No. 41
Zaterdag 6 April 1918
12e Jaargang
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bj» BREEDSTRAAT 12.
Telefoon Na 433.
ABONNEMENTSPRIJS:,
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAO EN ZATERDAG.
ADVERTENTIÉN:
Sea edel Hart.
dBk uwwi»
nederland' en de geassoci
eerden.
calcium carbid.
Per kwartaal franco huis. f i.ifi1
Met geïtl. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant x.
van het Zondagsblad
fl f:i
I 0.05
f 0.06
Van 15 regels 10,62»
Elke regel meerjo.12'
Reclames per regelf o 36
Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. f 0.40
De Advertentieprijs is verhoogd met
20 o/o oorlogstoeslag.
Hoe moedwillig en dom een opgeruid
publiek zich.Jj.an aanstellen!
Ternauwernood was het bekend gewor
den, dat de broodkaart voortaan 14 dagen
zou moeten duren, of in sommige steden
liep het volk te hoop: op 30 Maart was>
de nieuwe broodkaart geldig geworden en
reeds op 4 April trachtte het plebs in
Amsterdam, in Maastricht, in Deventer
enz. broodkarren leeg te halen en bakkerijen
te plunderen.
Laat men ons nu toch niet wijs willen
maken, dat de broodkaarten nu opeens
niet meer voor6 dagen toereikend
zouden wezen!
Het volk, dat zich aan Jeeghaling van
broodkarren enz. schuldig maakt, dat volk
i9 onwillig, het wil niet trachten zich
in de crisis-omstandigheden te schikken, ge
lijk het heden ten dage burgerplicht is;
dat volk is moedwillig, want net be
drijft die daden uit boozen opzet, niet uit
honger:
op den zesden dag eener broodkaart-
periode behoeft nog niemand honger te
lijden.
i i r li.
Een staaltje van zijn domheid heeft
dat slag va-n volk gegeven, toen het Don
derdag H. M. de Koningin, bij Haar be
zoek aan Amsterdam, toeschreeuwde en toe-
joelde: „Honger1," «Wij hebben hon
ger!" enz.
.Wij moeten geiooven, dat dergelijk pu
bliek zich om moedwillig te kunnen
zijn! zoo dom aanstelt, want zou
er nu iemand zóó dom zijn, te méenen,
dat het de schuld van H. M. is, dat w:ij
zoozeer met broodschaarschte sukkelen? en
dat de Koningin daarin verbetering kan
brengen? Meent men, dat de Nederlandsche
regeering het volk voor haar pieizier op
een gering broodrantsoen sitelt? en Kan men
het absoluut niet begrijpen, dat, waar niets
is; niets gegeven kan worden, en dat
het zeer verstandig, ja, een gebiedende
eisch is: zuinig te zijn met datgene, waar
van men weinig heeft, opdat men niet
nog ergeren nood te verduren zal krijgen?
Begrijpt dat volk ook niet, dat het de
broodvoorziening door die plundering nog
meer in de war stuurt, en dat men zich
zelf en de samenleving daardoor per slot
van rekening te kort doet?
Het wordt er door dit alles immers niet
beter op. Js door het verminderde rantsoen
de hoeveelheid, welke ieder krijgen kan, toch
reeds gering, we krijgen niets, wanneer
door plundering en opeisching zonder bons
anderen zich een te grooten voorraad weten
te verschaffen. Daarbij komt, dat 't zoo
op den duur mis moet loopen, want de
bakkers kunnen geen meel krijgen voor de
FEUILLETON.
Omgewerkt naar het pransch.
25.
't Was zooals Roselin zekeren dag ge
zegd had aan mad. Vairnet: zij'n groot
vader had negen kinderen en hij zelf was
de zesde zoon van een armen hovenier
van Hyères.
Het gezin kwam goed door de wereld,
toen opeens een besmettelijke ziekte uit
brak en al de kinderen, uitgezonderd Ro-
selin, ten grave sleepte.
De moeder stierf van verdriet.
De vader verveelde zich geweldig in het
huisje, waar vroeger alles leven en vroo-
lijikheid ademde.
Hij liet zijn ambacht varen en ging door
de velden en in den omtrek van het station
slenteren; hij' had voor niets nog zin en
zijn tuin, tot dan toe zoo netjes onder
houden, verviel tot vogelwei.
Geen vroege groenten en vruchten meer
hie welstand in het gezin brachten!
ft^aarwel de zoo goed gevulde dagen, de
Eo i n d'e «"lid te kort waren, voor den
herstellenden slaap,
zon, ^^rien dag lag hij te luieren in de
alsvom pi'pie in den mond> en gebruikte
'ijl hii? wa-t brood en een ajuin, ter-
Wiji hij
dronk.
heldere water uiit de beek
gij nuZvanbuwman' vro£® men hem> leeft
Neen.
arbeid. Vandaag hl f lk Weer aan den
hoeveelheden brood, welke zij, al of niet
tegen betaling, moeten afleveren zonder
bons. Sommige bakkers in Amsterdam neb
ben dan ook reeds besloten voorloopig niet
meer te bakken, merkt 'het „Hdbd." op,
daar zij bij voortduring van den huldigen
toestand toch binnenkort genoodzaakt zou
den zijn het bedrijf stop te zetten wegens
de onmogelijkheid om meel te krijgen
waarvoor hun immers de noodige bons ont
breken.
Men toone zich in deze dagen toch nuch
ter en verstandig, men denke Kalm nil:
dan zal men trachten zich te schikken in
het onvermijdelijke.
De tijden zijn lastig, doch zij worden
onmogelijk te beleven, wanneer ongure ele
menten zich aan boven gesignaleerde dom
heid en moedwil schuldig willen maken,
EEN GOEDE WOEKER.
Het behoeft in deze dagen, nu een ieder
aan den lijve gevoelt, hoe wij te kampen
hebben met voedselschaarschte, geen be
toog meer, dat men er een goed werk
mee verricht, wanneer men thans te woe
keren poogt met de voortbrengingskracht
van onzen grond.
Nu het nog dc goede tijd is, meent de
Minister van 'Landbouw nog eens iedereen,
die in de gelegenheid is om zelf voedings
gewassen te telen, te moeten wijzen op zijn
plicht om deze gelegenheid niet ongebruikt
te laten voorbijgaan.
Het blijkt, dat sommige groote en meer
dere kleine landgebruikers, die zeer goed
aardappelen, bruine boonen, groenten en
dergelijke gewassen voor eigen gebruik kon
den verbouwen, zich daarvan onthouden
m de verwachting, dat zij deze artikelen
goedkooper en gemakkelijker uit de distribu
tie zullen kunnen betrekken.
Het i9 duidelijk dat zij, die aldus han
delen, in hun plicht te kort schieten. Daar
om zal aan de burgemeesters worden ver
zocht dergelijke personen voor de artikelen,
die zij zelf kunnen verbouwen, Puiten te
sluiten van de distributie.
Dit geldt niet alleen voor de personen,
die gewoon waren zelf voedingsgewassen
te telen, doch ook voor "hen, die daarvoor
in de gelegenheid zijn.
De landgebruikers, die geen bouwland,
doch wel grasland hebben, zullen van deze
verplichting niet worden vrijgesteld, waar
zij een gedeelte van hun grasland kunnen
scheuren of omspitten.
Zij, die tot dusverre in verzuim geble
ven zijn, kunnen dit -nog herstellen. In
de eerstvolgende weken kunnen aardappe
len nog gezet worden, voor het planten van i
bruine boonen is het nog ruimschoots de
tijd, terwijl ook allerlei groenten nog ge
teeld kunnen worden.
Men moge doordrongen zijn van het
besef, dat alle voedsel in dezen tijd van
onschatbare waarde is, dat er dus geen
plekje grond onbenut, on-productief blijven
mag!
BINNENLAND.
Ondertusschen slenterde Roselin rond.
Maar dikwijls voelde hij zich aangetrok
ken tot het station, waar de groote zwarte
machines, met gloeiende ovens; in volle
snelheid binnenstroomden en hijgende en
zuchtende bleven staan.
O! daarop 't land doorreizenalle
streken en gouwen zien, zonder eenen voet
te moeten verzetten.... wat droom!
En de schrandere oogen van den knaap
schitterden als van een koortslijder.
Ik wil met u meerijden, zei hij zeke
ren dag tot een machinist. Wilt ge mij
meenemen
Ja zeker, ik wil, zei de andere, ge
troffen door dit lieve, vastberaden gelaat,
vol uitdrukking; maar op twee voorwaar
den.
Mag ik weten welke?
Gij moet mij de toestemming uws
vaders brengen en een getuigschrift van
geleerdheid. i l I i
De toestemming van vader .Vaillauris
was gemakkelijk te bekomen, want het 'kon
hem weinig schelen wat zij'n zoon deed.
Maar het bewijis van geleerdheid! Rose
lin kon zelfs niet lezen!....
Hij gaf echter geen moed verloren.
's Anderen daags liet hij zich opschrijven
in eene school; in een jaar leerde hij' meer
dan vele anderen in verscheidene jaren.
Toen hij' veertien jaar was, mocht hij
als leerling een locomotief bestijgen en
zijn eerste reis medemaken.
Zoo gingen zes' of zeven jaar voorbij'.
Vader Vaillauris stierf. Roselin trok een
goed nummer bij de loting, ging zich te
Parijs vestigen, zocht eene plaats op een
fabriek, altijd als machinist.
Ja hetzelfde huis waande sea werkster.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
MAGERE KAAS.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake
de Voedselvoorziening meldt:
In sommige bladen is twijfel geopperd of
de distributie van kaas 20 -j- ate aanvul
ling van het verminderd broodrantsoen wel
mogelijk is in de toegezegde hoeveelheid
en zoo ja, of zij' van wezenlijke beteekenis
is voor de volksvoeding. De vrees wordt
uitgesproken, dat iedereen deze kaas zal
willen hebben, en dat dus per saldo deze
distributie waardeloos zal blijken.
De toegezegde hoeveelheid bedraagt on
geveer 400.000 K.G. pes week of 70 K.G.
per lOOO inwoners boven 1 jaar. Dat zou
.dus zijn 70 gram per hoofd per week
of 10 gram per dag. Het lijkt inderdaad
zeer weinig, maar het heeft toch wel be
teekenis als aanvulling van het verlaagd
broodrantsoen. Immers 10 gram van deze
kaas bevait reeds meer eiwit en vet dan
door de vermindering van een rantsoen
ongebuild tarwebrood van 250 gram op
200 gram wordt gederfd. Er blijft dan
nog een tekort aan koolhydraten, dat echter
met 25 gram suiker ruim is aangevuld.
Ook vatgroenten, die nog ruimschoots tegen
matige prijzen te bekomen zijn, gunnen
daarvoor uitstekend dienst doen. Zonder oe-
teekenis voor de volksvoeding kan de kaas
distributie dus zeker niet worden geacht.
Zijn nu deze 70 gram per week verze
kerd? Dat zal ten deele afhangen van de
maatregelen der gemeentbesturen om deze
kaas te doen terechtkomen bij' hen, die
daaraan het meest behoefte hebben. Daar
bij mag niet vergeten worden, dat ook de
volvette kaas en de kaas 40 -j- en 30 -j-
in voldoende mate verkrijgbaar blijven; men
mag dus aannemen, dat zij', die gewoon
waren deze soorten van hooger vetgehalte
te gebruiken, dit zullen blijven doen. Ge
schiedt dit en zorgen de gemeentebesturen
voor een goede distributie, dan mag ver-
wacht worden, dat in ieder geval 70 gram,
en wellicht meer, b.v. 1 ons, per week
ter beschikking zal komen van hen, die
allereerst goedkoop aanvullend voedsel noo-
dig hebben.
Op dit opgenblik bestaat er nog een
groote voorraad van deze magere kaas,
waaruit voor de eerste weken kan worden
geput. Intussehen wordt de fabricage van
deze soort ter hand genomen, waarbijl nog
als bijkomstig1 voordeel verkregen zal wor
den, dat, daar de melk sterker wordt af
geroomd, ook meer boter zal kunnen wor
den gemaakt. Ook uit dit oogpunt isi deze
kaasverstrekking dus niet zonder belang.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen
het reeds gepubliceerde schrijven van den
Britschen gezant d.d. 22 Maart, kennis ge
vende van de jnbesl-agneming der Neder
landsche schepen in geassocieerde havens,
en 's Ministers antwoord op die mededeeling
van 30 Maart, waarbijl de Nederlandsche
regeering tegen die inbeslagneming orotes-
teert. Daarbij verklaart de Minister het
onmogelijk voor de Nederlandsche regeering
toe te stemmen jn uitzending van nieuwe
schepen met het oog op ontelbare moeilijk
heden ter zake ondervonden, en op de ver
schillende voorwendsels, waardoor de Ne
derlandsche schepen, na te goeder trouw
overzeesche^ havens te zijn binnengekropen,
daar voor onbepaalden tijd zijn vastgehou-
enkele jaren jonger dan hij; en terwille
van dit meisje bleef hij' braaf en oppassend.
Laure Basset kwam met hare moeder
van Nancy.
Deze had handel gedreven in borduur
werk, doch verkeerd uitgevallen specula
ties van haren man hadden haar ten onder
gebracht. De man was van verdriet ge
storven.
Zonder geld, zonder krachten, want hare
gezondheid had veel geleden onder dit dub
bel ongeluk,- was mad. Basset te Parijs
komen verbergen, wat zij noemde haar ver
val.
Daar had zij" dag en nacht gearbeid aan
borduurwerk, geholpen door Laure, die
reeds zestien jaar oud was.
Maar dit overwerken had de hartziekte
doen toenemen, waar zij aam leed.
Zekeren avond kwam Roselin tamelijk
laat naar huis. Hij hoorde jammeren en
kermen in eene kamer, gelegen onder de
zijne.
Hij luisterde.
Hulp!... hulp!... klonk het. Mijne
moeder sterft!
Hij was goed van aard en altijd bereid
iemand te helpen.
Hij daalde de trap af en liep de kamer
binnen, waaruit het noodgeschreeuw hem
tegenklonk.
"Eene vrouw lag uitgestrekt op een rust
bank.
Op een tafeltje stonden een heele verza
meling apothekersfleschjes, suiker, glazen,
ether.
Een jonge maagd hield de zieke in hare
armen en bedekte haar bleek gelaiat met
kussen en liefkoozingen, terwijl ze snikte
om een steenen hart te breken,
den. Dikwijls om redenen, waarmede de
schepen of hun lading niets hadden uit te
staan. Al hetwelk zijn hoogtepunt heeft ge
vonden in een laatsten maatregel van inbe
slagneming. zoo griev. nd voor het nationaal
zelfgevoel.
De Minister herinnert aan de weigering
der letters of assurance aan sche
pen in Amerika, aan het vasthouden van de
schepen te Halifax, om de Nederlandsche
regeering te dwingen, den doorvoer van
metalen te doen ophouden, aan het vast
houden van schepen te Halifax, te Gibral
tar en te Freetown, die aan alle vereischte
formaliteiten hadden voldaan, alsmede te
Sing-apore en in havens van het Vereenigd
Koninkrijk.
Naar aanleiding van de vraag der geasso
cieerde regeeringen om opgaaf van het ton-
nagecijfer der Nederlandsche schepen in of
op weg naar Nederlandsche havens, meent
de Nederlandsche regeering, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden een gedach-
tenwi.sseïng hierover nutteloos zou zij'n.
Ten slotte legde de Minister nog aan de
Tweede Kamer over een nota, door onzen
gezant te Washington 31 Maart aan de
Amerikaansehe regeering toegezonden, waar
in eveneens geprotesteerd wordt tegen de
inbeslagneming en verklaard, dat niet de
Duitsche regeering de vrijheid van hande
len der Nederlandsche regeering heeft be
lemmerd, maar veeleer de Amerikaansehe
regeering, die zonder geldige redenen de
u.itklaring van de „Zeeiandia" weigerde en
daardoor op de Nederlandsche regeering
dwang oefende, die het voorspel was voor
de inbeslagneming.
DE VETD1STRIBUTIE.
De „Vee- en Vleeschhandel" meldt, dal
na 23 April geen bak- en braadvet meer
zal worden gedistribueerd. Er zal voor in
de plaats komen distributie van normaa'-
margarine, van margarine-melange en botei-
melange, met resp. 25 »/o en 50 °/o botei
door de margarine vermengd. Tevens js
er nog natuurboter verkrijgbaar, maar ailes
wordt geransoeneerd, zoodat ten hoog-ste
per persoon 1 K-G. boter of margarine
in de 4 weken verkrijigbaar is.
Voor deze vetvoorziening moet de slager
het vet van het slachtvee blijven leveren.
De Min. v. Landb. heeft vastgesteld de
volgende maximum kleinhandelprijzeii voor
calcium carbid: fl.65 per K.G. netto, ex
clusief bus; f2.05 per K.G. netto, inclu
sief bus; fl.85 per K.G. bruto, inclusief
bus (inhoudende 0.85 K-G.). („St.-Ct.")
VLEESC.HCONSERVEN.
Wegens de vleeschschaarschte zal, vol
gens de „Veehandel", binnenkort een yerbod
tot het maken van vleeschconserven worden
uitgevaardigd.
PAARDEN VOOR DUITSCHLAND.
Er werden opnieuw pogingen gedaan,
naar de „N. Ct." meldt, om paarden van
4 tot 12 jaar en tweejarige merriën vooi
Duitschland op te koopen. Zoo worden
monsteringen gedaan te Sloten, Halfweg.
Spaarndam, Schoten, enz. voor één bepaalden
paardenhandelaar. Van 7.30 's morgens tot
5.30 's namiddags worden in 27 plaatsen
goedgekeurde paarden opgekocht.
UITVOER VISCH VERBODEN.
Bij Ken. Besluit is onder intrekking van
vroegere besluiten verboden de uitvoer van
alle visch, met uitzondering van week- en
schaaldieren.
De aanvoer van week- en schaaldieren
is verboden met ingang van .15 April.
Juffrouw!.... zei Roselin ontroerd,
wat kan ik doen om u te helpen
Een beeld van een meisje was ze niet;
maar haar mager en sympathiek gezichtje
werd verhelderd door iwee prachtige, don
kerblauwe kijkers, overschaduwd door lange
zwarte wimpers.
O! mijnheer, ik dank ui... sprak ze,
een onvergetelijken oogslag op den ma
chinist latende rustÊh, Wil eerst het ven
ster openen en dan bij' mij komen.
Hij' gehoorzaamde.
't Is wel, sprak ze; help me nu mijn
arme moeder op den grond uitstrekken.
Hij gehoorzaamde weer, en stond ver
baasd over hare schrander- en behendig
heid.
Dank de goede zorgen der beide jonge
lieden, opende de zieke weldra hare oogen.
Zij scheen niet verwonderd den jonge-
Jing aan de zijde barer dochter te zien.
Integendeel, het bruine, sympathieke ge
laat van Roselin stelde haar geruist.
Dank, zeide ze, hem hare kleine, nog
ijskoude hand toereikende; dank aan u,
gevoel ik mij beter.
Die zachte stem ontroerde het hart van
Roselin en eerbiedig nam hij afscheid van
die eerlijke, ordelijke en deftige vrouwen.
Maar hij keerde dikwijls tot haar terug
en kwam er toe haar een menigte kleine
diensten te bewijzen, welke zij eenvoudig
aanvaardden, maar niet zonder voorbe
houd dat de vriendschappelijke omgang
niet verminderde.
Hij haalde, water naar boven, veegde de
kamers, poetste het koper van de schouw,
de kandelaars, de kleine hanglamp der eet
kamer, en hijl deed ze blinken zoo schoon
als zijne machines,
De „Msb." hoopt, dat de hoeveelheid
kostelijk voedsel, aldus behouden, zeergroot
zal wezen.
Zij, die wegens het mijnengevaar onder
groot bezwaar ter visscherij uitgaan, maken
zich voor onze volksvoeding hoogst verdien
stelijk en maken zich den dank der natie
waardig,
SPOORWEG EGMOND AAN ZEE
-ALKMAAR—BERGEN AAN ZEE.
Ingediend is een wetsontwerp h-u lerde
machtiging tot het aangaan van eene over-
eenkomstmet de Hollar.dsche IJzeren Spcor-
weg-Maatschapcij betreffende een spoorweg
van Fgmond avn Zee over Alkmaar naar
Bergen aan Zee.
De spoorweg Fgmond aan ZeeAlkmaar
Bergen, welke op 21 Juli 1913 voor het
publieke verkeer werd opengest-ld en in
1909 we d uitgebreid tot Bergen aan 7ee,
is het eigendom der Stoomtramweg Ma t-
schappii EgmondAlkmaarBergen en
wordt g-ëxptoiteeH door de H 'bndsoke
IJzeren Spoorweg-MaafsChappij. Deze heeft
tegen het einde van het jaar 1916 het ver
langen te kennen geg'even, den spoorweg
op 1 Januari 1918 te koopen en goed
keuring aan de Regeering' daartoe verzocht.
Tevens heeft zij daaraan het verzoek ver
bonden, dat de spoorweg Egmond aan Zee
Alkmaar—Bergen aan Zee door den Staat
zal worden overgenomen ingeval deze ge
bruik maakt van het hem bij de met de
Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij
gesloten overeenkomst van 21 Januari 1890,
toegekende recht, om de eigendommen dier
maatschappij te naasten of wel ingeval de
maatschappij van hare rechten wordt ver
vallen -verklaard.
Omtrent de voorwaarden, waarop de Hol
landsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij de
exploitatie van den spoorweg zal voortzet
ten, is overeenstemming verkregen. Zij zijn
neergelegd in de bij bovengenoemd wets
ontwerp behooren.de ontwerpovereenkomst.
In hoofdtrekken is deze gelijkluidend aan
de nadere overeenkomst, welke tusschen
den Staat en de Holl. JJz. Spoorw.-Mij. op
9 Juni/29 Maart 1909 werd gesloten, betref
fende den spoorweg van Schagen naar Wog-
num, zooals die overeenkomst werd gewij
zigd bij die van .19 Mei/26 Januari 1916.
Tot het aargaan va: oe "bij dit wetsoi te-
we^ gevoegde overeenkomst wordt door
de Mir.istais van Waterstaat en Finacc'en
machtiging bij de wet gevraagd wegens de
regeling betreffende ov-rnemirg van den
spoorweg in geval van naasting der Holl.
IJ*. Spoorweg Mij. e
De nieuwe regelieg zal een einde maken
aan bet nadeel dat uit de bestaande exploi
tatieovereenkomst is gebleken voort te
vloeien.
Bij de verdere ontwikkeling van het ver
keer mag verwacht worden, dat het verlies,
dat thans op de exploitatie van den spoor
weg wordt geleden, door winst zal worden
vervangen. Behalve dat de Staat daarbij
wegens de bepalingen omtrent winstver-
deeling vo'gens de overeenkomst van 1890
dadelijk belang heeft, mag hetgeen thans
voor de Holl IJz Spoorweg Mij. voor-
deelig is, gei:ht «-orden voor den Staat,
als mogelijk toekomstigen exploitant, in
hoofdtrekken evenzeer voordeelfg te zijn.
Mitsdien beslaat bij de Ministers tegen
inwilliging van de verzoeken der Holl. IJz.
Spoorweg Mij geen bezwaar.
Ingevolge het bepaalde in de ontwerp
overeenkomst zal de Minister van Water
staat het recht hebben onder bepaalde om
standigheden inrichting van den spoorweg
voor elee'risch bedrijf voor te schrijven.
Als wederdienst verzorgde Laure het
linnen van haren nieuwen vriend. Zij' her
stelde het en deed hem koopen wat hem
nog ontbrak.
Én zoo besteedde hij' al zijn vrijen tijd
in het hijzijn der buurvrouwen. -
Zijn ledige kamer, vroeger nooit opge
schikt door een verstandige en teedere
vrouwenhand, boezemde hem nu geen af
keer meer in; integendeel hij' vond er nu
behagen in, hij vertoefde er gaarne.
En zekeren dag vond hij' ojj zijn kast
een tuil bloemen, dezelfde welke in de tui
nen zijner geboortestad bloeiden; hij ge
voelde iets warms in hem opstijgen, het
kwam van het hart en ging naar het
hoofd; bij ondervond allerlei zoete ge
waarwordingen, waarin gemengd waren
zijne streek, Laure, het heden en de toe
komst! 1
Nu hij' niet meer uitging en geen her
berg bezocht, en de Zondagsche zwelg-
partijitjes met zijn vrienden vaarwel had
gezegd, kon hij' een aardig duitje overleg
gen. 1
Gij1 moét het op interest petten, zei
Laure, aan wie hij vertelde hoe rijk hij
was,
Waarom dat? vroeg hij.
- En de toekomst?
Ik zal al werkende stervenik heb
schrik van rusten.
Zij bloosde wat, en ontsteld, terwijl zij
haar blauwe kijkers neersloeg, zeide zij:
En het gezin, dat gijl zoudt kunnen
stichten?
(Wordt vervot&d.J