TWEEDE BLAD. GRAPJES ZATERDAG 29 MAART 1919, Geertruida van Ooiten en de Tegenwoordige Dienstmeisjes. E <1. ss5' fc-jriSSM^ SST £srs Om den haard. SPROKKELINGEN r I WIE WIL RÜILE.N? BRIEVENBUS Het zal bij de lezers wondering wekken als zij den titel van dit oDstel lezen en aldus naast elkander ge- truida van Oosten en den 5™agen geest recht tegenover elkander, vormen een scherp contrast, en juist daarom stellen we ze hier tegenover elkaar om een kort vergelijk te trekken tusschen het „simpele" leven van genoemde Geertruida van Oosten en den voortkankerenden tijdgeest, die, als een jva- re sociale bacil, niet meer microscopisch klein maar sterk in 't oog loopend, de kiem der tegenwoordige besmetting js. Als wi, Oeerii'Luda van Oosten nagaan in liaa.' gewone ,.o.:n, in haar dagelijksch leven, dan Kon tot de volgende conclusie: zij was een eenvoudig, godsdienstig en te vreden dienstmeisje; zij was eene minna res van het ware lied; zij was eindelijk een „vroolijke" heilige. Geertruidda van Oosten 'was een eenvou dig, godsdienstig en tevreden dienstmeisje. Haar eenvoud had eenmaal tot wrozidsic.ï de in en in-godsdienstige opvoeding, welke ha re ouders, „dorpers" van Voorburg, ,dje landneeringhe deden", haar hebben gege ven; zij is „in alle simpelheijt opgebrocht". Met' dien eenvoud, met dien godsdiens tigen ondergrond en pjovoeding, haar d&golijkste erfdeel, haar edelste bruidsschat, de sleutei van haar later welzijn, zien we Geertruida „met hare kleederen, tot eenen kleinen bun del samengepakt" het sociale leven betre den en de wijde wereld ingaan om te dienen. J>it leven van Geertruida als dienstbare trekt vooral onze aandacht. Laat ons enkele regels overschrijven uif haar levensbeschrij ving van pater Kronenburg. Geertrui moest voor het gezin gaan wer ken en dienen op zestienjarigen leeftijd. „Be moedigd door 's vaders zegen, reisde zij naar Delft. Na -eene wandeling van ongeveer iy> jiur kwam zij ter stede, zwierf eenigen tijd zonder te weten waarheen, door de straten sn verstoutte zich toen een burgervrouw aan te spreken die juist voor de o„>en deur harer woning stond. „Bazinne", vroeg Geer trui, „wilt gij mij inhuren? Met weinig lóón zal ik tevreden zijn." En aanstonds werd zij ingehuurd. -Gij ziet er blozend en sterk uit: wilt gij Werken, dan kunt ge hier verdienen," liadi de vrouw haar gezegd. En hoe heeft die nieuwe dienstbode ge diend? „Geertrui trad bij de burgers* in ?dienst en had door haar vroolijk en goedig karakter al spoedig geheel het gezin voor zien ingenomen. Ziedaar in weinig® woorden geschilderd de sociale verhouding van Geertruida van Oos ten als dienstbare. En hoe ie 't zedelijk peil, de - sociale verhouding der tegenwoordige dienstbaren en loontrekkenden in 't algemeen en van de dienstmeisjes in het bizondert Welke is -vooral de geest der laatsten, die toch een machtigen stand vertegenwoordigen, zoo wel in de middeleeuwen als in de 20e eeuw. Gelukkig worden er nog talloos velen gevon den, waarop de Roomsehe Middeleeuwen trotsch konden zün! Het meisje gaat de wereld in. Zij betreedt niet meer de wereld der 14e eeuw, toen alles nog Katholiek was. Zij kan zich zoo maar niet presenteeren aan de eerste de beste bur gervrouw met de vraag: wilt gij mij inhuren. Er is controle noodig; er dienen informaties genomen te worden; want het vertrek van 't meisje uit haar eenvoudige dorpsomgeving naar de stad beteekent voor haar 't binnen treden in eene „vreemde", haar onbekende, de ziel vaak vijandige omgeving van 't woe lige stadsleven, waarin haar vaak op de meest verfijnde wijze listen worden gelegd. Het verleden heeft doen ervaren, dat me nig onschuldig meisje van het platteland, vaarwelzeggend aan den huiselijken haard, in de draaikolken van den hartstocht als met één slag in de diepte, van zedelijk en zelfs lichamelijk bederf verdwenen zijn. "Waar is de voorzichtigheid en' controle der ouders? Weten zij dan niet meer, dat vooral in onze dagen de hartstocht aast op de onschuldigen van 't platteland? Waarom dan niet hunne kinderen als zij ze liefhebben, toevertrouwd aan de Vereeni- ging tot bescherming van meisjes? Waarom de priesters niet meer geraadpleegd? Waar- Om i o dt uwe zorg op ouders, als het geldt uw kinumeü naar verre scholen,- cursussen, ateliers, winkels en diensten te zenden? Gij-vertrouwt op den godsdienstigen grond slag, welken gij in het liart dier vertrekken de kinderen leg'det. Jawel, maai' welk oog za,l in den vreemde op hen letten, als zij, ont trokken aan het ouderlijk toezicht, en ver wijderd uit hun Roomsehe omgeving, een helaas al te grobte vrijheid nemen. En het gevolg ervan is?.... Ouders, gaat uw kinderen eens bespie den. Gij kunt ze misschien-in 't avonduur langs de straten vinden; gij treft zo wellicht aan in bioscopen en andere Sodoma's van onzen tijd; gij zult misschien uw meisjes zien gelijk vaak aanschouwd wordt mot hangend haar, maar aan den arm en in ge zelschap van een jongen van even jeugdigen leeftijd, of van veel oudere, die den jeugdigen leeftijd van uw kind niet eens ontzien; gij zult misschien ontwaren, dat uw meisjes te veel vrijen tijd krijgen, vooral des avonds en dan..-.- Laten wij zwijgen. Later zullen do ouders in het veranderd leven van hun meis jes kunnen lezen welk kwaad er in de .wereld het weligst tiert Ouders, meer contact met uw kinderen na hun vertrekt Meer contact met de fa milie waar uw dochter dient. Zoo niet dan zult gij het karakter van uw kind, dat geala een blank stuk marmer slag voor slag, lijn vooj ljjn bewerktet naar het goddelijk mo del, terugzien, misvormd'en bewerkt onder de hamerslagen van hartstocht en verleiding. %ilangs nog werd er melding van gemaakt dat in Den Haag een verderfelijke club van' dienstboden bestaat, welker leden zich verhu ren, nauwkeurig het inwendige van het huis opnemen en handlangers zijn van een bende dieven. Als middel tegen deze ziekelijke uitwassen moeten de dienstmeisjes in Eoomsobe Ver- eenigingen gebracht worden. Wanneer zal overal een vereeniging haar vereenigen, haar, die zulk eene machtige groep in onze sociale samenleving vertegenwoordigt? Er waait een geest van ontevredenheid! On tevredenheid, dat prachtige propagandamid del van bet socia'Jsme, is ook niet vreemd aan de klasse der menstboden. En hoe kan 't ook anders, als wij het geloofsleven en het zedelijkheidspeil zien dalen. „Met weinig loon zal ik tevreden zijn," ziedaar een conditie, welke Geertruida van Oosten stelde bij het inhuren. Wie zegt haar dat na? Zeker, de le- iwas luttel volos binnen der stad CDelft)niet temin op heilighe dagen quamen aldaer van Wie kanten, soo mans als vrouwen met groote meniahte, niet om het woordt Gods te hooren maar ca te dansen an de liohtveerdighefjdt te hedrirraj." Ta midden van dat bederf heeft Geertui ■haar liohaem reijn bewaart." De voorzichtig heid. welke met de jaren moet groeien, deed haar vreezen. En terecht, want dat de we- tteld eene bedriegster en vaak valsch is, leerde 1de maagd o.a. uit de schandelijke wijze, waarop -li door haren beminde werd bedrogen en ver laten. Waarom dit bedrog? Waa Geertrui ,.te lijn," te heilig, was haar verkeering te rein? {Later ontving de reine maagd in hetzelfde lic-baam. hetwelk zij onbesmet in hare verkee- ïing wilde bewaren, de heerlijke wonderteeke- nen van Jezus Christus. En in onzen tijd? Helaas ook menig dienst bode ontwaart, vaak met geen geringe schande, vaak te laat, dat de wereld een bedriegster is; Ook nu is menigeen overdekt met wonden, ja. maar met soms diep geslagen zielewonden; ook nu ontwaren velen harer, dat de wereld, haar geschonden heeit in z'el en lichaam, in vleeseh en geest. De omgang heeft daartoe het eerste zaad uitgestrooid: hetkreeg wasdom Idoor gebrek aan controle, onvoorzichtigheid, al te groote vrijheid, gebrek aan goeden raad en ït-mis aan steun. Zie daar een anderen grondslag voor do ontevredenheid. Slechts haken naar 't vuur UÖ UU.»-ÜVitjueiiiieiu. oitjuuia uaKen "aai vensstandaard van onze eeuw is hooger is 'tverbodene doet de tevredenheid, de edele gave meer eischend, dan die uit Geertruida* da- W de reine weKsmelten onder de fe]]e gen. Derhalve is 't haar recht een hooger loon te vragen. Maar telkens is de eisch: méér loonl Rijst dan telkens de levensstandaard der dienstmeisjes? En het antwoord hierop moet ontkennend luiden, maar wel stijgt tel kens de ontevredenheid van velen, aangewak kerd door verkeerde lectuur, vergaderingen 'en gesprekken. Waarom is de dienstbare niet meer „als kind Sn huis" als medelid van de familie? Aan wie 'de schuld? Aan de mevrouw, omdat zii hare dienstbode als van zich en de kinderen ver vreemd, heeft? Of aan de dienstbode, doordat dj door te zwakke geloofsovertuiging alleen yisohen van rechtvaardigheid en geen rechten van liefde aanvaardt? Ziedaar de sociale wanverhouding in de iienstbodenwereld. Teveel vaak wordt er Relet op de rechten, te weinig aandacht geschonken aan de plichten. Zoo is als vanzelf een toe- tand van weinig hartelijkheid, van gespannen verhouding, van telkens huren en verhuren, enz. ingetreden. Langdurige diensten gaan '.eldzaamheden worden en zelfs zoo sporadisch, lat men als curiositeit in de krant leest, wan neer een of andere dienstbode eens 12Y2 jaar bü een en dezelfde patrones iaterwijl de nieu were ssort van „overhaaste" diensten de aan leiding voor menigen grap op den scheurkalen der is geworden. i En het privaat leven van Geertruida van Klosten I Ook zij had het voorbeeld van velen harer ttijdgenooten kunnen volgen, die op lichtzin nigheid en hartstocht zonnen. Let eens op, hoe B.osweijdus hare omgeving beschrijft; „Daar Stralen van de zon van den hartstocht. Er zijn gelukkig nog talloos velen, die blijde en ongedeerd terugkeeren naar het ouderlijk huis, met den eenvoud in kleeding en manie- Ten. zooals de moeder die heeft geleerd, zonder dat ook maar eenigszins een zekere minachting voor d, ederige dorpswoning haar hart heeft kunnen overrompelen. Er zijn er talloos velen, die een waren godsdienstzin bezitten; die in hare taak als dienstbode een bron van ziele- vrede vindendie blijde haren plicht vervullen. Er zijn er talloos velen, die in hare patrones •ook een waar moederhart aantreffen, een hart, dat de gevaren van de dienstboden kent en chuwt: een hart, dat met de dienstboden mee- eeft, haar beschermt, leidt en een moederlijk oog op het godsdienstig en zedelijk leven van hare ondergeschikte houdt. En er ziin er. en Goddank" ook talloos velen, die een werkeliik-oprecht liefhebbenden vader 'en moeder hebben, welke de dochter, ook na haar in dienst treden, eene bizondere zorg wij den, haar waarschuwen tegen mogelijke geva ren en wanverhoudingen; een vader en moeder die niet alleen bidden voor hun dochter, maar haar ook controleeren. nagaan en voeling hou den met de nieuwe overheid van hun kind. Zoo alleen kan de echte godsdienstzin, welke gewis bii zeer velen bestaat, gekweekt, geleid en be houden worden 1 Tenslotte een kort woord, waarin wij al de strevingen van de dienstboden willen samen- Vatten: Woest idealisten I Als sommigen van idealen hooren spreken, dan vaart er eene ril ling over al hare ledematen. Idealen beschou wen ze als eene belemmering van godsdienstig heid, als een beletsel van naaien, breien enz. Men beschouwt 'dienstboden met idealen soms ah toietswaardigen, die men maai 'gauw de huur moet opzeggen *0 welk een verkeerde gedacht» over het ideaal! Sommigen hebben als een igat ideaal: geen idealen te hebben. Dergelijke flegmatieke personen werken alle ideaal, ook het gods dienstige tegen, terwijl zii al twat er tegenover staat bevorde 'ren. Neen, gij moet een ideaal maar dan een ideaal hebben; dan hal op u van toepassing zijn het 'woord van Dosfel; „De grootst! •idealisten zijn tenslotte ook d' Igrootste werksters." Derhalve streeft, naar een hooger ideaal, gelijk Geertruida van Oosten, Uw ideaal zijn dus niet in Vrije uren hot vorkeer met niet- deugende diensboden te zoeken Uw ideaal zij niet in vrije uren uw oogen moe fe staren ■naar soms zoo walgelijke bios coopfilms, waardoor uw hart 'met venijn overladen, uw ze nuwgestel geschokt, uw lichaam 'afgemat en uw geest eenvoudig „op hol gebracht" wordt. Uw ideaal zii "iet tot diep in iden nacht boeken te verslinden. 'Dit mat af, Dit knakt onvermjj. delii'k uw gezondheid, uw hu meur. Uw ideaal ligt niet in 't hemen van kleederen boven uw; stand, als wildot ge wedijveren met en leven volgens den stand Van uw patrones. Uw ideaal is niet dat van cot. 'onzedelijke kleederdracht, waai Itoe vaak gewaagde platen, re tlames en prentbriefkaarten die- taen." Denk aan den aaustooi „voor het op dit punt zoo hwakke mannelijke geslacht." Eindelijk, uw ideaal is "iet taokken. niet jammeren, niet 'ontevreden zijn, niet het telkens Dagen naar hooger loon. Neen, uw ideaal is: tevreden heid met uw lot, met uw onder geschiktheid, vrooliikheid. har telijkheid en liefde jegens uwe 'oversten; reinheid in de geva ren van hei stadsleven. Uw ideaal is de" adel van Uw stand hoog te houden, de bloem van uw klasse "niet te laten verwelken. Uw ideaal is het ideaal van het een voudige dienstmeisje van Delft Geertruida van Oosten! Limmen. J. E. PIJNAKER, Kapelaan. Hè, hè, wat 'n koud weertje hè! En dat in Maart! Ja, ja; Maart roert z'n staart. We kunnen de kachel nog niet missen hoor en daarom heb ik nog maar om een extra-eenheid op de aanvullingsbrandstoffenkaart aange vraagd. opdat wij onzen haard nog wat konden stoken. Want anders zou ik met mijn heele stelletje neefjes en nichtjes hier in de kou zitten. En dat gaat niet, want dat houden we niet uit. Het zou nü al slecht treffen, omdat we juist vandaag nog al wat te vertellen hebben over onzen teekenwedstrijd. Zoo jelui weten, mogen jelui nu aanstaanden Dinsdag oeginnen met je teekeningen voor den wedstrijd toe te zenden. En ik reken er vast op, dat ik heel wat teekeningen in ontvangst zal hebben te nemen. Maar nu moeten jelui eens even héél goed opletten. Al eerder heb ik gezegd, dat de teekeningen geteekend moeten zijn op een vel papier, dat minstens zoo groot is als een bladzijde uit een schoolschrift en de teekening daarop moet min stens zoo groot zijn als het vierkant van een prietkaart. ®us daarmede op de éérste plaats moeten jelui rekening houden. Verder hep je mogen teekenen wat je maar wilde en- mocht je dus ook een voorbeeld natee- kenen.- Ook mogen de teekeningen gekleurd of geschilderd zijn. Maar met cai bon-papier of met andere door uiukmtddelen mag natuurlijk niet geteekend ziis Vervolgens moeten jelui de volgende voo - schriften in acht nemen: 2n§* de teekeuing, dus niet aan den ach cr iant of op een apart briefje, maar onder de teekening zei moeten staan: je naam, je voor namen voluit, je leeftijd en je volledig adres (dus woonplaats, straat en huisnummerf. Ook moet onder de teekening staan de hand- icekening van vader of moeder, als bevestiging hunnerzijds, dat de teekening heusch door jelui zelf gemaakt is. Dan moeten jelui er voor zorgen, dat je vol doende postzegels op het pakje of op'de enve loppe plakt en- dat de postzegels goed vast zit ten, want anders zou ik strafport moeten betalen en dat zullen jelui toch niet van mij vergen, nietwaar? 6 Jelui kunnen er dan ook op rekenen, indien llin S']in! met voldoende gelanceerd mocht zou' Je ten26 uani post niet aanneem. Dan verloren terz h S' dat- ie teckeninS dus de moeite Z°U iammer zija van al Denkt er dus om, dat je de teekening niet als drukwerk mag verzenden. Ziezoo, nu geloof ik dat jelui alles weten wat je te vertellen had. at ....Ud bovenstaande is jelui natuurlijk ook duide- njk, dat degenen, die zijn teekening al heeft ge bonden er waren er al een stuk of acht! kJÏÏ Zfu voor niets heeft gedaan; want dezul- heapen met de voorschriften geen rekening gehouden. Het is trouwens hun eigen schuld, want ik heb dikwijls en duidelijk genoeg gezegd, dat deze maand in Maart de teekeningen nog niet gezonden mochten worden. Deze neefjes en nichtjes hebben nu nog gelegenheid een nieuwe, teekening te sturen. Aanstaanden Dinsdag dus mogen jelui begin nen met de zendingen- en ik hoop maar dat er dan een heeleboel teekeningen komen; want jelui weten zooveel te meer er meedoen, zoo veel te meer prijzen stel ik beschikbaar. Als er voldoende deelnemers zijn voorloo- pig reken ik op 200 dan heb ik 22 mooie prijzen beschikbaar, namelijk: 1 Vlechtdoos; 1 Merkdoös1 Bouwdoos; 9 prachtige leesboe ken; 5 Si. Bavo-bouwplaten5 waudprenten. Te zamen 22 reuze-mooie prijzen. Doen et- echter maar 100 kinderen mee, dan verloot ik maar 11 prijzen: voor ieder 10-tal kinderen één prijs, met een premie voor het 100-tal. Aan den wedstrijd kunnen alle neefjes en nicht jes deelnemen. Het vuur in den haard raakt op en dus gaan wij nu maar gauw naar bed. Wel te rusten! ,00M KOOS, DE VIER JAARGETIJDEN. Wanneer - de Lente wederkeert Na 't barre wintertij En heel d' natuur nieuw leven geeft Dan juicht mijn hartje blij. Wanneer de Zomer weer is daar En alles is weer groen, Dan lachen de lieve bloemetjes In 't keurige plantsoen. En als de Herfst dan is genaakt, Dan vallen weer de bladen. De wind verjaagt ze met geweld Door tuin en over paden. En is de winter weer in 't land En vriest het dat 't kraakt, Dan binden wij de schaatsen aan En genieten van 't ijsvermaak. Maar wat ook Lente, Zomer, Herfslt Of Winter ons bereiden, Wij blijven steeds en meer en meer Ons in den Heer verblijden. (lngez. door Anna Z., te Egmond-Binnen.) MOOI EG MOND. Egmond-Binnen, 't is klein, 0 jaJ y Maar niet slecht gelegen 1 t strhnd der Noorder zee; te ™T' Moeilijk zijn zijn wegen, Zwaar van 't zand en toch wel mooL 't Is heerlijk er te spelen^ Waar wij in onz' zomertooi Ons nooit zullen vervelen. (Ingez. door Apolonia N., te Egmond-Binnen.) r.. 'i WIM DE WEKKER. „Wim, wat moet je met den wekker? Jij; neemt va?. ziJ'n Plaats. Ventje lief het wordt steeds gekker, iü bedenkt nu steeds wat kwaads.' „Kwaads," riep Willem, die beleedigd naar de and're kam- liep, ,,'k wou ooms been gaan wakker maken uV zei zelf toch, dat het sliep." BESSENSAP. Catootje houdt dolveel van rijst met bessensap. Daar loopt haar broertje al spelend met z'n neus tegen de deur en nu ziet Catootje voor de eerste maal bloed. „Moe, moe," schreeuwt het kleine ding, „kom eens gauw kijken, Jantje verliest al zijn bessensap." LETTERLIJK OPGEVOLGD. Jantje, zei mama, geer je zusje nu eens liet leeuwenaandeel van dien sinaasappel. Ja, mama, zei Jantje. Maar later kwam 2,usje bij mama klagén, dat zij niets had ge kregen. Natuurlijk, zei Jantje, leeuwen eten geen sinaasappelen. JAN FLAP-Urr. Goeden dag, JantjeBen je zoo ver legen? Kom, geef me een kusjel Ooh noen tante, liever nietl Maar waarom niet, Jantje?.... Nu? Papa heeft gezegd, dat u in den laatsten tijd een giftige tong kleeft gekregen! Om van ons ruil- en verzamelhoekie ge bruik te maken, zendt men mij maar een brie! je„. waarin duidelijk staat geschreven wat men wensckt, mei vermelding van volledigen naam en adres. Dan zet ik dat in de Kinder krant en de verzamelaartjes weten dan waar ze elkaar kunnen vinden. De briefjes moeten in enveloppe gezonden worden. AAN DE REDACTIE VAN DE KINDERKRANT. HOF 6, AIRMA AR, -Ik heb 8 OosVenriiksche. 10 Engelséhe, 3 Zw'itsersclie, 1 Italiaanseke. 2 Beiersohe. 5 Bel-, gische, 2 Fransohe. 7 Duitscke. 1 Denemark- sche, 3 Japansehe. 1 Amerikaansohe en 3 Zweedsche postzegels: alle verschillend. Deze wil ik ruilen voor andere huitenlan-dsche post zegels. Martien Pater. Tuinstr. No. 14. Alk maar. Ik heb 75 dubbele postzegels waarbii 10 van Amerika, 2 van Italië. 3 van China. 20 van Duitsobland. 20 van Engeland, enz. enz-, die ik ruilen wil voor andere. Nico Bosman, Drebbel- straat No. 7 te Alkmaar. Ik heb 25 Kwatta-soldaatjes, die ik gaar ne zou willen ruilen voor Vaderlandsche Ge- söbiiedenis-plaatjes le deel, de nummers. 1 3 5 18 17 20 21 28 29 33 34 44 46 51 54 57 58 61 63 77 84 85 87 93 en 95. 1 soldaatje voor 1 plaatje. Hubertus Voskuyl, Gen.- Cronjéstraat 57, Sohoten. Wie wil 33 Honing's Maizena-plaatjes ruilen tegen 22 plakzegels (of 3 plaatjes tegen 2 plakzegels)? Dorus Kaptein, Starting te Akersloot. Ik heb drie slultzegel-albnms. Dl de klein ste zijn 56 zegels geplakt; in een- grootere staan er 264 en in de grootste staan er 84. Ik wil ze graag ruilen (3 sluitzegels voor 1 Kwatta-soldaatje), Johan Gielis, Slimpad, Heiloo. Ik heb 5 plaatjes van den Watersnood 1916. No. 1 13 47 54 en 69 en 1 plaatje met de vlag van de Vereenigde Staten van Noord- Amerika, die ik gaarne wil ruilen voor 8 verschillende vreemde postzegels A, J. Gra- man, Kamplust, Halfweg. Ik heb 110 IJscobeertjes, die ik wil ruilen voor Kwattasoldaatjesik geef 5 beer tjes voor een Kwattasoidaatje. Neet Duineveld, Engelenbrug, Lisse. Wie kan mij helpen aan de Nederlandi- sche Jubileumzegels, 12ys et. 20, 25, 50 en 100 ct., de 21/3 G., de 6 en d;e 10 gulden, en aan den Nederlandische Tuberculose ze il van 6 ct. Wie me de heele partij stuurt krijgt van mij terug de heele serie vader landsche geschiedenis. B,j kleinere partijen geef ik terug 6 plaatjes voor Honing's Maï zena voor 1 postzegel. Ook heb ik nog een 400 andere plaatjes b.v. van verkade enz. Deze wensch ik te ruilen voor postzegels van Guraf,au en Suriname, 3 plaatjes voor 1 postzegel. Willem van der Yen, Oostzijde 94, Zaan dam. l, Lena N. te Heemstede. Dank je voor je aar dige briefje. Ja, hoor, je had gelijk;maar je moet het niet verder vertellen, hoor. Nou, wat koud, hè, vind je*?t ook? 'n Leukerd die Huub. Ik vind bet wel echt, dat ik weer van die gezellige tuin-praatjes van hem te wach ten heb. Wat hebben we verleden jaar daar over dikwijls pieizier gehad. Weet jij 't nog? Hanmo N. te Heemstede. Ja, Hanneke- niekt, ieder mensch of mensohje heeft wel eens een meevallertje. En zoo was 't nu ver leden week met jou ook. Neen, zoolang het nog zoo grillig blijft zet ik den haard nog niet op zolder; alleen maar. het is zoo'n moeite om aan brandstoffen te komen. Ik wou dat het weer maar gauw veranderde en 't wat zachter werd, dan geloof ik, dat met enkele weken de geheeie bollenstreek weer in bloei zal staan. De groeten terug hoor aan allemaal. Jan P. te A/kinaar. Zeg Jan, wil jij mij eerst eens vertellen, hoe oud je ben, dan zal ik je ruilbriefje plaatsen. Jacob K. te St. Pancras. Eén der toege zonden grapjes heb ik geplaatst. Maar Jaap, zeg eens, heb jij heusoh die grapjes zelf ge maakt? Dan is het wel toevallig, dat ik vroe ger al eens precies zulke anecdoten heb ge lezen, vindt je ook niet? Hubertus N. te Heemstede. Ha, beste Huub, zoo gaat ie weer uitstekend: jij krijgt er weer pieizier in en dat doet mij genoegen. Ja Huub, dat heb je goed begrepen. Dank je hoor. Als ik nog brandstoffenbonnetjes over had, kon je die best van mij krijgen. Maar, beste jongen, 't is bier in Alkmaar veel kou der dan in Heemstede en dus begrijp je wel lat ik geen bonnetjes over heb. Jan Fr. te Alkmaar. Zóó is 'tegoed. Maar au moet je er in 't vervolg om denken altijd je naam* en voornaam voluit onder je brieven te schrijven, als ook het juiste adres en je leeftijd; want je begrijpt wel, dat ik dat alle maal niet zoo precies kan onthouden. Dus dat is afgesproken, hè beste Jan-neef? Zal Marie mij ook eens een briefje schrijven? S/entje T. te Egmond-Binnen. Hoe aar dig het versje over je broertje oo!k bedoeld is, kaa ik bef toch niet plaatsen, omdat het taalkundig ongeschikt is. Martha v. d. B. te Hilversum. 'Dèt was 'u vreemd gezicht ver leden week,- een Kinderkrant tonder een briefje voor Mappil v. d. B te H. Dat is niet vaal gebeurd. Ik zat ook al te wach ten op een brief, maar tever- 'geefsch en dót ierwi.il mijn copie feen dag vroeger "aar de druk kerij moest wegens den St. C oseph-feestdag. Eindelijk, Don derdagavond laat, kreeg ik je brief; maar te laat om nqg te beantwoorden. Dat was jammer, !Lé? En wat was dat? Mappie 5iad warempel haast geen nieuws te vertellen. Toch vond ik het ■wel aardig weer - al was 't dan korte 'vertelling te krijgen over zoo'n gezellige wandeling. Ik zaj maar er op rekenen een volgenden keer weer eon groo- ten. brief t-e krijgen. Dag Map- Ipie, de groeten ook weer terug laan vader, moeder cn Leida. Anna Z. te Egmond Binnen. 'Jij bent de. minste heusch niet /met je versjes. En wordt je daar bij nu heusch "iet geholpen?. Nu ja, dat mag wel desnoods, Tnaar ik vraag het alleen maar Voor de aardigheid. Dat het niet Voo gemakkelijk is. wist ik wel 'en ik vind het leuk. dat- je 't Zelf ook ondervond. Cornelis J. H. te Heemstede. 'Dat vind ik nog eens flink. Zóó Zijn de regels, goed oom, dan zal ik mij er aa" houden I Zeg Oor nu ja. jou mooien dubbelen naam vergeet ik natuurlijk niet 'licht, maar toch: dit is óók Tegel: onder alle briefjes inoefen telkens alle namen vol uit staan en ook de leeftijd. Het is alleen maar. omdat ik dat al lemaal voor voor al miin neefjes en nichtjes niet kan o"thouden. 'Jawel, het stond wel op de enve loppe. maar niet onder je brief. Dag Oor, de groeten ook terug 'aan broertje Gerard en Zusje 'Marietje. Jacob A. te Pancras. In- 'dien het met je versjes gesteld, is als met je „grapjes", dan zijn het geen eigen gemaakte versjes, Want de grapjes schij"en mij toe too oud als de weg naar Rome- en dus kunnen ze niet in de Kin derkrant komen. Alléén zelfver vaardigde versjes en grapjes bunnen, daarvoor in aa"merklag tomen. Cornelis Z. te Ursem. Eer prachtig stelletje mooie beesten die koeien in de wei. Wei lenl ïoo'n foto. En wat 'n mooi wei Hand. Jelui hebben voorloopdg 'geen krimp met het Tleeeoh, dé teerk Ik wel. Nioo EL St. Pancraa. Ré grapje van je heb ik geplaatst Denk erom, Nio. je mag het M pier maar één zjjde beschriiven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1919 | | pagina 5