No. 45. Dinsdag- 18 April 1916 10e Jaarg-ang ijnEngelscfce vrouw, gemeene Vergadering Uitgave van do Na&mlooza Vennootschap „ONS BLAB". Alkmaar. Bureau: B8EEDSTBAAT12. Telefoon No. 433. Dit blad verschijnt Dinsdag Donderdag en Zaterdag. N. V. „Ons Blad" Kardinaal Mercier. ABONNEMENTSPRIJS 75 ct. per kwartaal franco huis. 110 ct. met gelll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers van de courant3 ct. van het Zondagsblad. 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel26 ct. Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. der K. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Holland, Vrijdag 28 April 1916, te 8 uur ,m ten huize van den Heer PROOT, Langestraat. Agenda pening. otulen. ededeelingen. erkiezing van een bestuurslid wegens periodieke aftreding van den Heer fl. Kenter. erkiezing van een commissaris wegens i periodieke aftreding van den Heer H. Klaver. van een commissaris wegens bedanken van den Hoogeerwaarden I Heer T Ebbinkhuijsen. aststelling van de Balans en do Winst- t en Verliesrekening over het jaar 1915. Het Bestuur: H. P. M. KRAAKMAN. H, KENTER. J. F. QUAX. Reeds sinds Augustus 1914 houden tal- velen over heel de wereld in stille -nning de oogen gevestigd op degeeste- schoonste en edelste en krachtigste uur, die België bezit op Kardinaal Mercier. Reeds sinds dién wisten wij, dat daar in echelen een openlijke of geheime doch eds grooten strijd werd gestreden schen het hoogste recht en de hoogste cht want zoolang België's-vijanden immer in militair-gunstige! positie Érkeeren, omdat zij een neutraliteit .honden en België binnenvielen, zoolang "k is België in de oogen van den grooten rdinaal natuurlijk in de meest onrecht- lige positie. Alle verwikkelingen nu, die er ontstaan .schen den Kardinaal en het Duitsche "wind zijn rechtstreeks eengevolg van den uitschen inval en hun nog voortdurende nwezigheid in 't Belgenland. Is wij zóó de verschillende brieven, durende deze voor België zoo rampspoe- ~e tijden door Kardinaal Mercier ge- chreven, beschouwen, dan worden deze ons oog de heerlijkste uitingen van het _perste rechtvaardigheidsgevoel, niet van 1 te-ver-gaand patriottisme, zooals 's Kar aak vijanden het zich gaarne denken. Te-ver-gaand patriottisme zou in moge- ke omstandigheden strafbaar kunnen zen, het opperste rechvaardigheidsgevoel oit. En is de vijand nu een Duitscher, een anschman, een Engelschman, eën Italiaan een mensch van- welke nationaliteit ook, -Ji Roomschen, scharen ons in vroom rtrouwen om den' hoogen priester, die in n naam van God om rechtvaardigheid deze wereld smeekt en voor haar strijdt :t heilig vuur. Naar wij vernemen, wordt van Duitsche de het bericht, als zoude Kardinaal Mercier een waardig antwoord gezonden hebben op het schrijven van Gouverneui'- Generaal von Bissing, waarin deze Hem onder bedreiging met straffe aanmaande zich niet meer in dier voege openlijk te uiten, tegengesproken. Terwille van de hoogwaardigheid van dezen hoog-edelen Kardinaal mogen wij hopen en God bidden, dat verdere verwik kelingen uitblijven en dat niemand heilig schennend de hand zal slaan aan Mechelen's kerkvorst; doch, zoo dit niet geschieden mocht, dan zullen alle Katholieken prote- steerend getuigen, dat de heilige Roomsch- heid in alle consequentieV hun oneindig hoog verheven is boven politiek- en oor- logsk-undig gedoe van staten onderling. BINNENLAND, VAN HET BINNENHOF. Vergadering van Vrijdag 14 April. Het Donderdagavond gedane voorstel- Snoeck-Henkemans, 0111 de beraad slagingen over de Ouderdomswet te schorsen, totdat de leden de zeer gewichtige rede van Minister L e 1 y gedrukt in handen zouden hebben, mocht hoe redelijk het ook was geen meerderheid verwerven. Het werd verworpen met 54 tegen 21 stemmen (de Rechterzijde behalve de, heeren de Geer, Bichon en de Visser). Zoo dat de Rechterzijde de door den Minister gebouwde compromisbrug zou moeten be treden zonder goed te weten ót het bouw werk hen wel zou kunnen houden. Echter, zooals de redevoeringen van de heeren de Visser (C. H.) en van der Voort van Zijp (A. R.) reeds Donder dagavond deden verwachten, het- bemidde lingsvoorstel bleek toch voor de Rechterzij de vrijwel onaannemelijk. De heer Snoeek Henkemans (C.H.) wees er volkomen terecht op, dat in het denkbeeld des Ministers hoofdzaak zal blijven wat aanvulling moet zijn; de ouder domsvoorziening blijft den voorrang be houden boven de invaliditeitsverzekering, niettegenstaande 82 pCt. der betrokkenen invalide zijn en slechts 18 pCt. niet te voren invalide 70-jarigen. Verder stelde spr. den eisch dat de Re geering ook werk.zou maken van de invoering der Radenwet, teneinde haar belofte omtrent invoering der Invaliditeitswet volledig in te lossen. Terwijl ook helderheid zou moeten worden verschaft omtrent de vermoedelijke kosten der door de Regeering gedachte regelingvermindering op 70-jarigen leeftijd van de invaliditeilsrente met een zeker deel bij toekenning van Ouderdomsrente. Bovendien vreesde ook deze afgevaardigde van voortdurend opdrijven der Staats- ouderdomsuitkeering zoodanige verminde ring der premie voor de invaliditeitsrente na 70 jaar, dat van de verzekering ten slotte feitelijk niet veel meer dan de naam zou overblijven. Het compromis, verklaarde spr., laat dus principieel en practisch de bezwaren der Reehterzijde grootendeels bestaan. Hij deed daarom, een tegenvoorstel Uitbreiding der Invaliditeitswet tot zelf standig werkenden en een kleine wijziging der Armenwet, voor zoover noodig om mogelijk nog overblij venden te helpen. Met vaste hand pakte ook de heer de Geer (C. H.) het bouwgewrocht" van Minister Lely aan op een zeer zwakke plek. Doordat de Minister, zeide de afgevaar digde van Schiedam, de f 3 ouderdoms- uitkeering ook voor hen, die vóór hun 7osten verjaardag reeds invaliditeitsrente genoten, premievrij wil houden, denatureert hij het juiste beginsel der invaliditeitsver zekering, dat het oudedag-pensioen een uitgesteld deel van het loon moet zijn en plant hij het corruptiestekje, dat door steeds stijgende Staatsuitkeering en daarmede ge paard gaande rentedaling het verzekerings beginsel in* den grond zal bederven. Van groote beteekenis was voorts het principieele bezwaar van den heer Aal- berse (R K.), dat het voorgestelde com promis ten slotte zou neerkomen op invoe ring van het door spr. steeds met zooveel nadruk bestreden beginsel van blijvende Staatsbijdrage in de premiebetaling voor de Invaliditeitsverzekering. Spr. voor zich zou dan ook veel meer voelen voor een compromis in dezen zin, dat naast de Invaliditeitswet een vrijwillige Oudérdomsverzekering zou worden inge voerd met lage prémie en langen invoe ringstermijn, gedurende welken f 2 zou worden uitgekeerd op grond van art. 369 der Invaliditeitswet aan hen die buiten invaliditeitsverzekering vallen. Het zou er met dit al voor het compromis voorstel der Regeering niet bijzonder gunstig uit. Het zou evenwel nog verder in het gedrang komen. En wel door een aanval van Linkschen kant. De heer Teens tra (V. D.) namelijk toonde zich zeer teleurgesteld en verklaarde met kracht nooit te zullen goedvinden, dat uitvoering wordt gegeven aan het voornemen der Regeering om aan de wetten-Talma uitvoering te geven. Hij achtte het Regee- ringsplan dan ook als compromis geheel ongeschikt. Waarom hij met het zonderlinge voorstel kwam aan een parlementaire commissie het zoeken van een wel geschikt compromis op te dragen, en.... inmiddels de Ouder domswet aan te nemen. Dat zou dus een bevredigingsvoorstel worden, waarbij een der partijen te voren reeds geheel zijn zin heeft, gekregen De Rechterzijde zal natuurlijk wijzer zijn en er niet invliegen. Na de pauze weer eens een roerige rege ling van werkzaamheden. Nadat de Voorzitter de kamer had mede gedeeld de kamer weer te zullen bijeen roepen tegen Woensdag na Paschen, stelde hij tevens voor die week op Woensdag en Vrijdag ook 's avonds te vergaderen ter behandeling op de eerste plaats van de duurtetoeslagwet en verder o.m. van de molestverzekering en de Indische leening. De heeren Lohman (C.H.) en N o 1 e n s (R.K.) hadden volkomen gelijk, toen zij er op wezen, dat op die manier veel te veel van de leden wordt gevergd, en dat hun op die wijze te weinig tijd wordt gelaten tot behartiging van eigen zaken en tot bestudeering van velerlei belangrijke aan hangige onderwerpenzoodat de afgevaar digde van Goes zelfs verklaarde niet meer in de Kamer te zullen komen als hij niet zelf wat te zeggen zou hebben. De Linkerzijde, die, zooals de heer L o h m a n zich uitdrukte, de ouderdomswet heeft als munitie bij de Statenverkiezingen, vraagt er evenwel niet naar wie gelijk heeft. Zij heeft de macht en dus werd het voor- zitterlijk voorstel aangenomen Avondvergadering van Vrijdag 14 Maart. Ook de heer T y d e m a n (V.L.) zong geen hoogestemd loflied op het verzoenings plan der Regeering. De,Vrij-Liberale woord voerder scheen vreeselijk benauwd voor verdwijning der wetten-Treub tengevolge van dat plan. Waarom bij een compromis met de Rechterzijde wilde zoeken in deze richting, dat nu de Ouderdomswet zou moe ten worden aangenomen en dan tijdens de voorbereiding der uitvoering van de Talma- wetten de ontwerpen-Treub nog zoo ver mogelijk zouden worden behandeld om te zien wat er in verband met de Talma-wetten van zou kunnen worden gebruikt. Het wil ons voorkomen, dat dit denk beeld voor de Rechterzijde al even onaan nemelijk is als het Commissieplan van de den heer Teenstra. Ook hetplan-Tydeman toch zou neerkomen op het slikken voor de Ouderdomswet, op een vastketening aan de Staatspensioneering alleen in ruil voor de hoop, dat de Linkerzijde later de wetten- Talma niet al te gruwelijk zal mishandelen. Het verwondert ons dan ook niet, dat de heer Rutgers (A.R.) een compromis op zulk een grondslag zonder voorbehoud afwees. Invoering der wetten-Talma moet vooropstaan. Het was bijna Zaterdag geworden, toen de heer van Twist (A.R.) die door Linksch rümoer werd gehinderd, het voorstel deed om de discussies te verdagen tot Woensdag 26 April. Het gelukte echter niet. Er waren geen vijf Rechtsche leden aanwezig die het voorstel steunden; zoodat het niet in be handeling zal komen.- Minister Lely, die van Links zoowel als van Rechts zijn compromisplan zoozeer zag bestreden, had geen neiging meer om als bemiddelaar op te treden. Hij ver klaarde dit ronduit. Zoodat de bemiddelingsbrug wél als afge broken mag worden beschouwd. Te een uur werden de algemeene be schouwingen gesloten en kon de Paasch- vacantie beginnen. ALKMAAR. BROODVOORZIENING. De Burgemeester der gemeente Alkmaar brengt ter algemeene kennis, dat de Mini ster van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft bericht, dat door Z.Exc. in afwijking van voorgaande regelingen is besloten: ie. dat met ingang van heden voorloopig geen bloem van Regeeringstarwe mag worden gemalen; 2e. dat de meelfabrikanten den in hunne fabrieken aanwezigen voorraad bloem mogen afleveren met uitzondering van 250 balen, welke ter beschikking van het Rijksgraanbureau moeten worden gehouden 3e. dat, zoodra de in den lande aanwezige voorraad bloem is verbruikt, in ieder geval van Maandag 24 dezer af, slechts ongebuild tarwebrood (bruinbrood) mag worden gebakken; 4e. dat door hem, onder "overlegging van een certificaat van den betrokken ge neesheer, aan het Rijksgraanbureau de beschikbaarstelling van een hoeveel heid bloem kan worden aangevraagd ten behoeve van diegenen in deze gemeente, voor wie het gebruik van ongebuild tarwebrood op medische gronden nadeelig wordt geacht. - GROENTEN-VOORZIENING. Handelaren en winkeliers in regeerings- groenten, die in het bezit zijn van ledige groente-vaten, kunnen deze, desverlangd, inleveren vóór of op 19 April a.s. bij het bureau voor levensmiddelen-voorziening Limmerhoek 8 alhier. Na dien datum kan geen emballage worden teruggenomen. TOEZICHT IN DEN HOUT EN DE PLANTSOENEN. B. en W, stellen den Raad voor te be sluiten aan de commissie van bijstand voor de plantsoenen een crediet te verleenen van f 600 voor meerder toezicht in den Hout en de Plantsoenen gedurende 1916. ART. 1638 C EN D VAN HET BURGERLIJK WETBOEK. De heer Udo stelt voor Aan de afd. Alkmaar van den Tran sportarbeidersbond als beschikking op haar adres d.d. 28 Februari 1.1. te berichten dat haar verzoek inzake toepassing van de art. 1638 c en d van het Burgerlijk Wetboek wordt ingewilligd. BENOEMING VAN EEN COMMISSA RIS DER VEREENIGING VOOR VOLKS HUISVESTING „ALKMAAR". B. en W. stellen den Raad voor den heer G. T. M. van den Bosch opnieuw te benoemen als commissaris der Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alkmaar" en wel voor den tijd van drie jaren, ingaande April 1916. BRUGBOUW BIJ DE KANAALKADE, B. en W. stellen den Raad voor Burgemeester en Wethouders te machti gen tot het doen maken van een spoor brug en het vernieuwen van de Texelsche brug, volgens plan C, ingezonden door den Directeur der Gemeentewerken, bij schrijven van 13 Maart 1.1. No. 24, waar van de kosten op f 18605 zÜn begroot. BRUGBOUW BIJ DE KANAALKADE. Aangezien het verkeer over de brug bij den Ilelderschen Weg zeer groot is, zeker veel grooter dan over de Emmabrug, meent de heer G. Th. M. van den Bosch derhalve terug te moeten komen op zijne berusting in het voorstel van de meerder heid van de commissie van Bijstand voor P. W. en te moeten vomstellen om deze nieuwe brug dezelfde breedte te geven als de Heiloër- en de' Emmastraatbrug, welke zeker niemand smaller zou wenschen. Wordt dit voorstel aangenomen, dan kan aan weerszijden van de brug een voetpad komen (nu wordt slechts een voetpad voor gesteld aan de westzijde), wat, en aan het verkeer en aan den welstand, ten goede zal komen. De meerdere kosten om de brug op de voorgestelde breedte te maken, zullen ze ker niet meer dan f 2000 bedragen. TOCH' O,P] VERLOff.,.,.. Gelijk man weet, bestaat sinidls- de laat ste «Jagen bet verbod voor'militairen] zich per trein van. hunne standplaatsen te ver wijderen«die Alikmaarsche soïdatee heb ben Zonidiag hun vindinigrijkbeid getoond dloor met 'n 400 man een boot van de „Atkmaar-Piacket" af te huren em op ver lof te stoomem naar Amsterdam, zoodoende 'die wet ontduikend «1 zichzelf een aange naam dagje bezorgend. Met (muziek werdl de tocht heen em weer o.pgevroo'Iijkt, met muziek van „1., moindl- harmonica's. Op idten geboden tijd waren ze weer in die kazerne voor het avondappèl. FEUILLETON. dloor Rudolf Strata. „Neen, kindzei hij koud. „Dat is niet. aar! Waai' is, dat jelui op mij neerziet! eigens jelui begrip is het goed e.n mooi 'is een mensch suf op zijn geldzak hokt. aar het moet de zijne wezen. Anders ver- liten jelui zulk een jongen? Voorat als -fit een buitenlander isJelui hadden kouwens groot gelijk I" 1 weende steeds heftiger. Zij wierp |ch op den divan, 'het blonde 'hoofd in de jïnien. Hij liep naar .haar toe en legde .tin hand op haar schouder: „Heb je gis- 'en niet tegen mij gezegdhet geld komt au mij?. Je vader heeft dadelijk arop hetzelfde gezegd! 's Avonds heeft JJ11 broer mij gezegd. een mensch, pen men met geen tang' aanraakt: „Je eft van het gejd van je vrouw! Nu is het .enoeg!. Nu is het voor mijHier andaan of ten gronde gaan. Ik ga nu f1 Ihdtschlaniï mijn zelfrespect teruigha- 11En jij g.aat rn.ee! Je bent mijn Touw!" .Zij sprong op. Zij schreeuwde het uit: fe „bt toch zelf gezegd: ginds is het ar- .oe lijden, Heliel" Hij kromp ineen. Zij vervolgde: iiGroote God. hen ik dan .geboren p honger te lijden 1 Dan had ik anders P-gevoed moet.worden! Maar zoo is het tn schandelijke wreedheid, Hel-lie aar ben ik niet tegen opgewassen!" Zij liep op hem toe. Zij .greep- zijn handen. Haar borst beefde. Maar er was al meer vastheid in haar stem. „En jij ook niet, Hellie! Jij nog min der!. Jij hebt den rijkdom veel meer noodig dan ik, omdat je hem vroeger niet' hebt gekend. Je deu.gt niet voor pauper En je deugt ook niet voor een soldaat!" „E'dith." „Wij zijn er al eens van weggetrok ken!. Nu in zulke moeilijke omstan digheden houd je het heelemaal niet' uit!. Je gooit toch gauw je sabel weer weg! Binnen een half jaar zijn wij toch weer 111 Engeland. Waarom eerst dien bitteren tijd doormaken? Waartoe je hier laten uitlachen?. Hellie. Ik ben je vrouw. ik sta voor je. ik hef mijn handen naar je op en smeek je: Wees verstandig. Blijf hier. „Ik kan niet!" „Dan heb je mij niet mee.r lief!" Zij schreeuwde het uit. Zij snikte on bedwingbaar en luid. Hij sloot de ramen opdat men buiten niets zou hooren en zei toen beslist: „Juist omdat ik je liefheb, Edith, moet ik weg. of met jou, of voorloopig zonder jou. Want ik weet: je hebt mij toch lief! Je volgt mij spoedig, als je ziet, dat het mij ernst is. „Neen!. Neen!" „Het. heeft niets met onze liefde te ma ken, Edith! Die blijft bestaan. Het is slechts een krachtproef tusschen ons, wie de sterkste. in ons huwelijk is, Düitsch- 'land of Engeland. Deze proef moet eens vooral beslist worden! De man moet de sterkste zijn. Als ik. ga, verlies ik je niet, Edith, alleen als ik blijf! Want dan ben je hier eigenlijk mijn cipier, Geen mensch kan hem, liefhebben, die hem le venslang opgesloten houdt. Ik moet vrij zijn nog meer om jou dan om mijzelf!" Zij begreep niet, wat hij bedoelde. Zij hoorde uit zijn woorden slechts.een nieuw verwijt tegen haar. Zij' voelde zich on schuldig. Onrechtvaardig behandeld. Zij' keek hem verward en toch met al haar koppigheid in het gezicht, en droogde daarbij haar tranen. De Engelsche vast houdendheid kreeg de bovenhand. „Wij. zuilen nu niet meer twisten, Hel lie! Je bent zoo opgewonden, als een gent leman het nooit meest. zijn'. Je zult ook weer kalm worden.. Wij hebben toch den tijd. Het zijn nog veertien dagen tot- den eersten October!" Dat is zoo!. Maar ik ga nu dade lijk!" „Hellie!" „Vandaag nog! Ik houd het niet meer uit 'Edith schreeuwde het uit en week Terug. Zij liep naar de naaste kamer. Nu stond zij met haar dochtertje op den arm op den drempel. „Hellie. daar is .kleine mary!. Kan je het over je hart krijgen ons beiden te verlaten. Je vrouw en je kind?" Hij legde de hand voor de oogen om dat beeld daar niet te zien. Hij voelde, dat hij verloren spel zou hebben, als hij dat langer aankeek. Hij greep den deurknop met vas te hand. Zijn 'keel was schor. „Ik verlaat jelui niet!. I'k ga alleen vooruit!. Ik maak vast kwartier voor jelui. Jij volgt?" Zij schudde het., hoofd. Zij za.g, 'hoe bleek hij was. Weer ontwaakte de zekerheid der overwinning in haar, bet vertrouwen op de van zelfsprekendheid, dat de Engelsche wi'l de bovenhand behield „Neen, Hellie, ik zal hier met kleine Ma ry wachten totdat je terugkomtjij zelf. binnen heel korten tijd.- dat weet ik. Maar Goddank. het zal niet noodig zijn!. .- Je verlaat mij niet, Hel lie!. Je kunt het niet." Hij 'sfopd vlak voor haar, kuste plotse ling haar en het kind. mompelde wat. het klonk als: „Tot weerziens ginds. en dan. haar' oogen wer den grooter van schrik. hij had t-ooli de kracht. hij wendde zich opeens aft"! hij snelde de deur door. die werd ach ter hem gesloten. zij hoorde zijn haas tige schreden, op de trap. daarna stier ven zij weg' op het kiezel van den tuin. Daar kwa.m jüist de oude mr. Mathes door naar bgven, en zag Heimat Merker, die den stroohoed in de hand, overigens, zooa'ls hij in 'huis liep hem voorbijging, zonder een keer het hoofd om te wenden. Hij Jjiep: „Well, mr. Merker, is de oorlog verklaard?. Moet ge naar Prui sen Hij kreeg geen antwoord. Helmut Mer ker snelde verder. blindelings de straat langs, het station voorbij,. daar kon men hem nog volgen, hem overreden, terughouden. op voetpaden dwars door het land. door het een of ander vre§md uitgestrekt park, waar de wachter aan den ingang hem beleefd .als gentleman groette en herten nieuwsgierig van-de weidevelden opkeken. aan den andé ren er uithij was nu reeds een goed uur onderweg. daar was een stadje. spelende menscben, de voetballen vlo gen. ginds rookte de pijp van een lo comotief. Het was een trein naar Dover. Hij stapte in, kwam aan het station en spoedde zich naar de haven. Daar was een hotel. Hij bleef staan. Zijn hart kromp ineen bij de herinnering. Op deze plaats hadden Edith en hij elkaar voor jaren het eerst gezien. Een oogenblik van zwakheid. Daarna liep hij verder. Rondom taaie zeenevel. De wereld was grijs. Werd steeds somber der, zonloozer. Terwijl hij de eindelooze, in de watervlakte uitstekende havenpier op liep. H'oog in de lucht, op de spoorbaan naast hem donderde de exprestreiii die de passagiers uit Londen dadelijk aan het schip bracht. Tegelijk met hen bereikte hij de .stoomboot. Het was nu zoo nevel achtig, dat men niet van het eene eind1 naar het andere kon zien. Als schimmen belogen de mensehén zich. Ilij vroeg zichzelf: Wat is dat alles. Waak ik of droom ik1? Wat heb i'k ge-daan?. De stoomfluit brulde. brulde nog eens, voor den derden keer. Een .scheepsjongien. stond voo.r Helmut Merker en bood hem een lederen dek voor den ■overtocht te huur aan. Dat bracht, hem weer tot' -bezinning. „Als ik nu uitstap. dacht. hij. Maar daar bemerkte hij:, de stoomboot, was reeds'op weg. Men hoorde het slechts aan het borrelen van het water onder den scheepswand. Zien kon men niets dan een eentonig grijs in het rond. Daar doorheen zocht- de exp.resboot den uitgang, zwenkte -plotseling en stuurde langzaam, voorzichtig in de grijze neveL- muren over de zee, de onbestemde ruimte in. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1