UiS
ori.
eritoopg
Bouwland
erkooping
R..R. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLI ANO
)ornYee,
lit mgst, artz.
.WONING
Vv at de Pers zegi
BIJ 1 TEN LAND
en Erf
Ibruars 1920,
jogerdijk
in
*ieen
Bouw»
sappers
israad
Januari '29,
ORG te Zijpe.
:eliruars 1920,
gebouwde
SURQ te Zijpe.
No. 20
Maandag 2ö Januari 1920.
14e Jaargang
Verschijnt dagelijks.
Bureaux: HOF 6, ALKMAAR.
Telefoon, redactie ess.
Een schoon plan.
Gezond verstand bij onze
werklledenieiders.
FEUILLETON.
Het witte huis.
i||
,-T> v t>
j>tjntiibletten
45 cent,
Prog-Jsteu. kj
la huize en ten
per G. BRUIN:
Irlcn,
f o gelcL-korien,
it toebeho rren-,
Bsccck.ir, ksui-
I lumeuinc tact
p.'ig.malk), z.-ö
llartih" geco.ji-
phiulder, baric-
wiedmacliine,
rosmolen met
fiet stangen en
jaar gebruikt),
|i, ploegsl ;ep,
een praam met
Psbak, zoiLUvistj
zetters, naas-i
llkschotels, cm-
jiglijn met sciiij-
ken, werktuigen,
llmaajer. zeven.
£2155}
|R6 te Zijpe.
•rijen en Ar-
idag 28 Jan.,
10 uur, bij
te bchoorl.
|lakbilett„n.
hall 7, in het
fit', onmiddellijk
verkooping van
Knaap te Sint
taarten, sectie B:
|Arcn,
ei 1Ö20.
kkoog, genaamd'
m. St. Maarten,-
root 2.05.60 H.A,
November 1220,
urpenningen.
.Iej. da Wed. C,
(2154)
iet koffiehuis van
NT aan de
van:
en uitmuntend
nde en gelegetf
.tbrug, gemeente
447, 448 erf 449,
afkomstig var
lelijk en 1 Mei
(2158)
n den eigenaar en
P. DE MOED.
in dit blad,
Abonnementsprijs:
Per kwartaal: per agent f 2.15; met geïllustreerd
Zondagsblad f 2.60; franco per post i 2.50; franco met
<5) CU ustreerd Zondagsblad f 2.95; afzonderlijke nummers
van de courant 5 ct.; van het Zondagsblad 5 ct.
ADMINISTRATIE 433.
Advertentieprijs:
regels 1 1.-
regel f 0.52
bod" per plaatsing f 0.50.
Van 15 regels 1 1.elke regel meer I 0.20;
Reclames per regel f 0.52H Rubriek „Vraa" - - -
r a tri n
acr en aan-
Aan aüo abcrtné's wordt cp aanvraag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f iöO,ff 400,ff 200,f 100,ff 60,—t f 35,— ff 15.—
Toen ©enige weken geleden de actie ten
bate van noodlijdend Oostenrijk in ons
tamd liet krachtigst was een dergelijke
actie laait op of luwt (moneohelijker wij
ze zeer begrijpelijk), al naar gelang in die
■pers daaromtrent de berichten verschij
nen toén klonk van meerdere zij-den, zij
het ietwat schuchter, d-e vermaning:
„Laten we in onzen ijver voor liet vreem
de land toe-li vooral het eigen land' niet
vergeten 1
Ook hier zijn immers kin-deren in over
vloed), die behoeftig geno-entd moeten wor
den!
Zij, die zoo spraken of schreven, kregen
gelijk het in dergelijke omstandigheden
gebruikelijk is den wind van voren;
d-e stemming voor Oostenrijk was in die
dagen te heet, d'an dat'men in 't algemeen
die stemming ook maar in 't minst zou
nebben willen bekoelen door al te verstan
dige overwegingen; en toch hadden die
schuchtere stemmen in zóóver gelijk: dat
de steun-bewegiug ten gunste van Oosten
rijk niet mocht verworden tot een mode
gril, dat m-en yo-lkomen eer-lijk en vol
komen nuchter moest blijven overwegen:
op hoeveel hebben onze eigen böhoeftigen
recht, als er zooveel voor O-ostenrijk wordt
gedaan, daarbij in aanmerking genomen,
dat d-e nood in Oostenrijk natuurlijk on
vergelijkelijk yee-1 greater was en is dan
In Nederland.
Men begrijpe ons goed: wij willen niet
in 't minst afdingen op het algemeene
Mr-even, het noodlijdende Oostenrijk te
helpen integendeel, niets zien wij licvar
dan - diat het vrees-ei ijk arme Oostenrijk
don bijsta-nd erlangt, welke bet noodig
heeft; en wij willen blijven staan in de
voorste rijen van hen, die geen moeite en
zorg te groot achten bot bereiking yan
dit heerlijke ide-aa-1.
't Is echter alléén de kwestie: dat men
viet uit mode-grilligheid of uit aan
trekkingskracht van het „vreemde" d-e
juiste verhoudingen van behoefte hiér en
in Oostenrijk uit het oog verliest en
hoewel goed bedoelend niet eenigszims
onbarmhartig word-t ten opzichte van de
armen, die wij altoos o-m ons heen heb
ben.
Zóó was de kwestie zuiver- gesteld, toen
tot voor korten tijd alles in Neder
land zijn geregeiden (1) gang sekten te
gaan en men zich vrijwel ongestoord geven,
kon-aan de steunbeweging voor Oosten
rijk.
Zóó is de kwestie ook thans nog zuiver
gesteld, nu.... een groo-te, een geweldige
ramp over ons land is gekomen, mi op
meerdere plaatsen dijken doorgebroken
zijn en tallooae medeburgers verjaagd zijn
van huis en hof om elders men weet,
koe gebrekkig dit meestal moet gaan in
den nood eenig onderdak en eenig le
vensonderhoud te bekomen.
Zie! Thans is er wijziging gekomen in
de ver-houdingen tuss-chen den no-o-d hi-er en
in Oostenrijk, wij willen niet zeggen,
dat er voor- Oosten-rijk nu minder gevoeld
en minder gedaan mo-et worden wij
hopen, dat men voor Oostenrijk even roy
aal zal blijven! d-och onafwijsbare eisoh
van het oogenblik is toch, dat er thans
m-e-e^. d-au tot op heden gevoeld eif ge
daan zal worden vo-or den no-od in eigen
land.
Een waarheid al-s een koe! -welke wij
Jiicr echter toch willen uitspreken, omdat
liet R.-K. Huisvestigings-Comité te "s-H-er-
to-genbos-e-h met een schoon plan voor den
jjag is geko-men.
Blijkens een communiqué aan de bladen
toch heeft het hoofdbestuur van het
R.-K. Huisvestigings-oomité te 's-Herto-
genboseh, 17 Januari jJ. aldaar in verga
dering bijeen, naar aanleiding van de dien
da.g plaats gevonden hebbende dijkdoor
braak te Cuijk aan de Maas besloten
zulks met goedkeuring van Z.Exe. den Mi
nister van Binnenlandscihe Zaken om,
waar nood-ig, hulp te verteenen aan d©
d-oor den" watersnood geteisterde dorpen.
Het oomité is bereid om kinderen uit
die (terpen tijdelijk onder te brengen in ge
zinnen, welke zich vo-or het opnemen van
Weensehe kinderen hebben opgegeven,
doch voor wie dese kind-oren n-og niet zijn
aangekomen.
Hj:t getuigt voorzeker van een breed
standpunt per slot van rekening het
eenig-juiste stand-punt in onze hed-en-daag-
sch-e steunbeweging dat het R.-K. Huis-
.vestigingecoimité zèli' het initiatief neemt,
om de liefdadigheid, welke in deze dagen
zoo gul vo-or- Oo-stenr-ijk betoond wordt in
verband te brengen met d-e liefdadigheid
welke thans ook voor Nederland geëisoht
wordt en dat het er ernstig naar streeft
deze liefdadigheid (in goeden zin) „uit tc,
buiten" ten gunste van de watersnood-on
gein kkigen onzer dagen.
Ons. dunkt: thans vindt een ieder prach
tige gelegenheid om te toonen, dat hij
zi-eli niet door modegrilligheid of ieta der
gelijks aan liefdadigheid wijdt, d-och ,dat
hij helpen wil daar,' waar het de juiste
nood-verhoudingen cn d-e „liel'die tot zijn
land" in aanmerking genomen hei
meest noodig is.
Moge het sehoone pla-n van het R.-K
Huisvestin.gs-Oomité v^eil bijval vinden!
In dezen tijd van voortdurende stakingen
en looneischen wil men het nogal eens doen
voorkomen, alsof bij de leiders der werklie-
den-bonden het gezond verstand ver te zoeker
is alsof zij met de meeste wlU.ekeuiflg
heid en zonder acht te geven op den toe
stand van bedrijf en maatschappij de loo
tien maar opdrijven.
Minstens genomen zijn dergelijke bewe
ringen omtrent de -werkliedenleiders in haai
algemeenheid overdreven.
Natuurlijk zijn er t- ook onder ons Ka
tholieken wel besluurders' van werklieden
bonden, wier aigemeene ontwikkeling, wie%
helderheid van inzichten en verantwoorde
lijkheidsgevoel nog niet passen bii de plaats
die zij innemen. En wij durven zeggen da.
van de gestie en het diepe verantwoorde
lijkheidsgevoel der werkliedenleiders om die
..rustige" ontwikkeling der nieuwe maat
schappij, die na den oorlog 'bezig is zich te
vormen, ontzaglijk veel afhangt.
De bestuurders der groole werklieden-
bouden en speciaal de Katholieken
hebben een taak, die buitengewoon veel van
hen eischt. Ten le: omdat de besluiten dei-
bonden, waarop zij zoo groot-en invloed uit
oefenen. veelal de meest ontzaglijke gevol
gen hebben. Bovendien staan zij meermalen
tegenover het beperkte en bekrompen in
zicht van patroons, die nog geheel be-
heerscht worden dooi de egoïstische denk
beelden van het wel in zijn wezen maar nog
niet in zijn gevolgen gestorveii liberaal-eco
nomische stelsel. En eindelijk men be
denke dit vooral hebben zij vaak de
grootste moeite om een arbeidersmassa,
welke onder den druk der omstandigheden
meer-èischt dan redeneert, in toom te hou
den en te brengen tot rustig, bezonnen en
rechtvaardig handelen.
Als bewijs van gezonden zin bij arbei
dersleiders mogen de volgende regelen die
nen, die wij uit een artikel over cen nieuw
collectief contract der steendrukkers en •cli
chémakers knippen
De schrijver in het Katholidie vakblad
zegt o. a-:
onder onze leden zijn er óók,
wier eisclien als absoluut onbereikbaar
van de hand moeten worden gewezen
Ieder van onze Leden zai er eenvoudig
mee rekening hebben te houden, dat
zijn eischen, ten opzichte van het
loon. zich aan de. draagkracht van het
bedrijf hebben aan te nassen. Doen wij
dat met, dan siachien wij de kip met
de gouden eieren, m. a-.w. dan rich
ten wij het bedrijf ten gronde, waarin
wij allen moeten bestaan.
Men vergete toch niet, dat alles door
het bedrijf,; door het product afeet wor
den opg-ebraght én de prijzen reeds
/terhaaldelijk zijn verhoogd en wel in
die mate dat het verzet van de afne
mers, vooral in uifgeversknngen, steeds
toeneemt en de Duttsche concurrentie
zich reeds lang doet gelden. Met deze
feiten moet meh tekening houden, wil
men tenminste nog ais redelijk, ver
standig mensch aangemerkt- worden,
Wii hebben eenvoudig ons mede-verant-
wooraelijk le stellen voor de instand
houding van het bedrijf".
Op een andere plaats in dit artikel luidt
net; v 1
..Bovendien vergete men niet, dat
alierwege de noodzakelijkheid wórdt
erkend, om tot opvoering der produc
tie te komen, als een der voornaamste
middelen om liet ecc-.romiscli lc-ven we
der in nüïïtfale banen te brengen,
waaruit het door den oorlog is ge
raakt.
Wii hc-bben daarom ernstig mede te
werken om ook voor onze" bedrijven
tot meerder productie te komen en dit
niet alleen door een slipte nakoming
van art. 4, (dit gaat over stipt op
tijd beginnen en eindigen) maar ook
door onzen arbeid intensiever te doen
zijn.
En aan het slot dezer beschouwing luidt
het
Die prijsverhooging blijft esn ge^,
vaar ook voor ons en daarom zuilen
wij hebben mede te werken om op an
dere wijze de verhoogde uitgaven aer
bedrijven te dekken. Dit ku-iinen wij
doen door aan een -vereenvoudiging
der exploitatie meae te werken 'voor
zoover dit op onzen weg ligt en zeker
niet tegen te werken. W.aar be
zuiniging mogelijk is. moet dat ge
schieden. natuurlijk zonder dat daar cie
qualiteit van het werk onder lijdt. Het
ligt voor de hand dat ook getracht zal
worden, op elke afdeeling niet meer
personeel toe te ,aten als strikt nood
zakelijk is. Dit behoeft bij de huidige
conjunctuur van het bedrijf geen werk
loosheid tengevolge te hebfcen.-
Menig patroon vermoedt niet. hoeveel
durf het van een arbeiderslei-der vergt om
zulke kloeke taal tegenover medewerklieden
te doen hooren. En de patroons in het al
gemeen onze katholieke patroons op de
eerste plaais mogen wel bedenken dat
de werkliedenleiders door waardeering van
onzen kant en verstandige bespreking en
overleg eerder ten volle tot de hoogte hun
ner zoo verantwoordelijke taak zullen wor
den opgeheven indien noodig dan door
miskenning en dikwijls niet geheel redelijke
en generaliseereade critiek-
We lezen in „Klei", het orgaan van
-den Boni van Ned-srl. Steen abrikanten:
„Een ramp waarvan (d.e omvang nog
slechts bij benaxljering kan geschat wor
den, hoeft een groot gedeelte onzer le
den getroffen.
Het water bereikte een hoogte, zooals
in geen jaren het geval was vernioiig-
d.e miilioenen sceentn en bedierf vcor
enorme sommen.
Het bedrijf van vei© fabrieken is op
hoogst ernstige wijze getroffen, wat in
jaren werd opgebouwd, ia mot één slag
vernietigid.
Voor de buitenstaanders, de niet pro
ducenten, voor d-e arbeiders ook, naar
wij hopen, moge dit een vingerwijzing
zijn, dat de industrie maar niet stee-dér
meer belast kan word,en. Een aanwij
zing van de groote gevaren waaraan
hot in zaken gestoken kapitaal bl oc
staat en een waarschuwing om niet -te
ver te gaan met belasting, met allerlei
hinderlijke bepalingen en mot liet stel
len van eischen.
Men begrijpe toch, dtafc zonder de in
dustrie ecu land, aangewezzen op don
vreemde, d-en eeonomischen strijd ia
da- volkeren-gemeenschap moet verlie
zen'"
Men waard,eere eindelijk eens, den
durf en geestkracht van hen d'ie hun ,geld
wagen in industrie
WEIGERING Ï>ER UITLEVER,ENG.
„Nu heeft zoo roept de „Maasbode"
uit onze regeeriu-g eindelijk het groote
beslissende woord gesproken.
En op de eerste plaats voelen wij dat
woord uu als een bevrijdende daad".
De regeering gaat recht in op de prin-
cipieele fout, waaraan de „drie" zich bij
hun uitleverings-eisch schuldig maakten,
in zooverre het verleden en het heden met
de toekomst-mogelijkheid door heën ver
ward en dooréén gehaspeld werd
Alle bijkomende dingen en alle neven
kwesties worden terzijde gelaten; alleen
op de hoofdzaak wordt kort en krachtig
en m-et passende fierheid ingegaan.
Dat valt als een verblijdende omstan
digheid aan te.merken. -De uitleverin-gs-
Jcwestie is zoo vertroebeld en zoo dooreen
gehaspeld, dat een kort, zakelijk Pf, klaar
woord wel het meeste kans heeft om de
hoodige helderheid en bezinning te bren
gen. -
Ondanks alle persoonlijke meeniugen
en overtuigingen, zal heel ons v-olk het
eens ziiu met het onaantastbare en korda
te gebaar van afwijzing."
„Het Vaderland" noemt den vorm, waarin
onze regeering haar afwijzend antwoordge
kleed heeft, bondig en waardig, het beioog
■helder en overtuigend.
,,Onze regeering moet te rade gaan met.
wat 's lands wetfen en traditie haar als
plicht voorschrijven.
En noch die wetten, noch het sehoone
verleden, dat Nederland als asiel vaü po
litieke ballingen heeft, veroorloven onze
regeering aan het verzoek der mogend
heden te voldoen. Zij mag er geengehooi,
aan geven. Het recht en 's lands eer ver
zetten er zich tegen. Men heeft ons volk
altijd geëerd, omdat het beschermde wie
hier de vrijheid zochlen. Het kan aan zijn
traditie niet ontrouw worden.
Daarmede heeft de regeering ter ver
klaring van haar standpunt genoeg ge
zegd.
De poging, het odium van de straffeloos
heid der gewraakte daden op ons land tec
laten rusten, wijst de regeering met kracht
af.
„Indien er toch nog een verkeerde schijn
aan de weigering van uitlevering wordt
gegeven, indien zij aan sympathie voort
Wilhelm v. Hohenzollerp wordt toege
schreven, of aan Duitschgezindheid of aam
wat een onwelwillende of onwetende pers
in het buitenland mocht verzinnen dat
verantwoordelijke mannen in de Entente,
landen daaraan zouden deelnemfin mag,
niet worden ondersteld dan zou dal;-
diplomafiek zacht gezegd, onredelijk zijn.
Maar als het gebeurt, en het zal wel
gebeuren, dan zullen wij het langs onze
koude kleeren laten gaan, rustig in onze
overtuiging, dat onze regeering heeft ge
daan wat plicht, wat eer en geweten haar
geboden."
DE NIEUWE FRANSCHE REGEERING,
Het lcabinet-Millerand is niet,gelukkig,
Hoe,zou het ook anders? Een regèering, üie
bij liaar optreden cien desolaten oorlogsmoe
de! moet - redderen, die, in plaats van oen
overwinningsroes voort te zetten, moei aan
sporen tot bezuinigingen, hard werken en
veel belasting betalen, zoo'u regeering vatt
uitieraard niet m den smaak-
Maar er is meer, wat in het kabinet-Mil-
lerand tot ontevredenheid aanleiding geelt.
De nieuwe minister-president heeft volgens
een groot deel der Kamer niet voldoende
rekening gehouden met den uitslag der ver-
kiezmgeff. De radicalen kwamen zeer ge
havend uit den stembusstrijd en toch heeff
Millerand tien radicalen heer Steeg onaef
de ministers opgenomen en hem den be
langrijken post van binneniandsche zaken
gegeven.
Dat deed hij om alle partijen tevreden te
tellen, om de kool en de geit te sparen.
Maar het is hem bitter opgebroken. De eer
ste Kamerzitting, waarin Millerand met de
regeeringsverklaring optrad, was zoo heftig,
en rumoerig als maar zelden in Frankrijk
vertoond is. En daar is meen voor geen ge
ruchtje vervaardLéon Daudet verweet
Steeg allerlei ieelijks en Millerand moest
menige veei laten. Bij de eerste motie van
orde onthielden zich 240 Kamerleden van
stemming. En de. meerderheid liet duidelijk
blijken het nieuwe kabinet te wantrouwen-
1 oen Donderdagavond tegen zeven uur in
de wandelgangen van de Kamer bekend!
werd, dat het nieuwe ministerie geen vol
strekte meerderheid van -stemmen haci kun
nen halen, gingen er onmiddellijk geruch
ten rond, dat het kabinet-Mil lerand aftrad.
De kamerleden begaven zich in dichte drom
men naar de vergaderzaal om den voorzit
ter den definitieven uitslag van de stem
ming tc hooren afkondigen en om te zien of
het ministerie al of niet zou gaan.
Millerand kwam ook mee binnen, en, zoo
vermeldt een kamerversldggevcr, „hij ging
dadelijk in de ministerbanken zitten met liet
54
Eduard bevredigde daarop 's mansrecht-
matige nieuwgierigheid en deed liem een
omstandig verhaaTvan het gebeurde. D„ oud„
zeeman hoorde hem met verwondering aan, en
nadat het van alle kracht beroofde stukje
négroliead in de palm van zijn hand gespuwd
en 'ttoornigopde werf gesmeten had, als had
hij er zeker iemand mede in zijn oogen willen
gooien, riep hij met 'n vuistslag op het kip
penhok
„Zoo kreupel en oud as 'k bin, menheer, wou
ik dat 'k dien kerel nog ereis onder handen
kreeg, ik verzeker je, dat ik zou 'em opknap
pen."
„Ik geloof het wel," zeide Eduard, maar
dat zou het verlies wat -ik geleden heb, niet
Vergoeden."
Neen, dat 's waar," sprak de andere, ik wou
dat ik je je meisje weerom kon bezorgen."
Beiden namen gedurende eenige minuten
een treurig zwijgen in acht. Toen de grijze
legger eindelijk uit zijn droomerij ontwaakte,
Vroeg hij Eduard om zijn adres, dat deze hem
Verschafte.
„Nou zou ik je graag wat te eten ol te drin
ken willen geven," riep hij zich spijtig een
slag op de knie gevende, maar 'k niks aan
boord.
Als 't volk afgemonsterd is, halen ze alles
weg, en as de legger dan wat hebben wil, dan
mot ie 't maar koopen. Een glaasje ouwe
Schiedammer, heb ik, geloof ik, nog -wel
kan ik je daar mee dienen
Meer om den ouden goedhartigen zeeman
niet te weigeren, dan wel uit behoefte maakte
Eduard van het aangebodene gebruik. IJs
brand haalde een kruik, die half gevuld was
met jenever, uit het logies en verwijderde
zich weder om na een paar seconden met een
tinnen kroesje te voorschijn te komen, waarop
hij den dokter lachend vroeg
Je bent ommers met vies van me, menheer?
Kijk," vervolgde hij, zonder het antwoord
af. te wachten, daar heb je de kroes waar de
matrozen driemaal per dag 'n oorlam uit
krijgen. Dat 's 'n medicijn voor derlui as ze
dat niet meer lusten, dan kan je der van opan
dat ze ziek binnen en dan gaan ze meestal
kapot ook."
Onderwijl had hij 't tinnen voorwerp met
het zoo hoog geroemde vocht gevuld, en
reikte het, na 't even aan zijn lippen te heb
ben gebracht, den dokter toe, die er een
zeer matig gebruik van maakte. De grijze
zeerob zag hem met kluchtige verwondering
aan en vroeg hem of hij niet wel was. Eduard
stelde hem gerust door de mededeeling dat hij
in blakenden welstand verkeerde, waarop de
andere zeide
„Neen, dan mot je 'em doodslaan I"
De dokter schudde met een zekeren afkeer
het hoofd. Dit had ten gevolge dat de zeeman
hem de kroes met verontwaardiging afnam en
hem de proef leverde hoever hij het in de
kunst van doodslaan" had gebracht.
Neen, neen, ik moet niet veel van dat goedje
hebben," sprak de dokter, het vliegt mij te
veel naar het hoofd. Voor lieden die veel in de
open lucht werken en gestadig in nat en koud
weer zijn, zooals de matrozen, kan 'n enkel
borreltje geen kwaad en net zooals je daar
aanstonds zeide, wanneer zij hun oorlam niet
meer lusten, kan je er van op aan dat ze ziek
zijn, dat heb ik zelf dikwijls ondervonden.
Heb je dan ook gevaren, menheer vroeg
de oude, niet zonder bevreemding
'k Heb twee reizen as scheepsdokter naar
Java gedaan," was het antwoord.
„Hè, vertel me dat nou eerst," riep IJs
brand op den toon van verwijt, en vervolgde
Zie je, dat wil 'k 't ook wel gelooven, dat je
niet erg voor de jenever bent, want de meeste
van die geleerde heeren hebben den oorlog
verklaard aan de sterke drank. Nou mot ik je
ook zeggen, dat 'k er 'n hekel au heb as ie
mand 'em dronken drinkt. Zie je, dokter, ik
kan men natje en droogje heel goed an, en 'k
doe met de beste mee, maar dronken bin ik
niet dikkels geweest. Je mot 'n matroos nou
ook niet al te streng beoordeelen. Zie je, a.->
'k an- of afgemonsterd had, kwam er wel er-
eis 'n spaajitje te veul in, en ik had ook soms
wel 'n nacht plezier, 't Was dan wel niet alles
recht bij me in de haak maar onze Lieve
Heer zal met 'n zeeman, hoop ik, wel wat toe
gevendheid gebruiken, want anders ziet 't er
slecht met ons uit."
Eduard zeide dat het wel los zou loopen, en
maakte zich gereed om te vertrekken.
„Nou, menheer," riep de zeeman, toen de
dokter hem zijn hand toestak, welke hij ste
vig drukte, 't doet me plezier dat we zoo aar
dig met mekaar gekletst hebben 'k hoop dat
je nog ereis gauw weerom komt, en doe je
dat niet, dan zoek ik, as De Albatros in lading
leit, je wel te Marrelhoef op, want we motten
die zaak met dat gouwe ding uit de wereld
maken. Ik heb eigenlijk het land om die
moeder Tonie weer op te zoekendat wijf
vertelt zulke rare dingen Zou je denken dat
ze met den duivel omgaat
Wel haal, je zulke grappen niet in je hoofd,'
antwoordde de liberale geneesheer Met
den duivel omgaan Wie denkt er in on
zen tijd nog aan den duivel
„Ja jullie geleerde heeren gelooven niet
veul, zie je, dat 's 't ongeluk," sprak IJsbrand
met iets twijfelachtigs in zijn blik, 't welk
duidelijk bewees dat zijn angst nog niet ge
weken was.
„Dat wijf is je te leep af en mij er bij, wil je
't gelooven sprak Eduard ik heb genoeg
van haar gehoord om te weten dat het 'ècn
bedriegster is."
Zie je uan niet. ezel, dat je der niet moer
inkan e schuit is i 't zinken as er ok
n.jg mensen konnea gered w„r cn, motten
we eist voor de vro wen or n, want de
wereld za aan jou toe niet Veel verhezen"
Da op m kte hij ke nis met men vuisten,
ik p kte 'em in en nek en viel met 'em op het
dek, en toen e rst ag ik, dat uij de vrouw die
m zijn armen elegen had, kwijt was. Of ij in
,_ee gevallen is of met den vis chc.man weg e-
lommen is, weet ik niet, ik zou wel denken,
dat rij,op het oogenolitoen ik Paltzcr aan
greep, uit zijne rmen u gev en en in ,.ee
v.e d nk.'
De legger begon moede te woi-den van 't
vertellen en 't was niet te verwonderen
daar 't laatste deel van 't verhaal hein
geheel in geestdrift had gebracht. Hij
zweeg eenige oogenblifcken maakte nog