NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
So. 18
Vrijdag 23 Januari 1920.
14e Jaargang
IT
Verschijnt dagelijks.
Nemesis.
Van liet overstroomde land
albert te paeue.
FEUILLETON.
Het witte huis.
iw«-
Abonnomenisprija:
Per kwartaalper agent I 2.15; met geïllustreerd
Zondagsblad f 2.60; franco per post I 2.50; franco met
ADMINISTRATIE 433.
Advertentieprijs:
Van 15 regels 1 1.elko regel meer 1 0.20;
Reclames per regel f 0.52H Rubriek .Vraag en aan
bod" por plaatsing f 0.50.
lil ustreerd Zondagsblad f 2.95; afzonderlijke nummers J BurCaWX l HOF 6, ALKMAAR. - TelefOOnï REDACTIE 63^
van de courant 5 ct.van het Zondagsblad o ct. rctUAorifc 633.
Aan al!© abonné'e v ordt cp eertvr^sg gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f SOÖ,ff 409,ff 200,ff ÏOD,ff 60,ff 35,ff B5.—
Do Moderne (roode) Dond vun Werklie
den in Openbare Diensten en Bedrijven is
niet to spreken over den socialistisolien
wethouder der iloofustad, VVibaut.
Men. kent de geschiedenis.
Zelfs Wihaut, de gi-jote Wibaut, moest
een „onaannemelijk" uitspreken li gen de
overdreven, alles op de spits drijvende
looneisehen der rooüe arbeiders. Zeii's hij,
de volbloed socialist, meende, dat het niet
fanging-, de gemeentebelangen, in easu de
gemeente-iinaneiëu, in uen grond te boren
ten bate van zijn pariijgenooteu, die ma
ling aan die belangen hebben en die niets
anders denken dan aan bet vullen hunner
zakken, al zou de gemeente ook op de
fiéseh gaan.
Zooais gezegd, de moderne Bond der ge
meente-werklieden is van toorn vervuld
tegen den man, die den moed zijner over
tuiging bleek te bezitten.
En bet orgaan van ueu Boud, leent zich
als tolk vo-er dien half onderdrukten
boom want Wihaut is geen kater om
sender met sterke stof omwoelde knuisten
aan te pakken en schrijft misnoegd:
„Zijn optreden was hiir niet, zooals wc dat
van een sociaal-democraat meenden te mo
gen ver wachten,"
Dat \V ibaut, wethouder, dus mede-be
stuurder is, en als zoodanig verantwoorde
lijk èn aan de gemeente en aan zieb zelf
voor zijn bestuursdaden, dat is iets, waar
van het orgaan zich absoluut niets aan
trekt.
Wihaut is sociaal-democraat en daar
om mag bij er geen eigen meening op na
houden, maar moet zich als een „onbewus
te", aan handen en voeten gebonden, aan
de roode arbeiders, de „bewusten" overle
veren.
Het orgaan van den rooden Bond meent
hem dat heel knusjes aan 't versland te
kunnen brengen,
Luister maar:
„Er heeft, wanneer voorstellen als de
ze aan de orde komen, een zeker overleg
plaats tussehen ons en de soc.-dem.
raadsfractie. Zonder dat een der beide
partijen hare zelfstandigheid prijs geeft,
kan dit tot een eensgezind optreden lei
den. De fractie nam onze looueischen
over, diende daarmede overeenstemmen
de amendementen in, maar de wethou
ders gooiden zooveel roet in het eteli,
dat de heele zaak is misgeloopen. Dat
kunnen wij niet hebben en dat kan, naar
onze meening, door de partij niet wor
den geduld."
Hier wotdt met zooveel woorden ge
zegd: Gij Wibaut, houdt er een andere
meening op na dan wij over onze loou
eischen, naaar dat mag niet, dat dulden
wij niet. Gij moet er precies zoo overden
ken als wij.
„We meenen, zoo vervolgt het orgaan
van den Boud dat de roode wethouders
in de eerste plaats belmoren tot de roode
fractie en eerst in de tweede plaats tot
het college van B. en W."
En daarop, wordt Jen heer Wibaut. on
omwonden te verstaan gegeven, dat, als
hij zich aan dit dwangbevel niet wil on
derwerpen, bij maar heen moet gaan.
Arme Wibaut; een moeizaam en werk
zaam leven hebt ge achter den rug iu 't
belang der roode heeren. Veel, tè veel
hebt gij prijs gegeven om de socialistische
beginselen in de hoofden en harten der-
arbeiders te zaaien en vruchten te doen
dragen. En nu ge het waagt, slechts één
enkele maal u tegen de dwingelandij te
verzetten van hen die u zóóveel te danken
hebben, kunt gijheengaan.
Het is wel hard.
Maar de heer Wibaut behoort als een
der hoofdleiders zijner partij tot hen, de
niets dan ontevredenheid in de harten
der arbeiders gezaaid hebben.
Dat heeft zich aak op hem gewroken,
die intellectueel zoo hoog boven de leden
van den modernen Bond van gemeente
werklieden uitsteekt.
Nu zijn de roode arbeiders ontevreden op
hem en zij spreken onbewogen het dood
vonnis als wethouder van Amsterdam
over hem uit.
Hij kan gaan.
(Van onzen eigen redacteur.)
Cuyk.
Neen. wat ik gisteren zag was nog niets,
vergeleken met 't geen ik vandaag aan
schouwde.
Aanvankelijk leek 't dat ik niet veel te
zien zou krijgen, of althans heel veel tijd
zou moeten verliezen, 'k Had gisteravond
van 'n Nijmegenaar de belofte gekregen,,
dat hij me langs den kortsten weg naar
Cuyk zou brengen, 'k' Moest lieffl 6.55 aan
't station trefien, dan gingen we samen
met deii trein naar Linden-Katwijk, waar
'n 'boot lag van 'n Boxmeersehe fabriek oie
hem en anderen, waar ik dan ook bij zou
eijn, naar Cuyk zou brengen. Maar 'k zag
op den afgesproken tijd den sinjeur
niet, en zoo stond ik kwart ovet zeven al
leen aan 't station Katwijk-Linden. Hulpe
loos. zou ik geschreven hebben, als dat
woord voor een journalist bestond.
Er was maar één weg om verder te ko
men: de spoordijk. Dus ging ik langs den
spoordijk. Natuurlijk werd ik eenigc keeren
door baanwachters aangehouden.maar
een perskaart doet wonderen-
Een pleizierige wandeLng was 't niet.
't Was schemerdonker, en 'n vrij sterke wind
zwiepte mij den vrij hevigen regen in 't
gezicht. :k Had wei '11 paraplu hij me,
maar als ik die ophield, zag ik heelemaal
niets! Nu keek ik aan weerszijden over de
lugubere uitgestrektheden van water, in vak
ken verdeeld door de bovénranden van heg
gen of de kruinen van riien hoornen. De
huizen, die anders eoo vroolijk doen in
dit landschap, stonden donker te treuren, in
de macht van den overweldiger....
Reeds zag ik ('t was nu vrij licht) de kerk
en de huizen van Cuyck nabij, toen ik op
mijn weg bleef sieken op het punt. waar de
dijk. die het eerst doorgebroken is. (de dijk
van de oude Beersche Maas) den spoordijk
snijdt. De baanwachter op dat punt verze
kerde me. dat ik niet verder zou komen,
en maar naar Nijmegen moest gaan om
over Den Bosch van den anderen kant
Cuyk te naderen.
Ik glimlachte 'k dacht er naiuurlijk
geen oogenblik aan zijn raad te volgen.
Hierlangs moest ik en zou ik! We praatten
een uurtje. De manvertelde hoe hij in den
tragischen nacht gewekt werd door hulpge
roep en al spoedig 'n 40 a 50 menschen in
huis had. Ruim veertig menschen, doornat
want ze waren door het water naar eijn
huis komen waden!
Hij toonde vier geredde geiten in een
geïmproviseerd stalletje en vertelde maar
door, hoe het gegaan was..en dingen die
onze lezers a1 weten.
Onderwijl had ik twee bootjes zien liggen
en gehoord dat die voor werklui waren die
over 'n half uurtjezouden komen. De lezer
snapt, dat ik zoolang pleitte tot ik met een
der bootjes meemocht hoewel men mij
het afschrikwekkend voorbeeld voor oogen
hield van vijf andere journalisten, die gis
teren met dat bootje (hij wees op 'n derde,
dat half-gezonken iets verder lag) waren
omgeslagen en nu wel ziek zouden zijn.
Ons bootje sloeg in ieder geval niet om.
Met 'n wijde bocht ging 't om het gat van
den spoordijk heen. Er vlak langs was le
gevaarlijk; aan den Maaskant stond !t wa
ter véél hooger, zoodat een sterke stroom
zich door 't gat wrong.
Raak ie daarin, dan word ie meegesleept
misschien wel in een draaikolk!
Terwijl we deinend en schommelend door
golven van niet-te-versmaden hoogte gin
gen. zag ik een bijeenkorf drijven en wees de
roeier me 'n heg, waar gisteravond 'n ko
nijn op zat in doodsangst hij vertelde me
weer van wat allen hier vertellen: hoe de
menschen vluchtten, of op de daken zaten
tot er bootjes kwamenhoe Maandag
doode koeien en varkens ronddrevenen
dat men vandaag zou beginnen, den dijk te
herstellen, en de pontonniers een brug kwa
men slaan over 't gat in den spoordijk
Nadat hij mijn fooi had aangenomen,
ik vermeld dit om er bij te kunnen voegen,
dat 't lang duurd" eer hij zich daartoe liet
bewegen werd ik „aan land" gezet op
en spoordijk, voorbij de heuk. Ik wandelde
op naar 't gat, dat 'n 70 M. wijd in den
dijk gaapt, niet 'n eilandje in 't midden.
Links liggen 'n paar telegraafpalen in :t
water, voor me verliest zich de reeks dwars
liggers met rails in 't water. Ik stap
over de dwarsliggers vérder, zoover ik urf,
en hoor van een inmiddels genaderden
spoorwegbeambte dat ik nu boven een diepte
van 5 M. sta.
Terug, naar Cuyk. Hoe 't daar is weten
onze lezers al: de meeste straten zijn droog
(d.w.z.: staan niet meer blank), nu en dan
slechts gaat men 'n eindje door water, dat
nog 'n halven decimeter hoog taat. De
menschen staan in de deurposten of loopen
rond. met gezichten van; strakke gelatenheid
en verheugen zich op ce aankomst van '11
veertig matrozen die komen ïelpen vee of
dingen van waarde, in zoover het water er
niet alle waarde san"ontnomen heeft, uit
de huizen te halen, of de menschen die zulks
verlangen naar hun huis heen en weer te
brengen- Er is maar één straat in Cuyk die
grootendeels vrij van water bleef. Nu nog
kun ie geen dwarsstraat uittoepen of geen
landweg inslaan, of je stuit op 't sombere
ongedurig-golvende water.
Er zijn menschen die weinigsehade leden
maar de me es I en verleren vee!, en ve
len verloren alles. Toch is er geen wanho
pige verslagenheid: de Koningin was er ge
weest en die was zoo vriendelijk en had ge
zegd dat zij alles we-1 weer in orde zou ma
ken! Op dat koninklijk woord en op de hulp
van liefderijk Nederland vertrouwt men.
Natuurlijk ging ik ook den trein, die tot
toevlucht dient voor dakloozen, bezichtigen.
De menschen zijn er tevreden, al leek mij
zoo'n verblijf allesbehalve begeerlijk. Ze wa
ren tenminste binnen. de trein was ver
warmd en militaire koks koken voor hen
op veldkeukens- Twee gezinnen huisden in
drie derde-klas compartimenten, (ook hier
kan niet iedereen le of 2e klas wonen-) en
vonden 't daar lang niet kwaad. „Kunt u
wel slapen op die harde banken?" „Och
meneer, de kinderen gaan op de banken lig
gen en wij op den grond cn we heb
ben wat dekens
't Is allemaal droef om aan te zien
Maar de meesicn berusten toch en zien met
de gewone goedmoedigheid van de bewoners
dier streek de toekomst niet ai te zwaar in.
,,'t Is nog een geluk," besluit ieder met wien
je spreekt, „dai er niet één menschenleven
verloren is gegaan! En 't water valt al
aardig«w
De koning der Belgen, die in n 0
reist, -heeft .Woensdagnamiddag oen 00-
zoek in net Ely sec gebracht, liij n;aa een
langdurig omtemoud met den preside 11.
der republiek.
CLEMEN CEAïL
Een Havas-telegram meldt idLat de vre
desconferentie .voornemen 1 zou zi,n ten-
ein vlemeneeau oen plechtige hinde te
brengen, hem lot eere-voorzitser dér -. r,
cestetueroniiie 'te benoemen.
WON iNÜ-CONG HES.
Wij maakten onlangs melding v n een
internal ionaal wo.i.'n ongres de „tei.or.al
Liousjig and Town i'lann.ag Council,"
die gevestigd, is te Lon„en, zal van 3
tot 11 Juni e.k. in die stad. een congres
van vertegenwoordigers uit geallieerde
landen houden om de groot-c vraagstukken
den woning--bouw betrefAn te te bespre
ken. Men noopt evenwel ook dat afge
vaardigden der regeeringen en bij d n
woning'ecuw 'en steden uitleg Letrak.. n
liciiameh kit Noorwegen, Zweden, Den
marken, Neder.and, Zwitserland Sp nj n
do neutrale republieken van Zuid-Ann
rika, tiet congres zullen bijwonen.
Bit 'net voor.oopig .programma Blijkt dat
o.a. zal besproken vorken de mogelij In
voer 'alle regeeringen om een won n
programma 'voor hun land op te steken,
waardoor 'met medewerking van gemeen
ten 'en par.icudere vereenigin n Hanen
twin.ig jaar tij cis elk geMn ge.-u.^vest zal
kunnen 'zijn en er goede voorwaarden
en 'in gewensclito omgeving. Ver
der iwenscht men te beraapalagen over
do Traag, aan welke miui.num-ciscaea
standaard,-woningen 'moe, 11 vol.loon en
over ide mogelijkneid om te uOihtn tot eon
standaardizeeriug 'van bouwmaterialen.
Er zullen bezoeken worden geuracat
aan de Engels,she tuinstad,on. Lloyd
George zal liet eero-voorzitterschap over
liet congres aanvaarden.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
Polen en geheel Europa worden be
dreigd door besmettelijke ziekten die in
Rusland heerschen. In geheel Oost-Gal ieië
woedt ten typhus-epidemio en de Roemc-
niërs hebben met het oog daarop hun gren
zen gesloten. In Polen zijn de pokken epi
demisch.
Dinsdag zijn te Chicago 2511 nieuwe in-
fliienza-gevalion gerapporteerd, waarvan
er 26 een doodelijken afloop hadden. Ge
vallen van longontsteking waren er 297,
waarvan 57 met doodelijken afloop. Alle
hospitalen liggen vol met influsnza-pa-
tiëutan,
De epidemie is ook uitgebroken in tal
van legerkampen, vooral in het Middell
Westen. Ook zijn er talrijke gevallen in
dc marinestations aan de groote meren.
DE TOESTAND TE WEENEN.
Do euprestreinen naar Zwitserland rij
den, wegens gebrek aan steenkool, we,er
niet. Honderden menschen worden daar
door 'te Weenen opgehouden. De spoor
weg-autoriteiten 'hebben kennis gegev n
dat reizigers zich aan de stations moe
ten vergewissen wa; neer er treinen rij
den, 'daar het onmogelijk is volgons de
dienstregeling te rijden.
De mededceiing van overheiiswege dat
op 2c centrale markten een beperkte hoe
veelheid ivleesch, voldoende voor een
rantsoen 'van 3 ons per perse, n zou woi>
den beschikbaar gesteld, gaf aanleHLig
tot greote voikszverzamelingen. Om ze®
uur "s ochtends verdrongen zich 1 oeds
40.000 menschen voor de marktgelouen<
Tal van menschen bezwijmden cn werden
vertrapt. Zakkenrollers sloegen in dc ver
warring 'hun slag. j
DE ST Ati AS BE W P. GING IN I
DUITSCHLAND'.
Te Hamburg worden in de komende
dagen nieuwe ongeregeldheden der com
munisten en cnifhankelijken verwacht.
De so-iaaI-deu:oerali olie „Hamburger
Echo" deelt mede dat de arbeiders der
gemeentewerken tengevolge van het greo
te gebrek aan kolen, hetgeen tot c 11
algeiieele stopzetting der trams on gas-
en 'etectrieueitswerken zal leiden, onver
vulbare 'economische eischcn hebben ge1
sleld 'en de beweging ten slotte in po
litieleen zin hebben uitgebuit. Het blad
zegt het feit niet te bedekken dal een
in geneel Dai.sebland met succes toege
brachte totsjcv,ijtLelie dolksteek iu den
rug dei' Duitseiic aröcijders zon terecht
komen. i
GEMEEHG3E GUITEKL. BERICHTEN,
Tegen de wockervics'ca;.
Iu Engeland is eenigen tijd geleden een
commissie benoemd, met opdracht, een on
derzoek in te stellen naar de gegrondheid
der beschuldigingen, de tegen zekere laken
fabrikanten waren ingebracht en volgons
welke deze heeren kolossale winsten zouden
maken. Uit het ingestelde onderzoek is nu
gebleken dat genoemde industrieelenwin-,
sten maken van 400 a 3200 pet., hetgeen
Syony Webb een der leden van de enquête
commissie, deed zeggen, dat, wanneer liet
publiek de feiten zou te weten komen, een
vreeselijke verontwaardiging zich van hen
zou meesier maken.
Wat den fabrikanten betreft, zij beweren,
dat zij recht hebben deze winsten te maken
en dat hetgeen in de lakenindustrie voor
valt, ook in de metaal- en katoenindustrie
geschiedt. Genoemde cijfers waren door de
fabrikanten zelf verstrekt Ook de regeering
zelf zou groote winsten maken.
Toen aan de Board of Trade werd ver
weten dat zij de desbetreffende rapporten
niet openbaar gemaakt had, riep Sydney,
Webb uit: Indien de rapporten niet gepu
bliceerd worden, zal ik ze zelf op de hoeken
van de straten aan het publiek voorlezen.
Tenslotte nam de commissie met algemee-
ne stemmen een motie aan, waarin den Bo
ard of Trade wordtverzocht alle rapporten;
van de commissies en sub-commissies onver
wijld te publiceereti en de verantwoordelijk-
beid vast te stellen.
1
Op de vergadering van het Verbond
van Duitsche kamers van koophandel te
Lenden is Woensdag ter sprake gekomen,
dat er onder de Engelsche havenarbeiders
een beweging gaande was, om te weigeren,
goedkoope goederen ie lossen, die men uit
het buitenland in Engeland in wil voeren,
waardoor de locnen van den Ettgelschen
werkman gedrukt zouden worden.
Een spreker voorspelde dat. indien de re-
gearing geen afdoende maatregelen legen
„dumping" nam, de arbeiders om uitgebrei
de maatregelen zouden vragen, om hun loo
tten op peil te houden en te verhinderen dat
de markt overstroomd worden met goederen
die door „sweating" geproduceerd zijn.
In ce zaal van den Belgischen Senaat
rechts van de voorzitterstiibune, is een
zwart marmeren gedenkplaat aangebracht,
vermeldende in gulden letters dc namen
81.)
Dag cn nacht door hem op zee doorgebracht,
waarin de wroeging over zijn vroeger wange
drag zijn hart doorknaagde en zijn geest be
nevelde, kwamen hem weder voor den geest
en de gedachten aan Laura weken eenige
oogenblikken voor de folterende knagingen
van het geweten, dat hem verweet de oorzaak
te zijn geweest van den vroegtijdigen dood
zijns vaders. Hij bezat een gevoelig hart en de
afdwalingen zijner jeugd moesten meer in
eenc zedelijke zwakheid gezocht worden dan
uit dat berekenend overleg van het verstand
te zijn voortgekomen, dat de misdaad nog
meer verzwaart en den zondaar dubbel straf
waardig maakt. Zoo hij het al zoover tot de
kennis van zich zeiven had gebracht om dit
te weten, toch vond hij geen verschooning
voor handelingen, welke zijn oprechte ziel
ten strengste veroordeelde, en door al de veel-
zijdige bozigheden heen— welke de treurige
omstandigheden, waarin hij den laatsten tijd
had geteeld, van hem vergdenkwam telkens
de gedachte weder bij hem boven, hoe hij,
zoo er een eeuwige vergelding hiernamaals
bestond, zijn afwijkingen zou verantwoorden,
rekenschap geven van zijn wandaden, welke
altijd voor hem in het verleden bleven be
staan, omdat een oprecht berouw tot nu toe
zijn ziel niet gelouterd had.
Terwijl zijn geest geest zich ophoudelijk
met deze sombere gedachten bezighield, stap
te hij langzaam de Z,... straat ten einde.
Soms bleef hij een oogenblik stilstaan, wannce
hij eene werf genaderd was, om te onderzoe
ken of hij het doel zijner reis had bereikt,
want er waren in deze buurt veie wer
ven en alles wat hij om zich heen waarnam,
had betrekking op de zeevaart.
Hier las hij De Kameel, daar Het Smal
deel, ginds De Struisvogel, en verderop weder
Het Zeepaard, terwijl een onophoudelijk
oorveri Hovend getik en gehamer hem de
bedrijvigheid herinnerde, welke de scheep
vaart altijd met zich voert. Eindelijk haalde
hij zijn notitieboekje te voorschijn cn nam
nauwkeurig het adres op. „IJsbrand Kolmir,
leger op De Albatros, Z..straat l\To. 589,
werf Het Rondhout," sprak hij bij zich zei
ven, „en hier vind ik No. 504! Komaan dan,
moet ik nog een eindje voort," en zijn schre
den versnellende, stond hij, voor hij 't zelf
wist voor Het Rondhout en liep de werf op,
waar men bezie: was een fregat te koperen
het was daar een leven en geweld dat hem
hooren zien verging. Achtereenvolgens
liep hij onder een in aanbouw zijnde bark
door, zag op den rug van Ida Helena,vond
gelegenheid Sara Cornelia van voren te be
wonderen, terwijl hij Admiraal Tromp, die
men bezig was van een nieuwen koperhuid te
voorzien, geheel op zij vond liggen. Op eeni
gen afstand van de werf lag een groot fregat
en door middel van zijn lorgnet dennaam van
het schip niet kunnende onderscheiden, daar
hij zich van achteren bevond en het vaartuig
met den boeg naar de werf lag gekeerd, op
welke hoogte de naam geschilderd was,vroeg
hij aan een sjouwer die hem voorbijging
„Vrind,die groote kast is dat De Albatros
„Ja, mijnheer," klonk het antwoord,„over
morgen komt hij aan de weri; hij mot ge
breeuwd worden."
Eduard begaf zich met een vriendelijk
dank je" zoc dicht mogelijk aan het water, en
nadat hij zijn beide handen tot een spreek
buis gevormd had, schreeuwde hij met de
schetterende stem van eens ervaren zeemans
„Albatros, ho
Hij moest zijn geroep echter nog twee keer
herhalen voor het eenige uitwerking scheen
hebben, want eerst nadat hij zich voor dc der
de maal de moeite had gegeven, zag hij een
grijs hoofd uit het galjoen opduiken, dat zich
van een zakdoek aan zijn neus brengende,
veegde hij het opgevangene aan zijn pik
broek at. „Nu ben ik klaar," vervolgde hij,
„as je nou maar luisteren wil."
„Vriend," sprak Eduard, ik zal geheel ge
hoor wezen, dat beloof ik je, je weet niet hoe
veel aanspraak je op mijn dankbaarheid hebt,
wanneer je me alles tot in de minste bijzon
derheid mededeelt. Ik stel in dat meisje het
hoogste belang."
„O, dan was 't zeker je liefje, hè Heb ik
't niet geraden vroeg IJsbrand.
Eduard kon, hoe ernstig ook gesteld, een
lach niet onderdrukken, en beantwoordde
tot voldoening van den ouden zeerob deze
naïeve vraag met een bevestigenden hoofd
knik. IJsbrand zag hem met zekere kluchtige
meewarigheid aan en zeidc
't Is al verduiveld ongelukkig, als je zóó
je schatje verliest
De dokter zuchtte en gaf eenige blijken van
ongeduld toen de verhaler begon
„Wij hadden drie weken in Nieuwcdiep ge
legen, met contrarie-wind, en 't begon den
ouwe mooi te veróelen en mij waarachtig
ook een beetje, want er is niets lamlendiger
voor 'n zeeman, die graag vooruit wil, dan op
goeie wind te motten wachten, dat kan je be
grijpen. De passagiers waren allemaal aan
boord op twee na, die er maar niet konnen
begrijpen waar ze bleven, want ze hadden, al
passage genomen naar Melbourne, waar- -
heen onze kast bestemd was. Het waren twee
vrienden, zooals de kapitein mij zeide, en
een daarvan had hij leeren kennen. Ons
vaartuig was een bark van driehonderd last
en heette De Zeemeeuw. Menheer, '11 scheepje,
je hebt er nog nooit zoo een gezien 't was Tr
aardig ding Als 'k je dat nou zeg, mot ja
niet denken, dat ik meen zooas 't cr van bin
nen uitzag, waar jelui, landkrabben, altijd
het liefst naar kijkt, dat komt er minder
opaan neen, 't had 'n mooi beloop 't was
vlug gebouwd, en als 't heelemaal opgetuigd
was en de wimpels waaiden in top en de Hol-
landsche driekleur van achteren, dan lag 't
daar of 't vliegen mosten 'k heb wel ereis
gedocht as 'k eens me leven dood in men grat
leg, en ze zouën me reis eventjes aanstooten,
en 'mij toeroepen „IJsbrand, De Zeemeeuw
leit zeilklaar," dat ik in eens op zou springen
en zeggen Wacht, jongens, ik ga met jelui
mee want ik heb hier lang genoeg gelegen
(Wordt vervolgd.)