Jr.
cadorus,
aliteiten.
iwhuis",
rnituren,
Mient 1.
chl gesorteerd
LUNG,
a,s,
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Earspoort
UIGEN.
wen.
bMÜlt M6WS,
iisW- an IndgsUissshaol,
Een nationale
krachtdaad.
Een edel Hart,
I
ntst@f, Knoo-
mz,, in ruime
den
lAN der
ïen belang"
kmsterdamsche
ORPER.
beroemden
Van 1—5 regels
Elks regel meer.
Reclames per regel
Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet.
f 0.62'
f 0.12'
10.36
10.40
P in de zaal
ntree 30 cent.
:t feest gewijd.
Ag:
£ISPFL0£HE>9
•s In v«omad, 8tro®= el
Eeaaelasss» WanwoisG",
IaaljasacMneSj Harken m
laa^werktalgwi#
AANGIPra VAN LBERLIN8Hfi
op Vrijdag 15 en 22 en Woensdag 20
Baart 10—12 en 2—4 aar in het gebpuw
op het Kerkplein.
Aanvang van den 2-jarigen cursus voor
meisjes van minstens 12 jaar 2 Mei a.s.
Schoolgeld f25 per jaar, voor minvermo
genden minderverder:
Opleiding voor het Schooldiploma Linnen-
naaien.
hetSchooldiplomaCostuuni-
naaien.
Kinderjuffrouw, Diploma
Tesselschade (hij voidoen-
de detlname), leeftijd voor
toelating minstens 17 jaar.
jü de acten nuttige es fraaie
handwerken, aanvang zoo
spoedig mogelijk.
de acte L.O. handteekenen.
hulp in de huishouding,
leeftijd vaor toelating15
jaar, bij voldoende deel
name aanvang Mei e.k.
J dienstbode (2 jaar), School
geld f0.20 p. week, leer
middelen, vrij lestijden 2)^ -7
uur of 2—6 uur, Woensdag
avond en den geheelen Za
terdag vrij.
Cursus in Costnamnaaien voor dames,
2 schooltijden per week, 40 lessen f25,
Verder cursussen in nuttige, fraaie hand
werken, linnennaaien en teekenea.
Prospectus op aanvraag. Inlichtingen
worden gaarne verstrekt "door de directrice
J. F. BEUMER.
1.
Een van de dingen, waarin een klein
volk groot kan wezen en waarin ons
Hollandsche volk sinds eeuwen en eeuwen
waarlijk groot genoemd mag. worden, is
de vreedzame strijd, welken een klein volk
strijden kan om behoud van of aanwinst
bij het plekje grond, waarop God het te
leven plaatste.
De vreedzame strijd tegen de elementen
der naiuur, tegen het water voornamelijk,
een vreedzame strijd, waarin een edeler
heroïsme betoond wordt, dan in den rondom
ons woedenden kamp van volk tegen volk,
van mensch tegen mensch
Ginds immers wordt door middel van
vernietiging de vernietiging van mensche-
lijk leven en het daartoe benoodigde als
doel nagestreefd, uit het weinig edele mo
tief: de grootste macht te erlangen, te
overheerschenhiér grijpen wij naar
wapenen, om te strijden tegen de ons niet
zelden bedreigende watervloeden, hiér over
wegen wij, hoe wij den water-v-jand een
deel van zijn eeuwen lang bezet gebied
zullen ontworstelen uit het schoone motief
vele duizenden schepselen God's méér te
FEUILLETON.
Omgewerkt naar het Jgransch,
.17.
Och! 't is zooiets onbestemds.
We zullen zien,
Roselin volgde gezwind.
Hij was al van zes uur 's morgens op
weg en de berglucht, die van de Pyreneën
komt neergewaaid, scherpt den honger.
Onder 't maal werd er geen woord ge
sproken over de zaak, welke Roselin naar
Castelnau gevoerd had, dewijl Cadette ge
durig 'in- en uitging.
Het gesprek liep over de natuurpracht
der streek, over het schoone begin van den
zomer.
't Is' hier beter dan te Parijs, merkte
de man van Laure op, waar men stikt van
de lucht der fabrieken; wie hier komt, zou
er niet meer willen weg gaan.
)X/aarom komt gij niet hier wonen?-
vroeg de pastoor. Weet ge wel, dat er niet
te veel brave lieden in mijn parochie kun
nen wezen,
iWaar zou ik van leven?
De grond is hun dankbaar die hem
bewerken.
Wel bedankt, 't is mijn werk niet, en
ik beb kinderen, die moeten eten. Nu voor
al, dat ik er twee te voeden heb, zal er
hard moeten gewerkt worden.
Deze woorden brachten den pastoor het
doel van Roselin's komst te binnen.
Cadette had nu verder niets te maken
(n de eetkamer: de koffie dampte op tafel,
kunnen |doen leven op Neerland's bodem,
gevoed, rijkelijk gevoed en verzadigd door
den aan de zee ontvochten grond
Zóó beschouwend, mogen wij er trotsch
op wezen tot die vreedsame strijders van
de lage landen langs de zee te beh^oren,
zóó beschouwend, mogen wij on3 er over
verheugen, dat er in ons land nog een
werk te verrichten staat, zóó grootsch,
zoo voldoening-belovend als de droog
legging van onze Zuiderzee, en dat wij
daarvan de lavende getuigen mogen wezen.
Een der sprekers bij de thans in de
Tweede Kamer gehouden beraadslagingen
over het wetsontwerp tot afsluiting en droog
making der Zuiderzee riep de collega's,
die zich bevreesd toonden voor de groote
kosten, welke dit werk vergen zou, dan
ook toe, met een zeer juist gekozen be
roep op hun Hollanderschap:
„Zijt gij wel mannen met zuiver Neer
land's bloed in de aderen, nog een Hol?
Under, een afstammeling van hen, die ons
vaderland ontwoekerd hebben aan de baren,
wanneer gij voor risico terugde'nst
Wij moeten ons bewust wezen van het
grootsche, dat in deze nieuwe gróótedaad
van ons kleine volk gelegen is; wij moe
ten ons ervan bewust weren, dat ons volk
op het punt staat een veel voldoening be
lovende krachtdaad te stellen, wij moe
ten ons hiervan bewust wezen of worden,
zonder nochthans de daaraan verbonden
moeilijkheden voorbij te zien of te onder
schatten.
Hoewel wij de plannen in 't algemeen
als vrij bekend veronderstellen, willen wij
in weinige woorden nog even de voor
naamste bijzonderheden en de voornaamste
berekeningen voor de toekomst releveeren,
deze laatste tevens tot motiveering van
ons Hollandsch enthousiasme.
Wordt het thans in de Kamer behan
delde ontwerp tot wei, dan zal men vol
gens menschelijke berekening volgender
wijs te werk gaan
Men zal door middel van een ontzag
lijken dijk de Zuiderzee afsluiten; deze af
sluitdijk zal van de kust van Noord Hol
land bij Ewijksluis tegenover WieriDgen
loopenover het Amsteldiep en verder van
het Oostelijk punt van Wieringen naar
Fiaam aan de Friesche kust. De lengte van
den afsluitdijk zal zijn ruim 29 K M. Deze
dijk zal zóó breed gemaakt worden, dat,
behalve de glooiing van het dljkslichaam
en de kruinshoogte, aan de binnenzijde
nog genoeg ruimte zal overblijven voor
een breeden tij weg en den aanleg van dub
belspoor voor treinenverkeer.
Op het Oostelijk gedeelte van Wieringen
sullen een tiental sluizen worden gemaakt
met eene gezamenlijke sluiswijdte van 300
meter. De uitwateringssluizen zullen ieder
10 M. breed zijnnaast deze 30 uitwate
ringssluizen komen dan nog 2 schutsluizen
Tcor de scheepvaart naar en van de zee.
Binnen den afsluitdijk zullen de 4 nieuwe
polders achtereenvolgens worden gemaakt
««""TO»!»?
de heeren waren bediend.
,We zijn nu weer alleen, mijnheer pas
toor, zoo begon Roselin, en ik wacht na
naar hetgeen ge mij beloofd hebt.
't Is heel weinig, zooals ik u bii
voorbaat zei: voor ruim vijf jaar leefde
Clémence. Foulon hier, gelukkig en stil,
zonder ooit vreemdelingen te ontvangen,
zelfs geen bloedverwanten, toen zij opeens
verscheidene bezoeken kreeg.
Wie bracht haar die bezoeken
Een jonge dame,
Hoe heette zij?
Niemand heeft dat ooit achterhaald.
Maar hoe is dat mogelijk, onder volk
dat zoo gaarne praat en uiterst nieuws
gierig is!
Ja, maar die vreemdelinge nam goede
voorzorgen. Zij droeg een lichten sluier
over baar gelaat, dat er goed achter ver
borgen zat; zij sprak tot niemand; zij
kwam altijd te voet, zonder dat iemand
gissen kon vanwaar.
Hoe oud schat gij' ze wel?
Heel vooraan in de twintig.
Was 't een vrouw uit de burger
klasse?
Neen; ondanks zij zich heel eenvou-
cjjg aanstelde, was het te zien, dat ze tot
den rijken stand behoorde. t
Hebt gij nooit gelegenheid gevonden
om met haar te spreken?
Neen, nooit. Maar zekeren avond
ging ik haar rakelings voorbij; zij1 kwam
uit de kerk, ik trad er binnen. Zij was
fijn geparfumeerd.
Kwam die vreemdelinge hier dikwijls?
'n Keer of drie, meen ik. Na het laat
ste bezoek, verkocht Clémence haar huisje
Het eerst zal begonnen worden met den
Wieringerpolderdaarna met den Hoorn-
schen polder, en dan vermoedelijk later
met den grooten polder langs Noord-Hol
land, Utrecht en Gelderland, en ten slotte
met den polder voor de Lemmer. De
grootte dier polders is rondweg gerekend
tezamen 211.830 H.a., of wel na aftrek
van dijken, wegen, vaarten, enz. 207.200
H.A. 12 790 H.A. zul'en min of meer uit
zaudgrond bestaan; de overige 194.410
h.A. uit zeer waardevolle klei- en zavel
gronden. Ook de zandgronden zullen ech'er
zeer goed vruchtbaar te maken zijn.
De it verkrijgen vruchtbare landen tul
len dus een oppervlakte hebben van onge
veer twaalf Haarlemmer?neerpolders (ruim
18.000 H.A.)
Is het niet om naar te smachten in onzen
tijd van vraag naar zoo groot mogelijke
productie
Zoo langzamerhand raakten wij de laat
ste weken welhaast vertrouwd met de ge
dachte: tot einde Mei zal onze br<¥>dgraan-
voorraad bij den huidigen duur der brood
kaarten voor ons Nederlandsche volk toe
reikend wezen: dan zal 't afgeloopen zijn,
dan zal er nijpende broodnood moeten ont
staan, als tenminste Inmiddels geen raad
wordt verschaft, als er niet door middel
van economische overeenkomsten eenige aan
voer van graan kan worden verkregen.
Wij raakten zoo langzamerhand met die
gedachte vertrouwd .(als we 't zoo noemen
mogen!), ofschoon wij ons waarlijk geen
antwoord konden geven op de vraag:
„Wat dan?"
En ofschoon die honger-datum tot onzen
schrik meer en meer naderde
Een niet geringe opluchting schonk ons
derhalve de verklari.' ,van minister Pos-
thuma bij het 'levensmiddelendebat, dat de
graanvoorraad strekken zou tot 1 juli, en
de later gevolgde berekening der graan-
commissarissen: dat het Hollandsche volk
wel tot 1 Augustus van brood voorzien
zou kunnen worden!
Laten we hopen, dat men zich niet mis
rekend heeft, en dat we dus met een vrij
gerust hart naar onzen nieuwen oogst toe
kunnen leven!
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
MAXIMUMPRIJZEN SLACHTVEE
De Minister van Landbouw heeft met
ingang van 11 Maart voor slachtvee de
volgende maximumprijzen in den groothan
del en den tusschenhandel vastgesteld:
I, Klasse A: Maximumprijs op markt
per K.Q, levend gewicht
Maximumprijs op stal per K-O- geschat
levend gewicht. Ossen en vaarzen resp. 96
en 93 ets, per K.G.; koeien en stieren
resp. 93 en 90 ets. per K.Q.
Klasse B: ossen en vaarzen resp. 77 en
74 ets.'per K.O.; koeien en stieren resp.
en haar schamele meubeltjes, aan eert pas
gehuwd paar, dat er Zijn gerief aan vond.
Zonder iemand iets te zeggen mij niet
uitgezonderd vertrok juffrouw Foulon.
Sinds heeft niemand in de streek nog iets
van haar vernomen. Zoodat niemand weet
wat er van haar geworden is.
En gij zegt dat voor zes jaar
Niet ten volle zes jaar, vijf en een
half jaar, want het was wat voor den
wijnoogst.,
Wat is nu uw gedachte?
Dat het kleine meisje haar door die
vreemdelinge toe werd vertrouwd. Zij moet
ruim betaald hebben, want Clémence was
nogal geldzuchtig, en voor niemendal zou
ze uit hare geboortestreek niet verhuisd
zijn.
In ieder geval, mijnbeer pastoor, blijft
de vrees mijner vrouw gegrond, dat op
een schoonen morgen bloedverwanten op
dagen om 't kindje op te eischen.
Dat is niet waarschijnlijk. Wanneer
een moeder haar kind vrijwillig *erlaat
en ik denk, dat het hier zoo gegaan, Is
gebeurt het zeldenj dat zij het later nog
terugverlangt. Wat er van zij, mijnheer,
met het groot te brengen, doet gij een
oprecht werk van barmhartigheid; Ood zal
er u voor loonen.
Wilt ge mij eenen dienst bewijzen,
mijnheer pastoor?
Waarom niet, als 't mogelijk is.
Ge zult niemand een woord zeggen,
aangaande mijn bezoek, nietwaar?
Ik verpand u mijn woord.
Noch over den dood van Clémence
Foulon.
Ook niet 1 1 n I
74 en 71 ets. per K.G.
Klasse C: ossen en vaarzen resp. "63 en
60 ets. per K.G.; koeien en stieren resp.
60 en 57 ets. per K.G.
Klasse D: ossen en Vaarzen, koeien en
stieren alles 50 ets. per K.G.
II. Onder slachtvee der klasse A is te
verstaan slachtvee waarvan de verhouding
van levend gewicht tot slachtgewicht is als
van 100 K.G. tot ongeveer 60 K.G.
Voor Klasse B is die verhouding als
van 100 K.G. tot ongeveer 55 K-G.
Voor Klasse C als van 100 K.G. tot
ongeveer 50 K-G.
Voor klasse D als van J0O K.G. tot
ongeveer 45 K.G.
De maximumprijzen op stal per K.G.
geslacht levend gewicht voor de klassen
A, B en C zullen worden betaald onder
aftrek van de gebruikelijke korting.
(„St-Ct")
DE VETDISTRIBIXTIE.
Er zijn, volgens „De Vee- en Vleesch-
handel", in ons land 14 smelters voor liet
smelten van het door slagers ingeleverde
vet aangewezen.
VUILVERBRANDING.
In verband met de naderende voltooiing
van de vuilverbrandingsoveh te Amster
dam, hebben landbouwers uit de Krim tot
den Minister van Landbouw een adres ge
richt, waarin er op wordt aangedrongen,
zoo spoedig mogelijk maatregelen fe willen
treffen, die tengevolge hebben
dat in steden, waar de vuilverbranding
reed9 werkt, deze gestaakt wordt en de
vuilnis als mest naar de landbouwstreken
gevoerd wordt, 1
VEEVOEDERARTIKELEN,
De Min, v. Landb. maakt bekend, dat
voederartikelen, die In de maand Maart
worden toegewezen, tegen de navolgende
prijzen door de Regeering zullen worden
afgeleverd: Mals, haver en erwten en boo
nenpikkel f21 per 100 K.G.; kanariezaad
f26 per 100 K.G.; voergerst f21 per 100
K.G.; voerboonen en voererwten f26 per
100 K.G.; Amerikaansche lijnkoeken f30
per 100 K-G, en inlandsche maiskoeken
f20 per 100 K.G,
Basis onbepaalde merken van La Plata-
zaad geslagen, bepaalde merken en soorten
ook schilfers naar de gewone ^verhouding.
Zemelen, grind en gries (zoowel gemengd
als ongemengd) f 15ha veraf val f 12Re-
geeringsvoermeel f 19schilfers van inland
sche raapkoeken f29. („St.-Ct.")
ALGEMEENE GAS- EN ELECTRIC1-
TEITSRANTSOENEERING.
Het Btireau voor Mededeelingen inzake
de Voedselvoorziening deelt mede:
De Rijks-Kolendistributie heeft voor de
rantsoeneering van gas en electriciteit voor
het tijdvak van 1 April 1918 tot en inet
30 September 1918 de volgende regeling
vastgesteld:
Gas.
Voor alle particuliere verbruikers wordt
beschikbaar gesteld, als minimum rantsoen-:
a. voor koken .(bijkoken hieronder be
grepen) behalve wanneer ten genoegen
van de Brandstoffen-commissie wordt aan
getoond, dat niet op gas kan worden ge
kookt, 20 M3. per gezin per maand, ver
meerderd met 2 M'1. voor eiken persoon
waaruit het gezin bestaat;
b. voor verlichting, behalve wanneer nien
tegelijkertijd op een electriciteitsnet is aan
gesloten:
in April 7, in Mei 4, in Juni 2, in
En als gij iets omtrent haar persoon
verneemt, wilt ge 't mij' dan aanstonds
schrijven?
Ik beloof hef u.
Heeft zij' hier familie?
Niemand, tenzij verre neven, die te
Carauzon gevestigd zijn. Heeft zij wat
achtergelaten?
Niemendal. Gansch haar vermogen
stak in haren handel en in koopwaren. Nu
werd alles door den brand vernield en
niets was verzekerd. Eenige nog te ont
vangen rekeningen en vier banknoten van
100 francs, teruggevonden jn een ijzeren
kistje, zullen ternauwernood voldoende zijn
om hare schulden te betalen.
Dus, verklaarde de priester, ge kunt
gerust zijn omtrent de bloedverwantschap,
wees zeker, niemand zal u het kind be
twisten.
Roselin had juist den pastoor zijn adres
opgegeven: rue de Cléry, ten kantore af te
halen, toen de huisbel klonk.
Beiden zaten nu weder in de veranda
en slurpten aan hun kopje koffie.
Wacht even, zei de pastoor, ,jk ga
eens zien wie het is.
Eenige minuten later hoorde Roselin,
van het terras, waar hij' zat, in het salon
hetzelfde gesprek voeren dat hij' reeds met
den priester had. Wat mocht dat te bedui
den hebben?
Was er dan nog een andere persoon, die
er belang bij' had het voorgaande leven
van Clémence Foulon te kennen? Wat
voerde die in zijn schild? Kwam die het
kind opeischen
In andere omstandigheden zou Roselin
heengegaan rijn; nu, integendeel, luisterde
Juli 3, in Augustus 5 en in September
9 M3.
Bovenstaande minimum-rantsoenen voor
zaken en verlichting te zamen vormen de ge
middelde behoefte van de kleinere verbrui
kers in de groote steden, zoodat, mits de
uiterste zuinigheid wordt betracht, men met
dit rantsoen kan toekomen.
De hoeveelheid, welke aan de gasbedrij
ven bovendien toegewezen zal worden voor
straatverlichting, openbare gebouwen, enz,
is zeer beperkt, aangezien gedurende den
zomer het gas in de eerste plaats naodig
is voor kookdoeleinden. Nadat tevens is
voorzien in de gerantsoeneerde behoefte der
industrie, zal de eventueel resteerende hoe
veelheid worden toegewezen aan de gasfa
brieken van die gemeenten in welke het
gemiddeld gebruik in 1915 hooger was
dan het minimum-rantsoen.
Aan alle gasbedrijven zal in de eerste
helft van Maart worden medegedeeld, welke
hoeveelheid gas in het tijdvak van 1 April
1918 tot en met 30 September 1918 kan
worden afgegeven en op welke hoeveelheid
kolen in verband hiermede ten hoogste kan
worden gerekend.
Elke gemeente moet een zoodanig stel
sel van gasrantsoeneering invoeren, dat aan
elk verbruiker het minimum-rantsoen is ge
waarborgd.
Electriciteit.
Voor alle particuliere gebruikers wordt
beschikbaar gesteld:
I. als minimum-rantsoen voor verlichting:
in April 8, in Mei 5, in Juni 3, in
Juli 4, in Augustus 6 en in September
10 K.W.U.
II. als vast rantsoen:
voor koken (bijkoken hieronder begre-
pen)
a. voor hen, die alléén op een electrici
teitsnet zijn aangestoten
120 K.W.U. tegen afstand van elke brand-
stoffeneenheid, welke men van het gedu
rende de zomermaanden te ontvangen
rantsoen vaste brandstoffen, voor dat doel
mocht wenschen af te staan;
b. voor hen, die tegelijkertijd op een
gasnet zijn aangesloten, doch voor electri-
sche waterkokers, strijkijzers e. d. een be
perkte hoeveelheid electriciteit wenschen;
4 K.W.U. voor eiken M3. gas, welken
men daartoe van zijn gasrantsoen wenscht
af te staan, tot een maximum van 120
K.W.U. voor het geheele tijdvak van 1
April 1918 tot en met 30 September 1918,
Alhoewel in verband met het feit, dat
de eleotrische centralen niet, zooals de
gasfabrieken, behoeven te beschikken over
eene speciale kolensoort, de afgifte van
electriciteit minder beperkt behoeft te wor
den, maakt de zorgwekkende toestand van
de kolenvoorziening het toch noodzakelijk
ook aan het electriciteitsverbruik een grens
te stellen.
Mitsdien bedraagt het maximum-rantsoen
voor verlichting voor particulieren:
in April 24, in Mei 15, jn Juni 9, in
Juli 12, in Augustus 18 en in September
30 K.W.U,
ONZE BROODVOORZIENING.
In de Donderdag gehouden zitting der
Tweede Kamer der Sta ten-Generaal deelde
Minister Posthuma mede, dat de regeerings-
commissarissen geschat hadden, dat de
broodvoorziening zelfs tot lAugustus
zal kunnen voortgaan.
DE THEE-DISTRIBUTIE.
Naar de „Leeuw. Ct." verneemt, zal
met ingang van 1 Mei a.s. weder een be
gin worden gemaakt met de thee-distri
butie.
S—PW—
hij met ingehouden adem af wat er binnen
werd verhandeld.
Maar weldra verdween zijn angst: de
vreemdeling was eenvoudig een agent, ge
stuurd door den prefectuur van politie, met
de opdracht in 't verleden van Clémence
Foulon een aanduiding te zoeken, welke
hem op 't spoor kon brengen der onbe
kende, die zoo behendig door de handen
van Marcel Barrère geglipt was.
Roselin kuchte eens, als wilde hij zeg
gen: „Ik ben hier en luister".
De agent wendde ongerust zijn hoofd
om en vroeg:
-Zijn we hier niet alleen?,.'..
De priester scheen verlegen, maar her
won spoedig zijn koelbloedigheid.
Flet is beter dat ik u de heele waar
heid zeg, sprak hij; zij zal u gerust stel
len; 't is zoo'n brave jongen!....
Wie?
Hij, die hiernaast zit, en om dezelfde
reden als gij gekomen is.
De agent rees van zijnen stoel op.
Voor dezelfde reden als ik?.... zeide
hij, groote oogen zettende.
Blijf kalm. Hij schiet niet onder nw
hazen. Trouwens, ik jal hem aan u voor
stellen, dan kunt gij1 zelf over hem oor-
deelen.
Daarop leidde de pastoor zijnen bezoe
ker öp het terras.
De agent, zonder een woord te spreken,
monsterde met scherpen blik Roselin.
Weldra verdween de rimpel van zijn
voorhoofd.
(Wordt vervolgd.)
I I
-\
I
i i '-+J
—J