R.-K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÖLLAND BUITENLAND BINNENLAND Mo. 31 Zaterdag 7 Februari 1920. 14e Jaargan/ Verschijnt dagelijks. Bureaux: HOF 6S ALKMAAR. - Teiefoon: SeoIc'*33' Wibaut tegen Troeisfra. FKUÏLLETON Het witte huis. binnenlanusou ftieuws. j —V—I KFjATI Abonnementsprijs: Per kwartaalper agoni f 2.16met geïllustreerd Zondagsblad f 2.60; franco per post 1 2.60; franco met grill nstreesl Zondagsblad f 2.95; afzonderlijke nummers Tan de courant 5 ct.van het Zondagsblad 6 ct. Advertentieprijs: Van 15 regels 1 1.elke regel meer 1 0.2U; Reclames per regel f 0.52^ Rubriek -Vraag en aan bod" per plaatsing f 0.50. Aan alie abcnné'o wordt cp aanvrseg gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot eon bedrag van 5 SOO,-—, f 409,-—, 5 200,—, 5 100,—, f 60,—, f 35,— 5 IS In de réde, die Troelstra dezer dageu te Amsterdam gehouden heeft, sloeg do so- eiaal-democratiecke volksmenner een mis selijk figuur. Wij doelen niet zoozeer op de oudbakken, .duffe kost, die hij ais „nieuwe problemen" zijn gehoor trachtte aan te smeren. Nieuws vertelde de mail niet. t Immers, dat liet vredesverdrag tussclien do Entente en do Centrale Kijken gesloten, 'sleohts de parodie daarvan is; dat wij on .andere volken in den Volkenbond moeten treden; dat de financioele toestand in de wereld zorg baart; dat, met den val van •het absolutisme in Duitse hl and, een ver ouderd politiek systeem ineen stortte, dit alles en nog veel meer van hetgeen hij als „nieuwe problemen" aan de „bewuston" opdischte, zijn waarheden als koeien, die \,we al lang wisten. Troelstra wekt, naar aanleiding zijner jongste rede in het Concertgebouw der '•Hoofdstad den indruk, dat hij aan seniele geestelijke aftakeling begint te lijden on- rfanks zijn nog geen GO jaren. Dat komt ervan, als men politiek niet (solied geleefd heeft. Dit in 't voorbijgaan. Hetgeen we ditmaal naar voren wen- eehen te brengen, is de weerzinwekkende ■houding, die de leider der S. D. A. P. ge meend heeft zich te mogen veroorloven te gen zijn partijgenoot, den heer Wibaut, wethouder van Amsterdam; een houding, die het „Centrum" naar waarheid karakte- 'riseerde, toen het schreef: 'Ma. „De figuur van Troelstra met zijn ge- hengel naar de volksgunst, met zijn de- magogisehe volksvleierij, steekt kiein en armzalig af tegen die van Wibaut, die een conflict met zijn fractie en met zijn partij liever accepteerde dan een stem uit te brengen, welke hij niet- meende te kunnen verantwoorden. Of hij dat nu te- recht of ten onrechte deed. in ieder ge val had hij den moed der overtuiging. En Troelstra, tuk op de volksgunst, ont ziet ziek niet in een openbare vergade ring een zijner mede-leiders en den (vroeger!) meest invloedrijken partijge noot van Amsterdam een ruwen, rauwen itrap te geven onder luid en langdurig applaus der „bewusten". Dit teekent hem alweerl Welk een jammerlijk gemis aan beleid, aan tact, aan inzicht! Welk een demonstratie van onbeschaafdheid! Wi baut is tegenover hem een gentleman. Wibaut is trouwens een veel knapper iman dan de offieieele „leider" en van so cialistisch standpunt bekeken, kan men aan Wibaut zijn verdiensten niet ont zeggen. Het moet een bitter oogenblik voor den Marxistiscken grijsaard ge weest zijn, na een leven van arbeid voor het socialistisch ideaal aldus te worden neergetrapt.... onder langdurig applaus van de Amstsrdamsche S. D. A. P." De „Marxistische grijsaard", die we wezen er nog zeer onlangs op geen ka ter is om zonder met sterke stof omwoelde handen aan te pakken, legt thans Troel stra in „Het Volk" over de knie, gevolgd ioor de bekende handbeweging en dat op een wijze, die Pieter Jelles lang zal heu gen. De socialistische leider had in zijn rede voering te Amsterdam uitgeroepen: „Ik zou sommige onzer propagandisten wiel ran hun wethouderszetels willen trappen", 3en liefelijkheid aan het adres dier hee- ren, welke hem een onbedaarlijk applaus bezorgde. In „Het Volle" neemt de lieer Wibaut het tegen Troelstra, voor die sociaal-democra tische wethouders op. Het zijn rake slagen, die hij den onvoor zichtige toedient: ,,Er zijn in de geschiedenis van de vak beweging tal van voorbeelden bekend, dat de lompheid van een fabrieksbaas achterlijke arbeiders tot oen begin van organisatie bracht. Zoo had het ook kunnen gebeuren, dat de soeiaal-demokratisabe wethouders tot een gezamenlijke uiting hadden wil len komen naar aanleiding van de wijze, waarop Troelstra in zijn rede in het Con certgebouw zijn waardeering over hen heeft uitgesproken." Na te hebben herinnerd aan het partij congres, gehouden in de tweede helft van April 1919 (dus 4 volle maanden na. Troel stra's poging om te revolixtiouneeren) %waarin door aannemen eener motie, ver schillende partijgenooten geroepen werden om wetkouderszeiels te bekleeden, wordt Troelstra door den heer Wibaut de volle verdiende maat toegemeten, in de volgen- do strafpredicatie, die ons aan een uit brander doet denkeu, welke een opgescho ten schoolbengel zich door z(jn minne stre ken op den hals heeft gehaald: „Zoolang de Partij aldus de heer Wibaut haar t-aktiek niet heeft gewij zigd, zijn de partijgenooten, die wethou derszetels hebben aanvaard, in overeen stemming met de uitspraak der partij, geen vrijbuiters en moeten door Troelstra niet worden voorgesteld alsof bij allen of hij eenigen hunner, het uitvoeren van het werk niets meer is dan een partiku- liere en voor do partij schadelijke lief hebberij. Ik heb eenig vermoeden, dat wanneer de partij zich uitspreekt voor een andere taktiek ten opzichte van de gemeentepo litiek, waarbij het bekleeden van wet houderszetels zal zijn uitgesloten, er wei nig wethouders zullen 'zijn, die toch hals starrig op die breede stoelen zullen blij ven zitten. Mochten er zulke partijgenooten zijn, dan zal een aanmaning om zich naar de partii-taktiek te gedragen, zonder twijfel op zijn plaats ziiu, De opvoedingsmetho de van het geven van trappen zal allicht eerst daarna moeten worden overwogen. Maar wij zijn er volstrekt niet zeker van, dat deze noodig zal blijken. Indien de regelmatige weg om op dit- punt een uitspraak van de partij Uit te lokken, en af te wachten, wordt gevolgd, dan kan ook Troelstra zich de inspanning van trappen besparen!" Met deze ev.en rake, als van hot stand punt van den soeialistischen wethouder waardige afstraffing, kan Troelstra het voorloopig stellen. De revolutionnaire leider der S. D. A. P. die door zijn terecht verontwaardigden mede-leider bij eên „lompen fabrieksbaas" vergeleken wordt, zal daarvoor wel geen gangbare munt terug hebben. En medelijden verdient hij evenmin als de bedrogen echtgenoot in Molière's blij spel: „Tu l'as voulu, George Dandin." üe uitieveringskwestie. Keuter verneemt dat geen verdere stap pen zullen worden gedaan intake het ver zoek om uitlevering der Duitsche „oor logsmisdadigers" alvorens overleg is ge pleegd met de vertegenwoordigers der ge allieerden te Berlijn. Uit goed-ingelichte kringen, die met de Entente in nauw verband staan, verneemt de correspondent van het „Hbld." te Keu len, dat tot de represaillemaatregelen, wel ke de Entente zich voorgenomen heeft om de uitlevering te verkrijgen ook een nau were verbinding van een groot deel van het bezette Rijnland niet Frankrijk be hoort in een vorm die wel niet geheel overeenkomt met annexatie maar het des betreffende deel van het Rijnland toch in een positie van afhankelijkheid tegenover Frankrijk zal brengen, in nog scherperen vórm dan thans het geval is met den Saai-staat. Franltrijk's begeerte inzake de Rijnlanden kwam, naar de eorrpond, ver nam, reeds hij do voorbereiding der vre desvoorwaarden hierop neer dat een be langrijke strook der Rijnprovincie, zich uitstrekkend tot aan de aïidei'e zijde van de Saar, met Coblenz als noordelijke grens eenvoudig zou wordengeannexeerd. De vervulling van deze wensclien is echter reeds dadelijk gestuit op den beslisten te genstand der andere Entente-staten. In 't bezette Rijngebied beschouwt men de komende gebeurtenissen met bijzondere bezorgdheid voor liet Rijnland zelf, te meer daar het bezoek der Pruisische mi nisters slechts een herhaling heeft ge bracht van de geijkte vragen die'men ge woon is als antwoord te krijgen op de klachten die sedert langen tijd uit de be zette provincies tot Tier Ui a worden ge richt en die opnieuw bevestigen dat men te Berlijn ook thans,„bij het dreigende gevaar, niet het minste begrip tieeft van de eigenaardige gesteldheid in het Rijn land. f Volgens een. bericht vtUi de „Corrierc della Sera" uit Parijs moet dtp door dc geallieerden opgestelde nota volstrekt piet uitdrukkelijk het verlangen in zake uitlevering kenbaar maken. Met uitzondering van de ïFransche zijn de ge allieerde juristen van riieepmg, dat men het aan de Duitsche regeering -zelve moet overlaten op grond van de lijst der Entente uit zichze've tegen haar onderdanen op te "(reden. Met name de Amerikanen en de (ar. -• :rs. bekommeren zich' volgens het Italiaanschc 4>Iad in bet geheel niet om dc uitlevering der Duitsche legeraanvoerders en politici. Zij keuren deze zelfs af. De Italianen •hebben voor hun deel weinig cisehen gesteld en zich sleohts uit solidaiiteït bij de nota aange sloten. Ook c'e Engelscben moeten niet meer zoo vastbesloten als voor een maand op hun eischen staan. De nota, die alleen reeds uit eerbied voor bet vredesverdrag moest opgesteld worden, moet volstrekt niet zoo tragisch worden opgevat als van de zijde van Duitschland geschiedt. Iti diplo matieke kringen te Parijs wordt dan ook ver vracht, dat de Duitsche regeerng minder overijld zal handelen dan Freiherr von Lersner. In verband hiermede zij meldng gemaakt van een ander bercht, volgens hetwelk het rijkskabinet geneigd zou zijn in de uitleveringsqaaestie in zooverre aan de Entente tegemoet te komen, dat het er niet meer op zou slaan, dat de oorlogs schuldigen voor het „Keichsgcricht" te Leipzig met toevoeging van vertegenwoordigers der En tente zouden moeten verschijnen en dat het kabi net bereid zou zijn ze tiaar een neutraal ge rechtshof *te verwijzen, dat in Zwitserland zou zetelen. ROBERTS AFGETREDEN. De Engelsche voedsehcontroleur Roberts, heeft zijn ontslag als Minister gevraagd, maar de eerste miuist-er heeft hem verzocht <ap zijn besluit tc willen terugkoden. (Roberts behoorde evenals Barnes tot dc vier arbeiders-mimsters. die in het coalitie-kabinet zitting bleven houden, na het beslut der arbei derspartij om u't de coalitie te treden.) AARTSHERTOG JOSEPH BEDANKT VOOR DE EER, Aartshertog, Joseph verklaarde aan een mede werker van „Az. Est.'', dat hij reeds twee dagen geled-en zijn politieke vrienden had' verzocht af te zien vati zijn candidatuur als voorloopig staats hoofd vati. Hongarije. Hij wilde tot geen prijs deze functie aanvaarden. Politici, die hun zen ding hebben volbracht, moeten van het tooneel verdwijnen. De aartshertog is begonnen met het schrijven van zijn memoiries over den wereld oorlog. GEMENGDE BülTENL. BERICHTEN, Duur linnen. Na de katoen-quaestie dreigt nu in En geland een linaen-quaestie. De oorzaak zit volgens hetgeen de Daily Mail meldt, in het volgende: Te Ballynahineli in Ul ster is do vlasmarkt „dubbel" gesloten. Eerst werd die geboycot door de vlas- bouwers wegens een conflict met de po litie, daarna werd zij door de vlas-eom- missie gesloten, omdat deze haar figuur wilde redden en als dc boeren in die buurt willen verkoopen, kunnen zo liet niet doen. De regeering' heeft de oorlogs-controle op vlas in Ierland voortgezet, ofsciico.-i zij genoodzaakt was ze in Engeland af te schaffen. Het stelsel oedoelt een maximum prijs voor te stellen voor do vlasbouwers het bedrag is 360 p.st- per ton voor de beste qualiteit en 280 p.st- voor de slechtste. De prijs van garen en linnen is niet gecontroleerd en was nooit gecon troleerd. Het natuurlijk gevolg is, dat het publiek wekelijks hooger prijzen betaalt voor het gefabriceerd artikel, terwijl de vlasbodwers een vasten-prijs ontvangen. De garenprijs is inderdaad gestegen tot 10d0 pet. terwijl lersch vlas op aenzeif- den prijs is gebleven. Feitelijk treedt de regeering die alle vlas opkoopt, als make laar op voor de spinners en maakt v ooi- hen een fortuin en de Iersche boeren, aio 360 p.st- voor hun ton vlas krijgen, zien dat vlas uit liet buitenland tot 1200 p.s> stijgen. Het meeste kwaad is reeds gedaan, want liet publiek lie-ft zonder reden hooge prijzen voor het bereide artikel betaald en de Iersche boer is ontmoedigd en wil geen vlas meer bouwen en' zulks terwijl Amerikaansche handelaars in Engeland kunnen opkoopen iet eiken prijs. Een groote uitvoer zou veel bijdragen om de Handelsbalans ten gunste van Engeland te doen stijgen en den koers van het pand stellig te verbeteren. Gevolg is nu dat dó Ulster vlasbouwer op zijn achterste beeueu gaat staan, omdat de regeering met dwang 'n lading vlas wil naasten. De politie werd door de boeren van de markt verjaagd; vlas wordt achter gehouden, de linnenfabrikanten kuhni a niet producee- ren en de uitvoer daalt steeds. Groote demonstraties worden in Ierland verwacht en zelfs de meest loyale Ulster mannen voelen een wrok, geëvenreuigd aan die van Sinn Fein. Een stork staal tje is, dat een qualiteit-vlastouw van 18y2 sn. in December 1918 is opgegaan, tot. 68 sii. op dit cogenblik zeker wel het sterkste staaltje van „profiteering" dooi de regeering dat ooi gekend is. Iedereen snakt naar de afschaffing van controle en de yrije markt, die ieder ten goede zou komen. Diuirtebijslagen voor ge Jkeii De vraag, of duurfcebijslagen voor gees telijke door don staat of door de kerken moeten betaald worden, heeft in de grond wetscommissie uit dón Beierschen land dag, naar de Beniner Lokalanzeiger verneemt, tot een conflict geleid. De Bei- ersehe vo.kspartij verlangt, dat de staats kas hiervoor zal zorgen. De regeering heeft zich hiertegen verzet, zoodat een conlitutiöneel conflict dreigt. De regee ring wil het staatsgerechfcskof doen be slissen, terwijl de landdag zich de authen tieke uitlegging der grondwet zelf heeft voorbehouden. De Lyon-expres, komende van Lyon, liep to Perriguy op een goederentrein. Ei- zijn vijftien dooden en dertig gewon den. Aan de „Libre Belgique" wordt uit LuT gemeld, dat zioh aldaar twee gevallen van slaap, ziekte, waarvan één met doodelijlcen afloop, voorgedaan hebben. 95 Waarom zou ik dan de dochter minachten? pat ik het kind mijns broeders niet bij mij in ums heb genomen, dit kwam omdat mijn vrouw zich hiertegen verzette en om de waarheid te zeggen, ik gevoelde er ook zeer weinig geneigdheid toe, daar wij toen nog al tijd onder den indruk leefden van de smart, welke, hetzij dan willens of onwillens, ons be rokkend werf. Maar welke redenen hebt ge- 0n\mK i f,Zoo te vragen vanwaar zoo veel belangstelling m eene gebeurtenis die reeds zoolang geleden voorviel?. Houd het mij ten goede maar ik begrijp niet hoe deze ,aa|u een enkel oogenblik kan bezig houden. „Toen verhaalde xk hem, dat naar alle waarschijnlijkheid het kind nog leefde want iat ik in Nederland een meisje Lnde daS 'aaam droeg en uit Frankrijk afkomstig was Dit bericht scheen hem te ontroeren. Zoo- ang ons gesprek duurde, ontwaarde ik in zijn' ■gelaat de akeligste zenuwtrekkingen, en deze Vermenigvuldigden zich, toen ik het vermoe ten uitte, dat het kind zijns broeders nog in even was. Daaar ik hem niet langer door mii- ne ondervragingen wilde lastig vallen, stond ik op om te vertrekken en reikte hem de hand maar verbeeld u mijn schrik en ontsteltenis, toen hij op hetzelfde oogenblik achterover in zijne stoel viel en zijne verwrongen gelaats trekken, terwijl hij geheel in een staat van be wusteloosheid verkeerde, mij het bewijs lever den, dat hij een beroerte had. Ilc liep in een hoek der kamer en trok aan de schel. Een bediende kwam boven, die, nauwelijks den toestand waarin zijn meester verkeerde, gewaarwordende, naar den dokter ijlde, die zich niet lang liet wachten. Helaas Alle verdere hulp was overbodig, die man had reeds het tijdelijke met het eeuwige ver wisseld.. Ik kan u niet zeggen hoe dit ongeluk kig voorral mij heeft aangegrepen de dokter las mijoe ontsteltenis op mijn gelaat en schreej mij terstond poeders voor, waarvan ik onafge broken ingenomen heb. Ik ben nu een weinig bedaard, doch het heeft mij zeer getroffen, dat ik den ouden man verloren heb, die in de toe komst zulk een goeden vriend voor mij be loofde te worden, en wiens huis ten alle tijde voor mij openstond wanneer ik op mijne rei zen Rouaan bezocht. „Een mensch is en blijft toch altijd baat- zuchtig;dit toonde ikook thans weer te zijn,het was toch alleen in uw;belang. Nauwelijks was ik, van mijn schrik een weinig hersteld, naar AFSCHAFFING VAN hEi öitti BIJ KAARTEN STELSEL. Het gemeentebestuur van Amsterdam» heeft pogingen in het werk gestéld, om de regeering te bewegen, net stelsel van de broodkaarten op te heffen. Ter toelichling deeldede wethouder voor de levensmiddelenvoorziening, de heer De Miranda, hetvólgende mede: De broodrantsoenojring ii tegenwo -f-ig een fictie. Iedereen kan tegenwoordig zlo- veel brood krijgen als hij wil, want liet regeeringsmeel wordt aangevuld mot be-, langrijke hoeveelheden Zeeuwsc-he tarwe. Voorts is het verbruik van het brood te Amsterdam Vrijwel stationair. Van 3<? Juni—8 Juli 1919, is het gebruik 1.Ö34.ÜU0 K. G. brood en van 27 Decemberf Januari 1.081.000 Het verbruik van het i-egeeringsmeel (voor bruin. hrcoJ) is over )hetzelfde tijuvak teruggeloopen van 187000 tot 104000 K.G Over. liet geiieei genomen wordt er dcor het publiek min, der brood gebruikt. Wat minder gebruikt wordt, vult men aan met z.g. vrij brood, vervaardigd uit z.g. Zeeuwsclie tarwe In verschillende provincies wordt nog maar weinig waarfe gehecht aan do broo r„.n.t O-iieieriagsbepa ingen. Eén der gelijk systeem van ranteoeneereii moet groote „lekken'" veroorzaken. De hoe veelheid vrij meel is oncontroleerbaar. Te Amsterdam zijn tot nu toe alle hco- dige maatregelen voor de brooJrantsoe». fleering gehandhaafd. De kosten daarvan: zijn echter f 40.000 per maand. Rekent men nu een-tieade prijsvei'sciiil, dat Am sterdam moet betalen op f 8400 dan zou de afschaffing maandelijks besparen f 32000 a f 33,000 wat met liet oog op den iruidigen financieelen toestand der ge meente, een belangrijk bedrag is. Als meii niet de overtuiging heeft, dat' de raiitsoeneei-ings.maatregielen stipt nage komen worden, dan kunnen zij wel afge schaft woi-den. Het gemeentebestuur van Amstexxlairi heeft den Minister voorgesteld, wel de stad te rantsoeneeren, wat de hoeveel heden brood betreft, doch het publielc niet mee Mra.w- de stad en dc bakkers ontvangen dezelfde hoeveelheid regee ringsmeel, doch het publiek behoeft 'bij! liet koopen van brood geen bons meen te geven en is niet gebonden aan een bepaald rantsoen. De bakk-rs kunnen hun voorraden met de Zceuwsche tarwe aan vullen. Het debiet van den bakker wordt' vrij. De crisis-commissie in liet bakk s j- drijf heeft dit voorste! ondersteund, u,.an de belanghebbenden graag van de moei lijkheden met de bons af zijn naar. to begrijpen is. Het antwoord van de regeering wordt voorbereid.' Men lieeft hoop dat liet niet afwijzend zal zijn, GORLOGSBEGKOOTING 1920. In de Memorie van Antwoord op do ooriogsbegrooting, meent de Minister van Oorlog d. i- de heer Ruys de Beeren- brouck zich te mogen onthouden van een appreciatie der beslissingen, welke de Tweede Kamer heeft genomen ten aan zien van deze ontwei'p-begrooting. Havre teruggekeerd, of ik begon aan 's mans nalatenschap te denken en begreep dat, zoo het eens waar bleek te zijn dat gij inderdaad zijn nicht waart, gij natuurlijk ook zijne erf gename moest wezen. Mijn eerste werk was mijn vriend den advocaat Chantilgois op te zoeken Toen iik hem dc zaak medegedeeld had, bleek hij volkomen van mijn gevoelen te zijn, men moest, zeide hij, de doopceel lichten. Nu vertrek ik overmorgen weer naar Rouaan en zal er dadelijk werk van maken de Hemel geve dat ik goed moge slagen. Dat uw naam Clara is, bevalt mij echter niet te best. Wees zoo vriendelijk mij in uw volgen den brief te schrijven, of ook aan naamsver andering te denken is, want ik moet een Cle- mence Bolard en geen Clara Bolard hebben anders komen wij er niet." „Zooals ge denken kunt," schreef hem Clara terug, „ben ik oogenblikkelijk na het ontvan gen van uw schrijven naar mijn pleegouders geloopen en heb hun gevraagd, ot zij zich ook iets van eene naamsverandering, wat mij be treft, konden herinneren. En ja wel, kwam liet er uit, dat ik eigenlijk Clemence heette en zij dien naam in den meer eenvoudigen van Ciara hadden, veranderd, omdat hun dit ge makkelijker was. Toen werd er terstond naar mijn doopceel gezocht, maar deze was nergens te vinden en toch herinneren zij zich hem ontvangen te hebben. Dit is een ongelukkig geval. Ofschoon ik mijn oom niet heb gekend, had ik hem toch gaarne een lang leven gegund maar, nu hij toch eenmaal overleden is, zou iik niet gaarne anderen met de refenis bevoor deeld zien, welke mij rechtmatig toekomt. Het doet mij genoegen dat gij te Havre een advo caat tot vriend hebt; deze zal zich wel met de zaak willen belasten, althans als hij inziet dat zij zuiver is. „Het spijt mij u zooveel moeite te moeten veroorzakenmaar ik reken te vast op uwe vriendschappelijke gevoelens omtrent mij, dan dat ik niet zou dui ven hopen, dat gij al het mogelijke zult doen wat er in deze gedaan behoort te worden. „Mijne pleegouders koesteren niet de min ste verwachting van de zaak. Zij hebben, zeg gen zij, mijn oom nooit gekend en vreezen dat het geen familie van ons is. Hoe het zij, men behoort in- zulk een geval geene zorgen of moeite te sparen, en eerst dan wanneer alles verricht is wat men er met mogelijkheid voor kan doen mag men de hoop opgeven. Reik halzend en natuurlijk met zeer veel belang- belangstelling'zie ik verdere berichten om trent deze zaak te gernoet. Ik twijfel er niet aan. dat gii zop spoedig mogelijk mijne nieuwsgierigheid zult bevredigen, daar gij zoo goed als ik;zült inzien, dat het eene zaak van het uiterste gewicht is, en de goede uitslag afhankelijk is van de wijze waarop men haar behandelt. Bij voorbaat bedank ik u vast voor uwe bemoeiingen in deze, terwijl ik lioop een maal in de gelegenheid te mogen zijn ze u te vergelden." „Nu, dat kan zij wel, indien zij het slechts wil," mompelde Charles, toen hij haar brief gelezen had „ik ben maar bang, dat mij hare genegenheid ontvalt, wanneer zij zich in het bezit gesteld ziet van zulk een aanzienlijk ver mogen. Ik heb wei eens hooren zeggen, dat het geld iemand machtig veel verandert en het zou ook wel kunnen zijn, dat zij zich boven de kleingeestige begrippen van zekere lieden niet verheffen kon. Dit schrikbeeld doet mij huiveren. O, ik kan de gedachte niet verdragen haar nooit de mijne te zullen noe- men.Maar, gesteld dat ik haar, in het bezit van zulk een vermogen toch eenmaal mijn echtgenoote heeten mag; zal zij dan niet ver\ anderd zijn O, zonder fortuin is zij mij zoo dierbaar, en ik zou het geld verfoeien, wan neer zij door het bezit daarvan niet dezelfdq Clara voor mij bleef, en zoo goed, zoo edel, zoo nederig en zoo opreclit als ik iiaar eenmaal hebleeren kennen." (]\ordl vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1