m m m J r« Hl
R..R. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
BUITENLAND
No. 15
14e Jaargang
FEUILLETON.
Dinsdag 20 Januari 1920.
Verschijnt dagelijks.
1 bureaux- HOF 6, ALKMAAR. Te.efoon, SSSSTSZ'ggffg*
Liberalisme, Socialisme en
Katholicisme in het bedrijfsleven.
.riet witte fiuis.
77
|ÏT It
Abonnom«nt*prljs:
Per kwartaalper agent f 8.16mot geïllustreerd
Zondagablad f 2.60; franco per poet f ^.60; franco met
Advertentieprijs:
Van 15 regels 1 1.elke regel meer l 0.20;
Aan alle abonné's wordt op aanvrsag gratis een polis Verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,f 400,f 200,f 100,f 60,f 35,f 15.
IV.
Wanneer wij zeggen, dat de mensclien
slechts krachtig katholiek behoeven te le
ven om de sociale kwestie spoedig tot
het verleden te doen belioogen, dan ver
kondigen wij niets nieuws.
Dan brengen wij slechts onder woorden,
jvat de ieer-vaste katholieke stééds geweten
en gevoeld heeft, al wanhoopte hij te
midden van zijn ver-liberaliseerde wereld
ook ernstig aan een nog-mogelijke wereid-
h er vorming in katholieken geest....
Dan drukken wij slechts ietwat vollediger
datgene uit, wat de menschen (godsdien
stige., zoowel als ongodsdienstige en anti:
godsdienstige) te kennen geven, wanneer
zij bepaalde wantoestanden, welke doorliet
liberalisme geschapen werden ,,toch eigen
lijk niet christelijk" noemen.
Nu is 't inmiddels heel gemakkelijk ge
legd
(Je behoeft maar flink katholiek te le
izen en de sociale misère is uit de wereld!
ieder katholiek op zichzelf weet heel goed
tfoè hij zich hij zij patroon of werk-
ïnaii te gedragen heeft, wil hij zijn
katholieke verplichtingen in het bedrijfsle
ven nakomen; doch ten eerste zijn alle
menschen geen heiligen, d.e hef zéér nauw
jnet hun verplichtingen nemen, en ten
tweede heeft de enkeling in onzen huldigen
'tijd afgedaande enkeling bestaat niet meer
lais beteekenende factor; we hebben reke
ning te houden met de veel-hoofdige or
ganisatie.
Zoodat Het weinig nut zöu hebben, in 't
.wilde weg de katholieke leerstellingen te
gaan prediken tot weder-opwekking van
Iden katholieken geest in patroon en werk
man en alzoo tot verbroedering en ver
zoening van deze beidén.
We hebben indien we succes willen
Schoen rekening ie houden met gemeen
schappen.
En nu valt het niet te ontkennen, dat de
.vermaning: „Ge behoeft maar flink katho
liek te leven" .voor de gemeenschappen
ijn ons zeer ingewikkeld bedrijfsleven wel
Svat.vaag is en niet heel gemakkelijk zoo
Snaar in praktijk gebracht kan worden.
O zeker! Waren alle menschen in hart
m nieren katholiek, dan was een nadere
omschrijving van de verplichtingen, welke
liet katholicisme aan patroon en werkman
ïn het bedrijfsleven oplegt, niet zoozeer
mondig', dan zouden er ook zónder or
ganisatie wel goede sociale verhoudingen
bestaan.
Doch daar nu eenmaal de mensch van
na re tot het kwade is geneigd en vooral
lich.c.ijk aan egoïsme toegeeft, daarom kan
bet niet anders, of de standen moeten zich
Ojganiseeren, machten vormen om- op
gewassen te zijn tegen elkander en om het
recht maar ook niet méér dan het recht!
desnoods (wat God verhoede!) met ge-
Nvc'.d te doen zegevieren.
De organisatie is derhalve noodig',
en niet alleen om "de (misschien eens nood
zakelijke) macht, welke zij kan doen gelden
doch tevens ook om massale overeenkom
sten in Christeiijken geest, overeenkomsten
over langere en korte linie's, mogelijk te
maken.
't Zal in de maand Mei van dit jaar der
tig jaar geleden zijn, dat Z. H. Paus Leo
Xlil z.g. in Zijije Encycliek'„Reruxn No-
varum" de noodzakelijkheid van de ver-
eenlging aantooïffle. juist in verband met de
Wijze, waarop volgens het breede en
diepe inzicht van dezen grooten Paus
een terugkeer tot de katholieke Kerk red
ding móest brengen aan de sociaal-lijdende
muischhéid, die geen uitkomst meer zag.
in een tijd, toen het katholicisme in liet
economisch leven als 't ware vergeten was
.en het socialisme driest den kop opstak.
We zeiden hierboven,dat de aanmaning
-„Ge behoeft maar flink katholiek te Kven"
voor de gemeenschappen in de gegeven
omstandigheden te vaag moest heeten en
dat voor een goede praktijk een nadere
omschrijving van dit katholicisme dus véél
noodig was.
Welnu: we behoeven de Hierboven ge
noemde Encycliek nog maar weer eens aan
dachtig dóór te Jezen, om te leeren, wat de
patroon en de werkman aan elkander ver
schuldigd-zijn, wat zij van elkander mogen
eischen en hoe de onderlinge verhouding
moet wezen.
Nitt tevergeefs heeft de stem van Pafn
Leo XIII geklonken.
Het verloren gegane inzicht, welke de
eer.ig-goede sociale verhoudingen zijn en
dat het katholicisme alléén in staat kan
zijn die eenig-goede verhoudingen weder
om te doen ontstaan, is door talloos velen
her-vonden, en op 's- Pausen roepstem
is men den weg der organisatie opgegaan,
den weg der organisatie, buiten weiken
het in de gegeven omstandigheden niet mo
gelijk zou wezen te komen in goeden chris
teiijken geest, m.a.w. tot oplossing van het
sociale vraagstuk.
Zóóver zijn wij sindseenigen tijd
na bijna dertig jaar dat de groote massa
der arbeiders georganiseerd is in bonden
in vertenigingen, en dat ook de werkge
vers zij het ook zéér langzaam tot
eigen organisatie's gekomen zijn.
De lichamen, welke bijééngebracht moe
ten worden ter verzoening, zijn sinds eeni
gen tijd samengesteld, en véél is er
reeds ook met succes! gewerkt om
in beide lichamen een goedgezinde geest
van toenadering te wekken.
Toén 't was omstreeks Pascben 1919
heeft Kathoiiek Nederland der wereld
een heerlijk voorbeeld gegeven;
de blijde Paascli-boodschap verscheen,
waarin èn van werkgevers- èn van werkne
merszijde de christelijke solidariteit gepre
dikt werd, waarin patroons en arbeiders
uitgenoodigd werden, elkander zonder
schroom de hand te bieden ter verzoening
de vrede moest gesloten worden in het be
sef, dat men elkander noodig heeft, onder
blij-geestige. eerlijke verklaring, dat men 't
voortaan werkelijk goéd met elkander zou
meenen.
Eer. congres werd aangekondigd, waarop-
die schoone verzoening tot stand 3011 wor
den gebracht.
De wereld, de liberale en de socialistische
wereld, ze heeft er van opgehoord.
Het congres werd gehouden 't was
in de maand Juli van 1919 en wat
daar vernomen werd, zoowel uit patroonk-
als uit arbeidersmond, dat was zóó schoon,
dat was zóó edel, dat was zóó.... katholiek,
dat wij onze ooren welhaast niet durfden
gelo-oven:
De patroon belichaamd in den heer F,
Wierdels sprak:
„Voor de goede orde in de menschelijke
samenleving is 't noodig, dat wordt geaibeid
en waar dit gezamenlijk moet geschieden, waar
do een de hulp van den ander niet en beren
kan, moeten regelen worden gesleld in ge
meenschappelijk overleg. Geldt dit voor allen,
niet het minst geldt lret voor de Christenen,
voor ons Katholieken.
Als nu in dit congres, wij, grootere en
kleinere- werkgevers en arbeiders, gezamen
lijk uilspreken, welke de hoofdvoorwaarden
moeten wezen, waarop, de arbeidsverhoudin
gen worden geregeld, zullen er onder ons
werkgevers zijn,, die meenen dat zij, die den
inhoud van het manifest der Katholieke
vakbeweging verdedigen het erop toeleggen,
aan lien rechten te ontnemen. Maar -dit is een
dwaling. Zeer veel van wat zij zullen hebben
a la geven zijn voorrechten, welke zij,
velen hunner natuurlijk zonder persoonlijke
schuld zich hebben aangemaligd. Hel vreem
de woord dat hetzelfde beleekent privileges
klinkt hier misschien onverdiend hard. Wat
die werkgevers zullen hebben prijs te geven,
zijn rechten van de arbeiders, aan wie zij
veel te lang reeds onthouden zijn. De Heilige
Schrift spreekt van' rechten van den eigen
dom en van plichten van den arbeid, maar
talloos veel malen meer spreekt zij van de
plichten van den eigendom en de rechlen
van Jen arbeid.
Op ons werkgevers rust een zware verant
woordelijkheid, vooral oP hen, die over velen
gesteld zijn. De ondernemer mag niet alleen
maar zich erop. (toeleggen om rijker en rijker
lo worden in .gold. Hij moet zijn een voorbeeld
van ijver en .van rechtschapenheid, ook een
vooibeeld van edelmoedigheid en van naas
tenliefde. Hij most gevoelen dat helgeen hij
wint i:. zijn bedrijf hooge waarde hoeft als mid
del om welvaart ,en levensgeluk om zich te
verspreiden. De arbeiders hebben levensbe
hoeften als wij ,en recht op voldoening daar
aan; die behoeften moeten, zooveel als moge
lijk is, uil het bedrijf worden bevredigd. Zij
koesteren verlangen baar yen gevoel van veilig
heid en an levensvreugde voor zioh en hun
gezinnen en deze moeten hun uil hel ncdrijf
.waarin zij met den werkgever samenwerken, in
gepaste mate worden geschonken. Tevreden
heid effent voor den werkman den__weg Ier
bereiking van hel verheven doel, waarvoor hij
gescnapen is.
Dcor te voldoen, aan die verplichtingen bc
haalt da werkgever ook voor zieh de winst,
dat zijn eigen levensgeluk daadwerkelijk en
overvloedig er door wordt vergroot."
Was deze taal niet nieuw en ongehoord
sinds eèuwen van liberalisme?
De arbeider verpersoonlijkt in den
heer A. C. de Bruyn bleef niet achter;
hij erkende ruiterlijk, dat ook aan zijne
zijde verkeerde gedragingen plaats hadden
en Si ij beloofde, dat dat alles tot het ver
leden zou behooren, nu de patroon zoo'n
heerlijk voorbeeld van toenadering en zin
tot samenwerking,gaf.
De arbeider sprak.:
„Uit hel niel begrijpen der beide partijen
in liet productie proces .zijn verhoudingen ont
staan, die zeker niet lot de juiste moeien ge
rekend worden.
Wat bekommerde zoo menig werkgever zich
erom ol zijn arbeiders behoorlijk k0.udcn leven,
of zijn vrouw en kinderen het allcrnoodzakclijk-
sle konden bekomen?
Wal had die werkgever ie maken met een
vakbond, waarbij ziju arbeiders zich hadden
aangesloten?
En omgekeerd: wal gaven gewoonlijk 011
der deze omstandigheden ,de arbeiders om hel
bedrijf? Zij werkten omdat zij moesten
Zoodra zij maar een kansje zagen werd er niet
gewerkt. Zij ontvingen Zaterdags toch hel loon
Laten wij het niet verhelen: Wanneer er geen
ommekeer was gekomen in die verhouding
dan was de toestand steeds slechter geworden
Doch in ons Röomsche kamp heeft men te
juister tijd het goede standpunt ingenomen. Dit
geschiede!' niet op eens. Het is de vrucht van
eenige jaren moeizamen aibeid.
Doch nu het overleg, het beter inzicht van
beide kanten er is, is het geboden dat er
van beide zijden eerlijk,openhartig en zonder
voorbehoud wordt samengewerkt.
Wanneer wij ons kunn.a opwerken, tot
het standpunt, dat allen in het bedrijf werk
zaam zijnde evenveel belang hebben bij den
goeden gang van zaken van zulk- een bedrijf,
dan zullen geen bijzondere prikkels meer 1100
dig zijn om te bewerken, dat elk zijn plicht
deel."
De wil tot verbroedering en verzoening
was uitgesproken!
Men reikte elkander de hand.
Nog behoefde slechts geconstitueerd te
worden, datgene, wat ten congresse in-groo
te trekken was aangegeven.
En zie! Dat is'de heugelijke gebeurtenis
in het nieuwe jaar 1920:
dat thans de Statuten verschenen zijn
van den R. K. Centralen Raad van Be
drijven, dat thans de grondslag gelegd
is, waarop alle patroons en alle werklie
den hunne naar beide zijden eerlijke over
eenkomsten kunnen stichten, dat thans
de idee der goede, der christelijke sociale
verhouding in tastbaren vorm is gezet!
Hontiom ds Presitientsverktezifig.
Dé Frhasche peis legt er den nadruk op
dat de ooor Deschanel hij zijn verkiezing
benaaide meeruerheid aan de presidentsver
kiezing haar poutiek karakier ontneemt.
Lnaauioos wordt uit Lyon gemeld, dat
de bngelschc, zoowei als de z.witsersche
en Spaansehe bladen met instemming de
verkiezing van Deschanel begroeten. Zij
brengen hulde aan zijn hoogstaande per
soonlijkheid en zijn onpartijdigheid, waar
van lui tijdens zijn voorzitterschap vaii de
kamer herhaaldelijk de bewijzen heeft ge
geven.
De Belgische pers en de vooraanstaande
politieke persoonlijkheden zijn zeer ingeno
men met de benoeming van Deschanel tot
president.
i
De opperste Raad heeft gisteren zijn laat
ste zitting onder voorzitterschap, van Cle
menceau gehouden.
Clemenceau heeft de onderhandelingen
betreffende de nieuwe politiek, welke moet
worden gevolgd tegenover Rusland, waar
mede Lloyd George wederom handelsbe
trekkingen wil aauknoopen, afgebroken,
met de mededeeliog dat hij onder deze om-
standig'heren iiiet meer bevoegd is voor
Frankrijk te 'Onderhandelen.
Volgens de „Gaulois" zou men in parle
mentaire kringen voornemens zijn Clemen
ceau een millioen ten geschenke aa.n te bie
den en hem tevens de militaire medaille
te doen toekennen.
Clemenceau heeft ia een interview mede
gedeeld, dat hij voor twee maanden naar
Egypte gaat en geen plan heeft memoires te
schrijven.
HET NIEUWE FRANSCHE KABINET.
Millerand is belast niet de vor
ming van een nieuwe regeering
Het kabinet is aldus samengesteld:
Voorzitter van den ministerraad en mi
nister van buitenlandsche zaken Mille
rand; justitie L'hopxteau; handel, Isaac;
financiën Masal; oorlog André Lefevre;
marine Landry; koloniën Albert Sarraut;
landbouw Kicard; arbeid Jourdaiu; ge
zondheid Breton; publieke werken Letroe-
queur; bevrijde gebieden Og'ier; binnen-
laiidsche. zaken Steeg; onderwijs Honno-
rat. Voorts worden onder-staatssecretaris
voor buitenlandsche zaken Keibei; van
financiën Emmanuel Brousse; landboirw
Qweuille; herstel Thoumyro; havens en
handelsvloot Bignon; post, telegraaf en
telefoon Deschamps; luchtvaart Pierre
Flandrin; waterwerken Borel.
HOOG WATER.
Volgens gisteren ontvangen berichten
van den boven- en midden-Rijn en zijrivie
ren valt het water langzaam, zoodat een
nieuw gevaar, niettegenstaande den voorf-
dureuden regen, niet te vreezen is. In Keu
len is de Rijn, vergelekèn hij den hoog-
sten stand, reeds IV2 meter gevallen; staat
nu 00 8 meter. Toch staan de kaden en een
groot deel van de straten in Keulen nog
onder water.
De Duitsche rijksregeering heeft de rijks
commissaris voor het Rijnland een bedrag
van tien millioen mark ter beschikking ge
steld tot ondersteuning van de bevolking
van het bezette gebied, die nadeel heeft
ondervonden van het hoog water.
ENGELSCHE OORLOGSSCHEPEN
NAAR DE ZWARTE ZEE.
Alle beschikbare Engelsche oorlogssche
pen zijn van Malta naar de Zwarte Zee
vertrokken.
Uit Toulon wordt gemeld, dat op last
van den minister van marine onverwijld
hospitaalschepen moeten worden uitgerust
voor de Zwarte Zee.
DiE SCHULDVRAAG NAAR DEN OOR
LOG-
De tweede subcommissie van de parle
mentaire commissie van onderzoek uit de
Duitsche nationale vergadering heeft be
sloten de openbai e behandeling van het on
derzoek in de kwestie, waorop de vredesbe
middeling van president Wilson is afge
stuit, in Februari te hervatten. Intusschea
zullen de bescheiden over de diplomatieke
onderhandelingen iussfchen Berlijn en Was
hington in zake dl Wilson-actie en over de
toebereidselen tot het Duitsche vredesverbod
van 12 December 1916 gepubliceerd wor
den. Bovendien zullen voor de hervatting
der openbare behandeling bescheiden ge
publiceerd worden over den duikbootoorlog,
inclusief de rapporten van den staf der
marine, de gevolgen van het vredes
aanbod en de gebeurtenissen, die aanleiding
henfen gegeven tot het proclameer en van
dP;, zelfstandigen staat Polen op 5 Npvtrri-
ber 1916.
De sub-commissie besloot verder Kauts-
ky toe te laten als deskundige op grond
hiervan, dat hij bij het uitgeven van zijn
brochure over het ontstaan van den oor
log wel niet de noodige voorzichtigheid
heeft betracht, doch stellig ter goeder trouw
is geweest. Van Kautsky is uitdrukkelijke
verklaring geëischt, dat hij als deskundige
het ambtsgeheim niet zou schenden.
DE WET OP CE BEDRIJFSRABEN.
De Duitsche Nationale Vergadering heeft
gisteren de derde lezing voltooid van de
wet op de bedrijfsraden. De wet Werd bij
hoofdelijke stemming met 213 tegen 64 sf.
der rechterzijde en onafhankelijken aange
nomen
De Nationale Veigadering is daarop,-
wsarschijulijk tot eind Februari op reces
gegaan. en
GELENGDE BUITEfSL. BERICHTEN.
Cl ".feli onwettig.
Een belangrijke beslissing met betrekking tot
„sleutelgeld," hetwelk bij een huicligen huizen-
nood in Engeland al even dikwerf gevorderd
wordt als hier te lande werd de vorige week'
gegeven door den graafschap-rechter Harington
te Guildford.
•Een opzichter vroeg den rechter een bevel om
een weduwe, Bertha üldenham, uit haar woning
te Woking te kunnen zetten. Hij beweerde dat de
vrouw huur schuldig was gebleven, doch zij
meende dat ze gerecht'gd was geweest drie pond
var, het huurbedrag af te trekken, omdat zij dat
had moeten betalen als „sleutelgeld.''
De makelaar, die het huls voor den opzichter
had verhuurd, zeide dat die drie pond geen
„sleutelgeld'' was geweest, doch een geschenk
aan hem persoonlijk, on-.dat hij de vrouw in het
-bezit van het huis gesteld had. Nader ondc-
vraagd erkende hij soortgelijke „geschenken" oek
van andere huurdeis te 'hebben gekregen.
De rechter besliste dat geen huur verschuldigd
was en dat de makelaar zich had schuldig ge
maakt aan een zéér afkeurenswaardige handeling.
Die drie pond was volstrekt geen vrijwillg aati-
„Stil nu, wees kalm, maande Eduard aan
gij maakt u zelf ongelukkig, wanneer ge uw
verstand niet gebruikt." Fiij drukte'haar een
teederen kus op de liijpen dat was de eerste
maal dat liij zich de vrijheid veroorloofde en
zij. ontving dit bewijs zijner genegenheid met
welgevallen, terwijl zij met een zoeten grim
lach naar hem opkeek.
„Kom 1111, vrouwtje," vervolgde hij, „ge
hebt zoo dikwijls naar mijn raad geluisterd
en cr u goed bij bevonden, doe dat dusop
heclen nog eens. Gij moet u niet te veel ver
moeien, laat ik u naar boven brengen, dan
kan ik meteen zien, of het waar is dat zij goed
voor li gezorgd hebben. Want van nacht moet
ge hier nog blijven. Morgen vroeg komen wij
u met een rij tuig halen dan gaat ge weer naar
huis vfaapOiara Bolarö voor u zorgen zal.
Zij liet zich als ceil kind door Eduard gelei-
den, en het was niet zonder „veel moeite en de
sterkste inspanning van al zijn'krachten, dat
hij de verzwakte vrouw naar boven hielp.
Toen hem dit eindelijk gelukt was, ontdekte
hï\ dat Tonic geen onwaarheid sprak tewn zij
zeide dat zij de lijderes goed verzorgd had,
want zoowel het beddegoed als het behangsel
dat om het ijzeren ledikant hing en op een
helderheid mocht bogen aan sneeuw gelijk,
getuigde van een buitengewone zindelijkheid
welke men in de nederige woning van een
kaartlegster niet zou verwachten.
Toen hij met de hulp van Tonie mevrouw
Traumbach te bed geliopen liad zeide Eduard
tegen haar
„Zóó, daar ligt ge nu weer zacht en gemak
kelijk Thans ga ik metUharles een onderko
men zoeken
Wilt ge me nu wel beloven u bedaard te
houden
Heb daar geen vrees voor" antwoordde zij.
„Ik wensch u een goeden nacht," en zij nam
de hand die hij haar toegestoken had en drukte
er een kus op.
Charles die door allen in de verwarringvan
het oogenblik vergeten was, kwam vanzelf
weer bij. De val dien hij deed, had hem echter
een buil voor het hoofd bezorgd, want dit
lichaamsdeel was, toen hij bewusteloos zijn
evenwicht verloor, met de trap zeer onzacht
in aanraking gekomen. Hij huiverde van pijn,
want ook zijn rug en schouder waren zeer be-
leedigd doel?dit alles nam niet weg, dat een
blos van schaamte zijn gelaat oveMekte. toen
zijn vriend hem ophielp en op een toon,
welke het. midden hield tusschen verwijt en
spot hem toevoegde
„Wel, wel, ben jij nu een kerel Ga je in
onmacht vallen als een vrouw
„Ik kan 't-niet helpen Eduard," antwoord
de hij „Maar mijn zenuwen waren, door alles
wat wij dezen avond hebben gehoord en bijge
woond, zóó aangedaan, dat ik dezen nieuwen
schrik niet kon doorstaan. Ik ben maar bang
dat liij nog gevolgen zal hebben."
„Kom, haal je geen gekheid in 't hoofd, het
zal wel goed afloopen maar laat ons thans
gaan. Het is reeds twee uren, waar- zullen we
nu terecht komen sprak Eduard terwijl hij
den ouden man een wenk gaf, die zij n lantaarn
van den grond opnam, het licht weder aanstak
en toen vooruit naar de deur liep welke hij
opende. Spoedig was het drietal op weg. -
Charles voortdurend geeuwende, Eduard
somber en in zich zeiven gekeerd, en de oude
mail met -zijn lantaarn vooruitstrompelende
in de-dichte duisternis van den nacht, zeer
ontevreden, dat liij zoo laat te bed kwam.
„Als nou de jager nog maar op is," zeide
hij 't is daar al twee uren geslagen."
„Als hij slaapt," riep Eduard, „zullen wij
hem opkloppen Hij behoeft ons immers ook
niet zonder eenige vergoeding te huisvesten
en die man zal. wel gaarne wat willen verdie
nen zoo'n jager zit het geld den meesten tijd
ook niet in den weg.Is het hier vroeg hij
toen de oude stil bleef staan ,,eên aimzalige
hut dat is toch een van de gedenksaardigste
nachten mijns levens
„Ik zal hem ook niet vergeten, klaagde
Charles zeer misnoegd.
,Ik wil 't gelooven, beste jongen, sprak
Eduard lachend „jij bent voor je plezier uit
logeeren, en ik laat je ronddwalen alsof je een
verstooteling waart, die geen onderkomen
heeft't is wat te zeggen."
„Nu dat zou 'k me niet te erg aantrekken
meesmuilde Cha'rles.
„Heidaar open riep de lantaarndrager
terwijl hij als een oude porder op de deur van
de schamele 'rieten hut beukte, waarin de ja
ger zijn verblijf hield. Die aanmaning moest
echter in een tijdsverloop van tien minuten
nog driemaal door hem herhaald worden,
waarna de wachtenden, van ongeduld reeds,
aan liet stampvoeten, eindelijk gehoor kregen
Er werd een vensterluikje geopend en een
droomerige stem vroeg
„Wie is daar zoo laat in den nacht Wat
mot jelui van me hebben?"
„De oude veerschipper met twee reizigers,
die een nachtverblijf bij ie zoeken. Ze willen
zich wel wat behelpen as je 't schikken kan,"
„Aan de overzij is 'n logement, waarom
gaan jelui daar niet naar toe, ik heb niks an
ders als stroo om op te liggen."
„Nu, dat is goed,' riepen Eduard en Char
les tegelijk „laat ohs er maai' in, want we
hebben 't hier mooi koud we zullen ons wel
op dat stroo behelpen."
Kort daarna werd de deur geopend, en
de oude vertrok met zijn lantaarn, hen een
goeden nacht" en „tot morgen wenschende.
De twee vrienden vielen Charles een klein
gedeelte van zijn avondgebeden stamelend
uitgeput van vermoeienis, zonder zich uit te
kleeden, op het vunzige strooleger neder,
dekten zich met een paar grove linnen zakken
toe, en sliepen kort daarna zóó gerust, als
lagen zij op een donzen bed.
ELFDE HOOFDSTUK
Mevrouw Traumbach bracht een rustigea
nacht door dat zij Eduard terug had gevon
den en door hem van de gehate waarzegstt
zou bevrijd worden, van wiezij zich inbeeldde
slecht behandeld te worden, werkte zeer gun
stig op haar gestel. Tonie had haar inderdaad
goed opgepast, en mocht zij zich al eenigszins
streng tegenover haar gedragen hebben, zij