leggen, dat de verdere houw nu althans
mogelijk is geworden.
Bij dezen zeggen wij hem hiervoor
onzen oprechten dank 1
LEO SPEET.
BINNENLAND.
VAN HET BINNENHOF.
Na de lange, Woensdag nog geruimen tijd
voortgezette rede van den heer Duys
(S.D.A.P.) zouden we te veel eer bewijzen
als we er meer uit vermeldden, dan den
trap, door den afgevaardigde van Zaandam
aan de vrijzinnigen toegediend als beloo
ning voor hun volgzaamheid ten opzichte
van de S. D. A. P.
Spr. verweet namelijk de Linkerzijde,
dat haar bekeering tot het Staatspensioen
maar half werk is, nu zij genoegen wil
nemen met een regeling, zoo schriel als de
voorgestelde, en daardoor de oppositie een
wapen in de handen geeft tegen het ont
werp.
Pak aan!
De heer Duymaer van Twist
(A.R.) bestreed nader het ontwerp, dat
werd toegejuicht door den heer Feen-
stra (V.D.)
Na de pauze regeling van werkzaam
heden.
Het voorstel van den Voorzitter om,
teneinde de algemeene beschouwingen over
de Ouderdomswet deze week te doen af-
loopen, morgen en ovei morgen avondver
gadering te houden, werd, wat den Don
derdagavond betreft, aangenomen zonder
stemming, doch wat den Vrijdagavond
aangaat bij zuivere partijstemming met 36
tegen 32 stemmen. Vergeefs werd er van
Rechts door de heeren Nolens en Ru t-
g e r s op gewezen, dat het voor de sociale
verzekering in het algemeen niet onge-
wenscht zou zijn, indien de algemeene
-beschouwingen wat langer zouden worden
onderbroken, omdat de Regeering over
het verband tusschen de Ouderdomswet
en de andere sociale wetten geheel anders
schijnt te denken dan Minister Treub en
dus het nader bezien van de meening der
Regeering dienaangaande zeer gewenscht
te achten.
Eveneens bij stemming van Links tegen
Rechts werd afgewezen het'voorstel-D u y-
maer van Twist (A.R.) om na affoop
van den eersten termijn der Algemeene
Beschouwingen over de Ouderdomswet eerst
de duurtetoeslagwet te behandelen.
Het dringende belang van hen, die hun
kerend uitzien naar eenige verlichting hun
ner zware door de tijdsomstandigheden
veroorzaakte zorgen, bij middel van een
duurtetoeslag, moet bij de heeren blijkbaar
achterstaan bij het politieke voordeel het
welk, naar zij blijkbaar meenen, voor hen
kan gelegen zijn in het zoo spoedig mogelijk
afdoen van het Staatspensioen!
Het Staatspensioen vond nog verdedigers
in de heeren de Meester (U.L.) en
S a n n e s (S.D.A.P.)
Zij verdedigden evenwel een hopelooze
zaak.
Vermeldenswaard is alleen dejuftdrukke-
lijke verklaring van den socialistischen
woordvoerder, dat de sociaal-democraten
alleen met het verzoeningsdenkbeeld van
den heer Limburg kunnen meegaan,
als van het doen voortbestaan der Inva-
liditeitswet-Talma naast de Ouderdomswet
alleen de bedoeling zou zijn handhaving
der Invaliditeitsrente-Talma, doch niet diens
Ouderdomsrente, dus niet het voortduren
der invaliditeitsrente na 70 jaar. Dit zou
naar sprekers me suing de afsnijding betee-
kenen van verbetering van het Staatspen
sioen, dat zij, zooals het hier wordt voor
gesteld, alleen op afbetaling aanvaarden.
De heer L o h m a n (C.H.) zette nog
eens flink de puntjes op de i's der bestrij
ding van het Staatspensioen. Hij wees er
daarbij op, dat zij, die zich niet op het
socialistisch standpunt der meerwaardeleer
stellen, iederen Rechtsgrond missen voor
een recht op Quderdomsuitkeering uit de
Staatskas.
Te drie 3 uur eindelijk kon
DE REGEERING AAN HET WOORD
komen. Minister Cort van der Lin
den, de premier, die het eerst sprak, achtte
de meening van den heer Rutgers, dat
de Eerste Kamer zeker de Ouderdomswet
zal verwerpen, een totale miskenning van
de onbevangenheid dier Kamer en weer
sprak voorts nogmaals dat de Regeering
tot het aan de orde stellen van politieke
vraagstukken zou zijn overgegaan onder
pressie der linkerzijde.
Na deze meer politieke opmerkingen
komende tot de wijziging, welke is geko
men in de houding der Regeering ten op
zichte van het verband tusschen de Ouder
domswet en de andere sociale wetten na
het aftreden van Minister Treub, legde
Z. Exc. een zeer belangrijke verklaring af.
De Regeering houdt nog altijd vast aan
de Troonrede van 1913, waarin Ouderdoms
wet en herziening der Verzekeringwetten-
Talma naast elkander werden gesteld. Van
een prijsgeven dier herziening aan politieke
rukwinden is dan ook geen sprakeal zal
de Regeering haar dan ook niet naspringen,
zooals de heer T y d e m a n scheen te ver
langen.
Het leven der Regeering is, zeide de
Minister, alleen gemoeid met de Grondwets
herziening wat betreft Kiesrecht èn Onder
wijs.
Waarbij Z.Exc echter ietwat anders sprak
dan in de Eerste Kamer bij de behande
ling der Staatsbegrooting, toen hij verklaar
de dat zelfs verwerping der Grondwets
voorstellen de Regeering niet zou doen
heengaan.
Minister Treub, deelde de Premier ver
der mede, wilde reeds bij de behandeling
der Ouderdomswet, althans in beginsel,
beslist zien over het al of niet voortbestaan
der Talma-wetten en liet daarom het ne
men van uitvoeringsmaatregelen voor die
wetten achterwege. Na zijn aftreden even
wel is de Regeering tot de overtuiging
gekomen, dat voor de Ouderdomswet af
zonderlijk kan worden beslist, zónder pre
judice van Invaliditeitswet, Ziektewet of
Radenwet.
Daarom is er nu geen reden meer om
de voorbereiding der Talma-wetten langer
uit te stellen en zal Minister Lely zich
daarmede bezighouden. Blijven dan na de
verkiezingen de wetten-Talma gehandhaafd,
dan zullen ze onverwijld kunnen worden
ingevoerd,
De rede van den heer de Meester
gaf aanleiding tot een gerechtvaardigd
protest van den heer Rutgers (A.R.)
tegen de bewering van den Helderschen
afgevaardigde, dat hij gesproken zou heb
ben op de wijze van zekere schendblaadjes
en ,tegen het toelaten van die uiting dooi
den Voorzitter.
We behoeven van de rede van Minister
Lely, die 's 'middags reeds een half uurtje
sprak en in de Avondvergadering zijn be
toog had te vervolgen, niet veel te zeggen.
Ook Z.Exc. wist zeer weinig nieuws ten
gunste der Ouderdomswet aan te voeren,
Opneming der bedeelden in het ontwerp
achtte Z.Exc. rationeel, Hij hoopte maar,
dat de Minister van Financien geen be
zwaar zal maken tegen het betreffende
amendement.
Van het grootste belang was dat deel
der Ministerieele rede, waarin Z,Exc. zijn
standpunt aangaf inzake de verhouding
tusschen de Ouderdomswet eh de Talma-
wetten.
Dat standpunt is geheel anders dan dat,
hetwelk door Minister Treub wepd inge
nomen.
Minister Lely toch is van meening, dat,
waar in de Invaliditeitswet een termijn voor
invoering is gesteld, hij ook aan die wet
uitvoering moet geven, afgezien van de
vraag ot die wet hem sympathiek is of
niet. Voor de voorbereiding dier uitvoering,
welke nog moet beginnen, is echter 2 h
2'/2 jaar noodig'; waarom verlenging van
den invoeringstermijn is gevraagd.
Bovendien moet de Invaliditeitswet wor
den gewijzigd om, blijvende in den geest
der wet zelf, haar in overeenstemming te
brengen met de Ouderdomswet.
Daartoe nu acht Z.Exc. een afloopende
rente, zooals Minister Treub voorstond, die
op 7o-jarigen leeftijd zou overgaan in een
Ouderdomsrente van f 2.onvoldoende,
in verband met het te lage bedrag dezer
rente. Beter zou het z.i. daarom zijn. van
personen, die een Invaliditeitsrente genie
ten, deze rente, als zij op 70-jarigen leeftijd
ook Ouderdomsrente verkrijgen, de Inva
liditeitsrente met een zeker deel te vermin
deren. In verband waarmede dan ook de
premie voor de Invaliditeitsrente zal kun
nen worden verminderd, daar op 70 jaar-
steeds f2.zonder premie zal worden
gegeven.
Dit was de brug, waarlangs Rechts tot
de Ouderdomswet zou moeten overkomen.
Van heel veel lust daartoe bleek tot
FEUILLETON.
door Rudolf gfcraitz.
axateur en Veller
onroerende goeder*"'
>ning-Bureau.
61
Czenstcxwitz.zoo ver hij zich herinne-
reu kon, was dat ergens achter in Silezi'ë,
in den hoek waar de drie Keizerrijken el-
jkaar ontmoeten. Hij was nooit in. die
I streek geweest; nooit was hij verder dan
■tot, de Elbe naar het oosten van het Rijk
■doorgedrongen. I-Iet was hem ook vo'lkor
■men onverschillig waarheen liet lot hem
I stuurde. Slechts dienen. dienen
[zichzelf voelen.Voor niets anders was
■meer plaats in zijn hoofd. Hij verkeerde
I als in koortstoestand.
1 -Edith zat in haar kamer te lezen. Het
Ijvas een aardig Engelsch tafereel: de in
■st wit gekleede, jonge, blonde vrouw, de
sierlijke theetafel er naast, zonneglans, en
■Huppelende bladschaduwen van het groen
■voor het raam, dat omlijst was door bont-
■pneurde herfstasters. Zij sloeg haar ro-
Man uit de Britsche uitgaande wereld toe,
|zag naar haar man op en zei verwijtend:
>iO. Hellie?. Waar ben je toch
gebleven?"
^og altijd lag de oude gemoedsrust in
aar woorden. Hij dacht: Ja, je gelooft,
Katje zeker van mij bent!. Niets kan
Mui goddelijke kalmte verstoren. Maar
vandaag klopt de rekening niet. Jelui
axeert ons, Duitschers, toch altijd en
[eeuwig-te laag.
t"Ia^ op zijn onschuldig lachen-
lvniVt°jWv0e 611 ze* kort en beslist: „De
eende dingen zijn de nieuwtjes, Edith!
eerste: wij zijn van den eersten Oc
tober naar Czenstowitz verplaatst. bij1
het daar 'liggend regiment infanterie.
Hij las in haar blauwe oogen dat zij er
niets van begreep: „Zoo gezellig als1 in
Alsheim is het er waarschijnlijk niet,"
ging hij voort. „Het zal wel een tamelijk
vervloekt nest zijn. Maar wat doet het er
toe I"
„Ja!" zei zij gerust. „Daar wij er toch
niet heen gaan."
„Niet? Wel drommels. als de veld
heer het beveelt."
Zij keek met zachte verbazing naar hem
op. Dan was er altijd toch nog het vroolij-
ke, oude Engeland,-
„O. Ik ben een vrouw, Hellie!" zei
zij. „Ik heb geen veldheer I"
„Maar ik!. En ten tweede, Edith,
weet je, hoeveel er nog van ons cautiever-
mogen over is
„Neen!" zei zij onverschillig.
„Ternauwernood meer een achtste! In
krap twee jaar! Is dat niet schrikkelijk?
Ik zou mijzelf een oorveeg kunnen geven
om onze lichtzinnigheid!"
Op de jonge vrouw voor hem maakte de
mededeeling verder geen indruk. Zorg
vuldig legde zij een leesteeken bij haar
boek.
Wat steekt daar voor verschrikkelijks
in, Hellie?" antwoordde zij kalm.
„Wij verzoeken papa de som weer voor
ons aan te vullen. Papa geeft graag!"
„Ginds geeft hij ons geen rooden duit."
Zij haalde ongeduldig de schouders op:
„Laat toch eindelijk dat idee-fixe varen,
van dat ginds! Het wordt al vervelend!"
Ilij ging naast haar zitten. Hij sprak hef
tig tegen haar. Zijn woorden vlogen van
zijn lippen. Zijn stem beefde van opwin
ding.
„Ik heb alles overdacht en berekend
Edith! Nog maar enkele jaren en ik ben
kapitein.
Voor de achttienhonderd en twaalfhon
derd mark jaarlijks, die het-voorschrift als
toelage eischt, is het beetje kapitaal nog
voldoende, totdat ik het maximumtrakte
ment van kapitein krijg! Wij moeten ons
natuurlijk duivelsch bezuinigen, Edith n
een heel kleine, bescheiden, woning'.
maar een dienstmeisje en den oppasser.
in het Oosten is alles zeker goedkoop. Als
wij daar heel, heel zuinig zijn.
Hij ontmoette haar blik en verstomde.
Er lag iet-s onderzoekends en bezorgds in.
een eerlijke angst: „Om Godswil-, Hellie
je wordt toch niet ziek?" En tegelijk
kwam het hem als een zeer belachelijke ge
dachte voor, deze verwende, jonge vrouw
uit de weelde van haar leven te rukken en
in nood en zorg naar de Russische grens te
verplaatsen. Hij kon zich haar in het
geheel niet in zulke benauwende omstan
digheden voorstellen. Hij wachtte ont
steld, wat zij zou antwoorden. In haar
stem klonk alleen de grootste verbazing.
„Wij zullen in den vreemde onder de ar
men gaan, terwijl wij hier alles hebben,
wat wij noodig hebben ?...-. O, Hellie.
wat zeg je daar? Men zou haast bang voor
je worden!"
„Wat zijn moet, moet zijn!"
Zij legde de handen ineen.
„Ik moet zeker aan het fornuis staan en
koken? En kousen stoppen? En geen auto.
hebben?. En bleeren van het. vorige
jaar dragen?"
„Ja. Ten minste totdat je vader verstan
dig wordt!- Dat zal hij eindelijk, als wij'
maar.
„O, schaam je, Hellie, zoo iets van een
lady te vergen! Zelfs in gedachten!.
Ik ben doodelijk verschrikt,
ALKMAARSCHE
HOOGFIJNE KWALITEIT.
„Niet alleen in gedachten: Dat wordt
werkelijk zoo!"
„Houd nu als het je blieft op! Vergeet
niet, Hellie, dat je een .gentleman bent.-."
Zijn geduld was op. Hij' 'barstte, ver
toorn los„Ik fluit o-p jelui verwenschten
gentleman! Ik ben een Duitscher! Ik wil
wat doen!. Ik wil wat zijn!. .- Bij
ons veracht men de menscheu niet die zich
nuttig maken. Daar veracht men hen,
die hun God de dagen ontstelen, zooals je
lui hier allemaal!. Je vaderuiitgezon-
derd! Die is de pakezel!. En jelui zit
ten er met jelui egoïsme stil bij en laten,
den ouden man zich kalm doodwerken!
Kijk eens naar je broers! De kerels stinken
van luiheid!".
Edith hield ontsteld haar ooren dicht.
„O. Hellie. Hellie. nooit
had ik gevreesd van mijn man zulke woor
den te moeten'hooTeu!"
„Zij stinken van luiheid!. Nu wordt
alles .gezegd. Ik neem geen blad meer voor
den mond. Ik geef eindelijk mijn ge
moed eens lucht. Jelui zijn hier allen lui
tot het uiterste! Jelui denken maar aan
genoegen!. Je moeder trekt als een
bezetene de wereld rond. Ik kan me jelui
geen van alletn voorstellen zonder reistasch
in de hand, op weg naar een „fun"Et zit
geen ernst in jelui, Edith! Het gaat jelui
veel te goed. De geheele week laten jelui
anderen voor je zwoegen en dan loopen je
lui Zondags tweemaal naar de kerk en
doen j.elui schijnheilig met. jelui vroom
heid. 0. Ik ken jelui nu. maar-
ai te goed. Jelui vormt eigenlijk een
dolle samenleving."
Mevrouw Edith barstte in heftig weenen
los. Zij voelde zichzelf in Engeland ge
troffen en gemarteld.
Bitter ging Helmut voort:
„En omdat gij u liever laat doodslaan
dan wat uit te voeren, daarom mogen an
deren dat ook niet! Daar vallen jelui .men
schen als wij, die eerlijk en behoorlijk hun.
beroep willen uitoefenen, aan! Wil je hem
ook tot zulk een dagdief maken! Tot zulk
een onbeduidenden sportnar!. Een
.vervelende Londensche sraatlooperIk
bedank er hartelijk voor! Daartoe (krijgen
jelui een kerel als ik ben niet!"
De tranen stroomden Edith over de
wangen. Zij hief smeekend de handen op:
„HellieWij meenen het allen toch zoo
goed met je!"
Eensklaps werd hij' kalm. Akelig kalm.
(Wordt vervolgd).