Tabak van J. R. Keuss No, 26 Zaterdag 8 Maart 1917. lie Jaargang Ambachtsschool ie Rsdmjriii vooiUeÈp Arbeidsbeurs. der-Corsetten a 90-98 Kool- ll. IffiMÏ Jr. den, JUkmaar. relbt potter. ÏRAAL-, KAPOK SEBDEN ca alle»! pkamer behoort nagazfjn van Gemeente-Ambtenaren Paul de vagebond. v te constateeren feiten. binnenland. nbdbrland en DE oorlog. van het binnenhof. voor alkmaar en omstreken. overal verkrijgbaar ERING GROOT en in oplosbare om. h VADER) te Scha gen' ide nadere inlichtingen ilpl. tuipïj.k. Inïfcstmgrosvfiii, 1212 en 3292. g, die in den zandgrond Prijs f 85 BRABANCONE»1 DEHS, GIERVATEH, HS vanaf f 25. ROSMOLENS, WAN- er hg op proef. Aanbevelend, mwwerktutflcn I /EN en voor f4.per vlANSCHOOL, tijdelijk n Uw lessen. Prospectus gazijnen» CHTHOUDERS. verband. letten en Buikbanden. Uitgave v^n cle Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geill. Zondagsblad .125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meeri 10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct De tijden zijn moeielijk voor velen en zwaar drukken de zorgen voor het dage- lijksch bestaan op de schouders van tallooze landgenooten. Vooral in de groote steden woedt de strijd om het bestaan voortdurend heviger en wie kan ons zeggen wat de toekomst brengen zal. Als een boek gesloten met zeven zegels ligt zij voor ons, wij hopen op 'betere tijden, wij verlangèn naar het einde van dezen wreeden wereldstrijd. Een nieuwe Lente wacht ons na den tellen winter, en wij gevoelen de vreugde in ons als de eerste zonnestralen licht en leven brengen in de ontwakende natuur. Maar grooter nog dan dat verlangen naai de Lente, is ons verlangen naar den vrede, die ook Lente zal brengen over geheel de' wereld en in de harten der menschen. Helaas zoo ver zijn wij nog niet en voor hoevelen zal de komende Lente, ander^ zoo blij verwacht, geen nieuw geluk van vreugde brengen. Zeef zeker, schatten zijn er in ons land verdiend, oorlogswinsten zijn gemaakt, maar daar tegenover staan er veel meer die met droeve oogen en onder zorgen gebukt, hun moeielijken weg gaan. Onder hen zijn het vooral de ambtenaren die meer dan an deren den druk der tijden gevoelen. Duurté- toeslagen mogen een kleine tegemoetkoming zijn, zij zijn niet voldoende vaak in het noodige te voorzien. Zij die van vaste salariseen moeten leven, gezinnen hebben te onderhouden, in de belastingen tot den laatsten worden aan geslagen, veelal een zekeren stand hebben op te houden, zien vaak met angst den dag van morgen te gemoet. En toch hoe veel arbeid wordt er in deze dagen niet van de ambtenaren, en vooral gemeente ambtenaren, geeischt. Steeds nieuwe arbeid wordt er op hun schouders geladen, hun zenuwen zijn tot het uiterste gefpannen om tijdig met de veelomvattende arbeid gereed te zijn. De bureau-uren zijn niet voldoende om behoorlijk hun taak te vervullen en menige avond moet worden opgeofferd om alles in het rechte spoor te houden. Nieuwe werkkrachten zijn bezwaarlijk te vinden waar de vraag het aanbod verre overtreft. Stond hier tegenover een ruime financieele vergoeding, zeer zeker zou het vraagstuk er niet geheel door zijn opgelost, de over belasting zou blijven, maar wij weten het allen, geld "verzoet den arbeid, vooral als de moeielijkheden om rond te komen, groot zijn. Waar het Rijk in deze tijden kwistig speelt met millioenen voor distributie en leger, (of het vaak al te kwistig is, hierover zullen wij hier geen oordeel vellen) zou het m. i. op den weg van onze Regeering liggen ook de gemeente-ambtenaren niet te li iiii.p—n 81 FEUILLETON. Naar het Engelsch van BOW BELLS» 47. i j HOOFDSTUK XXVII, Hoe Beverley Bogg eindelijk weder zijn slachtoffer op het spoor komt. „Hebt gij hief nieuws reeds gehoord?" vroeg Karei Clayton, toen hij op zekeren morgen het kantoor van mijnheer Bogg, waar hij Richard beloofdi bad, dat bij hem zou afhalen, binnentrad. „Neen, wat is ,er?" zeide die jongeman, „is de eeme of andiere Jjanlc gesprongen, of heeft de eene of andiere compagnie hare betalingen gestaakt Hij wierp een beteekenisvollen blik op zijn vader, terwijl bijl sprak, maiar die oude hian was druk met zijne papieren bezig dn scheen niet o:p ben te letten. „O, neem, niets van dat soort!" zeidie Karei Clayton, „dat zoudie ik bovendien geen nieuws noemen, dat zoudie hier veel teerder 'bekend zjjm, dan ik er iets van boorde. Neen, het is iets, dlat op den schouwburg' betrekking heeft, dat in ver band staat met het uitstapje naar Rich mond." „Mejuffrouw Maria Morrison beeft eenie koude gevat, dlenk ik, en om dien dokter gezonden en iemandl opgedragen om er een artikeltje over in de courant te laten zet ten." „Gij zijt geheel mis," zeide Clayton, „bet beeft betrekking op dien jongen schouw- burgbediendle, die in bet water sprong pn de schoone dame redde," vergeten. Meer dan vroeger zijn zij ge worden uitvoerders van Rijkswetten. Wer den reeds jaren geleden de Burgemeesters door den toenmaligen Burgemeester van Amsterdam, Rijks kruiers genoemd, thans mag men hen en ook den gemeente-ambte naren wel Rijks lastdragers noemen. On getwijfeld zullen zij allen met ijver en op gewektheid, gelijk tot nu toe, hun plichten blijvén vervullen, maar laat dan ook finan cieele erkenning hen dien taak vergemak kelijken. Het zal op den weg liggen van den bond van gemeente-ambtenaren, die reeds zooveel voor de belangen harer leden deed, zich opnieuw hiermede bezig te houden» Mr. PAUL' v. SONSBiEECK. Het lid van de rechtbank te Winschoten, mr. H. de Bie, schrijft in het maandblad „Hoenderloo" „Het gebeurde voor enkele weken. In een bioscoop werd een film vertoond, waarin o. m. voorkwam de levensgeschiedenis van een meisjeOp een goeden dag ontloopt het kind, na huiselijke twist, de ouderlijke wo ning, wil zich gaan verdrinken, springt in het water, maar zie, een redder staat ge reed, haalt er haar uit en later verschijnt het levensmoede meisje als een gevierd^ zangeres vóór de bioscoop-bezoekers. Een 13-jarige jongen had op een Zondag avond de voorstelling bijgewoond, komt thuis en wordt daar door vader met grof geschut ontvangen, omdat hij, ondanks verbod, toch naar de bioscoop is gegaan. De jongen verlaat de woning, en is er niet in weergekeerd, dan zes weken later, toen hij als lijk uit de haven was opgevischt. Reeds was in die richting lang gezocht, nadat tusschen de woning en die haven een schoen, welken de jongen dien avond gedragen had, was gevonden. Is de veronderstelling gewaagd, dat deze jongen onder den invloed van het op de film geziene, dezelfde methode heeft willen toepassen Onderweg liet hij een schoen achter, om zijn spoor aan te wijzen, hij sprong in het donkere water, maar de wer kelijkheid is anders, dan de filmgeen redder, stond klaar, en jammerlijk verdronk de 13-jarige jongen uit een volstrekt niet ongunstig bekend staand gezin op dien Zon dagavond, vergiftigd door de onwaarachtig heid der filmbeelden. Als vanzelf denk ik terug aan het nu om streeks een jaar voorgevallen feit, dat een 14-jarige jongen, na in de bioscoop „Het geheim vaü de mijn" te hebben gezien, waarbij een neger in een diamantmijn een kostbaren steen heeft ingeslikt, en nu opengesneden zal worden, ('t snijden zelf was uit de film gelicht), een hem volmaakt onbekende 24-jarige onderwijzeres op straat Richard Biogg fronsdie zijne wenkbrau wen. „Wielnu, wat dan?" vroeg bij bits, „zal bij met 'haar trouwen, tot belooning voor Zijne moeite?" Dat zou er best van lammen komen," antwoordde Clayton op een lachenden toon, „hij is een mooie jongen, en nu Morrison hem onder dien arm genomen heeft, is hij goed op weg om zijn fortuin te maken." „Wat bedoelt gij dan toch?" zeide Ri chard, „kunt gij niet in eens zeggen, wat gij meent, zonder er eerst pen uur om heen te draaien?" „Welnu, ik zal medelijden met u hebben en u de gehieele zaak in eens vertellen, dat is te zeggen, indien mijrue drukte u niet zal hinderen, mijnheer?" vervolgde hij, zich tot den vader van dien jongen mail wendende. „O, neen, neen, zeker nietzeide die 'procurefcr, „ga maar voort, en let niet op mij." Er was echter toch eene uitdrukking.van belangstelling op zijn gelaat zichtbaar, maar hij keerde zijn rug naar de twee jonge mannen en scüeen met zeer veel aandacht de papieren te doorsnuffelen. „Welnu de groote zaak is, dlat Morrison hem van schouwburgbediendie tot wezen lijke. acteur verbeven heeft. Aanstaanden winter zal hij voor het eerst optreden. Het Schijnt, dat hij een bijzonder vlugge en volhardende jongen is, en gedurende langen tijd hard gewerkt heeft met het dioel om Op het tooneel te komen." „Een zelfjolndervvezen genie dus," viel Richard hem met een spottendlen lach in de rede. „Dat is hij zeker, indien alles wat de directeur van hem verhaalt, waar is," zeide Karei Clayton met warmte. „Dus ziet gij, dat uwe eerste gedachte omtrent het hu- met een mes een zoodanige steek toebracht, dat zij er na enkele uren aan bezweek. Ondanks alle moeite, door rechterlijke ambtenaren en psychiaters, er aanbesteed, om klaarheid te krijgen omtrent de motie ven die den jongen tot zijn daad gedre ven hadden, zijn deze steeds verborgen ge bleven, maar allen waren toch overtuigd, dat de in de bioscoop eenige uren tevoren opgedane indrukken onmiskenbaar meege werkt hadden tot dit zop ontzettend ge volg". ZAAIEN EN POTEN. Een lezer schrijft aan het „H.dbdi.": Het prachtige manifest met de opwekkende leus in Frankrijk „Paysans, semcz" en het ener-- glitekte optreden in Engeland! oim gedurende eenige weken dag en macht te late,ra door ploegen met motorploegen, moet ook- bij ons navolging vinden. Onze landbouwvereeniginigeinimoeten, alles doen om die opbrengst aan koren era aardap pelen zoo sterk mogelijk te verlioogeu, misschien nog beter, de Heiide-Maatschap- pij en het Staatsbosc'h'bebeer. Laat men met alle mogelijke krachten zooveel moge lijk alle vrij liggende terreinen, zelfs zoo genaamde woeste groenden gaam bepoten met aardappelen. Men zier het hoeveel aardappelen in die schrale duinstreken hier en daar voortgebracht wordiera. Men late zich mjiet ontmoedigen, dia or ge brek aan mest; want met zeer weinig mest krijgt men' wet geen over vloed, iigen cogst, doch w»l een weinig dat nog" zeer die moeite waard is. Overal is ook nog wel een weinig afval te verzamelen. Zouden niet allebloem- bollenvelden groote hoeveelheden, aardappe len kunnen opleveren? Vergadering van PJndlerdlag 1 Maart. De dood je nier spóiciciig'tevreden, wat de grootte van zijn oogst aan Kamer- leden betreft. De Voorzitter had alweer teen overledene te herdenken, den heer Van Hamel, den Unie-Lebiralen afge vaardigde van Amsterdam IV. Nog op een andere wijze dieed de dood zijn invloed gelden. Wegens het overlijden van Minister Posthuma's moeder moest de behandeling van het 80-vvillio,era-o,ra'iwerp worden uitgesteld "tot Woensdag en kwa men Kolonie, Suriname era Curasao aan de orde. W|e behoeven daar alleen van te ver melden, diat de heer KI eerekop er (S.D. A.P.) voor den opbloei der kolonie Suri name aanbeval: de uitzending vara een paar flinke, praetiscbe m-araraen om, hef amb telijk bestuur ter zijde te staan, goede sociale maatregelen om vara de geïmpor teerde Javanen goede werkkrachten te ma ken, bevordering der toevloeiing van, Ne- derlanidisch geld door gemakkelijk crediet vcor den kledraren landbouw era de kleine industrie en vereenvoudiging vara het be stuur. En verder nog, dat Minister P 1 e y t e mededeelde, dat aan den, aanvoer van ar beidskrachten bet. mogelijke wordt gedam Welijk niet zoo, geheel mis was, 'want ik geloof wezenlijk, dat bij eene zeer goede kans beeft om de schoone actrice tot Vrouw te krijgen." Hij moet er toch maar mi et al te vast op rekenèm," mompelde Richard, „indien ik In ij niet zeer bedrieg, heeft die schoone actrice, zero als gij ze noemt, nog al vrij 'wat Ihoiogmaet, en gaat in hare ideën hoe haar aanstaande heer en meester zijn moiet nog al hoog. Een titel, indien, bet mógelijk is, op zijn. minst genomen, een heer met een flirak kapitaal." - Mijnheer Bogg, de oudere, had langza merhand belt papier uit zijne hand laten glijden en zag met ongewend hoofd zijnen zoon scherp aan. Karei Clyton bemerkte dien blik. „Dat is nog niet alles," hernamTiij, „ik ben ,er bepaald zeker van, Mijnbeer, dlat gij groot belang zult stellen in de rest van mijne medeideelingeii, Deze held blijkt niemand anders te'"zijm dan diezelfde jongen, dién mijne ouders, nu, jaren, geledten, met lompen bedekt, ziek en uitgeput van dien kant van den weg opnamen,. Gij weet, die jongen, die zich Jan noemde, era dlie des nachts wegliiep toen hij hoorde, dlat hij hier op bet kantoor zoude komen. Zijne zwer vende natuur, denk ik, kora er zich niet huede vereeraigera, om den gebeden dag door op dien, hoogen, handen stoel te zitten, en altijd maar actiën te schrijven. Anders kan ik er geene reden voor vinden." Bij bet begin van deze laatste vvo orden was het bleeke gelaat van Mijnbeer B'oigg rood geworden, ten zijn gehieele wezen, was ontsteld, maar hij had zijne aandoening bedwongen, en bedaard toegeluisterd', tot dat- Karei Clöton gedaan had mét spreken. „Gaf bij ook eenige redem op, waarom hij weggeioopien was?" vroeg hij. „Ja, en ik. moet bekennen eiene zeer De zaak is evenwel ,eeni zeer moeilijke, daar de Javaan zeer lastig is te bewegen Oost-Indië te verlaten. Het N'ederlaradische kapitaalhoopt Z.Exc. te kunnen interesseeren voor den verbouw van koffie, rubber era cacao, waarvan de mogelijkheid wordt onderzocht. Terwijl een motie-P at ij n; ingediend om de Kamer als haar wensdhi te dioen uitspreken, dat het octrooi van, de Surinaam- sché' Bank niet zal werden verlengd, al vorens zekerheid is verkregen omtrent dié organisatie van het landbouwcrediet, en waaromtrent de Minister die beslissing aan 'die Kamer liet-, werd zonder stemming aan genomen. eivenals de Surinaamschie Begroo ting zelf, die van Curacao,waarover enkele opmerkingen werden gemaakt doordien heer Knobel en die van Koloniën). Avondvergadering van Donderdag 1 Maart. I Het aantal afgevaardigden, dat in de bres sprong voor de postambetaren, wier nieuwe salarisregeling vrij algemeen onbevredigend wordt geacht, is nog beduidend toegeno men. De heer Bogaardt (U.L.) betoogde, dat het hoogere personeel sinds 1891 op de meest grove wijze benadeeld is en dat toch de nieuwe regeling Let kenmerk draagt van de bezuinigingswoede van departements ambtenaren. Oök voor het lagere personeel vroeg hij voorts verschillende verbeterin gen; terwijl hij hét verzoek van den heer Helsdingen (S.D.A.P.) om een commis sie van advies voor de reorganisatie van het personeel krachtig steunde. Welke steun nog nader werd ondersteund door den heer Van Beresteijn (V.D.), die al even ontevreden was over de n'euwe salarissen als de heer Bichon (C.H.), die boven dien aandrong op krachtige inkrimping van dezen dienst op Zondag en de heeren Du ij ma er van Twist (A.R.), J u te n (R.K.), Bomans (R.K) en Smeenge (U.L.) Minister Lely, die laat op den avond nog aan het woord kwam, schonk den postmenschen en hun beschermers niet veel troost. Wel was hij nog vriendelijker dan anders, maarZ.Ex. moest dan ook maar eventjes een twintigtal leden in den hoek glimlachen. Hij betreurde het, dat niet meer kon worden gedaan. Maar de buitengewone omstandigheden en de financieele politiek der Regeering, welke gericht is op het be zwaar van het evenwicht tusschen inkom sten en uitgaven, waren oorzaak, dat de vroe ger gedane toezeggingen niet konden worden gestand gedaan. De Minister maakt dan ook evenzeer bezwaar tegen vervroeging van den datum van invoering als tegen verhooging van het bedrag der nieuwe sa larissen (slechts zal het maximum der com miezen op f2600 worden gebracht; en wei gerde verdér nog de instelling eener com missie van advies toe te zeggen, terwijl hij meende, dat met de Zondagsrust niet te ver moet worden gegaan. Zij, die nog eenige hoop hadden op de toeschietelijkheid des Ministers zullen wel teleurgesteld zijn. De stemming over cje begrooting zal plaats hebben, tegelijk 'met die over een motie-Helsdingen ca,, den wensch uit sprekende, dat alle verhoogingen zullen in gaan op 1 Janucri 1917. zal plaats hebben op ALLE .VC jERXjDAGEN; der wéék, behalve ZATERDAGSMIDDAGS, yan_14 FEB,RUAR1 tort ,en met 7 MAART, gedurende de SCHOOLUREN, in de vak ken TIMMEREN, SMEDEN, SCHILDE REN, MEUBELMAKEN, METSELEN en KLEE-RMAKEN. ZIE AANPLAKBILJETTEN. leder die ingeschreven is of wordt bij de "lijdelijke Arbeids-, beurs, moet vanaf Maandag 5 Maart ELKEN DAG zijn of haar kaart laten afstempelen ten Stad- huize. A. AUKESTimmers. Secr. Tijd. Arbeidsbeurs. De heer Van Groenendael (R.K.), die in de Handelingen van Zaterdag een staatje had doen opnemen met een- voor wijlen Minister L. Reg out niet bijzon* der vleiende nóót („Bevers overleden, op gevolgd noor den groot-industrieel Regout. Deze plukte overal f 100 af"), kreeg daar voor van den Voorzitter een uitbrander, waartegen hij zich verweerde met de mede- deeling, dat hij het staatje van eenige post ambtenaren had ontvangen en met de op merking, dat hij niet zoo verpolitiekt is, in de aanteekening iets kwaads te zien. Wat de Voorzitter op zijn beurt weer deed zeggen, dat Qeze verdediging hem niet aangenaam aandeed. Terwijl hij den on tegenzeggelijk verstandigen raad, daarbij voegde, voortaan dergelijke staatjes vooraf nauwkeurig na te zien. BEZOEK H. M. DE KONINGIN AAN DE JAARBEURS. Naar die „Tal." verneemt, ko,mt da Ko- ninigiira vermoedelijk 9 Maart een bezoek brengen, aan de Jaarbeurs. RIJKS-TELEGRAAF- EN TELERHOON- KANTOOR TE WESTZAAN Op 16 Maartwordt te W.esitzaan, ira ver- eeraigiing jnet het postkantoor, een Rijks telegraaf- en telefoonkantoor gevestigd), waarin die dien,sturen zijn o,p werkdagen: 81. 23.30. 67.30; op Zon- en feest dagen: 89. 12. („St.ICt.'jQ DE REGEER1NGSINKOOPEN VAN TARWE EN MEEL. De heer Gerhard Polak heeft aan de voorzitters vara de verschillende' Kamer fracties een telegram gezonden, waarin hij Zich bereid verklaart zijne bezwaren tegen heit beheer van den Minister van Langbouw inzake bet graambedrijf, n,a overleg van bet Departement vain Justitie, zóó te, for- muleerein, da,t een vervolging wegens smaad ALKMAARSCHE vreemde redeii. Hij zeide, dat hij bang' voor u was. Waarom, dat wilde hij niet zeggen. Het scheen echter eene kinder achtige gril geweest te zijn, wamt hij lachtte et nu zelf om, >en zeide, dlat hij u nu wel eens gaarne zoude willen ontmoeten. Het verwondert mij ook in ihiet geheel niet, want hij wist, dat gij procureur zijt era alks wat met de wiet of met de politie in ver band stond, scheen ik dien, tijd op zijn kinderlijken geest bijzonder te werken." „Zeer wel mogelijk, zeer waarschijnlijk," zeide Mijnheer Biogg. „Gij zoudt hem niet moer erkennen,,dlat verzeker ik u." vervolgde de babbelachtige Karei Clayton. „Een groote, krachtige schoone joragen, iemand op wien. ieder vader ,of moeder trotsch zou mogen wezen, maar daarvan is bij- hem natuurlijk vol strekt geen sprake." „Natuurlijk volstrekt geen sprake," her baalde die procureur, 7,era hoe raotemt hij zich 'nu? Onder welken naam is, hij nu be kend?" „Ja, dat is ook nog een vreemd ge val." zeidie Clayton, „toten hij bij ons was, noemde hij zich Jan, daarna verscheen hij onder de hopoogsters als de Kapitein, tender welken naam alleen, hij na dien tijd1 bekend is. Maar nu hij een weinig vooruit gang maakt, heeft hij den naam, van Vincent aangenomen, welken hij nu wel zal be houden, naar ik denk, hoewel ik volstrekt niet begrijp, dat hij er eemig recht op zou hebben. Apropos, wij hebben ook nog ïeëh Vincent in omze famSie, zoodat, in dien hij ooit eene schitterende ster in die "wereld wordt, wij er ook nog" van zullen profiteered" „Ja, ja, mijn joragien, hij zal zeker mog teen groot licht worden)!" zeide Mijnheer ®ogg, „®n dam no,g veel roem over uwen naam verspreiden," voegde bij er opseham- jperem toon bij. „I11 alle geval, ik welras,dh hem veel voorspoed toe," vervolgde Karei, „wat hij vroeger oo,k moge geweest zijn, dit is zeker, dat hij' oen edel jongeling is, met teen gieitrouw hart en een braaf karakter, en eerlijk en oprecht op den koop toe. Er is geen .miansch bi den gehieielem, schouw- burg, groot of klein, die niét een goed woord voor hem over heeft." „En vertel nu nog," zeide Richard, „hoe gij dat alles vernomen hebt." „Ik ontmoette hem gisteren avond bij den schouwburg eri. nam hem rraedie naar ünijii club te dineeren, ofschoon, hij wel ,een beetje ruw is, en daar heeft hij mij alles verteld. Mijna familie thuis zal verrukt (zijn het te h opren." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1