Tabak van r» R. Keuss No. 2 I Vrijdag- 5 Januari 1917. lie Jaargang Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAA/ 12 Telefoon No. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. Driekoningen. Paul de vagebond. POLITIEK ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geilt. Zondagsblad 126 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad 3 ct. 6 ct. ADVERTENTIÊN: Van 15 regels50 ctL Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 90 ct Het is een treffend schouwspel, zóó als wij ons den langen, moeitevollen tocht der drie Wijzen naar het onbekende Bethlehem verbeeldenin kleine, witte tenten hoog gezeten op hunne kameelen reizen zij voor* door de troosteloos vlakke woestijn; diep beneden hen het grauwe zand, boven hen de sterren-rijke nachthemel van het Oosten. Afreizend uit heel verschillende, vèr van elkaar verwijderde streken, hebben zij elkan der na meerdere dagreizen eerst ontmoet, en in heilige ontroering hebben zij elkan der vurig omhelsd in.heilige ontroering, dewijl zij begrepen, welk een groot wonder eene Almacht hier wrochtte: door op één tijdstip drie mannen van goeden wil uit verschillende oorden saitm te voeren op ééne plek, geleid door het ééne wondere sterreteeken aan den Oosterschen hemel. Toen gedrieën reisden zij verder door de barre eenzaamhei 1, met boven hun hoofd de tallooze twinkelende sterren, de sterren, die hadden al eeuwen geschenen Trouw over het menschengeslacht Ze hadden zoovelen zien weenen, Wijl 't Kindje zoo lang werd verwacht, Ze hadden veel zwervers zien dwalen Met de oogen naar 't Oosten gericht, Of daar nog geen Sterre kwam stralen: Voorbode van 't eeuwige Licht. Doch tusschen deze millioenen, eeuwen oude sterren was den Wijzen" de nieuwe ster gerezenthans gevoelden zij zich niet langer de eenzame zoekers, de her en der heengelokte zwervers zonder zéker doel; de nieuwe ster was gerezen en nü zij wisten het zouden zij door middel van dat wondergerezen licht het Licht zoeken, en vinden, naar 't klinkt in de Vesper-hymne van dezen schoonen dag Lumen requirunt lumine Met hijgend verlangen reisden zij het Licht der wereld tegemoet door den nacht van heidendom en zonde en angstval lig, als vreesden zij, dat de Sterre de voorbode van 't eeuwige Licht voor hun oogen verduisterd mocht worden, als vreesden zij, dat die belofte-ster verdwij nen zou èn zij weer zuchten zouden in deD ouden diep duisteren nacht zonder een glimp van 't glorende groote Licht zóó, angstvallig, staarden en tuurden zij op heel den verren tocht naar hun ster hun eenigen gids door het onbekende tot zij Hèm vonden I Die zoekende en naar Licht smachtende Wijzenze gelijken het meuschdom van goeden wil. z'et het staren en turen in zijnen levens nacht in den gedurigen nacht van zijn FEUILLETON. Naar het Engelsch van ESOW BELLS. 24 ■Plotseling werd de deur. opengerukt en voordat dte wachter goedl begreep wat ier gebeurde, zag hij voor zich juist die man nen staan, voor welke he'fc zijn werk was de anderen te waarschuwen. Hij zag schielijk om- naar de plaats waar een koperdraad aan' dien muur hing. Die draad stond in verbinding met de bel in het gewelf en- hij behoefdle hem slechts aan te raken om zijne medeplichtigen liet teeken te geven. Hij stak daim ook zijne hand' uit, maar voor hij hem nog kende laan- raken, voelde hij den kouden loop van een pistool éigen zijn voorhoofd!. Hij liet daarom1 spoedig de handi zakken én bood niet den minsten tegenstand, toen de- politie-agenten hem -eene prop in den tnondi stopten 'en'-de boeien om zijne han den sloegen. Daarna zeide een hunner op zaobten toon tot hem Ihuo te volgen en zij brachten 4tem op het plein, dat naar de rivier voerde. „Gij hebt daar een hond," .fluisterde de 'titan, „dien motet gij tot stilzwijgen bren gen en er voor zorgen', dat lijijl ons niet aanvalt, of De wachter wist zeer goed wat 'die half Igjafëjndgidie volzin beteekeln|dfe, jWant "hij voelde weder 'den loop van t^éLpistool1, nu echter tegen het aaite.jgatfeelle van zijn hoofd gedrukt. Met 'eene beweging' vain zijne geboeide iiainden gaf hij te kenner., dat ihij wensijhte, leven op aarde naar het h:\ngloren vau het Licht der eeuwigheden ziet het menschdom van goeden wil angstig, wanneer soms even de ster de voorbode van het Hemelsche Licht voor zijn oogen ietwat vager flikkert, doordat het menschdom minder helder ziet ziet ons voorttrekken door de nacht woestijn, geleid door de lichtende ster van God's Kerk op aarde ziet ons vóórtreizen, tot wij Hém vin den, voor eeuwig XI. Waar pas de volgende week een beslis" sing zal worden genomen in een vergade ring van de Bond van R. K. Kiesvereeni- gingen of ook van deze zijde er toe zal wordeii medegewerkt, de Kamerverkiezin gen dit jaar alleen bij candidaatstelling te doen plaats vinden, past het niet hierop vooruit te loopen. Maar hoe het resultaat van de besprekingen ook moge zijn een beschouwing over de voor- en tegens van een dergelijke compromis tusschen de ver schillende partijen, behoeft daarom niet achterwege te blijven. Voorop dient gesteld dat zeer zeker voor de partijen der linker zijde niet het minst, bezwaar kan bestaan de verkiezingen niet te doen plaatsvinden zij toch hebben het staatsbestuur in han den, al draagt ook het ministerieCort van der Linden den naam van „extra parlemen tair kabinet". Ook moet voor de zittende leden niet worden weggecijferd het finan- cieele voordeel, het pensioen dat zij óp een dergelijke wijze verwerven, dat zij bij eventueele niet -herkiezing zouden verspe len. Dit laatste geldt nu wel voor alle par tijen maar zeer zeker het minste voor de Katholieken daar deze over het algemeen in het bezit zijn van vaste zetels en dus de zittende leden zoo goed als zeker allen worden herkozen. De voordeelen verbonden aan het uit stellen der verkiezingen tot 1918 zijn voor eerst dat vele kosten worden bespaard aan het land, zoowel als aan de partijen, dat veel propagandamoeitë overbodig wordt gemaakt en dat de politieke hartstochten niet noodeloos worden opgezweept. De zit tingduur der nieuwe kamer, die slechts over de grondwetsherziening zal hebben te oordeelen, zal zeer kort zijn, daar binnen een jaar nieuwe verkiezingen volgens het nieuwe stelsel in de grondwet neergelegd, zullen moeten plaats vinden. Dit zijn voorzeker alle voordeelen van groote beteekenis. Hier tegenover staan echter ook bezwaren die niet over het hoofd moeten worden gezien. Vooreerst de niet uitgesloten mogelijkheid dat toch een of andere partij verkiezingen zal uitlokken, dat in het district waar deJieer Lieftinck zitting heeft verkiezing zal moeten plaats vinden en de vraag of iets dergelijks in overeenstemming is met den geest van de thans nog geldende grondwet. Het zwaarst zal echter moeten gelden of de rechter zijde er in mag berusten dat iets derg Tijks gebeurt, met de herinnering aan den ver kiezingstijd van 1913, toen onder alle mo gelijke leuzen, waaronder innerlijk zeer zeker het anti-papisme niet de geringste was, de rechterzijde tot heengaan werd ge dwongen. dat -men hein de prop uit dien mundi zoude, nemen. „Indien gij tracht te ontvluchten, sterft gij!" aaide de eene man, dliie het hoofd van dien troep was; en idle prop wegnam» „Ik moet tot den hond spreken, fluis terde de wachter bedremmeld. „Vrees niet. ik zal -m ij n leven nietwagen om het hunne te redden- Terwijl hij sprak, ging hij verder en hui verde bij iederen'stap, 'dién hiji deed, want telkens voelde hij den loop van het pistool tegen zijn hoofdl „Wacht een oogenblik," zeide- de hoofd agent. Deze giing naar de straatdeur, welke hij zachtjes ontgrendelde en ontsloot. Hij ke:ek in 'de straat en gaf eem teeken; waarop da delijk van de duistere zijde van den weg eene politiemacht van meer 'dan twintig man te voorchijn kwaim, die zonden (net Imiinsté gedruisch binnen gilng&rj en zich in drie groepen verdeelden. De eene groep ging naar die deur van het huls, eene tweede groep posteerde zich op het plein en de derdia volgde den hoofd man, die eerst door de smalle deur ging, welke aan ide eene zijdie het voorste ge deelte van het huis met het achterdeel van 'net plein verbond. De laatste groep plaatste zich met de wapens in de hand' omi eiken aanval af te weeren. terwijl de twee mannen, welke wij het eerst gezien hebben, huininen gevairu- gene dwongen naar den hó|ud te gaan, die, gerustgesteld door de tegenwoordigheid van zijn meester, bedaard' alles lag aan te kijken. Het eenige geraas, dat hij maakte, was het geregelde geklop van zijn staart op den grond. Toen de 'drie mammen naderbij kwa men. bemerkte hij spoedig', dat alles niet in orde scheen te zijn, en overtuigd! dat het Het is de vraag of men in die distric ten, waar mén toen het felst werd bestookt er vrede mee kan hebben, thans goedschiks de zetels te doen innemen door mannen, van wien men politiek afkeerig is. Dat ook bij een groot deel van ons Ne- derlandsche volk de wensch bestaat zich uit te spreken, of men het eens is met de richting waarin vooral militair en econo misch ons staatsbestuur wordt geleid, is een factor die niet moet worden onderschat. Hoe het zij, de mannen die de beslis sing hebben te nemen, znllen beter dan wie ook, kunnen beoordeelen, wat het meest in 's lands belang is en zij zullen niet ver zuimen de voor- en de nadeelen, die men nog met velen zou kunnen aanvullen, ern stig te overwegen. En zonder twijfel zullen allen, als' eens de beslissing is gevallen en de raad is gegeven de verkiezingen in 1917 niet te dpen plaats vinden er zich bij neer leggen. Met belangstelling zien wij den rfit- slag te gemoet, alleen dit zouden wij nog in overweging willen geven of het geen aanbeveling zou verdienen als voorwaarde aan een dergelijk besluit te verbinden, de eisch om een nationaal kabinet te formee- ren, het bestaande kabinet met mannen van rechts aan te vullen, om daardoor de een heid der partijen in deze moeilijke tijden te bevorderen. Waar reeds door Prof. van Hamel in „De Groene Amsterdammer" van verleden week op iets dergelijks werd gewezen, is er dus te meer reden voor de rechterzijde op dit punt wakende te zijn. Egmond a. d. Hoef 2 Jan. 1917. Mr. PAUL VAN SONSBEECK. V VOLKSGUNST. Er is niets onvergankelijk op dit onder- maansche en op den weg, dien wij betreden, is geen voetstap, die beklijft zéker, doch van al dat vergankelijke is er niets, dat zulke levenstragediën kan doen afspelen, dat zoo onverwacht groote om wentelingen met blijvend gevolg verwek ken als de gunst van het volk. Ieder mensch op zich zelf genomen is ia den regel een verstandig denkend, een degelijk bedoelend en kalm voortwerkend wezen, waar het betreft de meer gewich tige aangelegenheden onzer samenleving, doch beschouwt men al die verstandig den kende, degelijk bedoelende en kalm voort- werkende menschen tezamen als de massa, dan wekt het den indruk, van een stuur loos gevaarte, dat voortgestuwd wordt, dat ondanks zichzelf zichzelf voortstuwt in onbekende en eindelooze verte; dan ont breekt er alle verstandigheid, alle degelijk heid, alle overleg. Hoe vaak hoorden wij de massa niet met recht vergelijken met een wispel turig, ongestadig, lastig kind De grdote Grieksche staatsman Venize los heeft evenals talloos velen van zijn voorgangers in Griekenland reeds lang vóór Christus' tijd de ongestadigheid, de wis pelturigheid van volksgunst ondervonden. Italiaansche bladen berichten over de plechtige vervloeking van Venizelos, die dezer dagen naar oud volksgebruik in Athene heeft plaats gehad: In een langen stoet trekt het volk (in dit geval dus de tegenstanders van Venize los) door de straten van Athene, dragend in de hand een steen, die onder het uit- -- -- 1 schreeuwen van de vervloeking „Verbannen - en vervloekt zij dé verrader, die het vader land uiteen scheurt" in een groote kuil geworpen wordt Dok ide geestelijkheid! spreekt dien vloek uit, staande ondier het portaal van de kerk éér parochie. Vele dluizendien namen aain idle plechtige handeling deel, en de steenen vormden -ten slotte een kleinen heuvel', waarop de beel tenis van Venizelos werd verbrand v* Een sterk contrast met deze Vox Populi vormt het volgende lijstje van de stem mingen in Juni 1915, toen het Helleensche volk voor of tegen Venizelos te kiezen had. Gekozen werdena. in het gebied, waar thans de voorloopige regeering het bewind voert S3 Venizelisten en 80 anti-Venizelisten b. in het gebied waar de koning het be wind voert: 130 Venizelisten en 53 anti-Venizelisten. Bedenkt men nu, dat de stemming in het gebied der voorloopige regeering, sedert 1915 thans geheel omgeslagen is, dan staat men voor het feitj dat Athene als de „ver rader des vaderlands" een man gevloekt heelt, die minstens 80 pCt. der ontwik kelde volkskringen aan zijn zijde heeft! BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. MIJNEN AANGESPOELD. Te Katwijk aan Zee is één mijn aan gespoeld; te Noord wijk twee -en te Zandi- voort dertien. DE „TIMES" OVER NEDERLAND IN 1916. In het jaaroverzicht van die „Times" komt het volgende stukje over Nederland! voor:\ „Netierland: blijft nog steedis In een wei nig benijdienswaardllge positie verboeren als eenige neutrale staat in Europa, Terwijl het te land bloot staat aan allerlei vormen van afpersing, met het doel het ite dwingen zijn overschot aan levensmiddelen aan Duitschland' af ie staan, is de Nedierland- sche zeevaart aan de verschillende gevaren, waaraan de „Tufoantia", de „Koningin Re gentes" en zoovele andere schepen tbet slachtoffer zijn geworden, blootgesteld» De Nederlatidsche regeering gaat deson danks moedig voort, die onafhankelijkheid dies lands te handhaven en beeft nog on langs op 'eerbiedwaardige wijze geprotes teerd tegen de wegvoering van de naburige bevolking van België." DUITSCHE PROPAGANDA. De „Sorialiste Beige", 'het weekblad van de Belgische socialisten in Nederland, doet het volgende verhaal: De Duitsche Kommandauteur te Brussel stuurt aan een Nederlandschie officier in het interneeringskajmp te Zeist 350 exem plaren van den „Bruxelfois", ter verdeeling onder de Belgische militairen. De „Bruxél- lois" is een krant, die moet dienen om die Belgen in bewondering te brengen voor Duitschland's kracht, Diifscjhland's bescha ving. Duitschland's modelbestuur over het overweldigde gebi-edi, enz., enz. Zij moet cmder de Belgen afvalligen en verraders kweeken van de Belgische zaaik- De Neder landsche officier, die dlit pak kranten ont ving, stuurde ze niet terug, zooals zij gekomen waren, maar deed werkelijk een poging tot verspreiding ervan. Eerst toen hij den wind van voren kreeg, gaf hij te kennen, dat men de zending vam de Bruxet- lois" kon sparen. Het was verloren moeite. Maar een veertien dagen later, op 16 De cember, liet hij in het kamp een biljet aan plakken, in het Frainsdb en i'n het Hof» landtech, van den volgenden inhoud 25 GULDEN BELOONING uitgeloofd aan den geïnterneerde, die mij inlichting kan verschaffen, hetzij onder- teekend of anoniem, doch in het laatste geval onder opnoeming van bewijzen; hoé dé aanslag van een aan mij geadresseerd pakket dagbladen naar buiten, het kamp' kan opgezonden zijn. De mededeeler kaft op geheimhouding van zijn naam rekenen; De eerste luitenant, Van Stock tint. De heer Van Stockwm is directeur van het onderwijs in het kamp te Zeist. „Het Volk", waaraan wij het bovenstaande ont kenen, acht een onderzoek dringend Mon dig, i HET DEENSCHE STELSEL VAN WERK LOOSHEIDSVERZEKERING. Zoioals men-weet is thans; ingevolge een Kon. besluit van 2 December j.h, mei ingang van 1 Januari 1917, een geheel nieuw stelsel van werkloosheidsverzekering het zoogenaamde Deensche stelsel «- ook hier te lande ingevoerd. Dit stelsel breekt met dé tof mt toe ge volgde usance, dat aan de daarvoor ia aanmerking komende vereenigingen, door gemeente en rijk, bijslag op dé werkioo- 'zen-u i t k e e r i n g wordt verstrekt. Inplaats daarvan zupen dié vereenigingen, welker reglementen d'oor den minister van Waterstaat, onder wien idé dienst dér werk loosheidsverzekering ressorteert, zijn goetb gekeurd en waarvan dé leden woonachtig zijn in gemeenten, die verklaren of reeds' verklaard! hebben tot de nieuwe regeling toé te treden, bijslag ontvangen op de door haar te storten contributie voor de werkfoozenkas. Aangezien, gelijk van zefl spreekt, het onderzoek van de reglementen gerudmen tijd zal vorderen, is dien ge meentebesturen machtiging verleend; voor» loopig voort te gaan met het verfeenen van bijslag op de uitkeeringen in, afwachting van het tijdstip, waarop deze vereienigingea tot de nieuwe regeling zulkn zijn toege laten; CRED1ET VOOR DE WATERSNOOD- SLACHTOFFERS. Vanwege de RegeeringScomhiissie inzake het Middenstandscrediet, wordt het vol gende medegedeeld: Zooals bekend is, ontwierp de regeering, kort na dé overstrooming van, het vorige jaar, een regeling omi van Staatswege dé voorziening in de credietibehoefte Van dis door watersnood getroffenen te vergemak kelijken'. Deze regeling is thans door de Staten» Generaal goedgekeurd; Voor zoover hel hulp betreft aan de slachtoffers, behoorendte tor den handeldrijvenden 'én imdustrieejesi middenstand, werdi de uitvoering opgedra gen aan de regeerings-commissre inzake hetMiddenstandscrediet. De bedoeling- is, dat de Staaf, on de# zekere voorwaarden, zich als borg zat stel len voor 55 pCt. der benoodigde voorschot ten. De Provinciale Staten van Noord-Hot» de politie was, liet 'hij een dof, maar toch sterk geblaf hoorerf. Onmiddellijk bukte de eene agent zich en sloeg bent op den kop met zijn stok, aasn welks «inde zich een ijzeren knop bevond'; Onder een hol gejank zonk die hondi neder, viel op de zijde en bleef bewegingloos liggen, Dat waren dé geluiden, die Raul gehoord- had. Intusschen ging -eene groep van dé poli tie het huis binnen en sloop stilletjes naar de kelders. Voor dat zij het gewelf binnendrongen waren 'die munters reeds gevlucht. Slechte één man was er achter gebleven, hij was hulpeloos en door zijne medeplich tige 'makkers jn het uur van gevaar ver laten. Het was Willem de lamme. ■Hij kon slechts weinig weerstand1 bi,e- deh 'en werd gemakkelijk gebonden en ge boeid, Twee man bleven achter om hem te. bewaken, de overigen snelden door dien onderaardscben gang naar boven, waar een scherp gevecht ontstaan was tusschen de bende en de politie, die daar de wacht had. Toen de munters ook nog In den rug aan gevallen werden, was aiïle tegenstand vruch teloos, en met uitzondering van één, die reeds in het begin van bét gevecht ont snapt was, werden allen- gevangen geno men. Onder hen waren ook de oude Berry en Jakob Prow, „Er moet een verrader iire het spel'ge weest zijn," mompelde de oude man- „Dat hebt gij mis." antwoordde een van de politie-agenten. „De- agent Fore begon eenjie verdenking te krijgen em.ging die plaats bewaken. Hij heeft u al verschei dene malen zien in- en uitgaan gedurende de laatste twee -maanden, 'en eindelijk heeft ALKMAARSCHE 1 OVERAL VERKRIJGBAAR hij u te pakken gekregen. Hér. spijt mij: wél voor u; mijnheer Bérry, gij hadt zulk een goeden naam hier in deze streken, maar dat is nu in eens gedaan- Zoo, Prow! 3k heb u nog niet vergeten in die vier jaren Zijt gij dan eindelijk terug! Ik ben bang, dat gij nu uw vrijheid) wel weder zult verliezen „Ik ben nu voor mijn geheele leven ge borgen," mompelde Jakob, „maar ik zou er nog niet over morren, als gij den jongen maar gekregen hadt." „Wat jongen?'.' vroeg de politie-agent. „Wij hebben er geen een gezien." „Dan is hij weg! Dat spijb mij nog het ■meest," mompelde Jakob. Daarna 'verviel •hij in een diep stilzwijgen, en alffi© pogingen van zijne bewaarders om nog een enkel woord uit hem te krijgen, waren vruch teloos. Maar Paul was nog niet ontsnapt. Zoodra hij onraad bemerkt had, was hij de trap opgevlogen, had den steen open geduwd en was naar boven geklommen, voor dat iemand van de bende hem koude bereiken. Hij wilde naar den kant van het water ontvluchten, maar aan bet einde van de laan zag hij een politie-agent, en daar hij nu wel begreep; dat ontsnappen voor eerst onmogelijk was, verborg hij zidh achter de hoop en stro-o. Daair lag hij van angst te 'beven en naar het gwedfot te luis teren, en hij durfde zidh niet bewegen om eens te zien hoe het met de zaak ge- I steld was, om maar niet ontdekt te wor den idoor die politie-agenten, die de plaats doorzochten, Hij lag in zijn kleinen hoek j ien waagde het niet a-dtem tö halen, uit vrees dat hij zich zoude verraden en te voorschijn gehaald zou worden, Daarna hoorde hij, dat de gevangenen weggevoerd werden ieti hij wist wel, dat er nu eene wacht oim het huis geplaatst werd) want nadat ide voetstappen der andleren weg gestorven waren, hoorde hij den geregel» den tred van den schildwacht, diie bij Idle rivier heen en weder liep: Langer dan een uur bleef idle wachter zonder ophouden van die eemé zijdie naar de andere loopen, en al- dien tijd fog Paul in zijne schuilplaats, -De |man scheen evenwél vermoeid! te worden, want eens, dat hij dichter bij hef kind kwam; geeuwde hij, rekte zich uit en stampte ongeduldig op den grond; Ein delijk moest zijn geduld! het onderspit del ven voor de eentooni'gheiidi van die plaats en dé onaangenaamheid vam zijne wan deling. „Ik wil eens rondloopen en een- oogen» blikje miet Richard! praten;" zeide hijj zachtjes tot ztah zelf, (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1