Mient 21
Tabak
enss
maar.
BANK
IDE BALLING UIT HET DOSTEN.
IN te ïlarmeÉi»!
'ayglopj
No. 122
Zaterdag 21 October 1916
10e Jaargang
ias]es,
rijzen.
r-PABTorms,
HOCO,
Ltivators.
TELEFOON 59
Billijke prijzen
da Boterham.
ord's Kalvermec!)
Vleeschmeel
vaa
tbilietten in
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
R. K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
De liefdadigheid in
Reclasseering,
en t 1000,
ember 1917,
trouwen.
Billijke prijzen
de noogste eiscneil kjjeen me|; gej,j hunt koopen of met
leelen.
:ende nieuwst
ARTIKELEN.
:ent per ons.
g 14 ct. per
v. LIESHOUT,
feuilleton.
jrnsche Keet",
njbige aanvraag
ïden verkrl|flbaarj
alkmaarsche
overal verkrijgbaar
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433. -
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geïll. Zondagsblad 125 kt.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
nstaand, vnor tijdelijkJ
ezer te xi uur v.m.
ven aan de inschrijvers]
rstande, dat door ALLE
LAAGSTE prijs betaald
mij gekocht worden!
worden ter bewaring
Bij al de wreedheid, die zich in onze
jammerlijke tijden zoo brutaal en zoo zelf
bewust onder de menschheid openbaart,
zien wij rGode zij dank 1 ook een
liefdadigheid, een heel bijzondere liefda
digheid krachtig uitgroeien naar alle zijden
liet streven tot reclasseering 1
Reeds meermalen hebben wij in ons
blad op dit bij uitstek schooue werk van
christelijke naastenliefde gewezen, zoodat
j wij het onnoodig vinden nog eens het werk
en de bedoeling van reclasseering uiteen
te zetten.
In het September-nummer van „Sobrië-
tas" zet pater lldefonsus in het kort uiteen,
wat door reclasseering moet worden ver
staan, belicht even het doel en noemt
eenige middelen, om dat doel te bereiken.
Hij toont ons tevens aan, dat het reclas- j
seeringswerk de belangstelling en de mede- 1
werking der drankbestrijders niet alleen 1
verdient, maar dat hunne deelname aan j
het reclasseeringswerk gebillijkt, gevraagd,
ja, gefiischt wordt
l)e schrijver had er gerust bij kunnen
voegen, dat de drankbestrijders bij het re
classeeringswerk onmisbaar zijn. Zijn niet
het grootste percentage der veroordeelden
en ontslagene gevangenen drinkers en heb
ben de Reddingbrigades niet getoond wat
de drankbestrijders kunnen presteeren op
't gebied van reclasseering
Het werk der reclasseering vraagt vooral
menschen van beproefde deugd, mannen
uit het volk, doch mannen met onbaat
zuchtige zelfverloochening en heldhaftige
zelfbeheersching en zelfopoffering, die zij in
dienst van hunne ongelukkige medebroe
ders willen stellen.
Dezulken zijn menschen van karakter.
Karakter is echter voor hen nog niet
genoeg, zij moeten een goed karakter be
zitten, want juist dit maakt hen meester
van hunne omgeving en van degenen, met
wien ze omgaan.
Wilt ge invloed uitoefenen, maakt u bij
iedereen geacht. Een ieder moet van u hou-
en en gaarne beminlijk met u omgaan,
dan pas wordt ge meester over den kring
om u heen.
Een dergelijk gezag echter kan slechts
Icnhoil wortelen in deugd. Denkt niet, dat ge dat
n verbruiker de grOOtl macllt kunt afdwingen. Geld, gulheid zon-
der meer, zullen nooit iemand werkelijk
doen liefkrijgen, men zal naar uw oogen
^ien, maar men blijft voor u even koud
als voorheen. Wil echter niet gierig of
koudhartig zijnintegendeel, verzacht het
lijden en de ellende, als gij die kunt leni
gen, maar met oordeel, dit is een groote
plicht. Strooi echter geld om u heen, zoo
veel ge wilt, zoo uw hart gesloten blijft,
zult ge ook nooit dat van anderen voor u
zien openen, terwijl het werk, hier bedoeld,
der zedelijke verbetering alleen door zede
lijken invloed ten goede kan verkregen
De lezer bedenke nu eens: kan op deze
wijze voorloopig al niet. ieder edel en op
recht Katholiek een apostel zijn in dienst
van de reclasseerings-hefdadigheid
Juist dezer dagen lazen wij van' die handl
van den heer L. J. Verschuren oen treffend
artikeltje, waarin déze o. a. vertelt
Dat door het patronage in de reclassee
ring vele, vooral jeugdige veroordeelden
:r vestigen wij de aan
nze prima
erkrijgbaar bij
eval uit de hand TE 1
ekende
onheugelijke jaren met sutöj
d een kruidenierswinkel J
bestaande vergunning en i«j
bevragen bij den
i LEE, Beemster.
Een verhaal uit den tijd der Kruistochten.
1» Nederlandsche bewerking
I
van
M. v. d. O.
te redden zijn, zou iik met de treffendste
feiten" kunnen aaintooneii, dioch ik zou dooi
die beschrijving die aanida«Jht vestigen op
personen, voor wie dat soMS minder aan
genaam zou kunnen zijn.
Alleen één feit wil ik aanhalen, d'at de
behoefte aan organisatie te kennen geeft,
n.l. een dertigtal stelden zich zelf onder
mijn patronaat, dézen zijn, buit Pi enkele
uitzonderlingen, alle jongemannen tusschen
de 20 en 30 jaar, diie zich -waarlijk voor
beeldige moeite doen, oól er zich bovenop
ta werken en waarvan er slechts enkele
'mislukken. Doordat deze menschen het heele
land door verspreid kan, kan ik hen haast
nooit bereiken en moet die leiding in hoofd
zaak door correspondentie geschieden,
zelfs onder grcjote tegenwerking. Dan komt
d(aar nog bij, idiat men van mij; geen fi-
ntancieelien steun kan verwachten. Nog ster
ker zelfs, bet gebeurde mie onlangs, toen
ik dk>or omstandigheden zelf in pijnlijke
omstandigheden was gebracht, ik juist door
hen op ongeëvenaarde wijze werd getroost,
opgebeurd1 én bemoedigd, ja, zij1 mij1 zoo
kinderlijk eenvojudig schreven: „Meester
houide het 'hoofd omhoog en denk er aan,
'wat ge ons geleerd hebt in dé dagen
van beproeving".
Met de verontschuldiging, dat het nieit
Was om me te veraiffroniteeren, stuurden
ze me hun zuur verdiende penningen, om
dat ze bang waren, diat ilk gebrek kon
hebben en ik het niet zeggen zou. Ze
vroeigen me met zoo'n aandtang, dlat ik
het hun toch zou zeggen, als Ik behoefte
handl, want zij zouden samen zorgen voor
mij. Blijkt ook hier niet uit, d!at het niet
altijd een ondankbaar werk is? Nooit heb
ilfc weldladliger voldoening genoten en de
aangenaamste herinnering aain die feiten
blijft me heel m'ra leven biji.
Zoo ziet men, dat al zal God eerst
hiernamaals voor - zulke sohoo-ne liefdadig-
hieiidl de heerlijke belooning schenken
dia reciasseeringswerkzaaniheid1, .evenals ie
dere liefdadigheid1, een dankbare (en daar
om: op aardie reeds beloonde) taak kan
wezen.
Wij' hebben in dit artikel voornamelijk
willen wijzen op de liefdadigheid, op de
naastenliefde, welke blijkt in reclasseerings
werk eh dat een ieder zich alreeds
vormen kan tot apostel
Moge dit voor niet weinigen een aan
sporing zijn!
gewenscht.
oorraad
.2
U.
ALKHABI
Bij die woorden greep zuster Siara mijne
liiand en bedekte- ze met kussen, terwijl
sprak: „Vrome pelgrim, laat mij de
hand tassen, die mijn brooder in dé zijlne
Ihoeft gedrukt, Gij zijlt gelukkiger dan ik;
lÏÏ ZU'* "^sima wederzien. O, breng hem
Iw verzekering mijner dankbaarheid en ïief-
I 1 zeS hem1, dlat ik nog altijd de Sarai
J8i|n©r 'kindshieiidl ben', ©n eer gij Jerusalem
«laat, verzoek ik ui, kom nog eens iri
hipstee terug, opdlat ik u oenen brief
laan mijnen broeder kan medegeven."
iiRiAfer Gerbaid, spreek, wat weid van
'ja ouden vader?" zet dé kluizenaar.
„Sara, heeft mij niet van hem gesprokén."
"Hij is zondér twijfel gestorven; want
|.arai zou hem miiet verlaten hebben. Maar
t Ook hij den H'.DIoop- ontvangen, al
vorens hij stierf?"
"Tl"1 °®dier> ^lat weet slechts God
„A.ch, wat mengt zich oen smart in dé
reugde, die ik onf Sarai's bekeering sma
lt» W Wellicht is de zon dier waarheid
rLn°jer m'ïn'en vader opgegaan! O mijn
j, °'e *en lidhtstraal dringen dloor de
I h^tS\erniSSien vatI SeWe™111! I'h: ben als.
Ike z'Jn'e aan 'd'e schipbreuk oint-
I a moeder in dfe armen sluitend; d'e
LJ^^Wd en zidb afvraagt of' de
Bwo° SOmS z',nen vat"er hoeft ver-
ter zou geven, botweg onthouden.
Wij worden afgescheept rniet Concepten,
en reeds vooruit roept men van allen kant
tot onze bemoediging uit, dlat straks geen'
der partijen van Links ook maar een-jgszins
aan dit Conoept gebonden zal zijn.
Er wordt zelfs- rniet bepaald, binnen wel
ken termijn uit dit Concept een wet zal
te diistilleeren zijn. Diit alles wordt aain
de dan kmond'e meerderheid ter beslissing
overgelaten, en zulks onder-Vijl men er
vast op rekent, dat Links voor ten minste
een tiental jaren een oveiVegien-de meerder
heid in die Tweede Kamer zal bezitten.
Mien 'behoudt zi'chi alzoo voor lo. om
icieni leventueele revisie van Art. 192 mlet
schaaf en vijl te hanteercn niaar wille
keur; maar zal 2o. laan zich het recht
houden, om' de uitwerking van wat men
dan nog 'toegaf, zoover te verschuiven, als
Men dit zelf 't meest profijtelijk acht, en
3o. als 't dan eindelijk alles op orde kan
komen, zai de financieele waag weer plot
seling, al ;wat gewonnen werd, ons uit
handen kunnen nemén.
Dan toch zal 't héeten: E.r is geen
giel dl
Dat is te voorpellen of 't ook eer
lijk is?
Als art. 80 finaal her-regeld wordt, dlat
zulks dian ook met art. 192 geschiede.
BINNENLAND.
v WAT DE EERLIJKHEID EISCHT
't Zal onzen l-ezere niiet ontgaan zijn:
nu de di-cussie over de Grondwetsrlevisie
is ingezet en alle partijen van Links in
centrale samenkomsten de houding hebben
vastgesteld; die men achit te zulten moeten
aannemen, als het straks, op amendieeren en
stemmen aankomt, is het klaar als de'dag,
dat men -de vrienden dér bij'zoradere school
met een doekje voor het bloeden tevreden
wil stellen.
In zake Artikel 80 moeten aanstonds spij
kers met koppen worden geslagen. Stipt
nauwkeurig moet geheel het Kiesgediug
reeds in Art. 80 worden bepaald; en voorts
zal in de Adlditioneele artikelen een com
plete nieuwe Kieswet worden giegeven, zoo-
dat, gaat de Revisie finaal door, de revisie
reeds een volgend jaar werkt,, en heel dé
Tweede Kamer omzetten kan.
Ons daarentegen wordt in- 't kort alles
wat ook maar eenigazins een finaal karak-
„Mijn zoon,!' zei broiedler Albertus, „waar
om zoo moedeloosZal- dé God!, die'Sarai
in de woestijn opzocht, den ouden emir
vergeten hebben? H-eibit gij niieit voor bei
den gebeden en gestreden? Vertrouw!"
„Biroedér," vervolgde (die pelgrim, „bij
mijn vertrek uit Jerusalem gaf mie- Sarai
dezen brief, misschien verdrijft hijl de on
gerustheid1, die u -kwelt."
TebsiMa verbrak met bevende hand het
zegel -en fluisterde:
„Is mijn vadler Christen? Mag ik hopen
Iheün'in den hémel weder te ziien?"
En hij las zijhen vriend Sarai's brief voor:
„Waarde broeder," schreef Ibrahim's
dochter," „ik meende te moeten sterven
zonder u iets te kunnen meedleelen; maar
Godl heeft mij die. beproeving bespaard;
Hij zondt mij een bode uit uw nieuw vader
land1.
„Ik werp mij in uwe armen, geliefde
broeder, en drulk u aan mijn hart. Nu ik
U wedervond, herleven de gelukkige jaren
in mij, toen gij nog als een schaduw mijn
schreden volgdet en ons beider levön slechts
één leven was.
„Waarom moest ons die groote zee, schei
den:, ons, die steedis alles met elkaar deel
den, uit denzelfden béker dronken, en oinder
denzelfden boom' rustten? Wij zitten nu
niet -meer gemeenschappelijk aan de zijldie
van onzen ouden vader. Arabic's, luchten
zijn zoo zacht, en de zon, die iim de woes-
tijn ondergaat, -is zoo schoon! Maar God
heeft jhiet zoo gewild, Zijni Naam zij1 ge
zegend'! ,Wij mogen ons. niet beklagen;
Hij heeft in onze zielen een sdhoonere zon
doen - opgaan, dan die der woestijn.
„Zoo ik' uit uwein brief kan opmaken,
bemint, ge ons nog, trots die ontvangst,
die u bij uwen terugkeer bereid was, en
NEDERLAND EN DE 00RL06.
LEVENSMIDDELEN-VOORZIENING.
De Permanente Commissie inzake Crisis
maatregelen, uit de Katholieke ten Chris
telijke Werkliedlenbomden-, had op Vrijdag
13 dézer een onderhoud rniet den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel.
De beprddnigen liepen over die uitvoering
der Di'Striibut'iewet, waaromtrent idé wen>-
s-cheni der Commissie werden toegelicht en
verdédigd.
De nadruk werd igctegd! op de groote
behoefte aan 'g-oedikoopere brandstoffen,
kkedinig, leder, sajet, garens ien wasch-
arMkelen, terwijl ook -die bbèervoorziening
en dliie voor betere kwaliteit margarine,
onder de aandacht van den Minister werd
werd gebracht.
Op schriftelijke wijze zal nog nader een
en ander -aan den Minister worden ken
baar gemaakt.
iEr wordt -nog eens herinnerd aan de
groote vergadering, welke a,s. Zaterdag '21
October i-n het -gebouw „Tivilo" wordt ge
houden.
.Die vergadering Zai tc 11 uur aanvangen
en zal met kleine pauze; uiterlijk 'te 5 uur
geëindigd zijn.
Katholieke -en -Christelijkp Gemeenteraads
leden gelieve de verklaring, idat zij op deze
vergadering welkom zijn, ate uitaoódliiglng
te 'beschouwen.
Afgevaardigden van Vereemiigibgen gelie
ven ieen mét hoofd bedrukt schrijven hunner
vereentging, waaruit blijkt dlat zij afgevaar
digd' zijn, aan deiri ingang d'er zaai af te
geven,
HANEN.
De Minister van Landbouw heeft het
mroimumgewicht van levende jonge hanen,
Waarvoor uitvo'erverbod1 kan wonden ver-
feend, nader "bepaald op 5 ons.
- STEENKOLEN. v
Het feit, dlat de laatste wdken uit Diuitsch-
tandi minder steenkolen worden- aangevoerd
dian gewoonlijk, heeft hier en daar de
daarom meen rik, zult ge gaarne v-ernemen
wat sinds dien onder onze tent geschiedde.
„Na uw vertrek sprak mijtal vader dtie
dagen lang geen woord. Eindelijk brak hij'
het stilzwijgen en zeide: „Mijh kind; gij
hebt lang onder de .palmen aan de bron
met Tebsima gesproken, vertel mij wat van
uw, onderhoud."
„Ik antwoordde: „Mijn broeder heeft mij
menigmaal zijn liefde betuigd en heeft mij
altijd opnieuw van de grootheid en góedL
'heid' van zijnen God. verteld; Hij heeft
Christus in stralende glorie in dér Chris
tenen Geheimenissen gezien."
„Hij heeft Christus gezien, zegt gij?"
„Ja 'mijn vader, 'hijl herhaalde het mij
meermalen en verzekerde mij, dait hij Jezus
liefhad."
„Het woord' is- treffend in dien mond'
van Tiebsi'ma, -die ons. nooiiit bedroog. Arm
kin,dj Hoe beeft hij ons Jfef op hoe groot
is zijn geloof! Van zeer ver is hijl ge
komen, om ons dén weg te Wij|zen, die,
zoo hij gelooft, ten hémel voert. Waarom
heb ik hem1 zoo slecht ontvangen? Allah,
Allah! was ik niet gruwzaam jegens mijn-
eeiiig-en zoon
„Ibrahim herhaalde dikwerf uvveir naam
en weende.
„Eenige weken later brachten de Ara
bieren, de meerdere gevangenen gemaakt
'hadden, den ouden emir een jonge Chris-
tinne. die weldra zijin leidster zijn zou en de
plaaits van zijnen zoom vervullen.
„De lieden van mijnen stam wilden haar
dwingen Christus te verloochenen 'en Mo-
hamed's geloof te omhelzen, om dbardtoor
den smaad te wreken, dién gij Allah h-ad
aangedaan.
Brullend als leeuwen omringden zij de
jonge gevangene. Zij echter stond daar
met loshangend haar en de oogen vol
ALKMAAR. JTl. 27o. Sice-vbr
më-ening doen ontstaan, dat we ons zouden
hebben voor te bereiden op een algeheel
uitvoerverbod; Van bevoegde zijde wordt
echter vernomen, dlat van een derg.elijlke.il
maatregel niets bekend is. De verminderde
aanvoer staat voornamelijk in verband' met
het wagengébnek, d'at zich omstreeks dezen
tijd steeds 'heeft doen g-evoielen.
PRIJS. DER BiOONEN.
■Het hoofdbestuur der Groninger Maat
schappij va» Landbouw heeft dén Minister
van Landbouw telegrafisch v-erzocht, den
prijs van.booncn zoo te verhooigen, dat pro
ductiekost en en matige ondernemingswinst
worden gewaarborgd'. Voorts is verzocht
ooik op de reeds bij handelaren aanwezige
pantije-n beslag te leggen tegen inkoopsprijs
plus matige winst, ter voorkoming wan het
malken van onredelijke winst ten koste der
veehoudérs.
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Donderdag
19 October.
De heer Troelstra (S.D.A;.-P|.) sprak
nog lang.
Een uitvoerig betoog over hét verband'
tusschen algemeen-.kiesrecht -en historisch
materialisme kunnen we laten voor wat
het is.
Minder vervelend werd het, toen spr,
clver het vrouwenkiesrecht bogen.
In dat kiesrecht ziet hij niet allereerst
een s-exezaak, doch wel een arbeiderszaak,
daar 'dé vrouw in nog sterker mate dan
de man door liet kapitalisme zou wordén
uitgebuit era dus een wapen noodig heeft,
om «net dén man voor. verbetering van
toestanden, te strijden. Ooik onder de bur
gerlijke vrouwen worden evenwel de ge
volgen der moderne toestanden gevoeld.
Algemeen kiesrecht voor mannen en vrou
wen is dan ook de cis-eb dér consequente
toepassing van dé beginselen der S.D'.A.P,
en moet in dé Grondwet worden vast-ge-
Spr. bleek -evenwel niet geneigd1 van het
vastleggen van algemleen vrouwenkiesrecht
in de Grondw-et een conditio sine qua non
te maiken-. Hij waarschuwde namelijk tegen
Idle overdrijving dér utopistisch gezinde
vrouwen, die de leuze buldliigen: alles of
niets. Wat dé Regéering voorstelt: weg
neming 'der Grondwettelijke beletselen
tegen vrouwenkiesrecht, is ree-dis niet, ge
ring te. achten
Het ietwat vreemdsoortige denkbeeld van
den beer V a n Ids inga tot instelling
van een soort vrouwenparlement, werd' door
spr. niet ernstig"genomen. De- heer T r oel-
s t r a zou dam namelijk ook een vto'uwe-
lijkera Ministerraad willen," idiiie, om het na
tionaal karakter te bewaren, zou verga
deren met koek en koffie.
Hun; die, zooals de heer Lobman, de
■gehuwde vrouw het 'kiesrecht willen ont
houden; hield spr. vo-o-r, dat we juist de
normale, dus ide gehuwde, vrouw en niet
alleen aan die van die vrouwen, welke
door allerlei omstandigheden van den nor
malen weg der vrouw zijn afgedrongen.
Zij, die gevaar vreezen voor de gezins
zorg, denken, betoogde spr. varder, veel
meer aan propagandisten dan- aan kieze-
ressien, die, evenmin als, de normale kie
zers, heu'S-dh niet voortdurend in de poli
tiek zullen ojrgaan.
Van evenredig kiesrecht verklaarde spr.
zi'cb voorstander.
Thans reeds stemplicht in de Grondwet
-opnemen zou inopportuun zijn, volg-ens
spreker; en wel met het oog op de laters
invoering van vrouwenkiesrecht. Diaa-ronnl
wilde hij facnltatiiefstellinig.
Het beste deel der rede- van den Soci-
aiistischem lei-dier was. dat; waarin het on
derwijsartikel ter sjjrake kwam. De- „pal-
staanders" voor de openbare school zullen
d'at deel evenwel niet prettig hebben ge
vonden. Zij werden -geducht gestriemd;
Gepacificeerd, zeide spr., gaat er wor
den tusschen de leuze: de bijzondere school
regel, die openbare aanvulling en de op
vatting, dat 'de openbare school de priori
teit moet hebben met subsidiieering dér bij
zondere school, evenwel zondler financieele
gelijkstelling; en w-el door de prioriteit der
openbare school voorop te stellen met
financieele gelijkstelling voor de bijzondere
school.
Daarbij is het niet noodig^ dat er overal
©en openbare school- zal zijn. Echter is
spr. 'bereid! mede te werken tolt een rege
ling in dén geest van het amendement-
Va n |R a al te, welke onedéle concurren
tie tusschen beide soorten van onderwijs
kan voorkomen.
Evenwel iw.as bij in hooige mate ver
baasd over bet alarm dait gemaakt wordt
door hen, die doen alsof het bestaan der
openbare school -op het spiel staat en dat
allerlei politiék-onmondiigen achter den heer
Ty die in a rt doet aanmiarcheeren. Het zal
evenwel slechts een kort relletje zijn. Te
meer daar .al die 'kunstmatig opgewekte
geestdrift eerst te pas zou kunnen komen
bij de behandeling der wet, waarin het
Grondwetsartikel 192 zal wordlen uitgewerkt.
De heer Otto waagde hier, onder al
gemeen hoongelach der Kamer, de inter-
nuipSiie. dat de agitatie niet op touw wordt
gjetzet, -doch van zelf uit het volk op-
kömt.\ Waarop die heer Troiélstra on
middellijk antwoordde, dat van idiait vanzelf
opkomen alleen sprake kan zijn hi het kleine
clubje fanatiekere van de openbare school.
Al wat die heeren zoo vreezen, betoogde
spr. verder, kan ook gebeuren onder ide
tegenwoordige Grondwet. Wélke school
regel zal zijn, zal niet door idle wet, doch
door de practijic worden uitgemaakt. En
als de heer Tydeman ien de zijnen daar
zoo bang voor zijn, moeten zij' geen uit
redding zoeken in allerlei geknutsel met
amendementen oj> het Grondwetsartikel. Of
die openbare school zal "bloeien nangt .af
Van de qualit-ert van het onderwijs en den
geest dé? volksi. Haar opdringen helpt niet
Slechts één leemte zag die heer Troei-
stra in het voorgestelde art. 192. Hij zou
namelijk gaarne de uitdrukkelijke uitspraak
willen, dat het onderwijs .op beide soorten
van scholen op gelijk peil behoort te staan,
iets wat trouwens een stilzwijgende condi
tie is en waar niemand iets tegen heeft.
Niet bijzonder belangwekkend' was d'e
rede van den heer D' e Meester (U.L.).
Inzake Vrouwenkiesrecht betoogde de
Heldersche af gelvaardigde, diat de conse-
tranen. Zij sidderde als de gazelle; rnaiar j
heur ziel was vast als de rots en zoo
dikwijls de wilde 'menigte haar toeriep: I
„Geloof, of sterf!", zoo vaak antwoordde
zij: „Ik ben Christin!"
„Zij .moest sterven"; reeds hebben de
strijders van dén stam- hun messew ge
trokken en zwaaien ze boven hiet hoofd-
■der martelares toen roerde mij hare. jeugd,
haar tranen, stnlaar meer nog hiaiar smart,
ile. mij aan Tebsima's leed herinnerde, toen
hij als kind in de ha-nden van Almir's zonen
was gevallen. Ik stort mij in d'e menigte;
ik weer de zwaarden af met mijne han
den; ik neem' de Christin im mijne armen
en ze in mijnen mantel hullend, roep ik
de woedende massa toe: „Zoo ge haar
worgt, zuit gij mijl met h.aar d'ooden."
I'k breng dé gevangene voor mijinien vader;
i'k zink aam zijn' voeten neder; ik smeek
era verkrijg eindelijk genade voor heit jonge
meisje.
„De zachtmoedigheid en bescheidenheid
van Abigail, zóo heette de slavin, daden
weldra vergeten, dat zij' Christin, was. Mijn
vadler bewonderde hare onderwerping; hij
werd1 getroffen door den 'klank h.arer zoete,
reine kinderstem', -en haar voorkomendheid
en beminnenswaardigheid wonnen zijn hart.
Hij was tevreden, als zij' bij hém. was.
Zij waschte hem de voeten en bereiddte
zijn maal en zijn leger met dezelfde zorg
vuldigheid; als Sarai het gewooni was te
d'oeira.
„Spoedig niadat we Abigail bij ons had;
den opgenomen, ontvingen wij Uwén brief
uiiit -Jerusalem:.
„Nadat gé ons van de gevaren bad ver
teld, diiie gij iin 't leeuwen'hol en dén on-
gastvrijen stam hadl doorgestaan, Siohietsitet
gij oins van de geheimen ite'en van idle
liefdie van Jezus Christus. Ibralhiilm werd
diiep 'getroffen door de. gevaren, die zijnen
zoon bedreigd hadden en hij weende, toen
Bij zag, dat Tébsiilma, dien hijl onbarmhartig
verstooten: had', hem toidh nog bemindé.
Abigail beefde van vreugde over diie chris
telijke woorden; zij' verklaarde ons de
plaatsen, die ons in den brief nog onver
staanbaar waren en wij' werden niet moede
altijd weer te leze» en daarover na te
dénken. Die idmir w.as verrukt over de
heiligheid van den Christel]j'kcn godbdlienst.
Van nu af, vergunde hij zijlne slavin.,-haren
God vrij te dii-ehen; vaak gebood hijl 'haar
zelfs, roet luider stemme te hidldlen; en bet
dééd hem- go-edl naar haar te luisteren.
De gezangen dér gevangenen schenen ons
veel schooner en liefelijker dan dliie van
ons vaderland en spoedig! begon ik zé
med'e te zingen.
(Wordt vervolgd.)