TWEEDE BLAD.
.DONDERDAG 25 SEPT. 1919.
■Eerste Nederl. Katholiekendag.
(Vervolg van den tweeden dag)
r Bes namiddags te half drie vergaderden de
/Bes overige secties in het gebouw voor Kun-
'jsten en Wetenschappen. In de zesde sectie-
iVergadering was aan de orde het onderwerp:
iilISSIE-ACTIE waarbij de Z.E. Heer J. F.
C. Franssen als inleider optrad met het on
derwerp: „Missie-actie en priester-missie-
•Iboad". In sectie VII» waar HET VROU
WENVRAAGSTUK aan de orde was, sprak
iimevrouw Albertine Steenhoff-Smulders over
'„De godsdienstige en sociale ontwikkeling
'van de Vrouw":
Uitgaande van de stelling, dat de vernede-
■ring van de vrouw komt door de zonde en
de vrouwenkwestie dus als iedere, kwestie ge-
horen is uit de zonde, betoogde spr., dat de
ontwikkeling en vrijmaking der vrouw komt
'van Christus en dus geen droeve noodzake-
,iykheid .is, ons opgedrongen door sociale en
economische stroomingen, maar dat we haar
oorsprong in Christus vinden.
In de geschiedenis der H. Kerk vinden wij
,'de bewijzen, dat zij dit werk van Haar Brui
degom steeds bleef voortzetten.
Waar de godsdienstige en sociale ontwik
keling der vrouw aan banden werd gelegd,
daar was het door onchristelijke stroomin-
ig'en; en waar Katholieken mede het recht
'der vrouw op onderwijs, ontwikkeling en be
schaving betwistten, daar handelden zij, on
bewust, onder den invloed van paganistische
'overblijfselen.
Alleen in en door Christus, in en door de
!H. Kerk, in en door den godsdienst kan de
[Vrouw het ideaal bereiken van ontwikkeling
©n kan zij zich behoeden voor een strooming,
-die onder de leus van vrijmaking haar tot
hei grootste verval brengt.
In de 8ste sectie sprak kanelaan Binck uit
%eda over de ONTSPANNINGSVEREENI-
filNGEN VOOR DE, JEUGD. Aan het slot
[Van zijn rede stelde deze spr. de volgende
JSteohen:
y le. eigen Rooinsche sport- en ontspannings
iveraenigingen;
2e. één flink, eigen weekblad, 'dat alle tak
ken van sport en ontspanning omvat en dat
^Wekelijks artikelen levert -onder deskundi
ge redactie over apologie, stand- en vak-
(Drganisatie, drankbestrijding enz.
i 3e. Het oprichten van J ugendhefme, waar
Jvensehelijk en mogelijk is.
De 9de seciie was aan het ONDERWIJS ge
wijd. Daar spraik dr. P. J. M. van Gils uit
^(Roermond over het onderwerp: Van de bev/aar-
.tchool tot de universiteit. Spr. zete uiteen, dat
'de opvoeding der jeugd, dat het onderwijs Ka-
Hioiiek anoest zijn van de bewaarschool rod en
toet de Universiteit. Voor de lagere school
spreekt dit nu wei haast van zelf. Zeker, nu de
sglijkstelling er isi, zorge meenjdat elke gemeenta
M parochie van eenige beieekenis haar katho
lieke school hebhe.
Maar ook het middelbaar, het vak- en gym-
jne.siaal onderwijs, zoowel voor jongens als
piesjes zij katholiek. Omtrenit de katholieke uni-
7/ersiteit zie spr.:
Met volle kracht en teilige geestdrift stréve
<®eel katholiek Nederland naar de totstandko
ming eener Kaholieke Universiteit. Dat vordert
het Kerkelijk recht en ook het Katholiek belang.
Zij vindt haar naturlijk uitgangspunt in de R.K.
[Ltcrgagen.
Had de mate van belangrijkheid de volgorde
der begeerde hemrmingen bepaald, dan zou op
vrijmaking van het universitaire onderwijs het
ëërst de strijd zijn gericht," is een stelling, die
niet zonder meer mag verworpen worden. Zoo-
«jHtg echter dit ideaal niet bereikt is, zij ons
Streven gericht op aanstelling van meerdere bij
zonderdere hoogleeraren aan de openbare Uni
versiteiten en Hoogescholea
Een allergewichtigste taak is de vorming van
toekomstige katholieke leeraren aan onze Gym
nasia, 11. B. S.-scholen en Handelsscholen.
/vJ~tet oprichten van deze scholen is weldra niet
zoo moeilijk meer. Des te moeilijker echter wordt
-het vinden van goede leerkrachten.
In de 10de seciie, waar „PERS E'N LEC-
TUR" aan de orde was, was pater Hyacinth
^Hermans de inleider. Omtrent de volkspers gaf
deze spr. de volgende frissdie gedachten 'ten
Wies te:
De Katholieke pers van de naaste toekomst
jzai meer dan ooit een Strijdbaar en militairis-
'Itisch karakter moeten dragen,
r I verband hiermede mag wel eens ernstig
poyerwogen worden, hoe in de toekomst door de
CylKatohiïoke pers de verderfelijke invloed kan ge
broken worden van de sociaal democratische
is, met name Het Volk, dat zich meer en meer
ecialiseert in het bestrijden van de Katholieke
'Kerk en in het kleineeren van heit Katholieke
)geloof.
Als wij spreken van Kaiho-lieke Volksbladen,
jd-an bedoelen wij daarmede niet één algdmeen
dagblad voor de R.K. Arbeiders van Neder
land. Wij willen geen stands-journalistiek. Wij
'w-enschen ook niet een algemeen volksdagblad,
'imaai' meerdere volksbl-aden. De groote atraotie
'Man elk waar volksdagblad is de locale kleur.Het
'locale heeft juist de meeste chaitmte voor de ge-
hwone lezers.
Al heben de Roterdamsche sociaal-democraten
een zeer beduidende eigen rubriek in Het Volk.
'toch gaan zt zelve in Roterdam een eigen dag-
'blpd uitgeven,
Wenschelijk zijn afzonderlijke Katholieke
wolksdagbladen voor groote steden en gewesten.
Daarvoor behoeven geen nieuwe kranten te
„worden opgericht, maar vele van onze bestaande
Katholieke dagbladen kunnen, zooals zij. nu ge-
'tredigeerd worden, .tot uitmuntende volksbladen
<jiitgroeien.
In de elfde sectie, welke im Hotel de PEurope
.vergaderde, hieljd dir. Alph. Arienis, Pastoor to
Al aarssen, een fijngccstige rede over de noodza
kelijkheid der DRANKBESTRIJDING ia de;
'itóasfe toekomst.
's Avonds te acht uur had in Tivoli de
/DERDE ALGEMEENE VERGADERING.
plaats. Daar sprak pastoor Hinsbergh uit Bus-
Julm over Godsdienstig leven,
Rede van pastoor E. van
Hinsbergh overi Godsdienstig
Leven.
Sinds maanden hoorden en lazen wij voortdu
rend van „het historisch moment", dat eerst
komen zou en nu er geweest is. Een moment
zoo beteekenisvol, zioo belangwekkend en albe-
slissend, zoo diep ingrijpend im het lot en leven
der volkeren,_dat het eenvoudig wieg weergaloos
moest heeten in heel de historie vtan het mensch-
dom. Ik bedoel naturlijk het oogenblik dat ons
.voorbijging, toen te Versailles het vredesverdrag
geteekend was. Had ooit een oorlog zóó gewoed
had ooit een vrede meer te herstellen?.
Daar zetelden de rechters der wereld, te midden
van de rijen der afgevaardigden, die hetzij met
verslagenheid, hetzij met overwinningsvreugde
in het hart, het document kwamen teakenen» dat
de. grondwet heette voor een nieuwe wereldorde.
Hing erboven de hoofden dier mannen wel een
Kruis, toch altijd nog de hoogste school van
recht en liefde? Was daar wel vertegenwoor-
didg degene, die als zichtbaar plaatsbekleder;
van den Koning des Vredes, Jezus Christus, de
Vredes vorst hij citstek heeten mag? Immers
neen! De 14 art. van Wilson zouden richtsnoer
zijn geeweest. Zou men n'iiet verder zijn gekomen
op de Vredesconferentie, wanneer men er de af
scheidsrede en het hoogepriesterlijk gebed eens
gelezen bad van Jezus, toen Hij sterven ging en
zijn Apostelen zijn heerlijke lessen gaf? Wat ai
licht en warmte; wat een diepte van onvergan
kelijke wijsheid en onweerstaanbare goedheid.
•Daar kunt gij leeren, welke de ware vrede is.
Ik moet u onderhouden over hei godsdienstig
leven als de tegenstelling van de zucht naar
genot. Het godsdienstig leven geeft u den eenig
waren vrede door een onafgebroken strijd. God
trouw dienen zu'lt en 'kunt gij niet anders dan.
Gods vijanden bestrijdend.
Daarom herinner ik u aan een ander histo
risch moment, geen vredesconferentie, maar de
bevestiging van een oorlogsveiidarihg, die in
het aardsclie paradijs reeds uitgesproken, in een
onafgebroken worsteling door de geschiedenis
van het menschdom gaat tot aan het eindgerich-t
dier wereld. Daar staat Christus ende duivel
vlak naast Hem.
Is er grooter tegenstelling denkbaar?
Jezus, de eeuwige Zoon van God, die naai
de voorspelling- des Vaders in 't aardseh Pa-
radijseh gedaan» in de wereld komen zou, ani
den strijd tussch-en goed en kwaad te be
slechten, Hij, die als 't zaad der vrouw, die 't
hels.ch serpent den kop verpletten moest, in
eeuwige vijandschap met den duivel en zijn
zaad zou wezen, opdat de door Hem verloste
mensehen het slavenjuk der zonden zouden
kunnen afschudden; Hij, de heiligheid zelf,
de zelfstandig heilige, diie ook al-s mensch on
zondig was in dien zin, dat Hij niet alleen
niet zoude zondigen, maar dat de zc-nde voor
Hem onmogelijk was en tegenspraak; Hij
ging zijn openbaar leven beginnen, door zijn
waarheid de duisternissen dezer wereld uit
eendrijven, door zijn genade de zwakken
sterken en tot helden maken, door zijn ge
boden de verdc-olde mensehen lei-den op het
pad- de.s Hemels en al moest het oen voor
spel zijn van zijn strijd en overwinning zijn
Hij laat toe, dat Satan op Hem toetreedt,
Hem bekoort. Hij, wiens leven één strijd on
afgebroken tegen den duivel wezen zen, liet
toe dat hier, nu Plij zijn -openbaar leven ging
beginnen, d:e duivel Hem kwam bekoren tot
de drievoudige begeerlijkheid des vleesehes
en der oogen. En volkomen overwonnen zien
wij den satan aftrekken, o-m nog eenmaal te
rug te keer en, op het eind van Jezus' leven,
als hij Hemkomt o-vervallen met de ver
schrikkingen van zijn lijden en dood, als Je
zus in zijne roerende troostrede zijn leeriin-
j» gen toevoegt: „Niet veel meer zal Ik met U
spreken. Want de heerseher der wereld
komt, en in Mij behoort hem niets." (J-can.
XIV. 30).
Mijne to-ehc-orders, ik aal u geen weten
schappelijke verhandeling geven over den
Christus door Satan bekoord, maar ik zie op
het oogenblik voor mij Christus en den Sa
tan. Tusschen die twee blijft de voortduren
de strijd, waarin wij befcroikken moeten wor
den.
Hoe was 't in Jezus' dagen? Terwijl Jezus
zijn afscheidsrede hield vol liefdie en vrede,
was het druk om het paleis van een Caiphas
en een Pilatus, waar de hooge Joden en de
gemeene soldaten samenrotten tegen den
koning der eeuwen, die hen wachtte als een
weerloos lam. Die mensehen zouden de werk
tuigen worden in Gods hand, o-m den eenigen
Zoon des Vaders te zien sterven als verlosser
der wereld.
Nog woedt men tegen Christus. Maar, al-s
thans de vijanden van Christus winnen, dan
zijn zij de werktuigen des duivels en de we
reld, door Jezus' kostbaar bloed vrijgekocht,
wordt opnieuw geknecht in Satans Slavernij.
Gij hebt te kiezen, Katholieken, het licht
der wereld volgen, het licht van 't licht
strijdvaardig en fier. God dienend en zijn
Rijk of den vorst der duisternis volgen en
in diens gelederen heimelijk of openlijk wer
ken voor diens rijk. Een midden is er niet;
twee beeren dienen kunt gij niet en God treft
met den duivel geen vergelijk.
Zoo onverzoenlijk als Christus en Satan
zijn, zoo onverzoenlijk zullen altijd blijven'
de christelijke godsdienst en de ongodsdien
stige wereld, waarin de duivel heer-sekt.
Hier komen wij aan de groote kwestie: Waar
toe zijn wij op aarde? De kleine catechismus
geeft het antwoord op die eerste vraag. Wij zijn
op aarde om Godi te dienen en -daardoor in den
Hemel te komen. Ons leven hier op aarde moet
dus zijn godsdienstig leven; het eeuwig leven
in den Hemel volgt dan vanzelf.
Spr. geeft vervolgens een eenvoudige uiteen-
1 zeting van een en ander en vervolgit dan:
Arbeiders, als de duivel door het socialisme u
voor tornt stellen van steenen brood te maken,
denkt dan aan de bolscheiwiki, die van het
maatschappelijk gebouw den éénen steen niet op
den ander laten, maar aan de hongerende mas
sa's geen brood hebben verschaft.
Jonge mensehen, die in ij,delen overmoed, uw.
jeugd dikwerf eigen, van den boozen geest ver
neemt, Idat gij moet genieten van uw jeugd en
wel eens een sprong kunt wiagen-ibe midden eener
van God vervreemde wereld, zijit gij ernstig en
Voorzichtig?
Rijken, die terwijl gij te veel aan de goederen
dezer wereld hecht, de stem verneemt, „dit alles
zal ik geven,"1 den»: toch am öods wh aan ae
Voorwaarde, die u daarbij wordt gesteld: „als
gij neervalt en mij aanbidt." En zegt dan met
den- Christus: „Er staalt geschreven: Gij zult den
Hieer uwen God aanbidden en Hem alleen die
nen. Wij aanbidden en loven U, Christus, om
dat Gij .door Uw heilig Kruis de wereld hebt
verlost! Zóó moet het zijn.
Is het zoo ook en zial 't zoo blijven? Op ééne
voorwaarde, die onafwijsbaar is, dat wij, Katho
lieken, toch niet mee gaan doen aan de onver
zadigbare zucht naar wereldsch genot, die onze
dagen kenmerkt.
Spr. roept iten slotte uit: Katholieken van Ne
derland, blijft paraat. Want onze vijand rust
nooit en wij kennen geen vrede met hem. Wij
inmeten teven in een wereld, waarin wij moeten
blijven strijden, zoolang ons het leven is. De
dtood alleen zal vrede brengen, als ons afgetobd
lichaam, het werktuig onzer deugd, onder de
schaduw ligt van 't kruis en het eeuwig licht is
opgegaan over onze ziel, d-ie dan in vrede rust.
Die vrede van de eeuwige overwinning is wegge
legd voor ieder, die met Christus heeft gestre
den tot het eind. Christus blijve dus uw Koning.
Hij lieersdhe in uw hart. Laat dan komen, wat
komen wil. Al slaat een wereldrevolutie de zuil
van granieit in gruizelementen-, die voor de St.
Pieier staat. Wat nood! Voor ons zal Christus
toch de Koning blijven, die overwint, regeert en
h-eersclnt in aller eeuwen eeuwigheid. Zoo moge
het zijn
Rede van Dr. L. Deckers over;
„Godsdienstig leven".
Wie onzer zoo ving- spr. aan heeft,
toen de rampen van den groot-en oorlog de
wereld teisterden, niet altijd de stille hoop
gevoerd, dat, was de vrede; slechts eenmaal
daar, aan al die ellend spoedig een einde zou
komen! Was er een enkele, die he-el voor
zichtig de mogelijkheid dorst te veronder
stellen, dat het oorlogswee zich nog lang zou
doen ge-voelen, wii n-o-einden hem een nurks
en een zwartkijker en wilden hem niet ge-
l-o o ven.
Al leerde do historie ons ook, dat in het
verleden geen-enkele o-orlcg d-e mensehen be
ter- maakte, wij hoopten zoo gaarne, dat die
regel ten aanzien van dezen wereld-strijd niet
zou gelden en wij wezen op de voorbeelden
van waarachtigen heldenmoed -en edele zelf
opoffering, die ons bekend' werden.
De droeve werkelijkheid echter, toonde aan
boe ij-del onze hoop was. Wij moeten vaststel
len, dat van een verbetering, een zedelijke
opbeuring des volks wii weuschen ons hier
tot ons eigen volk te l^ep-olen geen sprake
kan zijn. Een zedelijke opbeuring zagen wij
niet tijdens den oorlog, zien wij thans neg
niet.
En daarom, Mijne Dames en Heeren, is on
der de onzen ook geen sprake van vredes-
vreng'de. De vrede, die kwam, is niet die,
welken wij verwachten. Hii maakte een einde
aan het wapengeweld, maar buiten de slag-,
velden wordt de strijd met groote verbitte
ring voortgezet. De vrede is gekomen, maar
de menschheid heeft niet gejuicht en geju
beld, niet herademd, zooals men dat ver
wacht had' na esn'bangen strijd van vier "lan
ge jaren.
Hoe dit mogelijk was?
Och, liet is gemakkelijk te verklaren!
De oorlog eindigde, maar de oorzaken, die
hem deden ontstaan, werden niet uit den weg
geruimd.
Ik durf spreken over de oorzaken? Ja»
maar dan bedoel ik niet de gebeurtenissen
door diplomaten, politici en allerlei minder
of meer bevooroordeelde beoefenaars der he-
dendaagsehe geschiedenis als oorzaken aan
gewezen en lateT do-o-r and-eren als zoodanig
verworpen. Ik bedoel de. oorzaken, door Paus
Bencdictus XV in zijn Encycliek van 1 No
vember 1914 aangeduid, toen Hii zeide: „Doch
„werkelijk, niet alleen de verwoede strijd
„van dezen bloo-digen oorlog heeft de vo-lke-
„ren zoo diep ongelukkig en ons zoo angstig
„en bekommerd gemaakt. Daar is een an-
„d-er verwoestend kwaad, dat in 't hart der
„menschelijke samenleving i-s hinnengedron-
„gen en dat allen, die er zich indenken, met
„schrik vervult, wijl het den staten reeds
„vele rampen heeft berokkend en nog be
rokkenen zal en met recht voor de diepere
„reden van dezen jammerlijken oorlog wordt
„gehouden. Immers, van het eer-ste oogen-
„blik af, dat de voorschriften en beginselen
„een noodzakelijke voorwaarde zijn tot de
„hechtheid en de rust d:er maatschappelijke
„orde. wel noodzakelijk, dat de staten o-p
„hunne fundamenten gingen wankelen; en
„nu reeds is er zoo groote geestesverwarring
„en zoo'n groot zedenbederf uit voortgeko-
„men, dat zoo God niet tijdig tu-ssehen-
„h-eide komt d-e ondergang der mensehe-
„lijke samenleving nabij schijnt te zijn."
„Zoo nemen wij waar, dat tusschen de men-
„s-ehen onderling alle naastenliefde verre js,
,/dat liet gezag van hen, die aan het hoofd
„staan, geminacht wordt, dat tegen alle recht
„in de verschillende klassen van burger-s el
kander bestrijden, dat de vergankelijke en
„tijdelijke goederen zoo begeerig worden na
gejaagd, als waren, er geen andere en veel
„■betere goederen den mens-eh voorgehouden
„ter verkrijging."
Ziedaar, volgens den Paus, de vier feiten,
die alle oorzaken omvatten van d;e ellende,
waaronder de hedendaag-sche samenleving
gehukt gaat. In het programmaboek van de
zen Katholiekendag worden zij in het kort
genoemd
de verkeerde- vrijheidsidee;
de verkeerde gelijkheidsidee;
de verkeerde broederschapsidee;
de al te groote zucht na-ar aardsch'e goede
ren en aardscli genot.
Dr. Deckers trad dan in een uitvoerige be
schouwing dezer 4 punten, om vervolgens
allen op te wekken toch uiting te geven aan
Katholiek leven en Katholieke liefde.
Rede van Pater D. Van der
Geest, O P., over de Katho
lieke Sociale Actie
i Op bladzijde 7 van ons Offieieele Pro
grammaboek lees ik: „Bij velen leefde het
verlangen om van tijd tot tijd een congres
van de Katholieken uit de verschillende dio
cesen en gewesten bijeen te zien, ten eindé
daar gezamenlijk de nationale Katholieke be
langen te bespreken -en d-o-or wederzij-dsch
qt&SOUBtasme etirander tot honger negees-te
ring voor het openbare Katholieke leven
op ie voeren."
Een Katholiekendag is dus niet „balans
opmaken" maar „begrooting indienen." Niet:
nagaan wat we goed. en verkeerd deden e-n,
roemen er op, dat we het al zoo.„god-
ÜeHjk" ver gebracht hebben, maar duidelijk
.uitspreken wat nog te do-en staat De werk-
brieijes uitgeven voor den arbeid van den
.volgenden da-g. W-eten wat we willen en be
geestering wekken om te willen wa,t wo
moeten. Is U daarvoor hierheen gekomen?
Dat mag ik veronderstellen. Met J kan ik
dus praten en afspreken wat onze plicht is
door U nog weer een ander gedeelte te
verklaren van de Vrédes.encyclie k, jieze
woorden n.l.D.-a-ar vervolgens de ^loo-
yigen zich door een broeder djke opwekking
en door wederzij dsch voorbapld te- eerier
voelen aangespoord om openlijk hun Ka-"
thoiiek geloof' te belijden en daarnaar over
eenkomstig hun leven in te richten, verheu
gen Wjj ons er ten zeerste in, da-t steeds
meer ver-eenigiagen van Katholieken wor
den opgericht. Wij wensclien niet a-lieen dat
deze groeien zuhen, maar o-ok willen Wij,
dat zij onder Onze besclierming en door om
streven steeds blijven bloeien: en zij zullen
bloeien als gij sleofits de voorschriften, wel
ke deze Apostolische Stoel reeds gaf of
nog geven zal, getrouw en standvastig op
volgt."
Deze woorden vormen mij a tekst. Want de
teksten en de onderwerpen werden ons,
sprekers in de groote vergaderingen van de
zen Katholiekendag „geuistribneerd I" We
moesten, er voor naar D-en Haag komen,
ge.ijk iedereen voor distributie-dingen- na.ar
Den ilaag moest komen. Te kiezen iiadden
we- niet. We kregen de- tarwe van deze En
cycliek mee na-ar huis en nu moesten wij
proyue-eren daarvan smake.ijk en voedzaam
breed te bakken.
Spr. staat er nog aitijd verbaasd van hóe
volgens- liüera-e persmannen die wel goedige
maar ongeleerde Paus Pius a nog in staat
geweest is één woerd de wereld in te roepen
van zooveel beiang en zoo tijdig, als dat
he-el bekende: Omnia -in-staurare in Christo.
Alles hersteken in Christus. Het woord was
wei va-n den genia.en Pauius uit diens Ephe-
sen-briei', maar net bewijst tocli voor d-e
kunde va-a een arts,- niet waar, die in moei
lijke gevallen direct het afdoend medicijn
ViOcrscnrijit. Oehl er staan veie dokters om
het zieke .iehaam onzer maatschappij. Wat
a.1 diaguos-ten zijn gesteld, en hoeveel medi
cijnen vo-orgesmireven. En is de ziekte nu
geweken? Neen. De krant brengt immer
troosteioozer berichten over den toestand der
volken. Men speurt naar allerlei amusement
ais 'n jager naar wild De wereld .lacht om
niet te schreien. We sta.au ndar het w|oord
van den dichter „voor d&n mist van den tijd"
- en zien. geen li-clit-en meer. De wagen van
oins geluk is vaslgeloop-en in da slagveL-
den van Europa. Het schip van onzen wel
vaart zit tusschen 'n brug geklemd en hoe
we rukken en koe we wurmen, hoe we
redeneerea en conf ere eren daar is geen
kra-cht vaillant genoeg om den wagen uit
den kuil te lichten, hot schip in open wa
ter te brengen geen chantecle-r ter we-
wereld, die d-e zon van ons geil uk weer aan
den hemel kraait. D-e Raden van Dirie en
-van Vier en van Veertien weten zelf geen
ra-ad Z-e naaien, naar Christus woord, nieu
we stukken op een ouden zak en de scheu
ren zijn niet meer te dichten. We zullen
terug moeten en ootmoedig aankloppen bij
den ouden Raad van Eén, dén raad van
God, M. H. want geen woord klinkt vandaag
zóó waar, ge-en woord was ooit zóo raak,
geen woord werd ooit do©.- zóóveel men
sehen verdriet en zieiewee bevestigd als [dit
woord van Ohristus: „Eonder mij kunt gij
nie-ts doen."
Aan 't slot zijner rede, constateerde do
Eerw. spr. datde rol van Rome ni-eit af
gespeeld is in de beschaafde wereAd. Ook
niet in de onbeschaafde. Voor de Missie staan,
porte-monnaies en harten van Roomsck Ne
derland open, wijd o-pon. Dat is het resul
taat van één Katholiekendag. Ik heb dat
enthousiasme meegemaakt in '17. 'k Stuurde
van het roiomsche-missi-eschip-in-nood ook
nog wat lichtkogels af. En óf ze het zagen
aan den wal!
Nu heb ik weer enthousiasme'gezien; méér
nog dan tp-en.
Is deze geestdrift óók 'n belofte voor id©
toekomst? Lentebloesem? Betoo.It dat 'n
prachtig fruit jaar? Is deze Eerste Neder-
landscke Kath-oiiekendag het voorspel van
een Heidensympkonie? SLaan we morgen al3
de ma-nnen van Gedeon enze kruiken ka
pot en zwaaien we de fakkel van ons Ge-
Loof door liee-L Nederland en roepen:
Vóór Christus en vóór Röine? Z-al nu al
wat katholiek is zich ook katho-Liek organi-
se-eren? Z-a.l men nu begrijpen, dat juist de
vereeniging van katholieken beho-ort tot de
vitale eisch-en onzer maatschappij? Zal men
nu inden dat een katholiek, m-e-t het insti
tuut zijner Kerk voor oqg-e-n, een vereeni-
/gingsman is van professie? Is Rome niet
het bewijs, dat eendracht macht beteeke-nt en
is er geen macht noodig om deze wereld
te hervormen?
Mag ik hopen, dat Uwe liefde en Uw ver,
trouwen vaster staan gericht naar Rome? Dan
zou k nóg goed werk, o-nd-eri U gad.a-an
hebben. Was het niet in die liefde en dat
vertrouwen, dat Scha-epman, dien we mis
sen nóg in deze d|age-n, -gearbeid heeft in
Nederland om in Christus te herstellen wat
hij kon? Morgen gaan we zijne nagedachtenis
weer eens eeren, overdenken wat hij leer
de, bewonderen wat liij deed, maar hoven
alles vieren in hem een aananger van den
Pads als weinig anderen, zóó trouw. Wie
weet niet oezeer het aan zijn begeestering
te .danken is, dat wij in Nederland dei
Paus volgen als wellicht geen lantd ter .we*
reki! Maar dan weten we ook, dat de ze
gen van Cristus ligt over ons werk vatf
morgen,- zijn we zeker van de toekomst WflW
aóó screef Schaepman: i I i
JWat van dent ijd ook word©, ta Bob* fiS
derwaarts wenden, j
(Slechts aan der Pausenhnnd *a'J hg; sip
loop volenden.