DERDE BLAD.
6E1EN8D NIEUWS
RECHTSZAKEN.
Zaterdag 10 Januari 1920.
Door goedlieid overwonnen.
door den WelEenv. Pater Albert Botty.
De familie Lio,u-inn-chan Liou Zilver
berg was niet rijk, al droeg' ze een rijken
naam. Want om fatsoenlijk te kunnen leven
moesten man en vrouw han«i werken. Ze
„brachten kleine diagen door", .aooals de
Chineezen hier zeggen.
Op 'n goeien morgen nu liet Zilverberg
zich bepraten door een kameraad, die chris
ten was en waagde hij zich in het catecbu-
mcnaat van Feng niiig sien.
Men mag denken, dat de éerste'indruk
niet verkeerd was; want het was niet noo-
dig Zilverberg bij de ooren te vatten om
hem de volgende dagen te zien terug
komen.
Een week later deed hij zelfs den gie
wichtigen stap en zeitfe aan den catechist:
„Ik wil ook christen worden; schrijf mijn
naam in het register der catechumenen".
Daarna... zag men hem niet meer terug.
Wat was er gebeurd? Welke mug had
Jiem gestoken?
Eene mug? Neen, maar een heusche bij;
want de liefelijke naam van vrouw Liou
was Mi feng' (bij).
Zilverberg immers had bij zijne thuis-
komst zijne beslissing meegedeeld aan zij ne
dierbare wederhelft. Mi-feng echter wist
van den katholieken godsdienst niets an
ders dan wat kwade tongen in dienst van
Satan hadden rondverteld Geen wonder
dat bij het hooren van dit nieuws het bijtje
veranderde in eene giftige wesp:
„Wat? schreeuwde zij uit, opzwellend
yan woede, houdt gij u op met dat gespuis
:en gaat gij mijn naam önteeren met dien
van christen en mij begraven onder de
verwijten van heel mijn familie en kennis
sen? Neen, hoor je, dat gaat zoo niet, daar
wil ik niet van!"
Zilverberg, hierdoor gansch onthutst, wil
de eene verklaring geven van zijn gedrag.
Maar de wesp werd steeds giftiger en
bracht hem zooveel steken toe, terwijl die
verwenschingen van de gansche geslachts
linie zijner voorouders over zijn hoofd wer
den afgeroepen, dat de arihe vent maai- lijd
zaam bleef zwijgen.
En nu stak Mi-fengi ha,ar bitteren angel
pp de gevoeligste plek in het hart van Zil
verberg en stuurde hein het volgende ulti
matum
„Luister nu, uilskuiken! ofwel gij breekt
voorgoed met dat volkje, ofwel ik ga mij
ophangen. Begrepen
Begrepen? No,u, die sukkelaarbegreep
maar al te wel, diat Mi feng niet schertste;
dat Mi feng hem meer dan 50 mooie zilver
stukken gekost had, toen hij ze als zijn
vrouwtje kocht; dat Mi feng, door hare be
dreiging uit te voeren hem de achtervol
ging harer verbitterde familie zou op den
hals halen.
Zoo liet hij dan zijne bekeering maar stil-
Tekens rusten en trachtte zich te troosten
met deze uitvluchten der lafhartigen:
„Moiuo fa tzeu! 't Gaat niet! Ik kan niet
neer bij de christenen kooien."
En Zilverberg liet zich niet meer zien
h het catechumen aat.
Toen die drift had uitgeraasd, kwam de
beurt a):an het kalme verstand. Want Mi-
Je ug was niet dom en ook bezat zij een
rechtschapen hart.
Zij begon berouw te gevoelen over hare
'Wistuimigheidi of liever dat ze zich zonder
nadenken door de drift jhaid laten vervoeren.
Beweid is nog geen recht.
In zoo menige aangelegenheid had haar
man duidelijke bewijzen gegeven, dat hij
met beleid en voorzichtigheid te werk ging,
dat iliij zich niet b!ij den neus liet toëmen, dat
hij „gaten had in het hart" (siim was). Zij
kon er dan ook maar niet over, dat hij' in
dit geval zich zoo maar goedsmoeds- in
idle netten had laten vangen.
En feitelijk, wat wist zij zelf, zij Mi-
feng, over de Christenen? Al heel weinig
en dat weinige was haar nog toegekomen,
door losse geruchten. En deze geruchten,
.wie had die rondgestrooid en waarom?
Zeker, het christendom is een nieuwig
heid te Feng-ning sien. Maar is sedert twin
tig jaar niet alles nieuwigheid in China?
En al zijn alle veranderingen nog geen
verbeteringen, dan moet men toch beken
nen, dat er in vele iets goeds is.... Choci-
tcheu tao? Wie weet?,....
En Mi-feng wilde weten.
En zie, elf dagen na den storm nam Mi-
feng haar kleinste spruit op den arm en be
gaf zich naar het catechumenaat der vrou
wen.
Nauwelijks had zij den doek, die 's win
ters de deuropening afsluit, opgelicht of
eene maagd-missionares stond op-, ontving
haar met haar allerliefsten glimlach en noo-
digde haar uit op- den warmen Kang plaats
te nemen.
Een twaalftal vrouwen uit liet volk, mee-
rendieels met hare dochtertjes en klein
kinderen^ zaten er een kop heel warmen
thee te slurpen: een noodzakelijke voorbe
reiding: voor iedere les. Allen waren uiterst
beleefdi en vriendelijk voor de nieuw aan
gekomene; eene zelfs overhandigde haar
een kussen, terwijl eene inaagtl het ver-
Schrikte kindje een suikerballetje in 't hand
je duwde.
Mi-feng weid! verlegen van zooveel lief
derijkheid en vond geen woorden om te
-bedanken.
/bij de Nedcrlandsch-Indjsche regeering plan-
Dien dag verklaarde de maagd, met bet
'godsdienstonderwijs belast, het beeld van
Oen gekruiste® Zaligmaker. En terwijl de
schilderij de oogen der catechumenen ge
boeid hield, trachtte de missionares hare
harten te treffen door eene schets te ge-
van hef onnoemelijk lijden van Je-
gus. van de goedlieid en liefde, die Jezus
vireef zich aan dat kruis te laten -.nao-eleu
van de oneindige weldaden, waaraan de
gekruiste Jezus ojjs heeft willen deelach-
ng make®.
Do missionares' sprak Met Zalving, ge-
cruikte passende vergelijkingen en wierp
liefdevlammen uit. die liefde ontstaken.
Van. het hart Üer missionares ging een
strooming; uit naar het hart dier nederige
vrouwen.
„Hebt gij Het goed verstaan?" vroeg zij
op iiet einde.
Allen hadden het verstaan eii met den
omslag der mouw wischten sommige cate
chumenen de tranen weg, die in hare
oogen pareiden of hare wangen bevoch
tigden.
..En u dan?" vroeg- zij aan Mi-feng.
„Och, antwoordde deze, ik denk dat uw
Jez.'s een heel „goeie meneer" moet zijn".
Nogmaals een theepartijtje en men nam
afscheid tot 's_an,derendaags.
"Een nieuwe wereld hku zich" onTsltixc&Vi- -roer
den geest en vooral voor het hart der werk
vrouw. Want rot nog toe had zij alleen gekend
een wereld! van zelfzucht, van afgunst, yan
slijki
Geen wonder dan, dat liet catechuinKnaat
nooit een getrouwer en leerzamer bezoekster
kende dan Mi-feng ,die ook met draalde met
zich voor het christengeloof gewonnen te ver
klaren.
Op zekeren dag 't was nog tijdena hare
eerste betrekkingen met die maagden-miesio-
naressen maakto zij gebruik van de afwe
zigheid der andere catechumenen otn deze
vraag, te st.ellen:
„Hoe is dat met u, liebt ge heeletnaal geen
familie?'
„Onze ouders, antwoordde een der maagden,
wonen op ruim acht uur afstand van Feng-
ning-sien, in een streek waar duizenden
christenen zijn. Wij houden veel van hen,
maar toch gaan wij hen zelden bezoeken,
omdat wij ons leven gewijd hebben aan het
apostolaat: wij maken de groote liefde van
Jezus bekend aan de menschen on wijzen
hun den weg naar het ware geluk, naar den
eeuwigdurenden hauiel; zie, dat is ons be
roep."
Goedheid van Jezus, goedlieid der maagden-
missionaressen, dat is het wat Mi-feng bekeer
de, dat is het wèt Mi-feng nog catechumeen
reeds een apostel maakte. In aanraking, met
de goddcllijke liefde ondervond de neerige
wsrkvrouw een sterke behoefte om; Jezus te be
minnen en Heul. te doen beminnen.
Wal kan ik nog meer doen, vroeg zij
eens aan de maagden om aan Jezus al het
genoegen te doen, dat Hij van mij kan ver-'
langen?'
„Andere zielen bekceren" was het antwoord,
en heidensche kindertjes in stervensge vaar doo-
pen, om den schoonen hemel voor hen te
openen en het Hark van Jezus te verkwikken,
dal zooveel van de kleintjes houdt."
En onmiddellijk onderriclitLe haar de maagd
in de wijze van toedienen van het H. Doopsel,
waardoor ieder jaar in China legioenen van
kleine engeten ten lieunel opgezonden worden.
Nu had de ijver van -Mi-feag een voedsel
gevonden, dat hem ontwikkelds en vruchtbaar
ma,akLe.
Naar het voorbeeld der maagden, wier kost
baarste medewerkster zij was, trotseerde deze
arme catechumeen allo moeiten, regen en wind,
storm en sneeuw om „het voorhoofd der klein
tjes in stervensnood ta verfrisscheif'. Z.oo-
iels noemde zij „kleine genoegens deen aan
Jezus, die er ons. zoo gedaan .neeit." En ver-,
geten wij niet, dat Mi-feng de arme werkvrouw
was, die om aan haar ijvervolle liefde voor Je
zus te voldoen, geenszins haar dagelijkscli
werk verwaarloosde, maar die Zilverberg door
haar onvermoeibaren arbeid Iiielp da twee
eindjes van het jaar aan elkaar te knoopen.
Tijdens haar Catecliümenaat had zij dan
ook het geluk GD70 heidensche kindertjes
in stervensgevaar te doopen. Tevens bekeerde
en doopte zij oen stervenden grijsaard alsook
een jonge Vrouw, door de tering aangetast,
die stierf iu de armen van Mi-feng onder het
herhalen der zoete woorden van Jezus en Maria.
Den volgenden nacht verscheen haar deze
jonge vrouw met een van geluk stralend ge-
ba l en gekleed in oen setuiterenden mantel,,
bestoken met gouden bloemen. Eerst deed
de verschijning voor haar den plechligen groet
bestaande uit een drievoudigen voetval en daar
na zeide zij haar tot tweemaal toe: „Mi-leng
dank aan u hen ik nu bovenmats gelukkig."
loen verdween zij
mand uitroepen.
Neen, Mi-feng is geen zwakke kop. En is
éénmaal dan reeds gewoonte? zouden vender
in het heidenland signa non fidelibus sed
infidelibus, de leekeuien zijn gegeven niet voor
de geloovigen maar voor de ougeioovigen
de góede engelen in opdracht van God door
middel ivan den droom niet een of andere
niededeeliiig aan de mens-chen kunnen deen,
terwijl de selchte zooveel macht hebben op' de
verbeelding en daardoor op den geest?
Na het voorgeschreven jaar catechumenaat
ontving Mi-feng de Sacramenten des Doop
sels en der Eucharistie.
„Sedert dien» zoo schrijft mij Pater Jos. Ver
hoert, directeur van het district Pa Iveou.
heeft zij niet opgehouden een voorbeeldige
christin en een ijvervolle apostel te zijn".
Zij is nog steeds de nederige werkvrouw,
maar zint voortdurend op middelen om zoo
veel mogelijk kindertjes in stervensgevaar te
doopen en. volwassenen naar het catechume
naat te leidien.
O-ok heeft zij defal zoeten troost gesmaakt
liare oudle stervende mocdiip te doopen en
gansch haar huisgezin te bekeeren
Haar laatste overwinning was de hekecring
harer zuster, die gehuwd was met een hei
den en op 10 uur van Feng-ning-sien woonde.
Deze vrouw is zeer gunstig gestemd1. Zij heeft
ons beloofd hare familie tot het ware geloof
te brengen cfn 'niets te verzuimen om kindbr
tjes in s tervensge-mar te dtoopen.
Bidden wij, dat zo een tweede Mi-feng worde.
ARR. RECHTBANK TE ALKMAAR.
Zitting van 5 Januari.
NIEUWE ZAKEN
Diefstal mei braak.
Voor de rechtbank alhier verscheen ten le
II, K., oud 25 jz. b"ten 2e H. V, koop
man, oud ruim (k) jaar, beschuldigd van dief
stal met braak, in deu nacht van 23 op 26
April 1.1., ten kantore van J Daalder, gros
sier, Alkmaar.
Als getuigen werdén gehoord de beeper. J.
Daalder voornoemd, Grqn.flsnia, hoofdagent
van politie, J. v. o~~ Berg, inspecteur van
pclïtio, A 'van 't Hof, lantaarnopsteker, jNolet,
waarnemend directeur van het krankzinnigen-
gesticht te AVo-jnsel, J C. v. ld. Andel, arts,
ass te Utrecht, D© heer Jan Daalder kwam
verklaren hoo hij de inbraak ontdekte, be
klaagden "hadden Zicli door middel van val-
sehe sleutels toegang verschaft en aldus het
slot verwrongen. H. Daalder was genood
zaakt langs een 'andere, nl. de pakhuisdeu?
naai' binnen te gaan, toon vond 'hij de bramdJ
kast opengebroken De eerste betichte bekeru
ne dadelijk wanneer hij voor de bewijsstukken
geplaatst werd. De tweede een echt m!is-
dadjgeitsype, die reeds 25 jaar van frijn leven
in de gevangenis doorbracht aarzelde eerstj,
als verslagen, dan herwon hij den moed ei]
stamelde een ontkennend antwoord, vervol
gens bekende hij dat hetinbrekersgerie4
waarvan hem de foto voorgelegd werd, hem
tcobelicordd, eindelijk loochende hij weer,
gaf een reeks onzekere antwoorden op de
vragen vail den president, om die dan evon
later weer te wijzigen, zoodat hij ten lange
laatste heelemaal met Zich zelf in strijd lajJ
wat hem niet belette, dat hij consequent aan
zijn vroeger gezegde (dat bij het lin hechtenis
nemen afgeluisterd werd) door bleef lonciicr
nen. De Voorzitter wees hem toen op zijn
strijdige verklaringen, toch bleef beklaagde
hardnekkig aan zijn vorige gezegden vast
houden, wat aanleiding gaf aan le bekl. om
ta bevestigen, dat 2e bekl wel degelijk vroe
ger tegen hem- zeide: „Je had maar moeten
doorlooclicncn 1"
Vail 't Hof, de lantaarnopsteker, word daar
op naar binnen geleid, om zijn verklaringen
af te leggen. Hij had twee personen uit bit
kantoor zien komen en de deur daarvan diclil
doen, indertijd dacht hij dat bat smokke
laars waren en daarom juist had hij g.eri
kwade vermoedens. Getuige herkende met ba-
siislheid beide beklaagden
De tweede beklaagde V. haalde de schou
ders op, en kwam even daarop met do bewa
ring, dat van 't Hof hem niet kon zien, want
dat de afstand te lang waswiat door van1
't Hof uitgelegd werd
Voorzitter: Was het reeds dag?
Getuige: Schemering, en de lantaarns brand
den nog.
De le beklaagde legde uil, dal hij zijn maat
in de gevangenis leerde kenden, later it» tmoal-
teffl. ze mekaar in Amsterdam, waar le bekl.
naar werk zoekend was, 2c bekl bcpraatlq
hem, en zoo kwamen beiden naar Alkmaar.
Eerst wilden zo elders inbreken, maar het
slot weerstond en toen landden ze aan ten
huize van J Daalder. 2© bekl. V. beweerdq
hier -echter K. vroeger niet gekend te heb
ben, maar even later erkende hij in Maart
met K. in Alkmaar geweest te zijn cn dal
het inbrekersgerief hem toebehoort. Gaf bij
toie in het vooruitzicht bij zijn |ovcntueele vrij
spraak weer in 't bezit daarvan gesteld le
werden.
Do 'lieer Nolel, arts, kwam verklaren, dat
2e bekl, op 26 Sept. tot 3 November van lwl
huis van bewaring bij Stent naar hét krank
zinnigengesticht gebracht werd. Zijn geosles-
gesteltenis was op dit -oogenblik normaal en
.ook over het verblijf van beklaagde in hei-
gesticht legde de arts bezwarende bevindingen
af: hij was n'ict krankzinnig, wel zoor sluw;
hij' zou onder meer gezegd hebben, toien hij
vernam dat zijn zaak geschorst was, „dat hij
maar gehuicheld had". V. ontkende zulks ten
stelligste, maar do arts bleef bij -zijn ver
klaringen.
Na Dr. Nolet kwant Dr. van Aiidel, dio zei,
beslist te kunnen verklaren, dal de 2c beticht»
V. op dit oogenblik niet lijdend was aan een
bepaalden vo-rm van krankzinnigheid.
Na al deze opvolgende verklaringen kroeg
de subst. off liet woord om te -zeggem,
dat de 2e beklaagde* een oud veroordeelde is,
die door heel zijn houding bewezen heeft
bedorven te zijn, hij moet uit de samenleving
verdwijnen, want immers vervalt hij toch
weer in de. zonde-'25 jaar bracht hij reeds
binnen de muren der gevangenis door cn nog
heeft hij op zijn kerfstok een veroordeel'ing),
die niet uitgeboet is De ccnige opbossing
is deze, dat hij verdwijnt uit de maatschappij»;
waarin hij niet meer thuis hoort, dat is dan
ook de reden waarom het O. iM. een minimum
eisehte van drie jaar en voor de lc bokt,
die nog jong is en slechts één straf 'voor
deze onderging, zou hij met één jaar vol
staan.
De tweede beklaagde, kwam. hierop nog
maals aan de beurt cn begon een rede van
verontwaardiging over het hem aangedane
onrecht. Altijd is hij slachtoffer geweest van
onmedoogendê rechters en het zon ditmaal
weer eens hel geval zijn, voor oen feit, dat
op zcfczelvei een onzinnig iets was; men zegt:
held. js een geroutineerde dief, en was dit
het geval,- dan zou hij zich zeker niet gewaar-
digd hebben, zelf indien hij ingebroken nad,
de handen aan zoo'n nietig ding vuil te ma
ken. „Was dal een brandkast?" riep hij uit,
„ik heb er de foto van gezien; het was- 'n
oud bo-ekeurekje en bovendien op die gang
geplaatst.. Edelachtbare Hecrcn, U mag het
wel wéten dat ik mijzelf te hoog acht voor
do enkele ellendige oenten die bet ding be-
valie! Bekl. besloot met den rechters te ver
zoeken hem bij een mogelijke veroordeeling
in een gemeenschappelijke gevangenis let wil
len plaatsen.
Do advocaat van. den le.ii beklaagde plee
op het onbesproken verleden van bekl. ten
meende» dat het niet uitgesloten was, dat
deze man terug in de samenleving zal komen)
ja zelfs 'n nuttig lid daarvan zal worden.
Op hem mag zeker niet de geheeld ver
antwoordelijkheid van zijn daad geschoven
worden? want hij verkeerde in moeilijkheden,
hij was werkeloos Verdediger zegt, dat. men
met een doorloopend geneeskundig toezicht
voor den 2en beklaagde zou kunnen vol
staan, gevangenisstraf is te wreed voor j«-
mand die in zijn. positie verkeert.
Niemand had hierop nog iets lc zeggen
cu te kwart voor twaalf werd deze zaak
gesloten, tot de volgendeztiting.
DIEFSTAL.
De tweede zaak die opgeroepen werd
was die van J. v.'D-. meubelmaker cn A.
J. M. M. metselaar, beiden jongelingen-
van nauwelijks twintig, jaar.EIuu werdi
ten laste gelegd', dat zij te Egmon-d in
den nacht van 9 op 10 Dec. 1919 een
spiegelruit gebroken hébben bij A. F. Alk-
man, en daarna' een deken, bénevens eeni-
ge pakken sajet uit tie étalage stalen.,- T
Beklaagden werden verrast en wierpen f
het gestolene weg.
Beiden bekenden ronduit liet ten laste
gelegde. J. v. D. verklaarde het plan te
hebben beraamd.Maar zij verkeerden in
nood', zij wsiten niet eens waar dien nacht
te zullen slapen, en waren naar Eg-tnond
gekomen om een uitkomst te zoeken, j.
v. D. bekende de ruit ingestampt te -heb
ben. hij had! het gestolene er uitgehaald en
gedeeltelijk aan zijn maat overhandigd.
Daarop zijn zij weggeloopen.
De subst. meende, dat bekl. misschien
nog terug op de goede weg te brengen
zijn althans toch A. J, M. M. daarom
eischte hij voor J. v. D. 12 maanden en
voor A. J. M. M. 4 maanden.
De advocaat van beide bekl. wees er
op. dat A". M. M. het slachtoffer ge
worden is van zijl? zwerversleven (hij was
namelijk medegeloopen met een kermis
troep en diaarvan afgedwaald) toen is de
ellende gekomen.
Ook J. v. D. was in den grond niet
bedorven. Pleiter vroeg voorwaardelijke
veroordeeling voor A. J. M. M. en terug
zending! naar de ouders, vender een maand
voor J. v. D.
Uitspraak binnen ,8 diagen.
Openbaar bedelen.
Jae, Kiijn, grondwerker haid op 10 Oct.
1.1. n 't o-penbaaih' gebedeld, en zich te
gen de politie verzet. Bekl. was voor
korten tijd ontslagen .uit da werkinrichilng'
te Hqoifn, maar maakte na dien overmatig,
gebruik van sterke dranken.
Bisck: 3 dagen hecht., en G maanden
opsluiting in de Rijkswerkinrichting.
Mishandeling.
De Voeikaop-man M. do H.,te Purmerend
had ih den nacht vaa 25 op 26 Oct. de
smid II. in 't gezicht geslagen. Bekl.
bekent bat feit. D.e man is. vroeger nog
verporderid geweest vooir dergelijke daden
en derhalve stelde het O.M. den eisch van
125 b. subs. 10 d. hechtenis.
Dief s taL.
Jacob L. sleepier to Alkmaar, werd be
schuldigd een zak gerst ten nadtele van P.
de Vries gestolen te hebben. Bekl. gaf b©ra
daarna over aan oen medebekl. O. V., die
hem op zijn beurt verkocht voor f10.
Rekt bekent, wat hem ten laste gelegd
wordt, en gaf dj verzekering dat het hem
■nooit weer gebeuren zal, hij was zeer
o-itder den indruk.
Bisch 14 dagen gevangenisstraf.
Heling.
Bovengenoemde O. V., stond terecht
voor hciing van den zak gerst.
Eisch 14 dagen gevangenisstraf.
DiefstaL
De stoker K. O. P., werd ten laste ge
legd, diefstal van leen gouden d.aimeshoirr
loge, oen zegelring en een gomden broche
met steen, ten nadeele van J. V. werkman
Beklaaigda dia niet verscheen, kwam- veel
ten huize van dein-.bestolenen.
Bisch 5 maanden gov. str.
GETREITER.
Een bijna ongelooflijk staallje van onmen-
DE INVALIDITEITSWET TEN
PÜATITELiANDE.
iMéii s ehrijlt van de O. zandgronden nan Mb.
Men moet de primitieve, patriarchale zand-
c.erljes niet met al te veel paperassen aan
hooreï komen. En vooral niet als die paperassen
beleekenen, dat ze geld moeien betalen. Een
boer vertrouwt de wissels van den staat niaar
ialf. „Den Haag is een heel eind1 weg" en nu
kunnen die he&raa wel beloven dat zij later
zullen terugbetalen, maar voorloopig moet Sij-
men betalen. En daar heeft Sijmen een hekel
aan,-
Eehige weken geledén,, -loen iedereen die in
dienstbetrekking was, zich moest aangever.,
gingen alle zonen en doubleren der kleine cn
middelslag en [groote zandboeren naar 't ge
meentehuis of 't buurtiokaal.
lloeveul loon giv' ie-e op? .vroeg Gaitjan
aan Jan Hendrik...
(Jao, wat hev' oe vaoder 'ezegd?"
,Mien vaoder hev' 'zegd 'k mos -naor 's
kieke wat d'aore opgavven."
Toen kwam Gait-Hendrik met de wijsheid
vco-r den dag dat het loon, dat de inwonende
zoons zouden opgeven zou worden geteld bij
het inkomen van de vatters-tandbouwers, zoo-
lat deze papa's behalve de premie's ook nog
h&oger zouden worden aangeslagen in de in
komstenbelasting,
■Toen was natuurlijk 't besluit direct ge
nomen.
Gaitjan, Jan Henctrk en Gait-Hendrk en de
heele stoet volgelingen gaven op dat zij hun
\aaerin de boerderij trouw dienden voor niels
anders als kost en inwoning.
Maar nu de zusters.
Gait Hendrk had zijn beLastingwijsheid niet
ter core gebracht vail Dika on fiina en Lam-
merdienljen. en Harmientjen. En alzóo gebeur
de liet dat deze landelijke onsohulden legen
den ambtenaar van den mysterieuzen sla&l
fluisterend beleden, dat zij behalve kost, inwo
ning, ldeedij, enz. nog tevens f 150 verdienden
Allo Dientjes en Lientjés etc. hadden precies
dezelfde loanen, evenals al hun broers ca
„vrienden" ook dezelfde opbrengst van hun
arbeid' genoten.
Eiiieve het einde moest den last dragen.
De kaarten komen voor Gaitjan en voor Lom
merdientjen.
Hoe nu?
„Yeur zoo'n 'deerntje nog m'aer betaole asi
veur 'n 'jong kerl? Dat volk-van-deupen skrief
maor raok. Maar as ze nou denk'e, da 'n boer
zoo maor 'n boertje is da'n heb zo 't misse
en glad miss© ok. Betaole? Nee heur-ie. 't
Zal niet 'gaon, Wiel-nu cfoon ü'er niks op uuf."
En hu mag de ambtenaar praten ais Brug
man, maar 't boertje koopt géén zégels.
„'Ne Waorskouv.-ingc kunip alevd véur de
pclesie."
"En nu ligt de kaart van 'Gaitjan' en van
Lamifierdienljen in 't kabinet bij de mclkbriclf-
jes van 't fabriek i ti j -t kerkboek. De boei
en de boerinne -ws ju rustig af. HeK-tein zij
gevraagd' om' een invaliditeitswet? „Wat hev'
l-ammcrdientjen d'r an as zie met Jan Hendrk
grot trouwe? En dat kutn'p ervan. Wisse.
Want dat jiing volk' rechtovoort (is tegen-
v.cordig) En de hoer knipoogt tegen 't wijf
'v.'fhït in bun tijd was ,,'t iung volk k'rék eli.ik"
ehelijk getreiter meldt „Het Gcnlr.''- door den
eigenaar van cöu pand Noordsingel te Rotten
dam.
Daar woont sinds 30 jaren, op de eerste
étage de familie K.
De huisheer, da hojr II., (of beter d;ens
vrouw; op wiens -naam het pand staat, iiad
den huurder tegen 1 Juli van 't vorig jaar de
huur oj>gezegd. De hfcurcommissto stond ech
ter 6 maanden .uitstel toe, dal dezer dag;®
met nog 4 maanden werd verlengd, zoodot tfcr
familie, die reeds oen andere woning, had be
sproken. doch deze van de legênwoordige
bewoonster kon betrekken tot Mvi a.s„ haat
tegenwoordig huis kon behouden.
De eigenaar, dje eerst needs met osdvinde®
der Jiuurcómmissie do hiuu- bcb.ngrijk had
verhoogd, heeft na de beslissing d. r commis
sie hiermede geen genoegen genomen, maar
op do ineesl ergerlijke .wijze gepoogd de be
woners het leven te vergallen,
"Reeds tijdens do eerste zes maanden uitstel
had hij geheel noodcioos do trap vco;r do helft
laten wegzagen, zoqdat men met een traj>
leerlje d© bovenste helft van de trap moest
bereiken. Do laatste dagen- echter liccft hij do
sabotage van zijn eigen goed tol liet onge
looflijke uitgebreid.
I Met liet oog op liet verbouwen van do be
nedenwoning tol ©en w|nkelI*P liet hij con
schuLting optrekken, center zoo hoog, dat te-
gelijkertijd aan de bewoners der eerste ver
dieping liet uitzicht onmogelijk werd ga-
maakt.
Verder verplaipste hij de huisdeur m©t liet
naambord der bewoners naar ©cu opening hr
de schutting, zoodal op een morgen do. post,
waaronder een brief met geldswaarde, dit
door de bus naar binnen was geschoven!
van de straat moest worden opgeraapt.
Op de oorspronkelijke plaats dor deur
kwam een keukendeur met onvoldoende 'Slui
ting.
Zijn vernielzucht strékte zich ook. uit lot
deu muur, die met een beitel op verschil
lende plaatsen werd doorgebroken. Ook de
kolenkelder werd dichtgespijkerd, zoodat -clq
bewoners hun brandstof ,uiet pieer koude»
bekomen.
D|aL 't leven op deze wijze voor lujni schiet
ondragelijk was gewórden, zal ieder faegrij:
joeii. Echter ontdekte het scherpe oog van den
huiseigenaar nog enkele geriefeiijkneden, dia
eenee'ii'S aan de bewoners moeslen wordent
ontnomen. i
Zoo ging hij Zaterdag tot de krankzinnig^
daad 'over met r-igen hand, inet w©t gevoerda
glacé-handschoenen aan, de ruilen in te slaan.
Geen wonder dat zoowel mannen, vrouwen,
als kinderen, dj© tan dit alias getuig© warm
geweest, Zaterdagavond dc haele schutting
liebben vernield, en ook dia rnflin van liet
benedenhuis verbrijzeld. D© schutting werd
Woel- hersteld, maar hel is aeer waarschijn;
lijk, dal Zicli hetzelfde, spel zal heriiaten.
WILDDIEVEN.
Men schrijft ons uit Apeldoorn:
Eenigen tijd geleden miporteenh: Z. K. IL
rP-ius Hendrik ter veredeling van de herten ia
de wildbaan van het Kroondomein een zestal
zwaie, drachtige hinden, welke dieren in een
afzonderlijke omheining binnen den giooten
raster in de nabijheid van Uddel weiden in
vrijheid gelaten, otn daar ongehinderd hun
jongen te werpen. De bewaking werd natuurlijk'
uau de jachtopzieners opgedragen. H«j© keiken
deze op, toen zij iu de laaLsle weak van De
cember de afzonderlijke omheining zagen ver
broken en bloedsporen met herbejihaar aantoon
den, dat wilddieven hier hun slag hadden ge
slagen, er werden dan ook een tweetal huwen,
vermist. Alle nasporingen bleven vruchteloos;
de dieren waren voor goed verdwenen.
Nog meer ontsteld en verbaasd keken de
jachtopzieners, toen zij op Nieuwjaarsmorgen
weder eou drietal dezer werkelijk kostbare die
ren vermisten, en natuurlijk werd thans met
nog meer ijver getracht dc daders to vinden. De
güiisühe omgeving werd afgezocht, door recher
che en jachtopzieners werd bij de wildopkoopers
te Apeldoorn en llet Loo een streng onderzoek
ingesteicf. Een hoer uit Uddel, zekere B„ dt»
met paard en wagen door het bosch. reed, weaxi
ondervraagd, doch deze wist van niets, niet-
tegenstaande op zijn wagen sporen van bloed
werden gevonden weshalve men liet raadzaami
aclilte hem in verzekerde bewaring te.stellen.
Evenwel ontdekte de recherche 1.1. Zondag in de
schuur van d-e B. op de Eendracht hij Ugchelen
de drie op Oudejaarsavond gestolen herten,
schoongemaakt hangende aan de balken. Hier
door is men mede de vermoedelijke daders van
de beide wilddiefstallen op liet spoor. Den be
drijvers staat een strenge straf le wachten, daar
zij schuldig staan aan diefstal metinbraak.
DE RAMP VAN DE „HERCULES".
Voor het Bureau Wijsmuller is aan den dui
ker Engelhart te IJmuiden 'opdracht gegeven
omi een onderzoek in te stellen bij het wrak
van de „Hercules" qm! te trachten eve'ntueel
nog in het schip zittende lijken te kunnen bcr-
g'«i.
Door do voortdurend ruwe zee kon dat on
derzoek eerst Woensdag plaats vinden doch
leverde geen resultaat op, voorzoWer liet voor
schip icon worden onderzocht.
Wegens den opstekenden Zuidenwind moest
een verder onderzoek in het achterschip en de
machinekamer tot later worden uitgesteld.
Te oordeelen naar den stand van de davids
is de sc.heepsbool door de bemanning zelf uit
gevierd, zoodal hel vermoeden voor de hand
ligt, dat allen hot schip hebben verlaten docli
door hél kenteren van de boot liet leven re.
loren.
HONDSDOLHEID
De hond, die te Usaelo, gemeente Loni.ekcr,
tie twee personen heeft geleien, die zich thimié
onder behandeling van prof. Spronck te Utrecht
bevinden, heeft volgens medisch onderzoek wer
kelijk aan dolheid geleden. Andere dieren,
welke met hem in aanraking zijn geweest, zijn
eveneens doodgeschoten.
De burgemeester van Enschede heeft ook hel
vasthouden of muilkorven der honden voor
tien lijd van vier maanden gelast cn raadt per
sonen, die door een hond o! kal worden ge
beten ten zeerste aan, ook bij die kleinste
wonde, zich onmiddellijk onder geneeskundige
behandeling le stellen. r>