Zaterdag- 5 Mei 1917.1"
Jaargang
N. V.40NS BLAD"
D© Stille Omgang.
Paul de vagebond.
Aan de liefdadig© lezers
van „Ons Blad."
f
VüT
Uitgave van de\Naamloo:
/ennootschap „ONS BL
AMCMAyVR.
Bur\:V^EfeDSTR,,
T^^odn N&4$3.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geill. Zondagsblad .125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct
R. K. Nieüws- en Advertentieblad
voor N. H. te Alkmaar.
Het Bestuur bericht hiermede, idlait roet
ingang van 7 Mei dm-denids-bewijs ito. 4
dier A-amdeelen met f4.en Idiividenihs-
beiwijs po. '4 der Ondleraanidieelep met f 1.
betaalbaar is bij den Penningmeester, tep
kantore van, de Pinna MULDER; fiUAX,
te Alkmaar. i 1
Alkmaar, 5. Mei 1917. i
0p den eersten Mei 1917 heeft er te
Alkmaar in alle stilte een gebeurtenis plaat»
gehad van groote beteekenis. Voor het
eerst na 345 jaar is er weer een processie
getrokken door de straten van deze stad.
Niet met den stralenden luister en schoone
pracht van weleer, maar in allen eenvoud
niet ten aanschouwe van een groote me
nigte, maar in de stilte van het vroege
morgenuur.
Eenige honderde mannen bevonden zich
te 3 uur nabij de oude St. Laurens tot
het houden van den eersten Stillen Omgang
te Alkmaar.
Diepe ontroering moet zich van allen
hebben meester gemaakt toen die stille
processie zwijgend en biddend uittrok na
eeuwen onderbreking.
Wat was er veel veranderd!
Eertijds was de stad één van geloof, nu
dwalen er zoovelen troosteloos rond buiten
de aloude Moederkerk. Eertijds was Alk
maar met vreemdelingen gevuld, waren de
huizen versierd, de straten bevolkt door
een eerbiedige menigte; toen werd het
kruis vooruitgedragen, toen gingen de
gilden met hun banieren en vaandels in
de stoet en omgaf de geestelijkheid in
heerlijke prachtgewaden den troonhemel,
waaronder de Reliek van het H. Bloed
werd rondgedragen.
En nu? Een menigte mannen gaat zwij
gend voort langs de plek waar eens het
Franciskaner klooster stond; het is er niet
meer. Zij trekken verder langs den Ko
ningsweg; wat is het stil: geen plechtig
gezang, geen feestmuziek, men hoort slechts
den regelmatigen stap der deelnemers.
Verlaten en eenzaam is de Langestraat;
waar zijn de versieringen, waar de eer
biedige toeschouwers aan de vensters? De
stad is nog in rust, men weet niet eens
dat de processie weer rondgaat.
De biddenden gaan verder langs de
Steenenbrug waar Pastoor Allard Dirkz van
Waterlant en zijn. kapelaan David Leen-
dertz in 1573 zijn ter dood gebracht. Denkt
men niet als van zelf aan deze martelaars,
welke van uit den hemel met vreugde op
dezen stoet nederzien en God danken voor
het herleven der processie door hen voor
den laatsten maal gehouden?
Bij de kapel van, O. L. Vrouw en St. Jan
gjgtLLLMÜ-J-"'-' UJIMIHiS
FEUILLETOfJ.
Naar het Engelsch; van BOW, BELLS,
62. -
„Ik begrijp het Wél," zeide hij, „de
eene of andere vijantd heeft eene geschie
denis verzonnen om mij van uwe achting
te beroioiven."
„Zijt gij zeker, dat het slechts: eed ver
zinsel is?" vroeg de hechter.
„Ik bemerk," aintviroorddle hjj met e|en
gemaakten glimlach op die lippen-, „dlat ik
mij voor u zal moeten verdédigen- als een
beschuldigde voor h et gerecht, lep toch
zoude ik mogen ver wachten, dlat gij mij
te goiedl kent om idlait .uooidig te maken."
Hij zag diep rechter aan, en hield een
bogeinblik op. Daarna-, ging hij voort:
„Ik zie, dat bet zo-o- zijn moet. Denk
toch aan de 'diagen onzer jongelingschap,
hoe wij toem reeds vrienden waren; en laat
die tijden voior mij spreken Bledenk toch
inoie wij als het ware haind! aan hand als
mannen op-groeiden, elkamder's- vreugde en
terdiriet deieldien! Hoe ik met ui Verfukt
was, toen gij voor de eerste maal-bemindet,
oep gij hi uwdet met die keuze van uw hart,
ik 'jin uw geluk deelde, alsof het mijn
éigein waaie!"
Hij hhsld weder -eten oiogenbl'tik op, als
of hij ze;pr aangedaan: was, en gjitig dlaarop
voorts
„Toiejn,, verdriet uw- dleel werd, toen. de
vroatw, idli® gij beméndet en vertrouwde*,
Week ^ntropw aan it; té zijp, .wié was: toieln
Baptist staat men stil, doch de deuren
blijven gesloten, geen orgeltoon weergalmt
langs de gewelven, geen gezangen weer
klinken, geen wierookwolken stijgen op:
Jesus woont daar niet meer. 't Is als hoorde
men de stem van den Engel bij het H. Graf:
„Ik weet dat gij Jesus den Gekruisigde
zoekt. Hij is niet hier."
Over de Laat gaat men verder langs de
St. Dominicuskerk: een eerbiedige groet
aan den verborgen God, die daar woont in
zijn H. Sacrament. O konden wij in plech-
tigen ommegang Hem dragen door de
straten onzer stad! Hoe heerlijk zou het
zijn als de troostende en zegenende Christus
mocht gedragen worden langs onze huizen,
als wij openlijk uiting konden geven aan
onze liefde en geestdrift voor onzen Koning
Christus en al de heerlijke luister van onze
Katholieke eeredienst eens openlijk konden
ten toon spreiden!
Maar dat mag niet.
Op denzelfden eersten Meidag gaat er
door onze groote steden een lange stoet
met vaandels en opschriften om ontevre
denheid te zaaien, om het gezag te onder
mijnen, om het geloof uit te roeien, omi
Christus' Koningschap te bestrijden.
Dat mag wel!
Weer nadert men de oude St. Lauren-
tiuskerk, het heerlijke monument van het
geloof onzer Katholieke voorvaderen, de
prachtige tempel door hen gebouwd, maar.
nu ontwijd en ontheiligd, zonder altaar en
zonder offer, nu een leeg en onbewoond
huis. De stoet gaat er langs, men treedt
niet binnen. Jesus woont er niet meer.
„Wat zoekt gij den Levende bij dedooden?
Hij is niet hier."
Naar de nieuwe St. Laurentiuskerk gaat
nu de stoet, daar is Jesus, daar woont Hij,
daar wordt nu hetzelfde Misoffer opgedra
gen als voor 488 jaren toen het wonder
van het H. Bloed geschiedde, daar is nog
de kostbare Reliek, het gedeelte van het
kasuifel waarop het H. Bloed is neerge-
druppeld.
Wat waardeert men in zulke oogenblikken
de genade van het ware geloof, wat kan
men dan vurig bidden voor onze dwalende
broeders, voor de bekeering van ons vader
land
De eerste Stille Omgang te Alkmaar is
een schoone uiting geweest van het krach
tige Roomsche geloof in jieze stad, een
heerlijke belijdenis van de liefde tot'het
H. Sacrament, een blijk van dankbaarheid
om het schitterend Mirakelfeest door den
almachtigen God hier ter stede verricht.
Moge de oude devotie onzer voorvaderen
voor het H. Bloed nog krachtiger herleven,
niet alleen in Alkmaar, maar daar buiten.
Nu reeds waren er van verre gekomen om
aan den Omgang deel te nemen, laten er
in de volgende jaren nog meerderen zijn,
volgens de uitnoodiging van schout en
schepenen: „dat zy komen op de Meydag
„tot Alkmaar omme die ommegank eerelyk
„en met minne te helpen doen en omme
zoo getrouw, zoo geduldig, zoo- toegewijd]
als juist idle map, dien gij nu schuldig oor
deelt aan het schandelijke plan, jdai imi diezen
briief wordt blootgelegd!? Denk "id-aiaraan
Willem:, bedenk hoe ik lafe eerlijk en op
recht liin dte wereld bekend! sta, en laat
mijinie vriendschap van vroeger, mijn eier-
lijfcén naam voior mij pleiten, o-pdlat gij mij
van die verdenking van deze misdaad wij-
spreekt." i
„Gij ontkent bet dus?'' vroeg die-rechter.
„Ik -ontken het," z'eidie Bogg, „wilt gij
mij mui geloio-ven, -of wilt gij, dlat ik met een
eed] tmijne onschuld zal toeituiglen
„De hemel beware mijzeidie zijn vriend,
„ik weet niet wien of w;at ik moet
geknoven."
„E-efn heer en eene dame wensdhen u
te spreken, mijnheer," ze-idle -die beldiende-,
die weder in jde ka-mer was: gekomen.
„Ik kan nu niemand spreken-, zei-de re-ch»
ter .Vincent." 1 c
Da imaln botog en wilde heengaan:
De weigering kwam iechter te laat, want
toep hij ziich omkeerde om die kapiier te ver
laten, werd hij zachtjes t-e-r zijdie geschoven,
dn de tweie personen, die 'hem: op- iüe
trap getvolgd! waren, tradien. binnen.
H-et waren Katharina Vincent, en die
vroögere klerk van Bieverley. Bogg, Samkins-,
„Qij zult mij verontschuldigen, dat ik zoo.
vrij hen, mijnheer," zeide de kleiihe man,
„maar onze zaak is -dringend era (d|uldt
geen luiitstel." ,-
„Ziend mij niet weg," smeekte Katharina,
„wij koimiein om over onzen jongen te
spreken."
Si-mkins zag ler nog ronder en fleuriger
-uit tdap vroeger -en hét deeid iemand goed
„te hooren Gods wonder, dat Hy daar
„doet en werkt."
B. H. C. HOSMAN,
Alkmaar, 1 Mei 1917. Kapelaan.
Tot dankzegging aan al degenen, die aan
„Ons Blad" hunne giften inzonden voor
„den noodlijdenden Priester-religieus", zendt
de hooggeachte Priester ons een Fransch
schrijven, waarvan de vertaling luidt
J. M. J. 29/4/17-
Mijnheer de Redacteur,
Ziekte alleen was oorzaak, dat ik U niet
eer schrijven kon tot dankzegging voor
de vriendelijke gastvrijheid, waarmede U
de kolommen van „Ons Blad" openstelde
voor diskrete en van liefdadigheidszin ge
tuigende artikelen ten gunste van een
priester-religieus in nood.
Ik weet niet, wat ik het meest bewon
deren moet" of de welwillendheid' waar
mede U een inschrijving wildet openen
voor mijn behoeftige weesjes, öf de tijnge-
voeligheid waarmede de schrijver der arti
kelen mijn incognito heeft willen bewaren^
of de belanglooze liefdadigheid van Uwe
lezers, die hun offertjes wilden opsturen
voor een armen priester, die hun vreemd
en onbekend is.
Dat zijn daden, die voorzeker Hemelsche
zegening zullen schenken, niet alleen aan
de liefdadige gevers, den redacteur en den
artikelen-schrijver, doch tevens aan heel
hun dierbaar vaderland, het gastvrije
Holland, dgt zijn daden, die den Heer
op den laatsten Oordeelsdag tot al deze
liefdadigen deze woorden van het H. Evan
gelie zullen doen spreken
„Komt, gezegenden Mijns Vaders, Ik
was naakt, en gij hebt Mij gekleed, Ik
was koud, en gij hebt Mij verwarmd, Ik
was droevig, en gij hebt Mij getroost.
Treedt binnen in het Rijk des Hemels."
Waarlijk 1 -dank zij de vier opéén-
volgende zendingen van f50 j— f60 J—
f 60 -j- f 9.85 heb ik de kleertjes der
weeskinderen wat hoognoodig was
een weinig kunnen vernieuwen.
't Is nog wel geen weelde, maar elk der
kinderen heeft nu ten minste twee hemd
jes en twee paar kousen, zoodat wekelijks
van onderkleeding verwisseld kan worden.
Dank, mijnheer de Redacteur, voor Uw
kostbare hulphoud u overtuigd van ons
aller dankbaarheid.
Moge God honderdvoudig deze liefdadig
heid vergelden, moge Hij U begunstigen
in Uwe aangelegenheden en goedgunstig
beschikke in de heel eigene belangen van
al uw liefdadige lezers.
Aanvaard, mijnheer de Redacteur, na
verontschuldiging van deze briefvertraging
geheel buiten mijn schuld, de hoogachtings-
betuiging ran
Uw in Xrist0 dankbare
(volgt onderteekening).
nor sdirik
blik, dien
tan laan te zien.
Bieverley B.ogg werd
ov-erstelpt reed» bij dien
hij op idliiens roodl gezicht wierp.
„Z010-," zeide hij, „heb ik dit aam hem te
dlainkein? Maar, Willem, indien gij verstan
dig zijt, -m-pst gij niet een woordi aanihporen
van betgeen hij u te zeggen heeft, e-eitii
klerk, diien ik wegens zijne an-bie-s-dhieiden
haindélingien moest wegzenden en die mij
nu luit wraak zal koroein belasteren."
j „Ik hapdeidle wel is waar njieit zeer b-e-
scheidlen jegens, u,," z-aidle Simkins. op e-en
I spoitacbtiigem toon, „In mijne vroegere jaren
wiajs ik van een ■nieuwsgierigen aard',
ein ik beken, dat ik wel aan uw sleutelgat
I faeib staiain luisteren. Gij oivervielt m-ij dlaar-
bij :ein beroof diet mij -dus van dat genoegen.
Maar ik verschafte mij spoedig sdbadever-
goieidliing. lik -boorde een gat i-n dien muur,
oip ©ein-e hoogte, dié juist geschikt vo-or
mij was-, walmeer ik op mijn stoel voor dien
lessenaar zat. Het was een wezenlijk mfees-
terstuk, wamt het kwam i-n een. hoek juist
hoveln dien vloer van uwe ka-m-er uit, en die
op-einimg stopte ik in mijn vertrek met ieeme
'bes'dhtkfaidle stop zoo keurig dicfet, dat
een onoplettend beschouwer het .niet be-
1 merken kon."
„Nu hoort gij eens vv-elk een vertrou-w-
baar persoon hij is!" riep de procureur.
„Zult gij hem nog eerdler gel00ven, dan uw
oiuidietm beproefdfcn vriend1?"
1 Maar rechter Vincent sprak geen enkel
wound tot hem.
„Ik toeken, dat het niet' zeer fafeoien-
j lijk was," vervolgde Simkinis, „maar dlat
j heeft mm niets met déze zaak re mak-en.
Weta, giedlujiendie véle maanden ?ait ik bij
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
DE RAMP TE ZIERIKZEE.
Uit het oindierzoiek van die overblijfselen
dier tooimmein, in dan macht van 29 op 30
April j.l. op Zierikzee gewo-rpera, iis: geble-
k-en, dat deze in vorm en materiaal vol
komen. overeenstemmen m-et die o-verblijfse-
lew der bommen, uit een Brifeidhl vlieg
tuig iin dien macht van 8 op 9 Augustus
1915 op Gajdliainidl neergekomen. Eemige der
te Zierikzeie gevonden scherven dragen
Brits che merken.
UITVOER VAN NUCHTERE KALVEREN.
Die afgeloopen week zijn te Hoek van
Holland! voor .export naar België en, En
geland ruim 6600 nuchtere kalveren ge
slacht. („Vee- ieini Vleoschha;ndlel.")
INZOUTEN VAN VARKENS.
Oei „Vee- en vleeschhanidlel" meldt, dat
het plan toit inzouten van -een hoeveelheid
varkens vo,or die regeering voortgang zal
beibbein: Hoe gro-ot die hoeveelheid zal zijn,
is nog wiet biepaaldi, maar dei bedoeling is
leem zoio groot mogelijk aantal varkens van
boven dé 70 K.G. slachtgeivicht op te rui
men en te conserveeren tot ,a.s. herfst.
Binnenkort zal met slachten wordleln begon
nen. De regeling its vrijwel gelijk ate bij
het inzouten tijdens den aifgelo-openi winter.
Alleen zijn énkele technische wijzigingen
noodig.
RHABARBER EN MEIKNOLLEN.
De Minister van Landbouw heeft be
paald), -dlat aan exporteurs van groenten, in
geschreven bij de Rijkscommissie van toe
zicht op idle Ver. „Oiroieintence-ntrale", ver
gunningen worden gegeven voor dien uit
voer v.an mhatoarber <en Meiknodlen, onder
voorwaarden, nader idoor genoemde Rijks
commissie, onder goedkeuring van- den Mini
van Landlb. vast te stellen. („St.-Ot.")
KAAS.
-Door ihet toestuur dier „Kaasveireeniiging"
wordt omidleir referte iaan zijne circulaire
„Binn-enl. Distributie" d.-dl. 15 Ma-art j.l.
miediegede-elid, dat de diistributi-e van vol
vette Ooudsdhe kaas als volg geschiadlem
zal:
Iedere -grossier, die in normale tijldien
v<3vette Qoudedhé kaas aan détaillisten in
het 'b-inneril-and verkocht, kan wekelijks op
gele kaart ©ewe hoeveelheid! volvette Goudl-
s'dhe k-aas aanvragen, tot ©en maximum vtn
100 pCt. van zijn n-orniaal-omzet.
E-en gedeelte van die besteldie hoieveiel-
heid wordt afge-letver|d in volvette Goudsche
kaas; die rest wordlt aangevuld: -met andere
kaassoorten, naar keuze van het bestuur
der „Kaas'vereeniginig". Het bestuur ves
tigt ler die aandacht op, diat volvette Goud-
s-ohe kaas niet kan worden verstrekt als
het laianvullings-p-ercientage in andlere soor
ten niet giewensdatwordt.
Nieuwe aanvullingskaarten moeten voor-
loopig niet meer worden ingezonden.
De bestellingen, welke op 30 April bij
het toestuur inkwamicn, zullen worden uit
gevoerd met 50 pCt. jonge volvette Ooud
sdhe en miet 50 pCt. Goudsche 40
STREMSEL.
De Rijkscommissie van To-eziciht op de
Ver. vamStremselfato-rikanten heeft alsnog
de f.irmia Th. Ro-ordla S Zonen, te Harli-n-
g-ep; A. van Leeuwen, Ostadestraat 177,
t© 's-Gravenhag© .aangewezen, te wier be-
schikking die onbewerkte lebmagen, afkom
stig van bi-nnienlamfeche nuchtere- en vette
kalveren, moeten worden gesteld.
EEN SLECHT 'BEGIN.
Die niéuw-gebouwde stoomtrawler IJ M.
mijne nieuwe hoorbuis te luisteren, als
bij diadht, dat ik idruk aan, het werk was*
en meniig klein gieihieim heb ik dla-ar verno-
mieMi Ik luiisterdie o-o-k op dein diag dat gij
hem bezocht, nu jaren geleden, toen gij
tot hém spraakt over uw verdriet en hiem
sméektiet, u te hielpen uwen zo-on weder te
vinden. Ik luisterde én ik hiaid' medelij-den
met u, hoewel gij het piet wist en ik
wensdhte vurig, dat gij in uwe opsporing
zoiudt slaigenj."
Nu weirdi de klerk nog roiodier en blaasde
eens goieidl uit, voordiat -hij met zijne meide-
dleieli'ing voortging.
„Hét volgende, dat ik hoordé, was een
gesprek tusschen mijmhéer B-o-gg en een
m-am, die op een vrijbrief van die kolonie
was teruggekomen-, Jakob Prow. Toen eerst
bemerkt© ik, welk ©en slecht karakter de
mam had, dien ik idjemd-e-. Ik hoorde1, hoe
hij uw kilndl gestolen liad, -en het aam dien,
schelm had! toevertrouwd o-m het tot een,
misdadiger op te voeden.
Ik hoonde, dat hij Jakob ProiW voor zijne
bo-oze diieusten betaalde, en ik boorde dat
zij- to'eslote-m, wannéér" Paul©en volleerde
sohelm zou, zijn -een misdadiger in die
cogem d>er wet, dat hij' dan aam u
terugg-e-ven zou worden, eni dlit alles deed
jdé m.ani,, die zich u,w vriend; moemde, pit
wraak voor het een of andier kwaaidi, Üa-t
gij hem zoinidier opzet laiangebaam Ihialdt."
„Hpt ko-mt woord! voor woord overeiem
met dé getuigenis, van den kreupele,"' zei-
da Ule rechter m-i;t pen-e ernstige stem.
„Bieverley, mijn vertrouwen im u is voor
bij
„Ik toen een vader,' mijnheer!" riepSfcn-
kijP®, zich zelf driftjjg maJtenide, ,,-elt» ik was
152 „Wiestlajnd", die Idle vorige week voor
het -eerst maar zee vertrok, is Woensdag
avond half negen op 53 gr. 47 min. N.Bi
en 4 gr. Ölll fndm Oi.L. zonder ©enige
w.aarsdhiuwiug dlo-or, een Dufectoe dluikboot
m-et granaten beschoten, waardo-or op het
diek een; ware: verwo-es-tiing werd aangericht
en -e-e-n dier opvarenden aan het ho-o-fdl ge
wond werd.
Ondier een dichten kogelregen verliet Id-e
bamian-ning o-verhaast in die scheepsiboot het
va-artuig en ro-eidle, terwijl de granaten
o-ver haar he'einvlogien, naar dé duikboot.
Dé commandant nam de papierem vain den
schipper over -en liiet dézen nauwelijks: aan
het woord: komen, toen hij wilde vragen
om weer maar het schip, dlat nog dreef,
te -mogen ferugkeeren. 0,-ok protesten, dlat
imian- Nederlanders en i.n het vrije gebied;
was, bielpen miie-ts.
Van Woensdagavond half megeM tot Dani-
dlerdlagmorgen vi-er uur dreven d-e schi-p-
breukeltogen in die bo-ot rond). Toen werden
ze opgemerkt door den stoomtrawler IJ.M.
98 „Frolhm", die die twaalf geredden Don
derdagmiddag te Ijm-uidien binne-nbraoht.
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Woensdag
2 Mei.
Het lijkt ons niet onwaarschijnlijk, dat
in de geheime vergadering van Dinsdag
hartige woorden zijn gewisseld tusschen
den Minister van Oorlog en een deel der
Kamer. Wat de heer Duymaer van
Twist (A.R.) zeide aan het einde zijner
rede over het buitengewoon Oorlogskrediet
van 127 millioen was tenminste duidelijk
in die richting.
De Steen wij ksche afgevaardigde verklaar
de namelijk, dat hij, „in het openbaar"
over het beleid des Ministers niet meer zou
zeggen dan dat dit beleid hem niet kan
voldoen, zoodat wanneer hij tegen het ont
werp zou stemmen, zulks niet zou zijn omdat
hij tegen het toestaan van het gevraagde
geld is, maar wijl dat geld niet zou wor
den besteed op de voor de weerbaarheid
van het land meest nuttige wijze.
Later daagde ook nog de heer Scheu-
r e r, eveneens Antirevolutionair op. Deze
was gewapend met een motie, welk luidde
als volgt:
„De Kamer, gehoord het behandelde in
comité generaal, is van oordeel, dat er
onderdeelen zijn in 's lands weerbaarheid,
die meer afdoende verzorging eischen en
gaat over tot de orde van den dag", en
bedoeld was als waarschuwing voor den
Minister. Tegen het ontwerp zou deze spre
ker evenwel niet stemmen.
Met veel bijval werd de motie niet ont<-
vangen.
De heer Marchant (V.D.) merkte op,
dat er niet over kon worden gesproken,
daar zij steunde op het in comité-generaal
behandelde. De heer Ter Laan (Den
Haag) wees er op, dat de motie niet aan
geeft, welke onderdeelen verbeterd zouden
moeten worden en op welke wijze die ver
betering zou moeten plaats hebbenterwijl
zij, naar zijn verklaring, geen grond zou
kunnen vinden in het in geheime vergade
ring behandelde. En de heer Schaper
raadde intrekking aan, omdat de Regeering
in de motie aanleiding zou kunnen vinden
om in comité's-generaal niet meer te wih
len mededeelen.
De heer Men de ls bepleitte o.m. ver
hooging van het maximum der vergoedin
gen voor kostwinners en het opdragen van
arbeid van meer burgelijken aard aan dienst
weigeraars.
De interpellatie-M a r c h a n t over het
oproepen der landstormjaarklasse 1908 voor
to-em ook vadier, en ik stortte Iranian,
ja, ik stortte w-ezenlijk tranen in zijn, koiud,
-hardvochtig kantoor, -en zij vielen op het-
drooge, roet stof bedekte perkament, to-en
ik aan den arm-en kleinen. Ra,uil dlacht,
jhioa hij geihed ,aan -die willekeur van dlie
-ellenidiiigiein was overgegeven
Hij sdhudidla zijne vuist in, het gelaat van
Beverl-ey -en was- purperrood van woede.
„Ik besloot alles te wagen, wat er die
gevolgen van zo-u-dien wez-en, om p die waar
heid -beklemd te maken. Ik 'kwam- naar uw
huis, -maar gij waart ziiek' en ik kon- u dus
miet s-prek-en. Toen -gij. hersteld waart,
s-chraef ii-k u e-en brief, waarin ik u dié
g-ebeel-e verschrikkelijke waarheid vertel-dle."
„E-em brief?" vroeg die rechter, ,t«k héb
nooit leien brief van u ontvamgem."
„Daar -waren-"ook goede- reden voor!1'
kreet -die wo-edlsnde Si-mkins, „hij onder
schepte hem! Het verwonderde mij al,
waarom ik m-i-ets van u hoorde, maar (o-en
gij buitenlands waart gegaan, hd-dlernde het
geheim zich vain zelf op, want hij joeg
mij uit mijne betrekking, nadat hij m.-ij b-e>.
-déaigd had zi-cli te zullen, wreken over
hetgeen hij „mijn verraad-" moemidle. Ik
l-ee-dl -er -even-wel niet zeer ónder, het Lep
'nog zeer go-ed voor mij af. Door de vrien-
delijkbe-id van e-en heer, d,iie -bij óns in
woont, kreleg ik -e-ene betrekking als- klerk
op -Sein wijukoop-e-rskatofcoo-r, en dioor vlijt
-era volharding ben i,k nu a-1 bo-ekhoudlea"
gaw-oaidem. Mijn oudste zoon is. nu jonge
klerk Ü|n.-diezelfde za-ak, ik heb een-e kleine,
woning gekocht, en ik ben nu een tevredén)
gelukkig mart en kom go-ed vo-o-ruit."
(Wordt vervolgd.)