!0„.. EIGEN m Ill oide aten, 11! 311Z. Doop, IIILLliD', 50 50 NO. 91 XT Zaterdag- 4 Augustus 1917. 11e Jaargang %NÖEL en Int, 18. Direct aan Zee.. :- GARAGE. id aan Zee. 'SLAGPLAATS i>ij aan- 30 roeken kleeding. in prijzen baar 'bij Bur. BREEDSTRAAT 12. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. R. K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Politieke voorbereiding, Een familiegeheim. Uit d© Pers, II 1 i! I Ili WD ,J-S S3 RTM5 lï£s»ÏS wij aïs ©mzeiffl iroudë en era- torraarï dO 75 TREKT. Uitgave van de Naa I Jr V-.-lr Vennootschap „ONS BEAD" ALKMAAR. Telefoon No. 433. X-, f~P ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geilt. Zondagsblad 125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct, ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct Elke regel meer10 ct Reclames per regel25 ct Kleine adv.-. 30 woorden bij vooruitbet. 80 ct 't Is reeds een zeker aantal weken ge leden, dat het Bestuur van den Algemeenen Bond van R. K. Kiesvereenigingen in Nederland aan de Besturen der Centrale Kiesvereenigingen de bekende circulaire toezond, waarin het Bondsbestuur een voorloopige „modus vivendi" voorschreef en den goeden raad gaf zich op zekere wijzen, door het Bondsbestuur nader aan geduid, vóór te bereiden op de éérste ver kiezingen volgens het stelsel van Even redige Vertegenwoordiging in het jaar 1918. De te Utrecht gehouden Bondsvergade ring besloot namelijk, dat een reorganisatie van den Algemeenen Bond voorzichtig heidshalve eerst plaats vinden zou na de bovenbedoelde verkiezingen, dat de tot op het tijdstip dier verkiezingen te houden vergaderingen door den Bond saamgeroepen zouden worden op den grondslag der thans bestaande Kamerdistrictendat de thans bestaande besturen der Centrale Kiesver eenigingen derhalve tot dien tijd gehand haafd zouden blijven. „Toch zalzoo lezen wij in de be doelde circulaire „toch zal inmiddels ten spoedigste in eiken kieskring een zij het dan ook voorloopig Kieskring-bestuur moeten worden gevormd.onder welks leiding 0. a. de Candida terplijst voor 1918 door de in den Kieskring beslaande locale Kies vereenigingen zal moeten worden samen gesteld En het Bondsbestuur wees voor de be paalde groepen der toekomstige Kieskrin- gea de wegen aan, waarlangs men het ge makkelijkst tot de samenstelling van der gelijke (voorloopige) ICieskringbesturen zou kunnen komen. Een vergadering van afgevaardigden der locale Kiesvereeaiigingen- van 'eenen-Kies- kring is allereerst noodig om de verkiezing van een Kieskringbestuur te bewerkstelligen. Doch wiè moet tot het oproepen van een dergelijke vergadering het initiatief nemen De circulaire geeft daaromtrent de al dan niet te volgen aanduiding „Allicht zal het initiatief- worden geno men door den Voorzitter van het Centraal Bestuur van het district, waarnaar de Kies kring is genaamd." Voordestreek ten westen en ten zuiden van Alkmaar (ook voor Alkmaar zelf) zou zulk initiatief dus moeten komen uit Zaan dam; voor de streek ten oosten van Alk maar (voorbij Oudorp) uit Hoornvoor de streek ten noorden van dit allesuit Den Helder. Nog was er tot op heden geen of weinig actie (of keken wij niet goed te be speuren. Zeker, 't is nog vroegeerst vóór October zoude het Bondsbestuur gaarne m kennis gesteld zijn van de samenstel ling der (voorloopige) Kieskring-besturen wij hebben dus nog wèl werkenstijd, doch er valt zoo véél te doen. F E UILLETON. (UN SECRET, DE EA.M1.LLE). (Vrije vertaling Hit het Fransch.) 30.: j 7 „Florence," zeiidle die jonge man zacht, die hare opgewondenheid aan bezorgdheid voor hare grootmoeder toeschreef, „me vrouw de Trélaz zal vurig naar u ver langen. Ik wachtte u hier af, otpdiat gij haar op mijne komst zou kunnen voorbe reiden." .„Wat* zij weet niet, dait gij: hier zijt!" nep Florence ganschi buiten zich zelve uit. j)Q, dan is het beter, dlat gij: niet binnen komt. Nog beter zou het zijn, als, gijl naar Poulcoat, ja missdiien naar Piarijs teruig- keerdietvoegde zij er met stokkende stem bij. „Paul, ik moet u iets zeggen, iets zeer verschrikkelijks. Ik kan uwe vrouw biet meer wordenik heb mij vergist ik zal nooit, nooit huwen 1" Verschrikt hoorde zij hare eigene woor den en trachtte mieit bevende hand dén bruidsring van den vinger te ttiekkielni. Paul geloofde 'eerst, dat zij krankzinnig gewordlen was,. „Florence!" riep bij en gtleep hare hand), „gij zijltziekgij hebt de koorts!" „Ik lijd! verschrikkelijk, maar krankzin nig ben ik niiet! Als gij m'ij bemint, hdb dan medelijden met mijl, en noodzaak mij niet, woorden fe herhalen,,- die onherroepelijk zijat" Als wij alleen maar eens wijzen op de belangrijke functie der plaatselijke kiesver eenigingen "in de toekomst, en wij beden ken daarbij, dat nog lang niet overal Roomsche plaatselijke kiesvereenigingen laat staan goed geconsolideerde 1 be staan, dan achten wij onze aanmaning tot actie van voorbereiding waarlijk "niet fê vroeg of te voorbarig. In iederen kiezer, waar of in wélke ge huchtelij ke samenleving hij ook woont, moet het politieke plichtsbesef wakker of wakkerder gemaakt worden, en daartoe is in iedere plaats noodig een groep van ge stadig, degelijk werkende aanmaners tot politieken plicht. Is eenmaal in iedere gemeente een der gelijke organisatie tot stand gekomen en heeft deze haren besten man uitgekozen tot afgevaardigde naar de kieskringvergadering, dftn kan er met succes vergaderd worden te Zaandam, te Hoorn; of te Den Helder. Dan zijn wij voorloopig voorbereid! Waar dus in het gebied van onzen lezers kring nog geen Roomsche Kiesvereeniging bestaat, dat men daar werke, om toch in 's hemels naam nog op tijd georgani seerd te zijn BISSCHOPPELIJK BEZOEK AAN O. L. VROUW TER NOOD. In „Sint Bavo" schrijft „Kennemer" een schoone beschouwing naar aanleiding van het laatste Bisschoppelijk bezoek aan het Heiloo'sche genadeoord 17 Juli 1917. Een morgenstond glorievol en hartver- blijdend. Een morgenstond welke de ziel opvoert tot God en het lichaam nieuwe krachten schenkt 7 een- morgenstond waarin het schij nt alsof geheel de natuur het woord van den psalmist op de lippen neemt: „Zingt den Heer een nieuw lied, zingt voor den Heer, gij aarde". Over het heerlijk lage Kennemerlani, dat in zijne wijde uitgestrektheid daar ligt alsof het in alle nederigheid met uitgestrekte armen bidt tot den oneindig goeden God, over de blanke duinen, door Gods hand ter bescherming van het lage land langs de kust gespreid,rees glorievol de gouden zon op, op den i7en Juli j.1. den blijden dag waarop Mgr. Gallier gevolg kon geven aan zijne op den i2en Juli van het vorige jaar uitgesproken wensch„Ik zal gaarne a.s. jaar hier op de bedevaartsplaats van O. L. Vr. ter Nood, eene plechtige, ponti ficale H. Mis komen lezen." En langs veld en wegen spoedden zich reeds in het vroege morgenuur de trouwe Kennemers en de stoere Westfriezen naar „Capelle soet". In Maria's Heiligdom knielden, geheel den morgen, vele Bedevaartgangers voor het beeld der Troosteresse der Bedrukten en werden meerdere HH. Missen opgedra gen. Is het opdragen eener H. Mis steeds een heerlijk gebeuren, dubbel heerlijk is het deze te mogen bijwonen in het vroege morgenuur op deze gezegende plek; ner gens zoeter dan in die kleine kapel klinkt „the sweet murmer of the Mass en op dezen blijden dag vooral zullen allen daar In hare oogetn lag zulk een dlielpe ver twijfeling en hare trekken drukten zulk eene smart uit, dat hij er hang van werd'. „Maar gij hebt geen recht iuwiö belofte te verbreken," zeidie hij opgewonden. „Ik ontsla ui er niet vantenzij," yopg.dle hij' er meit plotseling ontstane onrust bij; „tenzij' glijl tniij belogen hebt, toen gij zei- det, dat gij! tniij1 bemjndet." Zij zag heimi aan met een blik vol smart en liefdie. „Geloof .dat, als gij' wilt," sprak zij zudhtend ,en richtte hare sdhWdten naar het huis. Toen Wij' dezen blik had! gezien, kon hij: het niet traeer geÜooven. „Er is iets gebeurd 1" riep bij lefn trachtte baar te|g.en te hopdleW'. „Wiait zou er dlan kunnen giebeiuirdi zijn? Ik heb erkend], dlat,... ik niet bdsteimid ben otnl te huwen. Dat is filets." j,Neeu, meen, diat is niet alles!" Hij liep baar na en haalde zei aan den voet van de trap in. „Gij zijt mij ten minste eönie verklaring verschuldigd!," zeide hij haastig. „In ieder geval blijf ik hier'Mevrouw de Trélaz is zeer ziek. Gij kunt niet zooder bescher ming blijven. Als ik uw bruidegom miet méér ben. dan heb ik, een Trélaz toch het recht ondier dit idlak te verblijven." Z;ij loosde een zuicht van verlichting. Mocht hij ook 'een vreemde voor haar zijn; todhi verheugde zij er zidh over, dat hij' hier was;. iMaar bijna aanstonds 'kreeg de vrees weer |de overhand. Hoe kon zij haar gang naar Coatdiu verbergen? En toch kon zij uu, Idiaar hij haar echtgenoot piet meer zou tegenwoordig, in het dankbaar zich roomsch te weten, met groote ingenomenheid met den priester de woorden van de H. Mis van de dag hebben uitgesproken ;,Wees niet naijverig op boosdoeners en benijd hen niet die ongerechtigheid begaan". En middelerwijl werd de vloed der ge- loovigen van heinde en verre toestroomend steeds grooter. De ochtendtreinen van Haar lem en Amsterdam welke bij hooge uitzon dering aan de „Kapelle-halte" stopten, brach ten een 500 tal bedevaartgangers meer aan. Even tegen tien uur klepte de Maria- klok en deed ons de komst van onzen be minden kerkvoogd kond. Door tal van geestelijken, de officianten, die s.traks bij de H. Mis zouden assisteeren, en deleden van de Bisschoppelijke Commissie opge wacht bij de groote „Beevaartspoort" ging Monseigneur zegenend naar de kleine ka pel, om daar voor het H Sacrament en het beeld der H. Maagd zich voor te be reiden voor het H. Offer. Van de Mariakapel begaf zich Monseig neur daarna naar de Bedevaartkerk om daar het H. Offer op te dragen voor de bekee ring van ons vaderland. De schoone Bedevaartkerk, waarin in het ruime priesterkoor de Bisschoppelijke troon prijkte en waarvan het altaar op eenvoudige wijze met levend groen was versierd, kon de talrijke schaar van bedevaartgangers niet bevatten, die opgekomen waren om zich met hun Bisschop te vereenigen. Langs de pijlers der kerk stonden de kleurige vaandels van verschillende Broe derschappen en vereenigingen, welke hunne vertegenwoordigers hadden gezonden. Vertegenwoordigd waren de Broeder schappen van Beverwijk, Amsterdam, Haar lem, Alkmaar, Schagen, Leiden, Bergen, Lutjebroek, Limmen, Utrecht, Uitgeest,, benevens de Rijwielclub O. L. ;Vr. van Kevelaar van Alkmaar, Propagandaclub van Heilo, R. K. Vrouwenbond en Mariaver- eeniging van Alkmaar en de R. K. Volks bond van Alkmaar. Onder het zingen van het „Ecce sacer- dos" schreed Monseigneur zegenend tus- schen de geloovigen voort en. begon de plechtige voorbereiding van de H. Mis. Daar trilt langs het gewelf van Gods' huis het schoone„Salve sancta parens." Omhoog gaan de harten naar Haar, wier voorspraak Monseigneur voor zich en de zijnen gaat aanroepen: „Wees gegroet, heilige Moeder, Gij die den Koning ge baard hebt, welke hemel en aarde belieerscht rin alle eeuwen" waarop jubelend klinkt „Mijn hart galmt een goed woord uit. Ik uit mijn werken voor den Koning", ge volgd door het eerbiedig Eere zij den Vader, den Zoon en den H. Geest". Het H. Offer is aangevangen. Wanneer na de jubelzang van Bethlehems velden, het „Pax tecum" als een verkwik king wordt vernomen en het I-I. Evangelie gelezen is, keert de Bisschop zich tot de zijnen, om een enkel woord van opwekking en vermaan te spreken. „Reeds lang was het ons eèn behoefte des harten, om hier op deze H. Plaats aan de voeten van Onze Lieve Vrouw ter Nood de nooden te klageD, die ons hart vervullen", zoo sprak Monseigneur. „Die nooden B. G., gij kent ze allen". En dan sprak ons onze Bisschop over die bittere nooden, die wij allen kennen, die wij, helaas, in onze zwakheid, zoo menig maal vergrooten. Dan klaagde hij over den toenemenden geest van ongeloof in zijn uitgestrekt Bisdom, hoe zijn verma ningen, door zijn geestelijken herhaald, geen indruk schijnen te maken. Die nooden nu kwam hij nederleggen aan de voeten van Haar, Die naar het woord der H. Kerk worden, (minder d|an ooit geld! van hem vragen, voor die misdadige vrouw, Idle a,ls een hindernis, tusschen hen. stond. XVII, IN EEN VERSCHRIKKELIJKEN TOiESTAND. De oude mievrouw de Trélaz haidi elk be sef van den tijd verloren; daar zij' bijna voortdurend sliep. De dokter was gekomen en had beloofd den geestelijke van het plaatsje te sturen, wijl de uren der bejaarde geteld waren. Zij was -bijl voile bewustzijn en glimlachte, toen Florence binnentrad. „Ik iheb u zoo gaarne bij' mie), mjjlnie lie veling. En gij waart de laatste dagen zulk eene getrouwe verpleegster. Daaromi dank .ik ook God, die iui de liiefjdjel van zulk leen uitmuntenden man ten deel liet vallen. Niet waar, Paul keert spoedig terug?" Arme Florence, ook dit moest zij1 ver zwijgen; want zij' kom toch de stervende, die zoo gerust over haar lot wa®, niet zeggen, dat zij den steun en het geluk baars levens had afgewezen. „Oj, grootmoeder! Paul verheugde er Zoo vurig naar terug te keeren_ en er viel mij juist een vroiolijke verrassing tan- deel. Raad! eens welke?" „Florence,, komt hij vandaag nog? Hoe verheugt het mijl" „Hij is reeds hierwit gijl hem: zién?" „Zeker, bij1 is toich immers, ook miijb kind." Paul -verwachtte, dat hij geroepen zou worden. Florence gaf hem: >eem teeken haar te volgen. Op dien dremipel bleef hij echter alleen over de geheele aarde alle ketterijen overwonnen heeft. De bekeering van hen die dwalend door de wereld gaan, mair ook de bekeering van die onkatholieke ka tholieken, wier levenswandel de oorzaak is, dat de dwalenden niet zien, dat alleen in Gods kerk vrede voor het hart te vinden is, omdat zij met recht de katholieken kun nen vragen: „Waarin zijt gij béter dan wij Aan de voeten van O. L. Vrouw wilde hij nederleggen den grooten nood, die Europa teistert, dien vreeselijksten van alle ooit gevoerde oorlogen, waarin duizenden bij duizenden sterven voor een zaak, waar voor het de moeite niet waard is te ster ven, en die dan ook alleen verklaarbaar is als een vreeselijke straf Gods, waardoor de zondige mensch zich zelf kastijdt. „Wanneer ik, zoo sprak Monseigneur, gevolg had kunnen geven aan mijn eerste voornemen om op het feest van O. L V. van den Berg Carmel hier te komen, don zou ik in het H. Misoffer de H. Maagd deze woorden hebben toegevoegd „Regina mundi dignissima". „Waardigste Koningin der wereld, O, Maria, die altijd Maagd zijt gebleven, spreek voor onzen vrede en onze zaligheid ten beste, Gij, die Christus onzer Heer en aller Zaligmaker gebaard hebt". Maar die woorden nu op de lippen ne mend, vroeg Monseigneur ons allen om met hem, nu hij de H. Mis ging opdragen voor de bekeering van ons vaderland, ons tot de H. Maagd te wenden en te zeggen: „Waardigste Koningin spreek voor onzen vrede, voor onze zaligheid". Diep ontroerend klonk die, uit zijn vader hart gewelde, klacht, maar troostend moet het toch voor Monseigneur geweest zijn zich omringd te weten door duizenden trouwe Roomschen, die vurig met hem zouden mede bidden tot Haar, de Troos teres der Bedrukten, die weet wat lijden is en wier gezegende terugkomst op de plaats, waar voor ruim drie eeuwen de ket terij haar verjoeg, ons een onderpand is, dat onze gebeden niet te vergeefsch zou den worden gestort. Het PI. Misoffers werd daarna vervolgd en zeker onder den indruk van het Bis schoppelijk woord met inniger devotie. Na de H. Mis, na eenige oogenblikken gerust te hebben, maakte Monseigneur met gevolg en de leden van de Bissch Comm. eene wandeling over het mooie Bedevaar s- oord, om de kruiswegstaties, welke Z. D. H. verleden jaar schonk, te bezichtigen, alsmede de nieuwe verfraaiing, de mooie vijver. Ook werd de kruisberg bezocht en eenige oogenblikken vertoefd bij het beeld van St. Willibrord, om langs de Runxj ut en de kleine kapel weder terug te keeren naar de vergaderkamer van het Comiié. Feestelijk was die rondgang tusschen liet blijde, roomsche volk dat zoo heerlijk met zijn vader uit was en van de gelegenheid gebruik maakt, om toch vooral van Mon seigneur ee'n kruisje te krijgen, het was eene echte „gaudeamus-wandeling" Om half twee waren de duizenden pel grims weder in de Beêvaartskerk bijeen, om het plechtig Lof voor den Vrede bij te wonen. Daar voor het H. Sacrament bad Monseigneur met ons het gebed van den H. Vader voor den vrede en klonk de smeekbede„Paree Domino, paree po pulo tuo", spaar Heer, spaar Uw volk, waarna de plechtige processie met het H. Sacrament plaats had. Heerlijk was die tocht van den verbor gen Vredeskoning laDgs de groene lanen en paden van Cesdoms lustoord. Bij den Kruisberg werd Ons Heer op het rustaltaar geplaatst en overweldigend van roomsche „Het gaat zeer slecht met haar,;' fluis terde zij' miet gebroken, stem:. „Heit zou mis schien good zijn haar niets te zeggen wat haar leed kan veroorzaken „Hetgeen ik oiok niiet van plan was te doen, Florence," antwoondlde hij op vaisfen toon. „Laten wij' nu slechts aan de zieke denken en laat mij veronderstellen, diat ik een verschrikkelijk en droom heb gehadi. In tegenwoordigheid mijmer moeder en Cler- vie moogt gij voor mij' dan woonden her halen, die ik tot mu toe niet wil gehoord' hebben." Zij leed in zijn bijzijn en toch vond zij er ook weer troost in Hij bracht het grootste gedeelte van dien dag in die kamer van miefvroiuw de Trélaz door. Tegen den avond sloeg bij! dien weg naar Pioiullcoat in $n Florence, die «liitt ©ogenblik had afgewacht, vertrouwde hare grootmoe der aan die zorg van Francis ca toe. „Ik moet naar een zieke;" zeide zij „grootmoeder slaapt. Als zij wakker wordt, geef haar dan een lepel van het drankje, binnen een uur ben ik terug." Zij wierp nog een laatstem blik oip de arme, slapende vrouw. Dlaags te voren n.og zou bet haar hart verscheurd hebben, haar te zien sterven. Nu echter ondervond zij eenié zekere verlichting bijl de gedachte, (dat de Idloioidi haar zooveel schande BH ver driet bespaarde. Zij sloieg' een kapmantel om; dien zij in den winter gewoon was. te dragen en begaf zich maar «je eetkamer, waar de keukenmeid verwonderd zag, hoe zij eene flesch miet bouillon vulde, vruch ten kqakstt hst kouds ylé&sch. inpakte, schoonheid was het oogenblik, toen daar die duizenden, vol geloof en vertrouwen neder knielend, het loflied aanhieven„Knielt Christenschaar voor 't zoenaltaar, Uw God is daar, knielt biddend neer en brengt uw Heer dank, lof en eer", om na dit vets en iedere verdere lofprijzing uit te jubelen „Wees gezegend, levend manna, Christus Jezus; wees Jesus zoet van ons gegroet, o Jezus zoet Na dit lied werd het „Tantum ergo" aangeheven en als na de verhalende woor den van het keervers: „Brood uit den hemel hebt Gij hun gegeven" jubel, nd ge antwoord werd„Dat alle zoetheid in zich bevat" zong Monseigneur het heerlijk ge bed, waarin de H. Kerk belijdt dat in dit wonderbare Sacrament, God ons de ge dachtenis van zijn H. Lijden heeft nage laten en smeekt dat wij er de vruchten steeds van mogen gewaar worden. Hierna volgde de zegen. „De heldere bellen rinkelen, Het wierookvat gaat op en neer; Zijn brandend herte looft den Heer En doet de walmen omhooge krinkelen"... „De H. Hostie rijsto klankrijk geest- [gewemel Der engelen, aanbidt den Koning van [den hemel De Hostie daalt; gij, allen hier in'tstof [geknield, Looft God den Heer, de Schepper Die 't [heelal berielt 1 De Hostie zegent rechtso katholieke [volken Laat stijgen met uw dank de hymnen [tot de wolken 1 De Hostie zegent linksstaat op uit uwe [nacht, Verdoolden op uw baan, het licht der [waarheid wacht (2) Verder trekt de processie. Het paviljoen des Heeren trekt voorbij, [gedoken In 't krinkelend wolkgewoel van't geurig [balsemrooken, Omringd van licht, gevierd in klokgeluid [en zang, Gevolgd door 't nederig, zwijgend, bid- [dend volksgedrang". Biddend, zingend trekt men verder en met het volk zingt het koor der vogelen, en het is also! de bladeren der boomen, de bloemen en kruiden en de kleurige lijster bessen zich buigend tot hun schepper weiij den. Is het wonder dat geen lied beter uiting kon geven aan de gevoelens die aller hart nu vervulden, dan het feestelijk: „Te Deum laudamus" dat bij het binnentrekken der Beevaartskerk werd aangeheven. Nog eenmaal volgt daarna het heerlijk „Tantum ergo", nog eenmaal zegent Maria's Goddelijke Zoon de kinderen zijner Moeder, Zijn broeders, en dan klinkt het aloude lied, dat in droever dagen dan nu, onze vaderen toch feestelijk op „Capel" zongen, het lied Neerland's apostel ter eere „Komt tot besluit, St. Willibrord ge prezen". En Sint Willibrord, die eens in dit mooie land de waarheid bracht, zal zeker uit den hoogen hemel met welgeval len geluisterd hebben naar die hulde hem gebracht, en zonder twijfel de bede hebben aanvaard, hem toegezongen Moog, zijn gebed De dwalenden bekeeren". En over Egmond's velden zal St. Adel- dat voor den volgenden dag- bestemd was.: „De zieke dier fre'ule heeft een gcieden, eetlust," zeide die keukenmeid (droogjes en werdl rood van spijt. „Er was overigens niet te veeil bouillon mieer over voor het avondeten." „Maak maar een boteirsoiep klaar, Barbara, en geef mdj nu alsjeblieft nog wat choco lade." „De freule wil eens het heete huishond en- voeden? Ik heb toch volstrekt van geen zieke in (Met dorp gehoord. Wie bezoekt gij dan, freule Florenae?" vroeg Barbara, wier nieuwsgierigheid neg grooter was dian de spijt. Maar Florence hield ziicih, alsof zij niets geboord had, nam dien zwafem korf op en vdiiiet haastig die eetkamer, terwijl die oude keuikanmieid dje petten van kwaadheidi heen en weer stiet. Het was half zeven en Florence had een geheel uur voor zich. In de schaduw der boomen heersehte diepe duisternis en men moest miet die wegen vertrouwd zijn, om er, spoedig te zijn. De vensterluiken waren ge sloten, maar door een reet sqhemierde licht.; Het jonge meisje gaf Jbet afgesproken san- tal teekens; de deur werd geopendi en Lina vertoonde zich aan haar met van koorts schitterende oogen. „Ik kan miaar een oogenblik blijven, want grootmoeder is veel zieker." Zeide Florence en onderdrukte dien afkeer, idlie zich wedler van haar had meester gemaakt. „Hier is wat voorraad; morgen kom ik terug om u te vragen, hoe gij geslapen hebt." 1 LU uJ-j Ll iWfitdt vervolgd): i 1 ff it fjrl iMiil Hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1