Ambachtsschool
Si luschrijviog voir liuliip
No. 26
Zaterdag 2 Maart 1918
12e Jaargang
voor Alkmaar en Omstreken
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
ABONNEMENTSPRIJS
ADVERTENTIEN:
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
De Padvindersbsweging
Een edel Hart.
B 1 N N_ENL AND'
bat.. BREEDSTRAAT 12.
Telefoon Na 433.
Per kwartaal franco huis. 11.15
Met getll. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
1 1.65
10.06
10.05
Van 1—5 regels
Elke regel meer.
Reclames per regel
ro.62«
l'"0.12l
10.35
Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. f 0.40
III11 Uil I
zal plaats hebben op alle werkdagen
der week, behalve Zaterdagsmiddags,
van 14 FEBRUARI tot en met 7 MAAST,
gedurenie de schooluren, in de vakken
TIMMEREN, SMEDEN, HOEFSMEDEN,
BANK WERKEN, SCHILDEREN, MEU
BELMAKEN, METSELEN en KLEER
MAKEN.
Het geboorte-bewijs" moet bij de aan
gifte worden medegebracht.
Zie aanplakbiljetten.
p—miT nw ■in—Tram
Nu men ook in onze streken de padvin
derij blijkens een kort geleden daartoe
gehouden vergadering ingang wil 'doen
vinden, nu lijkt het ons niet ongewenscht
in ons blad een korte beschouwing te wij
den aan de hedendaagsche padvindersbe
weging en aan de meening, welke wij daar
omtrent zijn toegedaan.
De leiders der nog kort uitgevonden pad
vinderij weten hunne zaak zéér sympathiek
vóór te dragen; angstvallig! wordt bij de
propaganda van hunne ideeën alles ver
meden, wat den geloovige zou kunnen af
schrikken; ja, men tracht aan de wenschen
der geloovige massa zelfs zooveel mogelijk
tegemoet te komen, om maar zieltjes te
winnen vóór dé padvindersbeweging.
Onder den titel: „De padvinderij moet
ingang vinden bij alle standen," schrijft de
troepleider N. S. Blom Jzn. in de laatste
aflevering van „Het Leidersblad", officieel
orgaan jder vereeniging „De Nederland-
sche Padvinders" voor. leiders en be
stuursleden een artikel, dat aldus aan
vangt: „De padvinderij moet niet alleen
jngang vinden bij alle standen, zooals hier
voor geschreven, maar de padvinderij moet
ook zijn voor jongens van alle gods
dienstige gezindte n."
Zoo hoort het althans te zijn .volgens de
statuten der vereeniging, verklaart de schrij
ver, „maar in werkelijkheid ontbreekt er
nog wel iets aan. Hier hebben wij, geloof
ik, nog een van de wondeplekken voor onze
beweging. Zooals men wel hoort, wordt
onze beweging tegengewerkt door godsdien
stige gezindten en dat soms zelfs in zeer
sterke mate,"
„Aan wie," zoo vervolgt hij, „in deze
gevallen de schuld?"
„Het is zeer gemakkelijk, om te zeggen,
dat de oorzaak schuilt in de onverdraag
zaamheid, maar zit de fout ook niet vocfr
een klein beetje bij de leiding (van de Ne-
derlandsche padvinders)? Zijn wij, leiders,
op de hoogte van de gebruiken der ver-
EBUILLETON,
Omgewerkt naar het E r a n s c h.
11.
Waarom hebt gij haar die beurs niet
teruggegeven?
Ik heb het gewild. Maar zij loochende
dat de beurs haar toebehoorde.
En, nochtans?
Zij hoort haar toe, ik ben er zeker
van.
De commissaris onderzocht de beurs.
Zij was fijn vervaardigd en 't slot be
stond uit kostbaar drijfwerk.
De juwelier, die dit kleinood verkocht
heeft, moet terug te vinden zijn; 't komt
uit geen gewonen winkel.
Hij opende de beurs.
Zij bevatte negenhonderd tien francs in
goud, waaronder twee stukken van hon
derd franc»,
Verduiveld! zeid hik
Na eenige minuten ging hij voort:
Qe zeidet daareven dat, volgens u,
die onbekende belang moet gehad hebben
bij 't in brand steken van het kruideniers
winkeltje. Welk belang?
Marcel Barrère zette groote oogen op.
O! mijnheer de commissaris, ant
woordde hij, 't was zoo maar een los ge
dacht spel mijner verbeelding.
Misschien opgewekt door 'n woord
der vreemdelinge?
Volstrekt niet, daartoe was zij te veel
Uitgeslapenzij Jieeft mij, grooten vlegel
schillende gezindten
„Ik hoop van ja," zoo antwoordt hij zelf,
waaruit jhij dan het besluit trekt: „Nu,
dan dienen wij er voor ite zorgen, dat de
jongens, al zijn ze van een andere gezindte
dan wij, aan de verplichtingen, die hun
godsdienst hun voorschrijft, in de eerste
plaats voldoen. Nooit moet aan een pad
vinder verlof gegeven worden, op eene
oefening t# verschijnen, als hij daardoor
den één of anderen gosdienstplicht of les
verzuimt. Wij moeten er voor zorgen, dat
de jongens, zoover het in onze macht ligt,
hunne leering, catechisatie, Israëlitische
school, Zondagsschool bijwonen en dat zij
niet de padvindersbeweging als een middel
gebruiken, om van deze dikwijls voor hen
onaangename plichten af te komen. Het
standpunt dient te worden ingenomen;!
Eerst de godsdienst, dan de
p a d v i n d e r ij.
Dat klinkt zeer harmonieus, niet waar?
en men toont zich zeer welwillend?
Zeker! maar het spijt ons «voor den
vriendelijken schrijver, dat wij onze Rooni-
sche jongens moeten waarschuwen voor zijn
zoo vriendelijk aangeprezen zaak.
aa—5—aarecmawsg
V WAARDEERING.
Men zal óns niet van onbehoorlijkeu
nationalen eigenwaan beschuldigen, wanneer
wij als onze meening uitspreken, dat door
het Nederiaindsche volk gedurende de oor
logsjaren op g'rootsche wijze de liefdadigheid
werd beoefend jegens oorlogsellendigen van-
beide partijen,
In alle bescheidenheid mag zulks gerust
geconstateerd worden.
Wij mogen niet rekenen op den dank
dezer wereld, wij, geloovigen, hopen j
liever en veiliger op de belooning hierna
maals; doch als menschen, die nog wel eens
goed aangedaan Worden, wanneer ons blijs
ken van waardeering geschonken worden
(ieder menschelijk wezen is nu eenmaal zoo
„kinderachtig"!) -als zoodanige menschen
deed het ons niet zelden pijn, ais wij zagen,
hoe met .Engelsehe bommen en Duitsclie
torpedo's de liefdadigheid van ons volk
werd beloond.
Dankbaar maken wij daarom thans
melding van de getuigenis aangaande Hol
land, welke de tijdens zijn verblijf in. Holland
hier te lande bekend geworden Pater Ray-
mund voor de vereeniging „France-Hollan-
de" te Parijs dezer dagen heeft afgelegd,
ten aanhoore van meerdere officieele per
sonen.
Pater Raymund vertelde van Hollands
groote vriendschap voor frankrijk. Voorts
deed hij mededeelingen over Hollandsclie
kunst en literatuur, en uitte hij zijn bewon
dering over Hollands schitterende
houding tijdens den oorlog enzijn
sympathie met het groote aantal
liefdewerken in ons land, De
wijze waaropin Nederland wordt
gegeven is niet minder konink-
ljjk dan de sommen zelve. De in*
die ik was, netjes in doeken gedaan!
Hadt gij ze nooit gezien vóór dezen
nacht?
- Neen, nooit.
Er viel niet aan Te twijfelen: die getui
genis was eerlijk en rechtzinnig.
Roselin bevestigde dat hij de schaduw
der vreemdelinge 's avonds om tien uur jn
de eetkamer van Clémence Foulon gezien
had.
Een andere vrouw, in 't huis woonach-
tig, verhaalde insgelijks dat zij haar ont
moet had achter de deur van den winkel;
de onbekende scheen te aarzelen of zij al
dan niet zou binnengaan.
Hoe ging zij eigenlijk te werk?
vroeg de commissaris.
Welnu, vervolgde de vrouw, na< haar
hand op de klink der deur te hebben ge
legd, is zij een weinig opzij' gegaan,, trach
tende te zien door het raam wie er in den
winkel was.
Heeft de manier van doen bij u geen
kwade vermoedens opgewekt?
Och neen! er was "iemand in den
winkel, een jonge man, die een kaars kocht.
Ik meende in het begin, dat de vrouw op
dien heer stond te wachten. Maar toen hij
wegging, heeft zij zich niet bij hem ge
voegd; dan, na vijf minuten wachten, als
de winkelierster uit spaarzaamheid het gas
wat lager draaide, hetgeen hare gewoonte
was, is de onbekende op hare beurt bin
nengegaan.
En verder?
Ja, ziet ge, ik stelde er geen belang
in en ben naar mijne kamer gegaan.
Onmogelijk er nog iets meer uit te
leider besloot met zijn levendigen dank te
betuigen voor alles, wat Holland voor
Frankrijk heeft gedaan.
Een dergelijke getuigenis aanvaarden wij j
dankbaar als een blijk van waardeering
We zijn heusch niet verwend
NEDERLAND EN DE OORLOG.
PETROLEUM.
De Minister van Landbouw maakt be
kend. dat tusschen 6 en 31 Maart op de
rijkspetroleum-distributiekaart kan worden
verstrekt een boeveelheid van 2 L. petro
leum tegen inlevering van de kaart met de
daaraan nog gehechte bons no, 10, 11 en
12. („St.-Ct.")
GEEL MOSTERDZAAD.
De Minister van Landbouw heeft de
aflevering en -het vervoer van inlandsch
geel mosterdzaad verboden.
Dit verbod geldt niet voor partijen, ge
adresseerd aan een regeeringscommissaris
belast met de Rijksgraan verzameling en voor
partijen waarvan het vervoer is gedekt
door een vervoerbevvijs, afgegeven door een
Regeerings-commissaris, belast met de Rijks-
graan verzameling.
De Minister van Landbouw maakt be
kend, dat is of wordt jn bezit genomen
alle inlandsch geel mosterdzaad van den
oogst 1917 en van vroegere oogsten.
In elke provincie is de Regeermgs-Com-
missari» voor de Rijk».graanverzameling be
last met de inbezitneming of verzameling
van genoemd product.
Met nadruk wijst de minister er op, dat
'het verbruik of de aflevering van dit pro
duct aan andere personen dan bedoelde
Regeerings-commissarissien, voor hen de
meest ernstige gevolgen na zich zou kun
nen -sleepen en zij zich blootstellen aan
strafrechtelijke vervolging, („St.-Ct.')'
NED. BOND VAN .VEEHAN
DELAREN.
Naar aanleiding van de besprekingen op.
de 25 dezer te Rotterdam gehouden alge-
meene vergadering van den Nederlandschen
Bond van Veehandelaren heeft het bestuur
van dezen Bond een adres gericht tot den
Minister éan Landbouw, Nijverheid en Han
del, waarin in verband met de vleesehvoor-
ziening wordt aangedrongen op 'het zoo
spoedig mogelijk houden van een veetelling.
Gedurende die telling zou het slachten moe
ten worden verboden en het bevroren en ge
zouten vleesch in consumptie moeten wor
den gebracht.
Voorts wordt gevraagd, dat in overeen
stemming met den uitslag der telling een
rantsoeneering van het gebruik van rund-
vleesch wordt ingesteld; dat ten spoedig
ste maximumprijzen voor nuchter-kalfs-
vleesch worden vastgesteld; dat niet zal
worden overgegaan tot het in de consumptie
brengen van de z.g. „eenheidsworst" en dat
het slachten van kennelijk drachtige schapen
ten spoedigste worde verboden.
MIJNENGEVAAR.
Wegens het groot aantal mijnen in het
visscherijgebied der zeiltrawlers zullen dp
Scheveninger en Katwijker loggers weder
tijdelijk worden opgelegd.
Reeds 9 loggers worden thans als vermist
beschouwd,
DE GROENTEN.
Men schrijft ons van Langend ij k:
Met de afname van de diverse soorten
groenten gaat het thans opi bevredigende
wijze. Vooral is dit het geval met de Deen-
sche witte kool, die bij dit tempo waar
schijnlijk binnen 3 weken weg zal zijn.
Met de andere soorten, de gele en roode
kool, zal dit wel niet het geval zijn, te meer
omdat eerstgenoemde soort evenals de roode
niet meer mag worden uitgevoerd. Aan
gezien het weer in tegenstelling met het
vorig jaar niet medewerkt, zullen onze bou
wers tamelijk veel gewichtsverlies lijden,
terwijl de kwaliteit hierdoor ook niet zoo
goed zal zijn.
Door de Groenten-Centrale isi de prijs
voor roode kool thans vastgesteld oip f 12.50
per 100 K.G., die van gele kool op f9.50.
Aangezien deze laatste prijs beduidend lager
is dan in het vorig jaar, zal de toeslag
komende uit de winst van den uitvoer
voor deze soort veel moeten goedmaken.
Door het stopzetten van den uitvoer van
gele kool op 25 Febr. lijdt het totaal van
den toeslag een beduidende schade.
De prijs der witte kool bleef onveran
derd vastgesteld op f8.per 100 K.G.
Het gaat met de afname van wortelen
ook thans iets vlugger, wat wederom be- I
wijst, dat eerst in Februari en Maart het
binnenland voornamelijk is aangewezen op
de stapelgroenten. De prijs werd vastge-
steid op f7.50 per 100 K.G.
Uien, waarvan de aanvoer tot nu toe
zeer langzaam plaats had dit is het
eenige artikel, dat nog vrij kan worden aan
gevoerd komt meer leven in. De prijs
werd gesteld op f21.50 per 100 K.G.
Hiervan Wordt nog steeds 20 pCt. geheven
ten bate der voedselvoorziening; men ont
vangt dus f 17.10. De prijs kan alleszins
bevredigend worden genoemd.
HET NIEUWSTE VEEVOEDER. j
Men meldt uit het Overijselsche, dat de
veehouders daar bij groote hoeveelheden
eieren op de markten opkoopen, om et j
hun vee mee te voeren.- Vele boeren ge
bruiken de eieren van hun eigen kippen
ook jls veevoeder, waardoor de aanvoer
op de eiermarkten sterk vermindert,
SPOORWEGVERVOER.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht, dat het verbod Sao. vervoer per
spoor in binnenlandsch verkeer tot nader
order geen betrekking zal hebben op land
bouwwerktuigen, meubelen en .piano's, voor-
zoover het niet betreft vervoer tusschen
stations, gelegen in of nabij plaatsen, tus-
schen welke een geregelde beurtbootdienst
bes'taat. j
EIEREN.
De Minister van Landbouw brengt ter
kennis, dat althans in de eerste maanden
geen uitvoer van versehe eieren zal plaats
hebben. („St.-Ct.") j
ZEEPPOEDER.
De ^Minister van Landbouw heeft vast- j
gesteld de navolgende maximumprijzen voor
zeeppoeder:
Groothandelprijs f 16 per 100 pak van
250 gram netto; tusschenhandelprijs f 18.50
per 100 pak van 250 gram netto. Beide
franco station van bestemming, spoor, boot
of plaats van het veer, inclusief verpakking;
betaling a contant zonder korting. Klein-
handelprijs f 0.22 per pakje van 250 gram
netto. („St.-Ct.")
halen.
Niemand, zoomin Laure Roselin of de
portierster als de klanten van het huis.
had te voren ooit die vreemdelinge bij
vrouw Foulon zien binnenkomen; niemand
kende vrienden of bloedverwanten van haar
zelfs eenvoudige kennissen. Men wist ook
niet uit welke streek zij vandaan was.
Aan hare uitspraak te hooren was zij
uit het Zuiden afkomstig, eer van den kant
van Toulouse, dan uit de streken rond
Bordeaux. j
En 't wa9 alles. Nooit had zij met
iemand op vertrouwelijken voet gestaan.
'tWas een kleine, magere, bruine vrouw,
wier ouderdom niet te schatten was; zij
kon even goéd vijf-en-veertig als vijf-en-
dertig jaar oud zijn. Reedsi zes jaar hield
zij het kruidenierswinkeltje. Zij «cheen op
al dien tijd niets veranderd.
Zij was altijd eenvoudig, in ',t zwart ge
kleed.
Toen zij het winkeltje opende, kon haar
meisje nog niet loopen en moest met de
zuigflesch gevoed worden.
Clémence gaf zich uit voor weduwe en
zeide, dat de kleine haar eigen kind was.
Niemand twijfelde daaraan, -des te min
der daar het spoedig bleek, dat zij eerlijk
was, zachtaardig en arbeidzaam. Nooit ging
zij uit. was edelmoedig voor zoover hare
middelen het toelieten; in één woord, ieder
kon hjaar goed lijden.
Zij schonk crediet aan de menschen, die
in nood warenzij stelde zich tevreden
met kleine afkortingen en zij drong enkel
op betalen aan, als zij zelf voor verval
dagen stond,
VAN het binnenhof.
Vergadering van [Woensdag 27 Febr.
De heer van Beresteijn (V.D.) was
Dinsdag bij het scheiden van 'de markt ge
reed gekomen met de niet bijzonder belang
rijke helft zijner rede. De Woensdag uit-
Het kleine meisje was grootgebracht in
het kwartier, al de buren kenden haar en
zagen haar gaarne.
Clémence kleedde het heel propertjes en
nétjes.
't Was een lief, blond kind, met zachte,
blauwe oogjes, zeer aardige oogjes, die ai-
tijd wijd openstonden.
Haar klein gelaat, wat teer gevormd,
was onuitsprekelijk fijn.
Zij was al zoo zorgzaam en braaf als
de beste; onder 't spelen met andere kin
deren, bemorste of scheurde zij nooit haar
kleertjes.
Zij was zoo gehoorzaam, dat zij; tot
voorbeeld gesteld werd aan de andere kin
deren. Zoo druk kon zij niet aan 't spelen
zijn of zij liep naar huis, zoodra zij het
gestelde uur hoorde slaan. En hield daar
dan iemand tegen, zeggende:
Maar wacht toch wat, Marietje,
't spel is aanstonds uit,.,.
Dan antwoordde zij onveranderlijk, zon
der te blijven staan:
Neen, neen, moeder heeft gezegd, dat
ik moet binnenkomen; indien ik niet ge
hoorzaam ben, zou ik haar veel verdriet
aandoen.
Dit kind leefde enkel om te beminnen
en bemind te wezen.
Hare beste vriendin was het dochtertje
van Laure, de kleine Rose, die een paar
jaar jonger was dan haar broeder, Mau
rice Roselin.
Rosou zoo heette men haar in den
schoot van 't gezin Rosou had altijd
veel last van stuipen gehad; maar zekeren
dag, zonder schijnbare oorzaak, werd zij
gesproken andere helft was ook zoodat wil
zeggen over het geheel niet zeer beiang-
J wekkend, tengevolge van voortdurend gras*
J duinen in allerlei kleinigheden.'
I Spr. betoogde, dat de gegevens, waar-
i over de Minister beschikte, onvoldoende
zijn als het erop aankomt bedrijven te
regelen of den financieelen kant van de
quaestie te beoordeelen.
j Wat betreft de organisatie, de ambtena-
i ren van den Minister zijn vrijwel aan kant
gezet en vervangen door allerlei particu-
liere lichamen zonder bepaald omschreven
bevoegdheden, waarin Kamerleden een
min of meer ambtelijke positie bekleeden.
Door de Commissie van Bijstand is de
Minister verder in een kooi gezet met drie
schildwachten ervoor, die met het stempel
van tc( en Minister in den zak loopen en
Z.Exc. niet meer raadplegen dan zij zelf
goedvinden.
Nog betoogde de heer van Beresteijn,
dat de maatrgelen van den Minister in
zeer vele gevallen veel te laat komen; dat
Z.Exc. niet weef wat hij wil en voort
durend heen en weer wordt geslingerd door
uiteenloopende adviezen; dat Z.Exc. te
veel mondeling laat regeeren, waardoor de
organisatie in de war moet loopen.
Over de zaak-de Jong wilde spr. nog
geen oordeel uitspreken. Evenwel heeft het
lezen van het dossier een pijnlijken indruk
op hem gemaakt. En in het bijzonder is hij
pijnlijk getroffen door de weinig krachtige
houding des Ministers. [Waarom hij Z.Exc.
openbaarmaking verzoekt van alles wat licht
in deze zaak kan verschaffenook omdat de
eerbied en het gezag voor de bestuurders
den laatstcn tijd bedenkelijk gaat daien.
Het moreel is aan het zinken; men neemt
het zoo nauw niet meer met de wet.
Het buitenlandsch beleid des Ministers
noemde spr, onvast in leiding en voorbe
reiding.
Ook tegen het financieele beleid van
den Minister had spr. bezwaren. 'Z.Exc.
maakt jjp dit stuk op den afgevaardigde
den indruk van een zakenman, die niet op
geld kijkt en niet narekent wat een of
andere maatregel, dien hij nuttig acht, wel
kost en of het niet goedkooper kon. Boven
dien laat de Minister in véle gevallen de
fabrikanten en handelaars te veel winst ma
ken. Terwijl hij verder de Kamer de ge
gevens onthoudt, noodig om zich een denk
beeld te vormen van de inkomsten en
uitgaven.
Met meer genoegen hoorden we den heer
de Wijkerslooth (R.K) in diens be
toog tegen de bij sommigen bestaande nei
ging om heil te zoeken in beperking der
distributie, hetzij door de vaststelling van
een weistandsgrens, hetzij door beperking
der distributie tot de groote steden, hetzij
door vermindering der distributie-artikelen,
hetzij door verhooging van den prijs dier
artikelen. Wel wilde ook spr. bezuinigen,
maar dan op de dure en omslachtige admi
nistratie.
Nog hoorden we den heer C o 1 ij n (A.R.),
die betoogde, dat de Minister met de graan-
voorziening op eigen bodem op den ver
keerden weg'is. De teeltregeling van Z.Exc.
heeft zelfs tot inkrimping van den verbouw
van broodkoren geleid. En wel omdat de
Minister is tekort geschoten in het be
talen van een behoorlijken prijs voor het
graan. De eenige weg ter verbetering is dan
ook het vergoeden van een behoorlijken prijs
voor tarwe en rogge. Daarbij vroeg spr.
voor de boeren een ruimer aandeel in de
kunstmest voor de zandgronden dan voor
de klei, hooger prijzen aardappelen en
melk, juister schatting van granen en peul
vruchten bij invordering, spoediger betaling
ziek, en noch geneesmiddelen noch de op
passing, konden haar weer te been helpen.
Een vol jaar hield 't bleeke, kranke kind
het zoo vol zittende op het lage, strooien
zeteltje, dat 's winters in 't hoekje aan 3en
haard stond, en 's zomers aan het venster.
Het vond in niets nog smaak, en viel af
van uur tot uur, tot groote wanhoop van
Laure, die het aanzien moest, maar 't niet
verhelpen kon.
Enkel de komst van haar vriendinnetje
kon haar wat opwekken.
Dan werden haar slapende oogjes wak
ker, glanzend als sterren, dan was ze ge-,
lukkig, tevreden en gerust.
En zonder dat het noodig was haar te
gaan halen, verliet Marie de luidruchtige
vermaken, welke zij zoo gaarne meespeel
de, om zich tot de arme Rosou te be
geven. Geduldiger, zachtmoediger, braver
kind dan het meisje van Clémence, was er.
wel niet te vinden.
En nooit kwam zij met ledige handen.
Nu eens bracht zij eene bloem, dan weer
een stuk lint of andere poppenlapjes, waar-
delooze dingen, welke kinderen zooveel ge
not verschaffen; een andere maal was 't een
stukje lekkernij, wat peperkoek, dat Clé
mence, die ook een goed hart bezat, haar
medegaf voor het zieke kindje.
Ook was Laure zeer gehecht aan die
kleine troosteres; zij beminde haar des te
meer toen, als Rosou dood was, Marie
de trap opklauterde om de smart der
ongelukkige moeder te bedaren, beter dan
'n meisje van vijftien jaar het zou kunnen,
(Wordt vervolgd.) t