TWEEDE BLAD. ZATERDAG 18 JANUARI 1919 Gered door een kewertje. OM DEN HAARD. GRAPJES BLADVULLING. terugvinding van in Kind Jezus Provinciaal Nieuws. Een legende uit het leven van mi Kind Jezus. SPROKKELINGEN BRIEVENBUS. Na' drie dagen van kommervol zoeken vonden tfqêeph en Maria liet Goddelijk in dien tem- Jpel terns:, zittend te midden der leeraars, hen IhWrend en ken ondervragend: en allen» die ■Hem hoorden, waren verbaasd over die wijsheid en do antwoorden van dezen twaalfjarigen knaap. Zij nu stonden Verwonderd, toen zit Hem zagen. Ais zij dan den tempel verlaten hadden, en wederome met Jezus alleen waren, stortte Maria hare fijngevoelige ziel ruit. Zij heeft, gedurende 'deze drie' dagen, zooveel,» zoo noeimloos veel ge leden, dat zij een© klacht van teedero moeder liefde, over zijn achterblijven, zonder hunne: voorkennis, niet weerhouden kan. en "tot Hem zegt: Zoonl waarom» hebt Gij ons zóó gedaan? Zie» Uw vader en ik zochten U met droefheid, (niet wetendie waar Gij waart. Zóó klaagt ook Vaak die godminnende ziel te midden harer beproevingen: Heer, waar toeft Gij took!? 't Is een© heilige vrijmoedigheid, 'waartoe do vertrouwelijke en innige omgang 'met God het recht geeft. Hebben wij bovendien onzen Goiddeljjkcn Meester zeiven niet hoeren klagen aan Ziin Kruis: Mijn God! Mijn God! waarom hebt Gii Mii verlaten? 't Bewondert hier, zegt de H. Augustinus, de nederigheid der allerzaligst© Maagd en Moeder [Gods Maria! Wie .toch wist heter dan zij' zelve, dat Jezus uitiaaar alleen geboren was, en 'Joseph daaraan geen deel hoegenaamd had. 'Conceptus de spiritu sancto; natus ex Maria [Virgin©Ontvangen van den H. Geestgeboren hit do Maagd Maria. Toch spreekt zii uit Josephs naam, zoowel als uit haar eigen naam» ja, gewaagt zelfs van den H. Joseph op de eerst© plaats: zii neemt de laagste plaats in. O, bewonderenswaardige Vrouwe! Hoe vertrouwelijk, hoe nederig, hoe innig en teeder is alles wat gii zegt! Uw vader en ik zochten U met droefheid. Wel moeht Maria, met de godvreeZende Bufch uitroepen: ,,Amaritudine valde replevit me Omnipotens: Met groote bitterheid heeft, de Almachtige mii vervuld." De moeder der reine liefde, en Joseph, een rechtvaardig man, heb ben hun Eind, hun God en hun Al verloren! •Wie 2al de droefheid óver dat verlies a&ngeVen? Die diepte is alleen te peilen door Jezus, die alleen weet, hoe innig en hoe vurig zijne Moe der en- riin Voedstervader Hem liefhebben. Wii zochten U met droefheid. Als zóó de rechtvaardigen, de heiligen spre ken, die huiten hunne schuld Jezus verloren hebben: wat moot de onrechtvaardige, de zon daar, dan zeggen, die door ziin eigen schuld Jezus en Bijna genade uit zijn hart verbannen heeft Uwe ongeireohtighea'enzoo getuigt de Pro feet Isaias, uw hoogmoed, uwe hebzucht en uwe grovei zinnelijkheid» hebben een scheidingsmuur opgetrokken tusschen u en uwen God. Ach, bid en smeek toch den Heer, _da.t gii d9 grootte van dat verlies moogt beseffen. Want, weet wel, nu gii den weg der onschuld verlaten hebt. staat u nog alleen de weg der bootvaardigheid ter zaligheid"" open. Zonder boetvaardigheid» zegt ah H. Augustinus, mogen wii'deze wereld niet verlaten. Zie, uw Engelbewaarder schreit om den droe- vlgen, den beklagenswaardigeri toestand uwer ziel, en gii schreit aden enkelen traan van rouw of boete. Ubies Deus tuus: Waar is nu uw God, uw Schepper, u.w Verlosser en uw Heilig maker Sta op, om Hem te zoeken, en zoek Hem volgens het voorbeeld van Maria en Joseph. Zij zochten Hem oogenblikkeli.ik, zoodra zij het verlies bespeurden. Zij zochten Hem met ijvetr en met volhar ding. Zij zochten Hem met droefheid, om Hem eindelijk*'in den tempel terug te vinden. O, als gij in doodzonde gevallen zijl, wil toeh uwe bekeering niet uitstellen. Als gij door de wroeging van uw geweten de stem des Heeren in uw binnenste verneemt, wil dan toch uw hart niet verharden. Hoe durft gij het bestaan u ter ruste te begeven als vijand van God, om misschien te ontwaken als schuldige voor het verschrikkelijk oor deel dos Heeren? IJlt een dpodelijk ge wonde niet terstond naar' den geneesheer? Invocate Eum, dum prope est: Roep tot den Heer, nu het nog tijd is. Wil uw ge weten niet. in sla-ap sussen met de gedachte: Morgen, morgen zal ik mij bekeeren! Mor gen! is het parool dés Duivels en het wacht woord der hel. De morgen komt voor u niet meer, volgens deze verschrikkelijke bedrei ging des Heeren: „Ik ga van u heen, en gij zult mij zoeken, maar niet vinden, en in uwe zonden zult gij sterven." Na drie dagen van aanhoudend en inge spannen zoeken vonden 'Maria en Joseph eindelijk, hun veelgeliefd kind, in den tem pel terug. - - ÖoK wij: iïfi^t§n"dèii. Hëèr, 'on'zên' en zij'ne genade tVü'gyih'den' in' d.entempel, in de kerk', in. liet huis 'dcè Heeren; aan den vöet van liet 'Altaar, waar liet bloedig Zoenoffer van Calvarië dagelijks óp onbloe dige wijze voor. onze zpndensehuld, "door "Je zus aan Zijn Hemelschen Vader wordt her nieuwd-. -Door berouw 'en boete moet gij Jezus terugvinden in den stoel d.er boetvaar digheid,. dosr cëiie oprechte en volledige belijdenis met een vast voornemen .voor de toekomst vooral dc naaste gelegenheid tot zonde te vluchten. Dan zal de zoete vred.es des liartèn getuigen: „Midden in uw tempel, o Heer! zijn wij uwer barmhartigheid deel achtig geworden." Meer nog! 'Daar zult.gij den' Vorst des vred.es zeiven vinden in de H. Communie, in het onuitsprekelijk geheim Zijner liefde. Na ervaren to hebben, hoe' bitter en wrang het was den Heer, uwen God verloren te- hebben, zuLt gij ondervin den, hoe goed en hoe zoet hét is 'den Heer uwen God te bezitten en uitroepen„Ik heb Hem gevonden, Dien raij'ne ziel liefheeft, ik zal Hem nimmermeer verlaten. M. P. A. OOMS, D. P. 'Alkmaar, 18 Januari 1919. iBBgessEsdlssD stukken. 1 Aan -> - -i] i* Redactie „Ons Blad* 1 Alkmaar. '.y.-.J. Hooggeachte Heer Redacteur, '•'""i Ter verduidelijking van het verslag der dezer dagen gehouden vergadering van het Plaatse lijk Comité voor K. S. A. alhier, waarin als spreker optrad de heer A. B. Michielsen van Halfweg, van welke rede een kort resumée werd gegeven in Uw blad van hedenavond, dient wel eenige wijziging te worden gebracht, en waarom ik een kleine ruimte van U vraag. Bij voorbaat mijne erkentelijkheid. Gf Uw verslaggever of de berichtgever van genoêhid bericht de rede van mijnheer Michiel sen niet heeft begrepen, of wellicht onbekend was met het doel (Ier vergadering, is mij onbe kend, doch uit het verslag heeft men den indruk gekregen, alsof de spreker uitsluitend een pro- paganda-betoog heeft gehouden voor „Eigen Erf'7; ja, zelfs alsof een vereeniging of een af- deeling van deze genoemde organisatie alhier is opgericht- Noch het een, noch het ander is waar. „Eigen Erf77 is een nationale financieele onderneming, en kan dus niet uit neven- maar nog minder uit onder-vereenigingen bestaan. Mijnheer Michielsen heeft weliswaar van de gelegenheid, welke hem vergund", was, gebruik' gemaakt Van eenige propaganda voor „Eigen Erf77 te maken, doch' de vergadering was daar toe'niet bijeengeroepen. Wel echter om te komen .tot een „Stichting voor uitvoering der Landar- r bbiclerswet7"7. Dat was het'doel dér vergadering en geen ander. Waar Uw berichtgever zegt; „Spr. gaf na de pauze nog enkele artikelen aan over de landar- beiderswet en zette deze duidelijk uiteen en noo- digde de'Vergadering uit om m te reekenen voor een of meer aandeelen, hetwelk door eenige leden werd gedaan,77 voelt een ieder, die slechts eenigermate is ingewijd, in de materie dezer wet, dat er van „een inreekenen voor een of meer aandeelen77 niet in 7t minst sprake is, maar dat deze wet alleen beoogt, personen of liever land arbeiders een plaatsje woning met eenig grond of los land in pacht te verstrekken. Ook contribueerende leden heeft dergelijke „Stichting77 niet, en Uw verslaggever slaat de plank glad mis en schijnt van de geheele ten- denz der wet niet het minste begrip of het flauw ste besef te hebben; de duidelijke, heldere, leer zame rede des heeren Michielsen, heeft niet eenige leering mogen zijn voor den anders zoo ijverigen persman, dien U een commentaar be zorgde. Opdat geen dwaalbegrippen inzake de Land- arbeiaerswet zich gaan vestigen en omeven- tueele abuizen en onaangenaamheden te voor komen, heb ik gemeend bovenstaande te moeten memoreer en. Aanvaard, Heer Redacteur, nogmaals den dank, van H. F. NULAND, Bestuurslid van de „Stichting voor uitvoering der Landarbeiderswet". Schagen, 15 Jan. 1919. GODSDIENSTIG VERVAL ONDER NIET- KATHOLIEKEN OP TEXEL'. "Onder de andersdenkenden op ons eiland valt gedurende de laatste 25 jaren een gro-ot verval in de godsdienstig-© gevoelens waar te nemen. Vooral 't hoofddorp Den Burg geeft daarmede een treurig voorbeeld. Voor een 20-tal jaren werd het druk in het dorp wanneer de grbote kerk uitkwam, doch nu bespeurt men daarvan d.es 'Zondags niet veel meer; 't kerkbezoek is 'dan ook allertreurigst en het zijn bijna altijd de zelfde personen, die de godsdienstoefenin gen bijwonen. En toeh is het aantal Her-» vormden öp dit dorp zeer groot. Ook bij de Doopsgezinde Gem. is het kerkbezoek gering. Gp cle overige dorpen van het eiland is de toestand iets beter, dpch' aan he;t [Oude schild, is het, mogelijk nog erger. Éen doiiiiné kan men daai niet krijgen en 't is meennales gebeurd', dat één dominé van eea ander dorp. er voor een bijna ledige kerk moest ontreden'. Oósterend maakt' liiierop 'éen' gunstige uitzondering en dat i> zefcer aan liet gehalte .van de ba» vollcing ook zeer goed merkbaar Daar is in de laatste jaren lief kerkbezoek sterk toegenomen b d© Hervormden en vooral c bii do Gereformeerden, 'de z. afgescheiden. Als eerste gevolg van der godsdienstig© o n versehi.lligh o i ka.n zeker worden geconstateer." de groove achteruitgang V3£L he aantal der geboorten. 7t Is hlr. zoo sterk» dat aan Den Burg li. aantal kinderen van de openbr.» re school pl.m. 200 bedraagt c-- dat van de Katholiek© school pl.m. 140. Op de openbare sckool, die een M. U. D. O. is zfin ongeveer 4050 kinderen, di© do School bezoeken om ei uitgebreider onderwijs te ont vangen, dus zuiver 'gerekend staat het aantal leerlingen der Lagere scholen Mina gelijk. Het aantal Katholieken van dit dorp echter bedraagt, zoo onge veer een vierde van. de bevol king. Op een enkele uitzondie- rinig na vindt men hier alleen .onder' Orthodox-protestanten, Gereformeerden en Katholieken groote gezinnen. Een en ander zal zeker op dien duur moeten leiden tot oen. rechtech© meerderheid op ons» eiland. Uit de jongst© Kamer verkiezing bleek, dat hier op da gezamenlijke rechtsehe c.a.ndi- daten, (als men daaronder ook den christen-democraat den heer A. R. Staalman rekent: da stemmen op dien oandidaat. uit gebracht» ziin veelal van reeht- seihó kiezers,) op pl.m. 50, na evenveel stem,men riin uitgéi-' bracht als op de linksche öan- didaten. 't Staat er hier voor 'die r-echtselke partijen nag niét zog slecht voor, V. r f (Slot.) De beklaagde bleef zijn onschuld volliouden. Kaar niets mocht baten; hij werd schuldig verklaard en ter dood veroordeeld. Iedereen Verwonderde zich, dat zulk een misdaad door dezen man kon zijn gepleegd, daar bij bij allo inwoners van bet dorp bekend stond als een uiterst vreedzaam en eerlijk menscb. Daa'rpp besloten de aanzienlijkste dorpelingen den volgenden morgen den graaf te gaan smeèken, om den veroordeelde genade te wil len schenken. „De bewijzen zijn wel tegen onzen vriend." zeiden zij, maar wellicht vinden wij later 'den wérkelijk en moordenaar." Heftig kwam Dodo hiertegen op. igy „Neen, beer,7' riep bij, „dat nooit!" Toén sprak de graaf ernstig: „De, moordenaar moet 6terven. Men make alles'gereed om de straf te voltrekken." Bodo kweet ziob met grooten ijver van deze opdracht, terwijl de veroordeelde weenend af scheid nam van zijne bedroefde bloedverwan ten en vrienden. „De goede God zal ons helpen," troostte bij hen onder tranen, in bet bewustzijn van zijn onsehuid. „Maak haast, wat beduidt dat getalm" schreeuwde Bodo hen toe. toen bij zag, dat zij nog aarzelden zijn bevel op te volgen. Smeekend bief de veroordeelde de samen gevouwen handen op en verzocht vurig nog eenmaal Je mc'gen bidden. „Neen, dat kan niet", riep Bodo opgewonden' De graaf, di© tot hiertoe de houding van den opzichter stilzwijgend had gadegeslagen., gaf nu bevel den landmand zijn laatste bede toe te staan. Het was den graaf namelijk op gevallen met welk een in bet oog loopende haast Bodo de toebereidselen tot dc terecht stelling liet in orde maken. Doordringend zag hij den opzichter in de oogen en bemerkte dat deze de zijne voor heul neersloeg. Een beklemd gevoel van argwaan beving den graaf. Op dit oogenblik zag men den veroordeelde, vóór bet nederknielen. met de samengevou wen handen iets zachtjes terzijde schuiven. Het was een klein, mooi kevertje. Voorzich tig liet hij het diertje in het gras vallen, daara eerst knielde hij neder en bad. De 'graaf bad dit alles met de grootste aan dacht gevolgd. Hij zag nu ook hoe het dier tje de vleugcis uitspreidde en zich op Bodo7s hand nederzette. Deze greep het kevertje met de rechterhand en doodde het, waardoor een rood© bloedvlek op zijn hand achterbleef. Met luider stem gelastte nu de graaf den veroordeelde vrij te laten. Onmogelijk kan hij de schuldige zijn, riep hij uit. Hij mag niet strven! B'j deze woorden verbleekte Bodo zeer, ter wijl bij met bevende stem sprak: - Maar, beer graaf, de bewijzen zijn er~toeM Wien houdt, gij dan voor den moordenaar! Wien ik voor den moordenaar hond, sprak de graaf of strengen toon. U zelf! Mij heer mij! Ja, u, want op het oogenblik dat gij met afschuw had moeten vervuld zijn voor al wat moord is, zag ik boe gij met groote onvr- ecbilligbeid het kevertje doodet,dat zich zon der argwaan op uwe hand had nedergezet. De arme veroordeelde echter toonde, met zijra eigen dood voor oogen, oog medegevoel te fcezitieu'\©ur bet kleine wezentje. Dikwijls genoeg ben ik door mijn broeder voor u gewaarschuwd, daar hij u niet ver trouwde. Nooit heb ik aandacht geschenken aan zijn waarschuwingen. Toen ik nu' echter uwe onrust en haast bemerkte bii de voorbe reidingen voor de terechtstelling, kwam mij alles weer te binnenben werd het mij duide lijk, dat gij door een onschuldige te doen te rechtstellen, de verdenking van den moord van uw zelf hebt willen afwenden en toen ik om zag, boe ruw gü het arme diertje behan delde, werd mij plotseling uw bcoze toeleg duidelijk. Gij had redenen bevreesd te zijn voor mijn broeder en daarom hebt gij liern 7t leven ontnomen. Beken dus nu schuld, gij zijt de moordenaar! Overweldigd door dezen plotselingen om keer viel Bodo voor den graaf op de knieën en bekend© volmondig den moord op den jongen gTaaf te bobben gepleegd. Hij werd nu ter dood veroordeeld in plaats van den landman, die zijn vrijheid herkreeg. Ter wille van den goeden landman, die, ge nade voor Bodo afsmeekte, schonk de graaf d&ze het leven. De landman kwam bij den graaf in dienst, voor wien hij spoedig een der meestver- tiouwde dienaren werd. Sinds dien tijd heb ik hporen vertellen» noemt men het kevertje Önze-Lieve-Heer- beestje, omdat bet door God werd uitverko ren om een onschuldige van den dood te redden. EINDE De H. Moeder Maria was bezig het avond maal te bereiden, de schemering viel reeds in en St. Jozef zou beid ra van zijn vermoeiende werk zaamheden naar huis komen. Het Kindje Jezus speelde buiten met Zijne kameraadjes, ze waren het stadje Nazareth uitgegaan, met het voorne men tegen schemering naar huis te keeren. Nu was St. Jozef al thuis gekomen en zooals hij anders den kleinen Jezus meebracht, was het Kind thans niet bij hem. „De kleine is zeker stilletjes weggekropen,7' zeide Maria tot St. Jozef. „Wacht, ik zal hem even zoeken.77 Maar waar Maria zocht en keek, Jezuke was'er niet en bleef weg. Waar mocht het Kind nu toch zijn? Als Hem eens een onge luk was overkomen! Angstig bezorgd gingen Maria en Jozef naar de plaats waar Jezuke meestal met Zijn vriendjes speelde, doch daar was alles stil en rustig Een paar keer riep Maria den naam van haar geliefd Kind, maar er volgde geen antwoord. Het bleef stilSt. Jozef, die in den omtrek had gezocht, kwam onverrichter zake weerom. Wat waren de ouders beangst en bedroefd! Geen wonder! Ze gingen verder zoeen, ban ger, altoos banger, totdat ze beiden als door ingeving van den Hemel een nabijzijnden rots wand van de kalkgrotten binnen gingen. En wat zagen ze daar? O, wat een heerlijk tafereel, wat een verrassing en verbazing voor de ouders, maar tevens ook wat een diepe zucht slaakte Maria. Daar lag het Goddelijk Kind, blijkbaar vermoeid van het spel, op den killen grond, zacht en rustig te slapen. De handjes waren uit gestrekt in den vorm van een kruis. En o won der! Uit beide handjes en voetjes bloeide een schoone rpos een donker-purperen uit z'n hart. Om het -ze hoofd, omkranst door krul lende lokjes, lagen frissche lelieën verspreid. Zoo lag Jezuke daar en droomde waarschijnlijk wel van den schoonen Hemel, waar Zijn Vader woon de en Hij speelde met de Engeltjes. Een He- melsch zoete geur hing er in den grot De ouders stonden sprakeloos toe te zien en durfden het Kind haast niet wakker te maken. Eindelijk trad Maria op den kleinen Jezus toe, bukte zich en plukte heel voorzichtig de vijf rozen af. Daar na wekte zij Hem en glimlachend ontwaakte het Kind, blijde Zijn ouders hier te zien. Toen keerde het heilig drietal zwijgend huis waarts. En weet gij nu wat die vijf rozen voorspelden? Het was een voorspelling der toekomstige vijf wonden van onzen Heer Jezus, als Hij eens zou hangen aan liet kruis, bloedend uit ,de wonden der doornagelde handen en voeten en doorsto ken zijde. Maria wist dat deze voorspelling waarheid bevatte. Zij had de rozen afgeplukt en aan haar hart verborgen, niet als een vrooiijice rozenrui- ker, maar veeleer ais 'een hitter mirrestruikje. En tot aan dpn smartvollen dood van haar geliefd kind bleef de.-gedachte aan dat schrik wekkende kruis haar voor den geest zweven. Ingez. door H. M. S. TE "lAAT. Wij gingen tezamen, 't was nog in Mei, Naar school to© in.heel lange rij. Gru 'beurten liepen en huppelden wij, Op weg naar de school, zoo blij. Maar hoor! Is dat niet een orgel-meilodü! Een orgel, dan behooren wij daarbij. De orgelman speelt van holaije, holij, En wij, kinderen, dansten er bij. Dt orgelman speelde zijn solo's en koren, En wij, met ons clubje, wij dansten maar door. Daar galmde hoog uit St. Bavo7s toren Het negende, het schooluur, ons in 't oor. Wij holden toen heen met beangst gezicht, Maar ach, de deur van de school was al dicht. Wat stonden bedremmeld wij te kijken: De straf zouden wij vast niet ontgaan. Had de man zooveel moppen niet staan strijken, Wij zouden dan zoo bedroefd hier niet staan. De orgelman speelde voort: hofaije holij, En wii, kinderen, wijhuilden er ■toen bij. Ingez. door Marietje M. te Z. Schalkwijk. Wel, wel, wat 'n blije gezichten hadden jelui verleden week toen jélui verrast werden door 2.00 spoedig al den uitslag van den rijmpjes-wedstrijd te mogen vernemen. Vooral de gelukkige neefjes en nichtjes, die een prijs hadden gewonnen, waren natuurlijk al bijzonder Wii. En omidat jelui zoo tevreden blii waren be loof ik jelui nu alvast, dat wii heel gauw weer een nieuwen wedstrijd zullen gaan beginnen. Wanneer precies, weet ik nog niet. want ik moet eerst weer wat priizen koopen. Maar dit is zeker: lang zal het niet meer duren. O ja» dat moet ik jelui nog eens goea' zeggen; er zijn telkens nog kinderen, die hun briefjes of briefkaarten met oplossingen of brievenwis seling aan een verkeerd adres zenden. Daarom herhaal ik nog eens en voor de zooveelst© maal dat mijn adres isAan de Redactie van de Kinderkrant, Hof 6 te Alkmaar. Dus niet anders dan zoo. Allemaal goed ont houden. hoor! En dan nu naar bed, dan kan j© morgen» Zondag, d© Kinderkrant verder lezen» Wel te rusten! OOM BOOS. IN DEN TUIN. Tuinman, mag ik even kijken. Wat er in uw tuiintje staaj? Goed, je mag wel even kijken, Als' je op de paadjes gaat. Alles is zoo netjes. Bloemen op de bedjes» Bloemen op de kantjes, Rood, Wit. Blauw, Bruin, Heb ik nu geen mooien tuin? (Ingez. door Adrians V. te Lis&e.) -- EEN PLAAGSTOK. 35sn plaagstok is die klein© Gust. Een plaagstok van belang; Hii laat geen menseh of dier met rust En is van niemand bang. Eens stond liii, bij de pomip op waksht Juist kwam ziin zusje Griet. „Die blijft niet droog,"7 zei Gusje zacht: „Of ik ben Gusje niet.77 Hij spoot toén 7t arme Grietje nat Ra vond dat lang niet schoon. Gust beeft er toen duchtig op gehad: Maar.... 't was zijn verdiende loon. (Ingez. door Pauw K. Jbz. te Akersloot.) - 1 ZIJN TAND VERLOREN. - Moeder: „Kees vva-f ben je toeh stout, ik heb je verboden te vechten en nu ben je weer zo-o bezig geweest, dat je daarbij zelfs oen tand hebt verloronl Kees: [Welnee moe, ik heb hem in mijn zak. (Ingéz. door Nico Z. te Ursem.) PA, PAS OPJ Louis (tot vader, die zoo juist thuis komt): Vader, ik zou maar niet naar binnen gaan als ik u was. Moeder heeft mij al geslagen; ik vrees, als u nu naar binnen gaat, dal u aan de beurt komt. [WAAROM TOM ZOET WERKTE. Mama. 't Is aardig wat een lust Tom heeft in 't schrijven, hij zit den heelen mid dag stil aan zijn werk. Papa. Ik wil het best gelooven, ik heb den jongen gezegd dat hij een lijst mö-est opmaken van hetgeen hij 't liefst zou heb ben op zijn verjaardag. li., MILITAIR ONDERRICHT. f 1 l Sergeant. Een schildwacht mag onder geen voorwendsel zijn post verlaten. Kanonnier Lont, wat zou je doen als je bij 't kruit magazijn op wacht stond en 't .vloog in de lucht? Kanonnier. Mee vliegen! OP STRAAT, Een goede manier om een oploopje te maken is in een breede straat met veel passage te loopen met een lange ladder op den schouder en dan iedere twee minuten dm te draaien, ten einde te zien of ge ook uitgelachen wordt. GEVAT» I i Klant (woedend)': Kijk' eens, hoe die broek gekrompen is. Dat had jij yan te voren moeten weten. Kleerenkoopman: B,en ik een aveer- profeet? Wie over de fouten van andereh zwijgt, die kent zich zeiven. Zoekt u de vreugde, groet haar bij}1, Zij siert het aardsche leven; Geef ruimte, doch vergeet niet dat Haar vleugels zijn gegeven? -De ziel wordt, evenals een vogel, blijer naarmate zij stijgt. Liefde^ zullen de vleu gels zijn, waarop zij zich verheft. t PauW K. te Akersloot» 1 Je groot© broers en zus hadden groot geliik. Natuurlijk mogen z© wel zoo'n klein béetie helpen': maar het eigenlijke werk moet j© toch heusc-h altiid zelf doen, Dag Pauw. je doet je beet maar, hooTl ■.-ïï'r-4» Agues K. te Noordwük. Beet© kind, al vaak heb ik het gezegd: jelui mogen wel versies, verhaal tjes of girapjes opsturen: maar alléén als je z© heuseh zalf hebt gemaakt, je mag ze dus niat overschrijven. Sjonge» jong©, meisje, wat moet jii nu aanpak ken, nu moe ziek is. Hoe is 't my met haar? Wordt ze al beter? Ik hoop van ja. Natuurlijk, zeker, wil ik ook voor haar beterschap bidden. O ja, nog wel gefeild» teerd met je verjaardag. P Martha v. 'd, B. te Hilversum^ Ja. ik begrijp, dat het voor jot| een dubbele verrassing was. Maar toeh behoefde je jezelf etc niet zoozeer over te verwond©»' ren. want zulk een goed© inzen ding komt natuurliik voor die loterij naar de eerste priizen in aanmerking en geeft dus groote. kans iets te winnen. Ik vond het heel aardig van je, dat je moi zöo alles van Kerstmis verteld hebt,1 Zoo zoo! had jü nog thee in té schenken? Ik ben blii nog kof fie te krijgen. Even wachten, ik zal juist mijn kopje eens leeg drinken.Ziezoo, nu gaa.n wii vender: Kindlief wat duurt dat lang, hè, met tante's ziekte. Wii zullen jij. Leida en ik i maar goed bidden, dat tante gauw beter wordt: dan kan moe ook weer thuis komen. Zeg Marthie, wat schrijf je alaoo in je dagboekschrijf mii eens een. paar bladzijden over. Dos je 'tf Dag Mappie, de groeten ook aan pa en Leida. Hannie N. te Heemstede. O, beste klein© Hannie. wat kan jij al leuk briefjes schrijven» Heusch, het was wel .klein» maar dan ook leuk fiin. Je moogt het meer doen hoor. klein nest,' Dag. de groeten ook aam pa, moe, zusjes en broer. Lena N. te Heemstede. Preeiès geraden: nu d© rijmpjes-wed strijd is afgeloopen beginnen wii weer gauw aan ©en nieuwen; Wedstrijd. Vindt je 7t niet leuk dat ik er nog zoo7n Heem,- steedsch trio heb bij gekregen? Wat een echt lollig briefje schreef, k]eine zus. Heeft zo dat heusch heelemaal zelf g&daan? Die To ook; ik snap m'k« van dat kind.. Ik zal 't eens probee- ren en haar een kort briefje schrijvenmaak ze er dus maar op attent. Dag Lenie, Cato N. t?B Heemstede. Zeg To, je bent nog altiid zoo7n oudé bekende van mii. toe sehriif mij eens waarom jé den laatsten tijd niet meer mee doet? Toe, do© maar weer mee, dat is wel zoo aardig» Schrijf je mii dus gauw terug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1919 | | pagina 5