DER.
ger dan
Tabak van J. R. lenss
MHIBHIClÉ.
Zaterdag 2 September 1916.
10e Jaargang
1
f
K lUllffi HT IET NSÏÏL
A. LOHMAN RENCKHNS
POLITIEK.
No. 101
%r
99
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
tig gehouden bij 0p.
va,li den te Aftmaar
Mr. A. P'. Hl de Lange,
perceelcn te Hieilo:
aan den Rijksstraatweg
zamen groot 8.07.60 H.A°
erf aan den, Heerenweg
ca., op f 1.100.—.
bewoond door ,twee ge.
aan den Straatweg, groot
f 1.580.—
Mi de Slootenslaan, groot
f 195.-.
daarnaast, groot 11 a. 40
aarnaast, groot 11 a. 45
o-mbinatiën blijven bepaald
ten 13 September lQlg
uur, in het, koffiehuis
Ruiter te Heillot,
WOUDE, 29 Aug. Btocm-
rood© koot f 5—f 6 30
12—f 23.10, witte kool f7
uitenillandl f 22.50—f 35.90,
14.10, id. buitenland f 1*9
;n f4.20—f5.80, per baal
buitenlandl f 3—f 3.95, gr.
1.95, schioota. f 2f 2.1
f 1.30, drielingen f.0.60
2.20—f 2.35, eigenheimers
:p f8—f8.90, driell. f5-_-
)0—f5.10.
nikool f 14f 14.50, rooje
0. id. buitenland! f 14—f 20.
-f 11, id. buitenland f21
d f8.60—f 12.10, id. bui-
.60, wortelen f4.90—f5.30,
2—f2.10, volgelingen f l;3(i
en, flf 1.30, blauwe f225.
7.50—f 8.80, driell. f4 20-
70—f4.80.
LANGENDIJiK.
29 Aug.: 12500 st. blloem-
1.80, id. 2e soiort f 3.70—
ipodie koof f 3.70—f 6.30
1.20f 22.20, 17000 st. gelé
.60, id. buitenland f 13
witte koot f7.9—f 10.60
f26—f35; 1800 hps wor-
29 Aug.: 407 zak aardappe-
muizen fl.70f 1.80, ge-
ronde f 1.90—f2.40, drie-
1.30; 31 baat uien f3.90
nep f 5.40—f7.50, 15 baal
id. buitenland f3.3500
f 6.50—f9.40.
30 Aug. R.K. Cpöp. Tuliv-
tnerfand". Sla f 1—f 1.50 per
©lei» 3040 ct. per ben;
5 ct., per bios; kömkom-
—5 ct., 2e soort 2—3 ct. per
of 24 ct. per stuik; groen-
apuicijbers 7—11 ct., rasipers
pio'nd!; tuinboon en 57 ct..
Snijboonen f 18—f 19.90,
1 f 23—f 25, groote id. f 22
nien 20f 23, dubb. stamb.
'r 100 kg. Aanvoer 70000
ar"
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis.
Met geïll. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
90 ct.
125 ct.
3 ct.
5 ct.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.:' 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
Wij leven in een tijd, die geheel ons
denken bezig houdt met de droeve gebeur
tenissen, welke in de oorlogvoerende landen
plaats grijpen. De vvreede oorlqg, die over
een groot gedeelte van Europa woedt,
neemt uit den aard der zaak zullk een
belangrijke plaats in ons dagelijksche lieven
in dat alles daarbij vergeleken ons voor
kóm! te zijn alls van lagere orde. En
toch mogen wijl ons niet te veel aan der
gelijke gedachten overgeven. Wel heerscht
gelukkig nog d'e vrede in ons vaderland
en zijn wij nog behoed voor de gruwelen,
die He oorlog meebrengt, maar van den
anderen kant gevoelt toidh ook ons land
den druk van den werelidstrijidl. En
naast de groote wereldpolitiek dient
ook de eigen-biinnenlandsdhe politiek niet
vergeten. Het leven heeft nu eenmaal zijn
gewonen loop ook in buitengewone tijlden.
Zooveel belangrijke onderwerpen, vrdgen
ook in ons- land de aandacht, denken wij
slechts aan de aanstaande grondwetsher
ziening, dat dit alles niet onopgemerkt
mag worden voorbijgegaan. Hei komt mij
dan ook gewemsCht voor in deze korte
politieke praatjes nu en dan de meest
belangrijke onderwerpen aan een eenvou
dige bespreking te onderwerpen. Het doel
is niet ingewikkelde verhandelingen te
geven, uitvoerige beschouwingen. er aan
te wijden, maar zoo beknopt mogelijk een
kijkje te geven op politieke vraagstukken,
die aan de orde van dien dag zijln. Zoo-
velen zijn er nog, dile geen duidelijk be
grip .hebben vain yvat er op dit gebied
voorvalt en voor wiett sociale wetgeving,
oitcferdomsverzekering, evenredige vertegen
woordiging pjeChts vage begrippoit zijn.
Ook over de oeooooimische politiek zal
het goed' zijn in deze praatjes «enige ailge-
meene begrippen te geven. Meer dan ooit
i9 het in deze tijden gebleken, hoe het
landt- en tuinbouwbedrijf een groote rol
speelt bij de voeding van het volk. Dat
derhalve in de toekomst er voor" moet
worden gewerkt, dat deze belangrijke tak
ken van tevensmiddielenvoorziienilng niet mo
gen worden, ondermijnd, zij hier reeds aan
gestipt. En reeds thans zal er van regee-
ringswege moeten worden zorggedragen
hiervoor te waken. Zooveel is er derhalve,
dat onze aandacht vraagt in het huis
houden vam den eigen staat,, en niet jeder
is in de gelegenheid, noob bezit de bist
uitgebreide vertoogen over al diiie punten
te lezen. Mogen deze politieke praatjes
er toe bijdragen de be langste lil hg voor
datgene te wekken, wat betrekking heeft
op het huishouden van den Staat. De ver
kiezingen zijn wederom aanstaande en men
zat geroepen worden zijn stem uit te bren
gen. Het zal nuttig zijn dan althans eeniig
begrip te hebben van die onderwerpen
weke in het bijzonder de aandacht vra
gen. Zooveel lauwheid' heerscht er nog op
dit gebied; zooveel onverschilligheid voor
datgene, wat direct land en volk betreft.
Mogen deze korte aaniteekeningen er het
hunne toe bijdragen die onverschilligheid
te verminderen, dan zal het doel er van
bereikt zijn.
Mr. PAUL' v. SONSBiEECK.
FEUILLETON.
Een verhaal uit den tijd der Kruistochten.
In Nedertandsch* bewerking'
van
LIi 1 i AL v, d.
19,
Zekeren dag, alls de slotvrouwe weer in
droef gepeins zat, hoorde zij heel in de
verte ia het dial trompetgescbefiter, Snei
spoedde zij' zich op den spitsi des torens
«n richtte haren blik op een stofwolk, die
zich ,aan den gezichtseinder vertoonde.
„Mijn God," sprak zij, „is. dat Willem?"
cn vree9 en hoop doorwoelden hare ziel.
Eindelijk erkende zij uit de stofwolk een
troep gewapend-en. Aan de spits, wapperde
een roemrijke, verscheurde vaan, een glan
zende wapenrusting en een© heilm met een
hos reigersveeren werden zichtbaar. „Hij1
's 't! Hij: is 'H" jubelde zij, en vreugde
tranen verstikten hare stem.
De klokken in kerk: en kapel luidden
vroalijk. en de lieden trokken, allen hunnen
heer te gewroet, om ben» en hunne ver-
Wanten, die mee uitgetogen waren, web
kom te heeteni.
uT??1 d® *re® het sillot bereikte, vloog
.i'lide in ide armen baars echtgenoots.
Nooit heb ik eeni meer téedere iefdle aan
schouwd! Zij zeiden geen woord, maar
neete kussen vertolkten hun gevoelen®. Lang
nog fag de edele vrouwe aa,n de borst
s rudiders, en de kleine M'aria reikte haar
nde handjes en weende vreugdetranen,
enzelfde geluk, eenzelfde vreugde vervulK
de harten, der teruggekeerd® wapen-
r$> die zich mi weder thuis bij' de
BINNENLAND.
NEDERLANÜ EN DE OORLOG.
De vlsscherlj-kwestlc.
Reuter seint aan de bladen:
De „Daiy Mail" schrijft, dat de over
eenkomst tusschen de Ejigeibche regeering
en de Nederlandsche visacberijreediers de
kooplieden te Lowestoft en Yarmouth zeer
ontevreden stemt. Ze vinden, haar onbillijk.
De Hollanders, zeggen zij, zullen, door Ln-
gefech geld geholpen, die Engeilsdhien onder
kruipen. Als b.v. een Engelische ton ha
ring 52 shilling kost, zal de Hollander
dezelfde hoeveelheid voor 42 sih. kunnen
aanbieden en dan 20 ah. meer verdienen
dan de Engeiischman. Dat zal ons van de
onzijdige marlet verjagen, en dat is de
eenige markt, die er tegenwoordig op1 aan
komt.
De groote inmakers in Peterhead^ Aber
deen en Fraserburgh zullen, vervolgt de
„Daily Mail", dat onrecht hard voelen.
Zij handelen meest in gomarioncerde haring.
Zij hebben het toch ail zwaar en net, dat
ze voor het seizoen op streek zijn, komt
dit er bij
Reeders en vissichers zullen er evenzeer
onder lijden als de koop tuk besluit het
blad.
Een geschenk van Belgen aan de Koningin
De werksters en werkers van de ateliers
in hef Vluchtoord Nunspeet hebben de
vriendelijke gedachte gehad, aam onze Ko
ningin een geschenk aam te bieden, als
blijk hunner dankbaarheid voor de gast
vrijheid, door hen zoo langen tijd reeds
hiier genoten.
Door de kantwerksters, werd vervaardigd
een tullen sjaal. m,et applicaties van Brus-
^elsche kloslkant. 'Het geheel maakt een
sierlijken imdruik en geeft een goeden dunk
van „bekwaamheid en ijlwer.
Dia sjaal is vervat in een doos van eiken
hout; op Ihiet deksel is het Bielgiscbe wa
pen uitgesneden tussohem .eikenloof en vlag
gen, terwijl zij gecapitonneerd is met oranje
satijn. Tegen de binnenzijde van het dek
sel is een kantstuk aangebracht van Lier-
sche kant, voorstellende h.et Belgische wa
pen, afgewerkt door een razenrand met
kapjes.
De Engelsche pers over Nederland.
Uit een hoofdartikel van die „Glasgow
Times", getiteld „Neutral Attitude"
„De geografische ligging: vani Nederland
heeft zijn positie, in verband met zijn
groolen en arroganten buur op zijn .oost
grens, .van het begin af aan bijzonder
teer en gevaarlijk gemaakt."
Na melding te hebben gemaakt van de
waard©, die de Nederlandsche kust voor
DuitsChland zou hébben en dé verzeke
ring, dat dit land de Nederlandsche havens
zou gébruikt hebben voor een inval in
Britannië, jpits maar eerst de inval m
Frankrijk geslaagd! ware en het de
Fransch-Blelgisdhe kust tot Boulogne had
kunnen bezetten, besluit het blad ^.ts volgt:
Diergelijke overwegingen moeten na
denkende Nederlanders wel altijd voor den
geest hebben gestaan; doch zij zijn het
hoofd niet kwijt geraakt, zelfs niet in de
donkerste dagen en de houidlng dier Neder
landsche regeering, zoo. waardig, zoo be
slist en diplomatiek, zoo correct,, heeft, „de
hunnen zagen. Maar troostloos gingen die
genen, wier dierbaren niet wederkeerden^
Eenige oogenbl'ilkken later werden de
deuren der kapel geopend en die pelgrims
traden binnen, om. God voor den. behou
den terugkeer te .damlkem.
Met een blij! gemoed stemden alle aan
wezigen in met den jubelzang Te Deum.
Toen het loflied geëindigd was, opende
de ridder een kistje, nam er aem goudien
ketting uit en hi.ng hem zijne gemalin om.
Aan den ketting bevond zich een. medaillon
met een relliquie van het heilig kruis.
Dan gaf hij zijnen 'hofkapelaan een tee-
ken en deed dezen een 'kristallen kelk,
die een opgedrooigden bloeddruppel, in
hield, op 't .altaar plaatsen.
„Knielt neder en aanbidt!" zei.de hij',
„want wij hebben hier het overblijfsel va»
een groot wonder."
Diepe stilte en machtige bewondering
heerschte alom.
Da burchtvrouw vroeg haren echtgenoot
halfluid:
„Waarom moeten wij nederknielen en
aanbidden?"
Willam antwoordde knielend:
„De Heer heeft onze wapenen en onzem
strijd gezegend. De kleine troep van Marigny
heeft vellen 'krijgsgevangene gemaakt en
onder hen een jonge edele emir. Een pries
ter, die als kluizenaar op den olijfberg
.leefde, .onderrichtte .hen in 't 'Christelijk
geloof; zij edhter hielden hardnekkig vast
aa» de leer van' den profeet, hoezeer zij
ook de heiligheid van onzen Godsdienst
bewonderden. Daar verscheen hen Jezus
ails klein kind in 't Allerheiligste Sacrament
des altaars, en veranderde voor aller oo.gen
dan wijn in den kelk in zijln aanbiddihgs-
waardig Woed. Een dropje van düt bloed,
'bleef na de plechtigheid terug in dan kelk.
De bisschop vat» Juresalem schonk mij
diepe achting verworven van de geallieer
den!" („N.Crt.")
Toor Servische krijgsgevangen,
Het „Internationaal Liefdewerk voor ge
wonden en krijgsgevangenen te Maastricht"
dat onlangs een honderdtal pakken heeft
kunnen toezenden aan arme Servische
krijgsgevangenen, ontving het volgend
schrijven
„Wij danken u oprecht voor uwe blijken
van liefdadigheid, welke gij ons hebt gege
ven, aan ons, de door de geheele wereld
vergeten en.
„Gedurende de negen maanden, dat wij
krijgsgevangenen zijn, hebben wij nog van
niemand penig blijk .van mededoogen
mogen ondervinden. Van uw comité heb
ben wij de eerste liefdegaven mogen ont
vangen.
„Al de andere gevangenen, Russen, Fran-
schen, Engelschen, krijgen leveiismiddelen,
slechts aan ons Serviërs denkt niemand.
Als het u mogelijk is en ons verzoek u
niet al te onbescheiden voorkomt bidden
wij u zich onzer ook in de toekomst te
berinneren.
„Er zijn hier in dit gevangenkamp 860
Serviërs, waaronder een veertigtal zieken,
maar buitendien bevinden zich vele ouden
en zwakken te midden van ons.
„Nogmaals smeeken wij u, zendt ons nog
eenige uwer pakken vt ij zullen u er eeuwig
dankbaar voor zijn.
In naam der gevangen Serviërs
Feldwebel Ljubomir Awejitsch,
Ranissau Begowitsch,
Vicefeldwebel Woja Nastaijewitsch.
Het bestuur van het „Internationaal
Liefdewerk voor Gewonden en Krijgsge
vangenen" te Maastricht, hoopt op meer
bijdragen hoe gering ook opdat deze.
vereeniging den verstootenen wederom
eenigen troost en opbeuring in hun lijden
kunne geven, wederom eenige verzachting
moge brengen in hun leed.
Over de grens gekomen.
Te "Oldenzaal is over idle grens gekomen
een Russische krijgsgevangene, die vóór
15 maanden bij Loidiz wa® _gevangen ge
nomen; en nu van een, arbeidscommando
bij Burg'steinfurt wist te ontvluchten. De
Duiitsehe grenisiwadht had' hen» nog wel
eenige schoften nagezonden, doch zonder
resultaat. Twee lotgenooten waren daar
door echter het spoor bijster geraakt.
Bij Enschede kwamen drie Russische
krijgsgevangenen over de .grens, die Zater
dag uit het gevangenkamp, bij Münster
wisten te ontvluchten.
Te Haast (gam. Aaliten) zijtai weer twee
Oostenrijkers, en een Duitsiche deserteur
aangekomen.
Twee loggers door mijnen tot zinken
gebracht.
Vrijdagnacht arriveerden te IJm.uid.en de
Katwijker haringl-ogger „Eendracht 1" met
23 opvarenden van twee h.armtglloiggers, die
op de visscherij door bet stooten op mij
nen verloren wpreni gegaan.
Omtrent deze schipbreuk en redding ver
neemt -men:
De zeillog.ger KW 156 „Noordster" van
den reeder Joihan Parlevliet te Katwijk
was j.l Dinsdagmiddag na een rei® van
zes weken bezig met het inhalen dier net
ten, toen te ongeveer vier uur in de vleet
een mijn werd opgehaald, die tegen het
voorschip ontplofte, waardoor een groot
die kostbare reiquie oinder voorwaarde,
dat ik, na den aftocht der kruisvaarders,
nog twee jaren in het Heilige Land zou
blijven."
„De tijd is mij zeer Tang gevallen en heeft
.mij vele tranen gekost," hernam de sl.ot-
vrouw fluisterend', „maar o God, die tra
nen en die dagen van droefheid, zijn. rijke
lijk vergolden, .d'oor dien druppel van Uw
heilig Bloed."
Het vdlk h.ad in stomme verbazing het
geisprék gevoiigd en 'bleef tong in gebed'
verzonk en-
Het heiige "Bloed werd' hierop, in 't Ta
bernakel' dier kapel bewaard en iiader jaar
werd' te zijner eere een plechtig feest
gevierd.
Onder de pelgrim®, die van Palestina
terugkeerden,, bevond zich. een jonge man,
die de Meeding der Oosterlingen droeg en
een zwart prachtig paard bereed. Het was
die emir, van.wienis gevangenschap en be
keerling de ridder gesproken had'; het was
Tebsima.
Niemand' begroette hem bij' zijn aan
komst; geen dier vreugdetranen en be
wijzen van liefde gold berm. Voor hem
begonnen de dagen der ballingschap.
Mijn vader, moge Goid u voor het leed
bewaren, dat de balling op vreemden bo
dem omdervindtl
Eeinige dagen werd. mijn nieuwsgierigheid
opgewekt en geprikkeld1 door die nieuwheid
dier omgeving en .de zeden der bewoners;
maar weldra- kwelde qjij in uw diepe dalen
eira uw oude wonden de herinnering aan
de woestijn.
Het stille leven, dat gij voert, en dat u
onbeweeglijk -maakt als uw buizen; ver
dubbelt bij eenan Arabier, wiens leven
tot nu toe, rusteloos geweest was als
bet zand1 der woestijn, het heimwee naar
ALKMAAR. Tel. 276, Stëen&nbrug (Verör. öo-röj,SchO.enhancC
gat .jn den houten tagger werd geslagen
en de zeé vrij binnenstroomde. Men zette
zi-ch dadelijk aan de twee handpompen
en trachtte ook mdt de( stoomdo-nefcey het
instrooménde- water uit te pompen.
Hfet ongeval was inmiddels, opgemerkt
door den logger „Eendracht", die kort-bij
zeilende was. Men had' op dezen logger
den schok gevoeld en spoedde zich naar de
„Noordster"-, zette een boot buiten boord
tot hulpverleening en zoo. noodi-g o-m de
schipbreukelingen af te hallen, toen het
bleek, dat de „Noordster", in /weerwil van
bet pnafgebroken pom-pen, waarbij cok de
redders hulp verleemden, niet meer te be
houden was, verliet de bemanning, na zes
uren arbeids, in hun -eigen boot en In die.
welke hun was toegezonden, bun vaar
tuig, met achterlating van al bun bezit
tingen. Dadelijk daarna- kantelde die „Noord
ster" en verdween in de diepte.
Inmiddels was het tien uur in den avond
geworden toen .men o-p zeer groeten afstand
een ander schip opmerkte, dat volgens d-e
signalen in nood verkeerde. Zoo- hard mo
gelijk zeilde men daarheen om ook daar
hulp -te vérleenen. Het bleek te zijln de
zeillogger VL 23 „Adriana Jacoba", van
de j-eed.erij P. -en A. Kortland te Vlaar-
dingen, dat veertien dagen in zee was- en
eveneens door een mijn was. getroffen.
Deze mijn was met den arm. in .de visch-
lij'n geraakt .en tegen, den romp geslin
gerd; waarop een ontploffing volgde. De
bemanning had; om de aandacht te trek
ken, alles wat brandbaar was, zelfs dekens,
kooi- en lijfgoederen, in petroleum ge
drenkt en aangestoken.
Ook op dit schip bad; men zich. aan de
pompen gezet. Toen het bleek, dat het
ten slotte, alle moeite ten spijt, niet boven
water was te houden en de bemanning
geen hulp zag opdagen, werd besloten in
de scheepsboot te gaan. Gelukkig was
de „Eendracht I" in aantocht. Uitkomst
was dringend! noodig, want d'e sloep was
bij h.et buitenboord zetten door de ruwe
zee omgeslagen en, na gekeerd te zijn,
half vol water geraakt, zoodiat de mannen
o.p dat oogenhlik van alle redmiddelen
waren verstoken. Ook deze logger sloeg,
na bet verlaten van de bemanning, dade
lijk onderstboven en zoinlk in de diepte
weg.
D© mens ellen, werden overgenomen in de
booten van de „Eendracht I" en opgenomen
aan boord van dien logger, die dadelijk
koers zette naar IJmuiden, ter ontsche
ping van dit groote aantal geredden. Met
de eigen bemanning herbergde de „Een
dracht I" gedurende tw-ee diagen 38 vis-
schers, die zich om beurten tevreden, moes
ten stellen met verblijf- en. slaapplaats op
dek.
Na aankomst te IJmuidem werd. onmiddet-
'lijfc bij de .marine-autoriteiten, een. officleele
verklaring afgelegd'.
De verongelukde Vlaardinger logger had(
reeds veertien dagen geleden uit zee moe
ten teruigkeeren om een zieken opvarende
te landen.
Geen der geredden en dier redders, be
kwam eenig letsel. (,,Hbld.")
Provinciale Broodcommissie Noord-Holland
De heer F. W.ibaut, voorzitter d'er Prov.
Blrocidico-mmiissie, zendt aan de burgemees
ters van N.-Holland de volgende circu
laire:
1. In aansluiting a-a-n mijn circulaire van
28 Augustus, 1916 heb ilk de eer U ter
verduidelijking te berichten, dat bet de
bedoeling der Cen Irate Broodcommissie is,
dat alleen rogge en tarwe voor die eigen
Gemeente mogen worden gereserveerd en
wet jragge slechts indien bet in Uwe Ge
meente voor valksvoedsel wordt gebruikt
en tarwe, wanneer de verbouwers daar
van zel'f hun tarwebrood bakken. Gaarne
verneem -ik dus, indien -dit lilnl .Uwe Gemeente
zoo is, hoeveel naar schatting gemiddeld
per maand1 noodig is. Na mededieeling hier
van, zal dezerzijds worden bericht, welke
hoeveelheid van den in Uwe Gemeente
gecontracteerden voorraad mag worden ge
houden. Ook indien in Uwe Gemeente geen
verbouw van deze producten plaats, vond,
of bovengenoemde gevallen niet in Uwe
pemeente voorkomen, moet thans aan mij
toch ppgave van de schatting der aildus
benoodig.de hoeveelheid rogge en tarwe
worden -gedaan.
2. Het is de bedoeling mijner Commis
sie, dat alleen bij' sterken en gemotiveer
den aandrang van den. verbouwer om zijn
graan spoedig tc leveren, biiertoe mag wor
den overgegaan. Het graan kaïn alsdan
(Uwerzijds worden opgezonden naar de op
slagplaats, voor ;Uwe Gemeente hieronder
aangewezen. Al® opslagplaatsen gelden al
dus:
Dien Hetd-er: vo-or de Noord-Holiandsehc
eilanden en Koegras.
Amsterdam: voor de provincie bezuiden
bet Noordzeekanaal ©n de Zuidierz-ee.
Alkmaar
Wieistzaan)voor het tusisdhenliiggende ge
deelte der provincie, met dien verstande,
dat bet plaatselijk gebruik zal moeten aan
wijzen of Alkmaar dan wel Westzaan de
geschikte plaats .i®; zooveel mogelijk .ech
ter zal Alkmaar als opslagplaats, dienen
vo-or de Anna Pauiownapolder, Wieringen
Waard en Groet, Zijpe, 'WestfriesTand -en
de om Alkmaar liggende Gemeenten, en
Westzaan voor Westzaan, Beverwijk, Zaan
dam-, Zaandijk, Koog a-, d. Zaïan, Oost-
zaan, Wormerveer en Assendélft. (Voor
Haarlemmermeer geldt een afzonderlijke
regeling.)
Indien dus de landbouwer aflevering ver
langt, zult gij U tot den Burgemeester
van een -dezer opslagplaatsen moeten rich
ten.
3. Indien -de .landbouwer zijn graan
heeft afgeleverd en indien geen verschil
bestaat over de qualiteft en prijsbepaling
(als circulaire P.. BI. C. No. 29 sub 4
en P„Bi. C. No. 81 sub 2) verzoek ik
U beleefd den landbouwer -een schriftelijke
verklaring af te geven met nauwkeurige
verm,elding van de hoeveelheid en de waan
de der partij. Een duplicaat dezer ver
klaring zal dan moeien worden- opgezon
den naar den Burgemeester der betref
fend© opslagplaatsen. Indien we'll verschil'
bestaat tuisscben landbouwer -en deskundige
omtrent qualiteit en prijsbepaling, za! dit
ALKMAARSCHE
OVERAL VERKRIJGBAAR
zijw vaderland.
Ais ik eenigen tijd' na mijn aankomst
de-n kouden wind voelde, als de hemel'
bestendig beneveld' was, en die boom-en
ontbladerden, -meende ik van angst te ster
ven; ik daCht met smachtend verlangen
aan de warme hidht i-ra Azië em aan den
schoonen hemel, wiens pracht de ziel niet
genoeg kan bewonderen, en die on-s als
een weerschijn van 't -eeuwig vaderland
tegeng-lanst.
De sneeuw herinnerde mij Tater nog meer
aan mijd gevangenschap.
Dan zart ik uren Tang aan 't raami mijner
kam-er en h-oorde na-ar heit doffe ruisch-en
des 'winters.
Wanneer de regen raedlerviiel of d-e sneeuw
het landschap i-n een donzig kleed huilde,
dan dachit ft aan Arable, aan Ibrahim; én
Sarai, en weende'.
„Ons landschap maakt niet altijd zoo'11
droevjgen indruk," zeide broeder Aibertus.
„Is dan niet -de vreugde in uw hart terug
gekeerd, als de lente u den blauwen hemel
meft de gouden zon en de in jeugd' en
schoonheid stralende natuur teruggaf?"
„Neen, mijn vader! De balling ziet het
lachands'te landschap silechts door een nevel,
van tranen; w.at hem verstrooiing bieden
moest, vermeerdert sleohts zijd treurige ge
dachten.
Zeer vaak; zag ik het Ouche-dal in zij»
vollen glans, -do-ch -dan werd ik nog droe
viger gestemd. De weiden herinnerden mij'
.aan de weiden des Jordaans, hun groen
tapijt aan de oase -der woestijn. Het rui-
séhen der beek verplaatste mij' aan de
bron onder de palmen, en aan dan strooi»
onzer bergen.
Wanneer de dag eindigde en ik het
gezang der herders vernam, of als ik de
ouders omgeven door hum kinderen zag
terugkeeren van het veld', dan gedacht
ik, dat ik alleen hier zonder verwanten
was en de oude Ibrahim vergeefs mijne
terugkomst verwachtte.
Toen ik het slot van Marigny bewoonde,
heb i'k vaak van -deus hoogen toren de
spelende dorpsjeugd beschouwd! Maar hun
vreugde, hun luidkljnikendb ladh, h.et ge
luk, dat zich op hun gezichten afspie
gelde, roeiden mij tot weenens toe, ,want
ik herinnerde .mij' mijn zuster Sarai.
Wat mij' het bitterst s-dheen, was, dat
ik, inwendig rouwend!, met Mathilda -en
Willem spreken en lach-en moest om. hen
niet te bedroeven.
Doch niet zood.ra was ik weder met de
kleine Maria-alleen of de stilte en die treu
righeid overmeesterden mij1 weer.
(Wordt vervolgd,)