TWEEDE BLAD.
Elck wat wils
Kunst en Kennis
OM DHN HAARD.
WIE WIL RUILEN?
ZATERDAö 13 DEC. 1919
Hoe zal ik mij tot het.
H. Kerstfeest voorbereiden?
UIT BOEK EN BLAD
Eeo sctioone Kerstavond.
SPROKKELINGEN.
ONZE BRIEVENBUS
I.
Voor de komst van den Koning der Konin
gen in mijn hart; wil ik mijn ziel zuiveren
van zonden en haar versieren met deugden.
Tweemalen in acht dagen tiids, met Kerst
mis in de nachtmis, en met Nieuwjaar, op
het icest van 's^eeren Besnijdenis, houdt
onze Moeder de H. Kerk, in alles bestuurd
door den H. Geest, haren kinderen' hetzelf
de epistel voor van den hl. Paulus aan zijn
leerling Titus. Het 'behelst het doel van 's
Heeren komst op aarde en de geheele zeden
wet van den Christen met het groote middel,
om die zedenwet in al hare wijde strekking
en geheel hare vólheid té vervullen:
,.De genade v.an God, onzen Zaligmaker,
is voor alle menschen verschenen, en leert
ons; dat wij, mei verzaking van de godde
loosheid en de wereldsche begeerlijkheden,
„matig, rechtvaardig en godsdienstig leven
in deze wereldverwachtende de zalige hoop
'en de komst der heerlijkheid van onzen groo-
ten God en Zaligmaker. Jezus Christus, Die
•Zichzelven voor ons gegeven heeft ,om ons
vrij te lcoopen van alle ongerechtigheid, en
voor Zich te reinigen een welbehagelijk volk
ijverig in goede werken. Spreek en vSrmaan
aldus in Christus Jezus, onzen Heer-"
Voor de komst van den Koning der konin
gen in miin hart. wil ik mijne ziel zuiveren
van zonden, dooi de goddeloosheid en de
o wereldsche begeerlijkheden te verzakenen
haar versieren met de deugden van matig
heid, rechtvaardigheid en godsdienstigheid.
Zoodoende zullen wij een Gode welhehage-
tijk volk zijn, ijverig in goede werken.
Goddeloosheid is elke afval van God entel-
ke overgang tot den duivel, is Christus ver
baken en Belial aanhangen is de waar
heid verloochenen en den logen voorstaan.
Goddeloosheid is ontrouw aan .de heilige
beloften, die men bij 't H. Doopsel afgelegd
en bij de plechtige H. Communie met een
duren eed bezworen heeft.
Goddeloosheid is woordbreuk, dat men
den duivel en al zijne werken en al zijne
IJdelheden berzaakt heeft.
U goddeloosheid moeten wij uit 1/eelerharte
verzaken, om roet het H. Kerstfeest deel te
hebben aan de genade van God, onzen Za
ligmaker, Die voor alle menschen versche
nen is.
Met de goddeloosheid noemt de groote
Apostel, in éénen adem, de wereldsche be
geerlijkheden, van welke zijn mede-apostel,
de H. Joannes, schrijft: Wilt de wereld
niet liefhebben, nog de dingen welke in de
wereld zijn- Zoo iemand de wereld lief
heeft, is de liefde des vaders niet in hem.
Want al wat in de wereld bestaat,is begeer
lijkheid der oogen, begeerlijkheid des vlee-
sches en hoovaardij des levens. Ook dit alles
derhalve moeten wij verzaken, om met het
II. Kerstfeest het heil des Heeren te aan
schouwen.
Vooreerst moeten wij den hoogmoed ver
zaken.
Met dan hoogmoed toch is alle bederf be
gonnen. in den hemel en op de aarde. De
hoogmoed maak; - van de Engelen 'duivelen
en van de rechtvaardigen verworpelingen.
Wat verhoovaa-rdigt gij u, (o, mensch)
gij stof en asch? Wat bezit gjj, wat gij niet
ontvangen hebt; maar als gij het van den
goed-en God cadeau gekregen hebt, waarom
gaat gij er dan trolsch op, alsof gij het niet
ontvangen hebt? Hatelijk is de hoogmoed
voor God en voor de menschen! Weet wel!
God weerstaat den hoovaardigen. maar den
■nederigen schenkt Hij Zijne genade!
Vervolgens moeten wij de begeerlijheid der
oogen verzaken.
't Is het woord van den Meester: „Wacht
u voor alle gierigheid!" Om ons daartegen
te wapenen, stelt Hij zijne hoorders deze
gelijkenis voor:
„De akker van zeker rijk mensch had over
vloedige vruchten voortgebracht. De rijkaard
dacht'bij zichzelven, zeggende: Wat zal
ik doen, want ik heb 'geen plaats om mijne
vruchten te verzamelen?" En hij zeid-e: „Dit
zal ik doen: ik zal mijne voorraadschuren
afbreken en grootere opbouwen, en daar zal
'ik mijn vee stallen en al mijn goederen op
leggen. Em tot nrijne ziel zal ik zeggen:
„Ziel, gij hebt vele goederen opgelegd voor
tal van jaren, rust, eet en drink, maalc goe
den sier!" God de Heer echter sprak tot hem
„Dwaas! dezen eigen nacht zal men uwen
ziel van u opeisch-en, en hetgeen gij bereid
hebt, voor wien zal het zijn?
Eindelijk moeten wij de begeerlijkheid des
vleesches verzaken.
Diep gewond als wij zijn door de erfzon
de, geldt hier vooral -de uitspraak van den
H. Geest: „De zin en de gedachte van
's menschen hart zijn van zijne jeugd af tof
het kwade geneigd." De aanvechting, de
prikkel des vleesches, die afgezant van Sa
tan. welke ons geeselt, voert, als wij niet
waken en bidden, zoo gemakkelijk tot over
daad en dronkenschap tot twist en twee
dracht, tot zinmelijfereid en wellust, tot on
tucht Pn overspel, tot weerspannigheid aan
de Goddelijke Vorzienigbeid. Maar wie der
gelijke dingen doen zullen de oordeelen G-ods
niet ontvluchten en het -Rijk dek Heeren niet
bemachtigen.
Aan dat alles moeten wij dus uit heelerharte
verzaken, willen wij met het H. Kerstfeest
het heil des Heeren aanschouwen.
Alkmaar, den 13en December 1919.
M. P. A. OOMS., D.P.
Zóó gaat liet ieder, die zich schatten inza
melt, en niet rijk is in God. De gierigheid
is de tortel van alle kwaad; daardoor
komt afval van het geloof, en wikkelt men
zich in vele kwellingen. De gierigaard is zijn
eigen beul, is een afgodendienaar en heeft
geen erfdeel in het Rij'k van Christus.
EEN HANZEBANKNUMMER.
„De Hanze", officieel orgaan
van den R.-K. handeld-rijven-
clen en industrieelen midden
stand in het bisdom Haar
lem
Ten gelegenheid van hot 10-jarig be
staan van de Hanz-e-banik in het Bisdom
Haarlem,, is het bondsorgaan „De Hanze"
als speciaal „HanaebanknUmim-er versche
nen, waarin aan tal van voormannen op 't
gebied der Kafah. Middenstandsorganisa
ties gelegenheid is geboden hun meening
over het doel, iiOoidEakelijkhéid en werk-
wijzo der Haarlemsche Hanzebank ken
baar te maken. .Voorts bevat het eqn arti
kel van dien bekenden accountant den
heer Nijst betreffende 't zeer actueele
vraagstuk: „De Keirk en de Rente".
Overigens bevat het blad enkele goed
geslaagde kiekjes van hot Hanze-bankge-
bouw te Delft, waar die hoofdkantoren
zijn gevestigd.
Uit dc reeks van artikelen vatten wij
het eerste, dat van den bondsvoorzitter
C. J. G. Struyeken en lat-enhot hier, ter
herinnering aan het 10-jarig bestaan van
dc Hanzebank in het bisdom Haarlem, op
Zondag 7 December li., volgen;
Niet alleen ondergeteeken-do zoo
vangt de schrijver aap maar iedier van
onze 10.000 Hanzeledeii zal er zich over
I verheugen, diat de Bank thans zijn 10-jarig
heest viert; niet alleen dozo herdenKing
geeft, do vTeugd'e. doch roéór, vcor alles is
't-de vooruitgang', die dc Dank kenmeilet,
die ons met een Mij hart bezie! 1.
Tedere week kan men in „de Hanze" dc
mutatiën zien, die in de Hanzebank
plaats vinden, h-oo de middelen stijgen in
den vorm van Credft-Saldis Deposito en
Spaarkas: hoe ook de verleende kredieten
in bedrag vermeerderen, waardoor men
enn indruk krijgt, welk een bedrag aan cre-
diet aan onze Hanze-leclcn is verleend,
waard-o-or onomstoot-elijk bewezen wordt
van hoeveel nnt de Hanzc-bank voor de
Hanzè-leden is.
Het .gaat met die Hanze-hank nog- steeds
crescendo en als de gedachten dan onwil
lekeurig gaan naar de eerste jaren van
het bestaan van die Bank, dan is het als.
't ware ongelooflijk, ho-g in de eerste jaren
met bescheiden mandelen, bescheiden
krachten, bescheiden behuizing gewerkt is
moeten worden.
Als ieder onzer eens had medegemaakt,'
hoe in alle dealen de eerste 5 jaren waren
en dan daartegenover de positie van
thans, dan zou hij zijn handen in elkaar
slaan over het enorme verschil.
Ik heb dan ook alle respect voor den
durf der oprichters en voor de leiders in
het afgeloopen tijdperk.
Vooral do laatste jaren hebben de
grootste vlucht gegeven, dank zij de
krachtige en vérziende leiding,
De eerste jaren zijn in zaken menig
maal de kwaadste en zoo was het Ook bij
onze Bank.
De kinderschoenen zijn thans uitgetrok
ken; 10 jaren zijn nn voorhij.
Nn gaat het tweede 10-jarig tijdvak in
en als de teekenen niet bedriegen, dan zal
dit tijdperk eene nog grooteren bloei ten
aansohouwe geven.
Wanneer leiding, controle en vooral
lief-de in en voor de Bank, niet alléén bij
de leiders, maar ook in h-ooge mate bij de
Hanze] eden zelf, zal blijven voortbestaan
en verhoogd, dan kan *t niet anders, of
d-e Hanzebank zal een bloeiende en zegen
rijke instelling voor onze Roomsehe Mid
denstanders zijn. Laat de Banzeleden dit
toch vooral niet vergeten, dat de Hanze
bank or niet is voor zich zelf, er niet is
om winst te maken, doch dat de Hanze
bank er is om d© Roomsehe Middenstan
ders te helpen en te steunen, waar dit
gevraagd wordt en ^nogelijk is.
Het is dius de Bank vanhen en voor
hen.
Daar-om is het ieders eigenbelang en
plicht, zich bij de Hanzebank aan te slui
ten, zich van de Hanzebank te bedienen.
Hij helpt daarbij zich zeiven en steunt
dio-or die hulp weder anderen, waardoor
ten slotte de geheele Roomsehe Midden
stand wordt gediend en de geheele Mid
denstand zijn'plaats in de Maatschappij
behoudt en versterkt.
Wanneer dan c-ck bij het begin van het
tweede 10-iartg tijdperk 'door de leiding- is
besloten om het aandeelkapitaal te vergroe
ien, om dit meer in verhouding te brengen
tot het verleende crediet, dan moge er van
onze 10-000 Hanzeleden er niet één zijn, die
zijn liefde voor zijn B-ank zal weigeren te
toonen.
Wanneer wij alien onze gemeenschapszin
aan den dag willen leggen, is onze plaats
in de maatschappij verzekrd en kunnen
en zullen wij op de bres blijven staan, om
onze belangen en onzen siand met hand en
tand te verdedigen.
Een van deze zaken te behartigen is. onze
Hanzebank te dienen, waardoor wij zelf wor
den gediend.
Een woord van oprechten hartel ijken dank
aan onzen Directeur den heer. F. J. Per-
quin, die zich geh-el, met al zijn liefde voor
den Middenstand geeft aa-n d-en bloei van
onze Bank.
Moge 't hem gegeven zijn. nog vele jaren
de Directie te blijven vervullen, dan ben ik
er zeker van, dat de belangen van de Bank
aan goede handen zijn toevertrouwd
Moge dan onze Bank verder bloeien tot
heil en zegen van onzen Roomschen Mid
denstand in het Bisdom Haarlem.
DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
van deze week bevat de volgpnde:
PLATEN'. De internationale arb ei dis-
conferentie te Washington. De Heilige
Teerspijze. (Naar een schilderij van A.
Perret). Een landschap hij Rome. De
^optocht der H. Kindsheid. (8 foto s.)
tie begrafenis van de Ifoordwijkscbe hel
den. (2 foto's). De woningnood. (6 fo
to's.) Op het plein van San Marco te
Venetië. Inzegening van het bondsge-
bouw voor den Diinburgschen boerenbond.
De tank als sneeuwruimer. Burger
oorlog in Mexico. (9 foto's).
TEKST: 'Het geheim van de schrijfma
chine. (Door E. H. Uylings.) Illusda.
(Da,af Sutove). Het genootschap deof H
Kindsheid. (A. G. Fruytier, R.-K. Pr.)
H^t fabrieksgeheim. (Door Th. Wulter-
kens).— Eindelijke berusting. (P. C. Krü-
ter e.s.s.R.). Om de week een vraag.
HIJ KON ZIJN VRIEND.
Waarde vriend, leen me vijf gulden, ik.' hek
mijn geld thuis gelaten en heb niets op zak.
Onmogelijk op het oogenblik; maar tk kaft
je in staat stellen die som onmiddellijk te heb
ben.
Hoe dan?
Ziehier een dubbeltje, neem de.tram en ga
je geld thuis halen.
Moeizaam strompelde het jongetje d-e
sloep op en rekte z"n verstijfde Leden
om op de belknop to kunnen drukken.
Toen, leunende Legen het ijzeren hek
werk, wachtte liij totdat de deur zou ge
opend worden, hetgeen eerst na gerui-
mon tijd geschiedde.
En smeekenu^nog meer met zijn oogjes,
Üic -door hunne sombere uitdrukking reeds
vau vroege kommer en ellend-c spraken,
.vroeg hij om een stukje brood ten eind-e
-zijnon honger te stille.. o- .ooitje
vuur, waaraan hij zijn verkleumde hand
jes zou kunnen verwarmen.
Maar de juf!rouw, zelvo wollig en warm
'gekleed, bekommerde zich niet om de
schamele plunje van 't kind d,at buiten
stond, sloog goen acht op de uitgeteerde
gelaatstrekken, dacht enkel verlangend
aan' de lekkere warme kamer welke ze
Jini een nietigheid als deze had moeten
verlaten.
Boos"op liet kind, dat haar een oogen
blik die heerlijke warmte had doen ont
beren, sloeg ze met een .onverstaanbare
snauw de deur dicht en begaf zich we
der naar binnen.
'l „Alweer niets..
-I Moedeloos klom hij d,e stoep weer af...
Was er dan niemand in héél de groote
stad die medeiijdlen had met een .arm
verlaten kind. En d,at op een. avond als
deze- den schoenen Kerstavondl
Den ganschen middag was hij van hjuis
tot huis getrokken, in do hoop wat voed
sel te zullen krijgen, matar tevergeefs 1
I! En toch hadd.en die menschen warm
te en eten genoeg. De warmte voeldie
Hij als een weldadige stro-om over zich ko
men, wanneer op zij nabellen, de huis
deur voor "n oogenblik geopend werd en
Ide heerlijke geur van uitgezochte spijzen
iwnlko hem in den neus drong, deeid hem
zijnen honger n-og scherper gevoelen.
Waarheen nu? Na-ar huis, waar vader
beschonken toestand op den grond lag,
niet bij machte om zich op te beuren?
i Het kind rilde..
i Neen dan was 't nog beter hier. buiten.
Maar hij was zoo mat en moei 't Was
pfst beste maar om eerst even uit te rus-
jten; daar, in 't portiek van dat deftige
iieerenhuis, daar was h(ij tenminste eenigs-
pins beveiligd tegen den konden wind;
die hem de sneeuwvlokken voortdurend
in 't gezicht-zweepte.
inéén gedoken ais een marmotje 'Lag
jpij daar, zonder één klacht, één zuchjt
,te uiten, en toch was hij zoo wee van
Honger, zoo stijf van kou.
Alleen hu-haalde hij zoo nu en dan 't
gc.x' Ije welke hij zich zelve na den dood
zijner moeder geleerd had en dagelijks
bad: „Lief Jezuskindje breng mij toeh
spoedig bij mijn moeder in den sohoanen
hemel."
Vanwaar kwam het opeens, dat blau
wige wolkje, jwelke de veilende sneeuw
vlokken verdrong?
Met wijd-opengesperde oogen van ver
bazing keek hij er naar tot -dat de wolk
verdween en plaats maakte voor een hel
der glorend licht .weilke va-n een wonder
schoon kindje bleek uit te stralen...
- Hoe liefdevol zagen die zacht-büa.uwe
oogjes van dat kin-d hem aan..., 't deed
hem plotseling zijnen honger vergeten en
't was of d-e koude uit z'n ledematen
verdween."'
Hij moest er maai' voortdurend naar
kijken, naar die fijne gouden krulletjes
welke can z'n voorhoofdje te glinsteren
lagen en die mollige rozige armpjes en
beentjes, hoe snoezig staken ze uit dat
blanke .witte kleed, omzeom-d rnct gouden
randen.
Daar trippelde het op liem tos cn sloeg
de armpjes om zijn hals...
Een ongekende vreugde beving Hem...
neen, zóó gelukkig als nu was hij nog
nooit geweest; zelfs niét tosn moeder nog
leefde en vader met hen samen het Kerst
feest vroom' en blij meevierde....
Daar begon het te spreken met zachte,
zoet-vloeiende woorden:
„Ga je met mij moe naai' huis?" vroeg
het op lieftaJlgen toon, vader en moeder
vindén 't best dat je mee ko-mt.
Ik zag hoe je- van huis tot hp is ging
oei .wat voedsel te vragen en je overal
met ledige handen werd weggestuurd, en
toen kreeg ik zco'n medelijden met je,
en vroeg aan vad.er en moeder of ik je
mo-cht brengen. In ons huis zul „je 't
goed hebben hoor,'" babbelde het kind
je rustig verder, ,daar is "t altijd even
warm en zonnig en ge zult er alles vin
den wat ge gaarne wenschtl"
Het jongetje kon aan zooveel toekom
stig geluk nog bijna niet geloovén, maar
er was iets in het uiterlijk en de woor
den van het kindje, dat van waarheid ge
tuigde en hem zelfs eerbied afdwong.
„Maar .wie zijt ge dan"' vroeg hij.
„Ik ben Jezuke" zoo maakte het Kindje
zich thans bekend, en Sint Maria en Jo
zef zijn Mijn Moeder en Vader.'"
„O Jezukindeke lief Jezukindeke I" risp
het knaapje in ve/.rukkng, en het deed
een poging om z"n s-tjramme knietjes te
buigen, dpch eek Lij er den tijd toe vonidL
had het Goddelijk Kinidje hjam nog in-
nigek omvat d,an tevoren.., daar hi-even
Zijne voetjes zich van den gfcond" en zweef
de het Jezukindeke de ho-ogte in, hét
knaapje jnet zich roede voejrend.
Lelrbiedig .weken de sneeuwvlokken op-
zijde, uit vire-es liet Kindeke metjhun ijzige
vezels aan te raken en de wo-lken ojien-
den zich om hun Heer en Mester onge
stoord Zijn we-g naar "t (Hemelrijk te Idosn
vervolgen.
Eindelijk kwamen beiden aan een groote
gouden poort, die- zioii opende tosn Jezus'
kleedje liet' zachtkens 'raakte.
En... daar blikte ens j'ongetje in de
enein.di.gen ruimten van de Hemelzaal,
waar eon licht als van duizend zonnen
d-e eindelooze Engelen- en Zaligcnrijen be
scheen.
De Engelen stemden hunne harpen* en
de Zaligen traden zcet-ziligend het kleins
Jezuke tegemoet, dio lied-en het leest Zij
ner Heilige Menschvvcruing herdacht.
„Ga maar mee naar binnen zei Jezuke
gemoedelijk „kom maar gerust mee -Door" 1
„Vat 's dat no-u" bromde Sint Tieter
die aan do Hemelpoort stond „gaat Jat
zóó maar? Zoo zonaer gccorueeid. to wor
den?"'
,Hc ja Sint Pisten" vleide Jezuke
,,'t is een vriendje van me."
„No-u vcoruit dan maar1' zei Sint l i iter
nu opeens veel vriendelijker, en terwijl
hij het knaapje een schalks kneepje in
de wang gaf voegde Hij e-r aan toe:'„Je
hebt gelijk dat jo het Jezuskindje cp aar
de te- vriend gehouden hebt, nu zal je
dat niet berouwen.'"
Maria en Jozef zaten eik op een gou
den troon en tussclien Hen bsid-en in
stond die van de kleine Jezus.
„Moodcr Vader zie eens dat is na mijn
nieuwe vriendje, riep liet Jesuskin-de,j
„geeft ,U hem een mooie plaats als 't IJ
belieft?"
Het knaapje durfde zijne oogen bijna niet tot
de Koningin des Hemels opheffen, want Zij
schitterde zoo: in Heur glanzige blauwen man
tel, waaronder uit een vlekkeloos kleed te vobr-
schijn kwam, terwijl een allerkostbaarste dia.
deem beur gouden lokken sierde. Wat zou hij
doen?Daar herinnerde hij zich dat het
„Wees Gegroet" de Heilige Maagd altijd het
liefelijkst in de ooren klinkt en op zijn knieën
vallend, had' hij de drie Wees Gegroetjes ter
eere van Maria's Onbevlekte Antvangenis.
Daar voelde hij zich opeens door twee zachte
armen omvatten en toen hij opzag, blikte hij in
Maria's van liefde stralende Moederoogen.
„Mijn kind'', sprak Zij liefdevol, „daar deed
ge wel aan. Ge moogt u zelf gelukkig prijzen,
dat ge de drie Wees Gegroetjes gedurende geen
enkelen dag des levens vergeten hebt. Thans
zult gij één mijner dierbaarste kinderen zijn;
maar kom nu mee, dan zal Ik u uw hemelkleed
schenken."
Met het knaapje aan de. hand verliet Sint Ma
ria een oogenblik de hemelzaal, om weldra te
rug te keeren met een allerliefst engeltje in een
wazig hemel-blauw kleedje gestoken en twee
zilverige vleugeltjes op den rug.
Een paarlen kroontje schitterde o mz'n"glan-
zige krullen en. z'n wangen waren even zoo vol
en blozend als dit van de andere engeltjes.
Daar kwam eêttige beweging in de rij der
Zaligen en een schoone vrouw, getooid met een
kroon en zegepalm, trad naar voren.
„Moeder, lieve moeder," riep het nieuw aan
gekomen engeltje, als in verrukking, „nu zijn
we voor altijd hij het Kindje Jezus en Moeder
Maria."
„Mijn kind, mijn lieve jongen," antwoordde
de Zalige,, schreiend van liefde en geluk, „wat
hen ik ons Jezuke dankbaar, dat Hij u zoo
vroeg van alle aardsche ellenden heeft willen
verlossen. En voor Jezus' troon nederknielend,
had zij: „Lief Jezukindeke, thans hebt Gij mij
een onuitsprekelijke weldaad bewezen door mijn
kind' op te nemen in "Uw schoonen Hemel, och,
geef mijn echtgenoot de genade, dat hij zich be-
keere en eenmaal met ons beiden vereenigd wor
de."
Het engeltje keek den kleinen Jezus smee-
kend' aan en Deze, met een vleiend-vragenden
blik op" Zijne Heilige Moeder antwoordde:
,,'t Zal gebeuren, niet waar Moeder? 't Zal
gebeuren?"
Sint Maria lachte het tweetal, dat geknield
aan Hare voeten lag, minnelijk toe en Zich tot
Jezus wendende, zeide Zij„De flood van zijn
kind zal den vader tot ommekeer brengen, dit
heeft God de Vader Mij daareven gezegd."
Daar hief één der Cherubijnen den lofzang aan
Glorie aan God iii den Hooge,
Vrede den menschen op aarde van
[goeden wille,
En gatisch het Ilemelkoor stemde in:
Wij loven U'
Wij prijzen U
Wij aanbidden U
Wij verheerlijken U!
Dank brengen wij U om Uwe groote
[heerlijkheid.
Hè hè, nu kom' ik toch eens even tot rust.
Wat is me dat de laatste weken een drukte
geweest met het uitzoeken van al die woord
jes en het verloten van de prijzen; 't was ge
woon kolossaal
Maar nu neem ik het er eens van en maak
ik maar een heel kort praatje, omdat jelui toch
niet -lang naar mij zult willen luisteren, aange
zien jelui allemaal het nog al druk zult hebben
met de cadeautjes, die je van Sint Nicolaas
kreeg.
En nu Sint Nicolaas voorbij is, gaan wij het
Heilig Kerstfeest -weer tegemoet; daarom heb
ik vandaag alvast een mooi Kerstverbaal ge
plaatst.
Wel te rusten!
OOM KOOS.
EEN MUIZENRECEPT.
Hebt ge in schuren of in huizen,
VriendenI overlast van muizen",
Strooi op planken en in kasten,
"Wïunr de muizen zich verga.sten,
Erissche „wilde kruizemunt"
'L .Wed d.at gij, na weinig dagen,
Van den last zult zijn ontslag" n!
RECEPT VOOR LANG LEVEN.
„Wat hebt ge foeh daarvoor gedaan?"
Zoo sprak ik zek'Tcn grijsair 1 aan
„Het hoofd omhoog' de kniëen vast
„Zoo vlug r,og als c]e flinkste gast'
„Wat wonder middel mocht u balen?!
En lRchend ving de grijsaard aa-n:
„Daar heb ik nooit iets vor gedaan
„Maar aïijd ves.l er-voer gelaten."
Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruik
te maken, zendt men mij maar 'n briefje waar
in duidelijk geschreven staat, wat men wenseht
met volledigen naam en adres. Dan zet ik dat
in de Kinderkrant en de verzamelaartjes weten
dan waar ze elkaar kunnen vmden.
De briefjes moeten- in enveloppe gezonden
worden AAN DE REDACTIE VAN D?
KINDERKRANT HOF 6, ALKMAAR.
Ik wil postzegels ruilen voor andere
vreemde postzegels. Ik heb er 9 van België, f
van Denemarken 9 van Zweden, 3 van Noot*
wegen, 17 van Duitschland, 10 van Beieren, U
van Frankrijk, 15 van Engeland, 2 van Engelacb
Indie, 1 van Straat Shaitlemen, 6 van Italië, J
van Spanje, 2 van Oost-Indie, 6 van
Oostenrijk, I van Brazilië, 5 van
Zwitserland, 1 van Japan, 9 van Amerika en 2
van Egypte. Jan Plas, Payglop 15, Alkmaar.
Ik heb 12 achterzijden van Couvetdoosjes,
18 plaatjes van Golden thee, en eenige Verlca-
de's-bonnen, die ik wil ruilen voor Ivwattasol-
daatjes. Nader overeen te komen. Cor Zuurbier,
café „de Landbouw", Ursum.
Ik heb S Vaderlandshe Geschiedenisplaat
jes. ie deel: de nummers 14, 34, 45, 52, 72 en 78,
die ik wil ruilen voor 3 kwattasoldaatjes. Ook
heb ik I plaatje 2e serie en I plaatje 3e serie,
die ik ook wil ruilen voor 1 kwatta-soldaatje; 1
Verkade's en 1 Ter Wee's-plaatje wil ik ruilet*
voor 2 Kwatta-soldaatje.s; 25 Vaderlandsche
Geschiedenisplaatjes 2e deel wil ik ruilen voot
12 Kwatta-soldaatjes en dan nog 15 Honig's
Maizena-plaatjes wil ik ruilen voor 7 Kwatta
soldaatjes. Berthus Anthonisse, Grebberstraat 8,
Haarlem.
Ik heb 40 platen van de Jong's vogels die
ik wil ruilen vor Kwatta-soldaatjes (1 plaat
voor 2 soldaatjes; ook heb ik ncg24 Honig's
Maizena-plaatjes, 2c serie, de nummers 209, 207
200, 197, 195, 194, 193, 188, 187, 186, 182, 174'
172, 171, 169, 165, 164, 161, 160, 144, 123, 115,
115, die ik wil ruilen (2 plaatjes tegen 1 Kwat
ta-soldaatje. Piet Jol, Eendrachtstraat 8, Alk
maar.
Marictje Bte HaarlemValt je het me>
mee, dat je nu toch nog een antwoordje krijgt!
Maar blijf maar goed je bent doen; misschie:
ben 'je een volgenden keer wel gelukkiger. Dag
beste Rie.
Jammer hè, dat je geen prijsje hebt gewonnen
Corrie Hulsbosch te Bennebroek. Zeker, je
broertje Nico mocht ook m.edocn en heeft
troutvens ook meegedaan, maar jelui zijn als
ik 't me goed herinner geen van beiden ge
lukkig geweest. Dat behoeft je niet te entmoe.
digen hoor, 'n volgenden keer gaatriiet mis
schien beter. Dag, Corrie, de groeten ook aafi
Nico en je overige broertjes en je zusje.
Jacobus R. Ie Hiihgan. Heb je .even geboft'
Sjonge, sjonge, wat ben jij *'n geluksvogel om
toch ook nog een prijs te winnen, hè Dank je
voor je belangstelling, hcor: ik maak het nog
best en ik ben blij, dat ze bij je thuis ook allen
goed gezond zijn. 1\allen maar de groe'ten
voor mij terug. Zeg, leukerd, wat bad je di!
brievenbus aardig getcckend Dag Kobus'.