No. 41 Zaterdag 6 April 1918 12e Jaargang Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bj» BREEDSTRAAT 12. Telefoon Na 433. ABONNEMENTSPRIJS:, DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAO EN ZATERDAG. ADVERTENTIÉN: Sea edel Hart. dBk uwwi» nederland' en de geassoci eerden. calcium carbid. Per kwartaal franco huis. f i.ifi1 Met geïtl. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant x. van het Zondagsblad fl f:i I 0.05 f 0.06 Van 15 regels 10,62» Elke regel meerjo.12' Reclames per regelf o 36 Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. f 0.40 De Advertentieprijs is verhoogd met 20 o/o oorlogstoeslag. Hoe moedwillig en dom een opgeruid publiek zich.Jj.an aanstellen! Ternauwernood was het bekend gewor den, dat de broodkaart voortaan 14 dagen zou moeten duren, of in sommige steden liep het volk te hoop: op 30 Maart was> de nieuwe broodkaart geldig geworden en reeds op 4 April trachtte het plebs in Amsterdam, in Maastricht, in Deventer enz. broodkarren leeg te halen en bakkerijen te plunderen. Laat men ons nu toch niet wijs willen maken, dat de broodkaarten nu opeens niet meer voor6 dagen toereikend zouden wezen! Het volk, dat zich aan Jeeghaling van broodkarren enz. schuldig maakt, dat volk i9 onwillig, het wil niet trachten zich in de crisis-omstandigheden te schikken, ge lijk het heden ten dage burgerplicht is; dat volk is moedwillig, want net be drijft die daden uit boozen opzet, niet uit honger: op den zesden dag eener broodkaart- periode behoeft nog niemand honger te lijden. i i r li. Een staaltje van zijn domheid heeft dat slag va-n volk gegeven, toen het Don derdag H. M. de Koningin, bij Haar be zoek aan Amsterdam, toeschreeuwde en toe- joelde: „Honger1," «Wij hebben hon ger!" enz. .Wij moeten geiooven, dat dergelijk pu bliek zich om moedwillig te kunnen zijn! zoo dom aanstelt, want zou er nu iemand zóó dom zijn, te méenen, dat het de schuld van H. M. is, dat w:ij zoozeer met broodschaarschte sukkelen? en dat de Koningin daarin verbetering kan brengen? Meent men, dat de Nederlandsche regeering het volk voor haar pieizier op een gering broodrantsoen sitelt? en Kan men het absoluut niet begrijpen, dat, waar niets is; niets gegeven kan worden, en dat het zeer verstandig, ja, een gebiedende eisch is: zuinig te zijn met datgene, waar van men weinig heeft, opdat men niet nog ergeren nood te verduren zal krijgen? Begrijpt dat volk ook niet, dat het de broodvoorziening door die plundering nog meer in de war stuurt, en dat men zich zelf en de samenleving daardoor per slot van rekening te kort doet? Het wordt er door dit alles immers niet beter op. Js door het verminderde rantsoen de hoeveelheid, welke ieder krijgen kan, toch reeds gering, we krijgen niets, wanneer door plundering en opeisching zonder bons anderen zich een te grooten voorraad weten te verschaffen. Daarbij komt, dat 't zoo op den duur mis moet loopen, want de bakkers kunnen geen meel krijgen voor de FEUILLETON. Omgewerkt naar het pransch. 25. 't Was zooals Roselin zekeren dag ge zegd had aan mad. Vairnet: zij'n groot vader had negen kinderen en hij zelf was de zesde zoon van een armen hovenier van Hyères. Het gezin kwam goed door de wereld, toen opeens een besmettelijke ziekte uit brak en al de kinderen, uitgezonderd Ro- selin, ten grave sleepte. De moeder stierf van verdriet. De vader verveelde zich geweldig in het huisje, waar vroeger alles leven en vroo- lijikheid ademde. Hij liet zijn ambacht varen en ging door de velden en in den omtrek van het station slenteren; hij' had voor niets nog zin en zijn tuin, tot dan toe zoo netjes onder houden, verviel tot vogelwei. Geen vroege groenten en vruchten meer hie welstand in het gezin brachten! ft^aarwel de zoo goed gevulde dagen, de Eo i n d'e «"lid te kort waren, voor den herstellenden slaap, zon, ^^rien dag lag hij te luieren in de alsvom pi'pie in den mond> en gebruikte 'ijl hii? wa-t brood en een ajuin, ter- Wiji hij dronk. heldere water uiit de beek gij nuZvanbuwman' vro£® men hem> leeft Neen. arbeid. Vandaag hl f lk Weer aan den hoeveelheden brood, welke zij, al of niet tegen betaling, moeten afleveren zonder bons. Sommige bakkers in Amsterdam neb ben dan ook reeds besloten voorloopig niet meer te bakken, merkt 'het „Hdbd." op, daar zij bij voortduring van den huldigen toestand toch binnenkort genoodzaakt zou den zijn het bedrijf stop te zetten wegens de onmogelijkheid om meel te krijgen waarvoor hun immers de noodige bons ont breken. Men toone zich in deze dagen toch nuch ter en verstandig, men denke Kalm nil: dan zal men trachten zich te schikken in het onvermijdelijke. De tijden zijn lastig, doch zij worden onmogelijk te beleven, wanneer ongure ele menten zich aan boven gesignaleerde dom heid en moedwil schuldig willen maken, EEN GOEDE WOEKER. Het behoeft in deze dagen, nu een ieder aan den lijve gevoelt, hoe wij te kampen hebben met voedselschaarschte, geen be toog meer, dat men er een goed werk mee verricht, wanneer men thans te woe keren poogt met de voortbrengingskracht van onzen grond. Nu het nog dc goede tijd is, meent de Minister van 'Landbouw nog eens iedereen, die in de gelegenheid is om zelf voedings gewassen te telen, te moeten wijzen op zijn plicht om deze gelegenheid niet ongebruikt te laten voorbijgaan. Het blijkt, dat sommige groote en meer dere kleine landgebruikers, die zeer goed aardappelen, bruine boonen, groenten en dergelijke gewassen voor eigen gebruik kon den verbouwen, zich daarvan onthouden m de verwachting, dat zij deze artikelen goedkooper en gemakkelijker uit de distribu tie zullen kunnen betrekken. Het i9 duidelijk dat zij, die aldus han delen, in hun plicht te kort schieten. Daar om zal aan de burgemeesters worden ver zocht dergelijke personen voor de artikelen, die zij zelf kunnen verbouwen, Puiten te sluiten van de distributie. Dit geldt niet alleen voor de personen, die gewoon waren zelf voedingsgewassen te telen, doch ook voor "hen, die daarvoor in de gelegenheid zijn. De landgebruikers, die geen bouwland, doch wel grasland hebben, zullen van deze verplichting niet worden vrijgesteld, waar zij een gedeelte van hun grasland kunnen scheuren of omspitten. Zij, die tot dusverre in verzuim geble ven zijn, kunnen dit -nog herstellen. In de eerstvolgende weken kunnen aardappe len nog gezet worden, voor het planten van i bruine boonen is het nog ruimschoots de tijd, terwijl ook allerlei groenten nog ge teeld kunnen worden. Men moge doordrongen zijn van het besef, dat alle voedsel in dezen tijd van onschatbare waarde is, dat er dus geen plekje grond onbenut, on-productief blijven mag! BINNENLAND. Ondertusschen slenterde Roselin rond. Maar dikwijls voelde hij zich aangetrok ken tot het station, waar de groote zwarte machines, met gloeiende ovens; in volle snelheid binnenstroomden en hijgende en zuchtende bleven staan. O! daarop 't land doorreizenalle streken en gouwen zien, zonder eenen voet te moeten verzetten.... wat droom! En de schrandere oogen van den knaap schitterden als van een koortslijder. Ik wil met u meerijden, zei hij zeke ren dag tot een machinist. Wilt ge mij meenemen Ja zeker, ik wil, zei de andere, ge troffen door dit lieve, vastberaden gelaat, vol uitdrukking; maar op twee voorwaar den. Mag ik weten welke? Gij moet mij de toestemming uws vaders brengen en een getuigschrift van geleerdheid. i l I i De toestemming van vader .Vaillauris was gemakkelijk te bekomen, want het 'kon hem weinig schelen wat zij'n zoon deed. Maar het bewijis van geleerdheid! Rose lin kon zelfs niet lezen!.... Hij gaf echter geen moed verloren. 's Anderen daags liet hij zich opschrijven in eene school; in een jaar leerde hij' meer dan vele anderen in verscheidene jaren. Toen hij' veertien jaar was, mocht hij als leerling een locomotief bestijgen en zijn eerste reis medemaken. Zoo gingen zes' of zeven jaar voorbij'. Vader Vaillauris stierf. Roselin trok een goed nummer bij de loting, ging zich te Parijs vestigen, zocht eene plaats op een fabriek, altijd als machinist. Ja hetzelfde huis waande sea werkster. NEDERLAND EN DE OORLOG. MAGERE KAAS. Het Bureau voor Mededeelingen inzake de Voedselvoorziening meldt: In sommige bladen is twijfel geopperd of de distributie van kaas 20 -j- ate aanvul ling van het verminderd broodrantsoen wel mogelijk is in de toegezegde hoeveelheid en zoo ja, of zij' van wezenlijke beteekenis is voor de volksvoeding. De vrees wordt uitgesproken, dat iedereen deze kaas zal willen hebben, en dat dus per saldo deze distributie waardeloos zal blijken. De toegezegde hoeveelheid bedraagt on geveer 400.000 K.G. pes week of 70 K.G. per lOOO inwoners boven 1 jaar. Dat zou .dus zijn 70 gram per hoofd per week of 10 gram per dag. Het lijkt inderdaad zeer weinig, maar het heeft toch wel be teekenis als aanvulling van het verlaagd broodrantsoen. Immers 10 gram van deze kaas bevait reeds meer eiwit en vet dan door de vermindering van een rantsoen ongebuild tarwebrood van 250 gram op 200 gram wordt gederfd. Er blijft dan nog een tekort aan koolhydraten, dat echter met 25 gram suiker ruim is aangevuld. Ook vatgroenten, die nog ruimschoots tegen matige prijzen te bekomen zijn, gunnen daarvoor uitstekend dienst doen. Zonder oe- teekenis voor de volksvoeding kan de kaas distributie dus zeker niet worden geacht. Zijn nu deze 70 gram per week verze kerd? Dat zal ten deele afhangen van de maatregelen der gemeentbesturen om deze kaas te doen terechtkomen bij' hen, die daaraan het meest behoefte hebben. Daar bij mag niet vergeten worden, dat ook de volvette kaas en de kaas 40 -j- en 30 -j- in voldoende mate verkrijgbaar blijven; men mag dus aannemen, dat zij', die gewoon waren deze soorten van hooger vetgehalte te gebruiken, dit zullen blijven doen. Ge schiedt dit en zorgen de gemeentebesturen voor een goede distributie, dan mag ver- wacht worden, dat in ieder geval 70 gram, en wellicht meer, b.v. 1 ons, per week ter beschikking zal komen van hen, die allereerst goedkoop aanvullend voedsel noo- dig hebben. Op dit opgenblik bestaat er nog een groote voorraad van deze magere kaas, waaruit voor de eerste weken kan worden geput. Intussehen wordt de fabricage van deze soort ter hand genomen, waarbijl nog als bijkomstig1 voordeel verkregen zal wor den, dat, daar de melk sterker wordt af geroomd, ook meer boter zal kunnen wor den gemaakt. Ook uit dit oogpunt isi deze kaasverstrekking dus niet zonder belang. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen het reeds gepubliceerde schrijven van den Britschen gezant d.d. 22 Maart, kennis ge vende van de jnbesl-agneming der Neder landsche schepen in geassocieerde havens, en 's Ministers antwoord op die mededeeling van 30 Maart, waarbijl de Nederlandsche regeering tegen die inbeslagneming orotes- teert. Daarbij verklaart de Minister het onmogelijk voor de Nederlandsche regeering toe te stemmen jn uitzending van nieuwe schepen met het oog op ontelbare moeilijk heden ter zake ondervonden, en op de ver schillende voorwendsels, waardoor de Ne derlandsche schepen, na te goeder trouw overzeesche^ havens te zijn binnengekropen, daar voor onbepaalden tijd zijn vastgehou- enkele jaren jonger dan hij; en terwille van dit meisje bleef hij' braaf en oppassend. Laure Basset kwam met hare moeder van Nancy. Deze had handel gedreven in borduur werk, doch verkeerd uitgevallen specula ties van haren man hadden haar ten onder gebracht. De man was van verdriet ge storven. Zonder geld, zonder krachten, want hare gezondheid had veel geleden onder dit dub bel ongeluk,- was mad. Basset te Parijs komen verbergen, wat zij noemde haar ver val. Daar had zij" dag en nacht gearbeid aan borduurwerk, geholpen door Laure, die reeds zestien jaar oud was. Maar dit overwerken had de hartziekte doen toenemen, waar zij aam leed. Zekeren avond kwam Roselin tamelijk laat naar huis. Hij hoorde jammeren en kermen in eene kamer, gelegen onder de zijne. Hij luisterde. Hulp!... hulp!... klonk het. Mijne moeder sterft! Hij was goed van aard en altijd bereid iemand te helpen. Hij daalde de trap af en liep de kamer binnen, waaruit het noodgeschreeuw hem tegenklonk. "Eene vrouw lag uitgestrekt op een rust bank. Op een tafeltje stonden een heele verza meling apothekersfleschjes, suiker, glazen, ether. Een jonge maagd hield de zieke in hare armen en bedekte haar bleek gelaiat met kussen en liefkoozingen, terwijl ze snikte om een steenen hart te breken, den. Dikwijls om redenen, waarmede de schepen of hun lading niets hadden uit te staan. Al hetwelk zijn hoogtepunt heeft ge vonden in een laatsten maatregel van inbe slagneming. zoo griev. nd voor het nationaal zelfgevoel. De Minister herinnert aan de weigering der letters of assurance aan sche pen in Amerika, aan het vasthouden van de schepen te Halifax, om de Nederlandsche regeering te dwingen, den doorvoer van metalen te doen ophouden, aan het vast houden van schepen te Halifax, te Gibral tar en te Freetown, die aan alle vereischte formaliteiten hadden voldaan, alsmede te Sing-apore en in havens van het Vereenigd Koninkrijk. Naar aanleiding van de vraag der geasso cieerde regeeringen om opgaaf van het ton- nagecijfer der Nederlandsche schepen in of op weg naar Nederlandsche havens, meent de Nederlandsche regeering, dat onder de tegenwoordige omstandigheden een gedach- tenwi.sseïng hierover nutteloos zou zij'n. Ten slotte legde de Minister nog aan de Tweede Kamer over een nota, door onzen gezant te Washington 31 Maart aan de Amerikaansehe regeering toegezonden, waar in eveneens geprotesteerd wordt tegen de inbeslagneming en verklaard, dat niet de Duitsche regeering de vrijheid van hande len der Nederlandsche regeering heeft be lemmerd, maar veeleer de Amerikaansehe regeering, die zonder geldige redenen de u.itklaring van de „Zeeiandia" weigerde en daardoor op de Nederlandsche regeering dwang oefende, die het voorspel was voor de inbeslagneming. DE VETD1STRIBUTIE. De „Vee- en Vleeschhandel" meldt, dal na 23 April geen bak- en braadvet meer zal worden gedistribueerd. Er zal voor in de plaats komen distributie van normaa'- margarine, van margarine-melange en botei- melange, met resp. 25 »/o en 50 °/o botei door de margarine vermengd. Tevens js er nog natuurboter verkrijgbaar, maar ailes wordt geransoeneerd, zoodat ten hoog-ste per persoon 1 K-G. boter of margarine in de 4 weken verkrijigbaar is. Voor deze vetvoorziening moet de slager het vet van het slachtvee blijven leveren. De Min. v. Landb. heeft vastgesteld de volgende maximum kleinhandelprijzeii voor calcium carbid: fl.65 per K.G. netto, ex clusief bus; f2.05 per K.G. netto, inclu sief bus; fl.85 per K.G. bruto, inclusief bus (inhoudende 0.85 K-G.). („St.-Ct.") VLEESC.HCONSERVEN. Wegens de vleeschschaarschte zal, vol gens de „Veehandel", binnenkort een yerbod tot het maken van vleeschconserven worden uitgevaardigd. PAARDEN VOOR DUITSCHLAND. Er werden opnieuw pogingen gedaan, naar de „N. Ct." meldt, om paarden van 4 tot 12 jaar en tweejarige merriën vooi Duitschland op te koopen. Zoo worden monsteringen gedaan te Sloten, Halfweg. Spaarndam, Schoten, enz. voor één bepaalden paardenhandelaar. Van 7.30 's morgens tot 5.30 's namiddags worden in 27 plaatsen goedgekeurde paarden opgekocht. UITVOER VISCH VERBODEN. Bij Ken. Besluit is onder intrekking van vroegere besluiten verboden de uitvoer van alle visch, met uitzondering van week- en schaaldieren. De aanvoer van week- en schaaldieren is verboden met ingang van .15 April. Juffrouw!.... zei Roselin ontroerd, wat kan ik doen om u te helpen Een beeld van een meisje was ze niet; maar haar mager en sympathiek gezichtje werd verhelderd door iwee prachtige, don kerblauwe kijkers, overschaduwd door lange zwarte wimpers. O! mijnheer, ik dank ui... sprak ze, een onvergetelijken oogslag op den ma chinist latende rustÊh, Wil eerst het ven ster openen en dan bij' mij komen. Hij' gehoorzaamde. 't Is wel, sprak ze; help me nu mijn arme moeder op den grond uitstrekken. Hij gehoorzaamde weer, en stond ver baasd over hare schrander- en behendig heid. Dank de goede zorgen der beide jonge lieden, opende de zieke weldra hare oogen. Zij scheen niet verwonderd den jonge- Jing aan de zijde barer dochter te zien. Integendeel, het bruine, sympathieke ge laat van Roselin stelde haar geruist. Dank, zeide ze, hem hare kleine, nog ijskoude hand toereikende; dank aan u, gevoel ik mij beter. Die zachte stem ontroerde het hart van Roselin en eerbiedig nam hij afscheid van die eerlijke, ordelijke en deftige vrouwen. Maar hij keerde dikwijls tot haar terug en kwam er toe haar een menigte kleine diensten te bewijzen, welke zij eenvoudig aanvaardden, maar niet zonder voorbe houd dat de vriendschappelijke omgang niet verminderde. Hij haalde, water naar boven, veegde de kamers, poetste het koper van de schouw, de kandelaars, de kleine hanglamp der eet kamer, en hijl deed ze blinken zoo schoon als zijne machines, De „Msb." hoopt, dat de hoeveelheid kostelijk voedsel, aldus behouden, zeergroot zal wezen. Zij, die wegens het mijnengevaar onder groot bezwaar ter visscherij uitgaan, maken zich voor onze volksvoeding hoogst verdien stelijk en maken zich den dank der natie waardig, SPOORWEG EGMOND AAN ZEE -ALKMAAR—BERGEN AAN ZEE. Ingediend is een wetsontwerp h-u lerde machtiging tot het aangaan van eene over- eenkomstmet de Hollar.dsche IJzeren Spcor- weg-Maatschapcij betreffende een spoorweg van Fgmond avn Zee over Alkmaar naar Bergen aan Zee. De spoorweg Fgmond aan ZeeAlkmaar Bergen, welke op 21 Juli 1913 voor het publieke verkeer werd opengest-ld en in 1909 we d uitgebreid tot Bergen aan 7ee, is het eigendom der Stoomtramweg Ma t- schappii EgmondAlkmaarBergen en wordt g-ëxptoiteeH door de H 'bndsoke IJzeren Spoorweg-MaafsChappij. Deze heeft tegen het einde van het jaar 1916 het ver langen te kennen geg'even, den spoorweg op 1 Januari 1918 te koopen en goed keuring aan de Regeering' daartoe verzocht. Tevens heeft zij daaraan het verzoek ver bonden, dat de spoorweg Egmond aan Zee Alkmaar—Bergen aan Zee door den Staat zal worden overgenomen ingeval deze ge bruik maakt van het hem bij de met de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij gesloten overeenkomst van 21 Januari 1890, toegekende recht, om de eigendommen dier maatschappij te naasten of wel ingeval de maatschappij van hare rechten wordt ver vallen -verklaard. Omtrent de voorwaarden, waarop de Hol landsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij de exploitatie van den spoorweg zal voortzet ten, is overeenstemming verkregen. Zij zijn neergelegd in de bij bovengenoemd wets ontwerp behooren.de ontwerpovereenkomst. In hoofdtrekken is deze gelijkluidend aan de nadere overeenkomst, welke tusschen den Staat en de Holl. JJz. Spoorw.-Mij. op 9 Juni/29 Maart 1909 werd gesloten, betref fende den spoorweg van Schagen naar Wog- num, zooals die overeenkomst werd gewij zigd bij die van .19 Mei/26 Januari 1916. Tot het aargaan va: oe "bij dit wetsoi te- we^ gevoegde overeenkomst wordt door de Mir.istais van Waterstaat en Finacc'en machtiging bij de wet gevraagd wegens de regeling betreffende ov-rnemirg van den spoorweg in geval van naasting der Holl. IJ*. Spoorweg Mij. e De nieuwe regelieg zal een einde maken aan bet nadeel dat uit de bestaande exploi tatieovereenkomst is gebleken voort te vloeien. Bij de verdere ontwikkeling van het ver keer mag verwacht worden, dat het verlies, dat thans op de exploitatie van den spoor weg wordt geleden, door winst zal worden vervangen. Behalve dat de Staat daarbij wegens de bepalingen omtrent winstver- deeling vo'gens de overeenkomst van 1890 dadelijk belang heeft, mag hetgeen thans voor de Holl IJz Spoorweg Mij. voor- deelig is, gei:ht «-orden voor den Staat, als mogelijk toekomstigen exploitant, in hoofdtrekken evenzeer voordeelfg te zijn. Mitsdien beslaat bij de Ministers tegen inwilliging van de verzoeken der Holl. IJz. Spoorweg Mij geen bezwaar. Ingevolge het bepaalde in de ontwerp overeenkomst zal de Minister van Water staat het recht hebben onder bepaalde om standigheden inrichting van den spoorweg voor elee'risch bedrijf voor te schrijven. Als wederdienst verzorgde Laure het linnen van haren nieuwen vriend. Zij' her stelde het en deed hem koopen wat hem nog ontbrak. Én zoo besteedde hij' al zijn vrijen tijd in het hijzijn der buurvrouwen. - Zijn ledige kamer, vroeger nooit opge schikt door een verstandige en teedere vrouwenhand, boezemde hem nu geen af keer meer in; integendeel hij' vond er nu behagen in, hij vertoefde er gaarne. En zekeren dag vond hij' ojj zijn kast een tuil bloemen, dezelfde welke in de tui nen zijner geboortestad bloeiden; hij ge voelde iets warms in hem opstijgen, het kwam van het hart en ging naar het hoofd; bij ondervond allerlei zoete ge waarwordingen, waarin gemengd waren zijne streek, Laure, het heden en de toe komst! 1 Nu hij' niet meer uitging en geen her berg bezocht, en de Zondagsche zwelg- partijitjes met zijn vrienden vaarwel had gezegd, kon hij' een aardig duitje overleg gen. 1 Gij1 moét het op interest petten, zei Laure, aan wie hij vertelde hoe rijk hij was, Waarom dat? vroeg hij. - En de toekomst? Ik zal al werkende stervenik heb schrik van rusten. Zij bloosde wat, en ontsteld, terwijl zij haar blauwe kijkers neersloeg, zeide zij: En het gezin, dat gijl zoudt kunnen stichten? (Wordt vervot&d.J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1