P..R. NIËUWS- EN ADVERTENTIE BL^JDVOOR NOOR D-HO LfNTÖ' BUITENLAND No. 52 Woensdag Maart 1920. 14e Jaargang hptt^ iiin jii Verschijnt dagelijks Bureau: MOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 433* k Het Bureau voor de R.-K. Vakorganisatie te Utrecht. Militansatfe van den arbeid én Rusland. Het einde der spoorwegstaking in Frankrijk. FEUILLETON Het witte huis. p t Abonnementsprijs: Per kwartaalf 2,—, franco per poet f 2.50; Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 hooger. Advertentieprijs: Van 15 regels f 1.25; elke regel meer 10,25; Reclames per regel 1 0.75Rubriek „Vraag en aan bod' bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle afecnné's v.erdt op csnvrrag gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot ean bedrag van fS00,5 400,f ZOO,—flOQ,f60,f 3S,115.- DE INDEELING EN INRICHTING VAN- HET GEBOUW. DE GEHUISVESTE BONDEN. Naast het kantoor-vertrek van het Bu reau-bestuur uiterst rechts van het ge bouw op dezelfde verdieping bevindt zich een ruime lokaliteit, waarin het be stuur van „Herwonnen Levenskracht" bestuurder de heer P. J. S. Serrarens en het bestuur der Vak-jeugdorganisatie bestuurder de heer A. H. Smulders ge huisvest zijn. Daarachter zit in een groote kantoor ruimte een tiental mannelijke en vrouwe lijke bedienden de administratie werkzaam heden te verrichten voor „Herwonnen Le venskracht" ten Vakbureau. In het daar-aaugrenzende bibliotheek-ver trek was men bij ons bezoek druk aan 't werk om een volledig archief in gereed heid te brengen volgens punctueel systeem, een archief, dat straks tot groot propagandistisch' cn administratief ji.ut voor de geheele arbeidersorganisatie ter beschikking zal.wezen; nü werd het vertrek nog tijdelijk gebruikt als pak kanier voer de prijzen en prijsjes, welke ide Roomsche kinderen in den lande wonnen in dienst van „Herwonnen Levens kracht", de verzending' van al die ge schenkjes is inderdaad geen sinecure. Beneden vóór in den linkervleugel trof fen wij het hoofdbestuur en het perso neel van den steenfabrieksarbeidersbond alan, deze bond met zijn 4500 leden bezit 4 gesalarieerde bestuurders en 6 personen personeel. Voorheen huisden in deze vertrekken ,9e metaalbewerkers, doch dezen heb ben zich in Utrecht elders Eoninga- 'aian 9 een prachtig afzonderlijk bureau- yebouw ingericht, omdat 't hun hier te klein werd. Vervolgens bezochten wij in den lin kervleugel aan de vóórzijde de kantoren van den Bond van Bakkers en Ohooo- tade-bewcrl.c.'o, welke sinds de samenvoe ging ongeveer 3000 leden is gaan tellen m over 3 gesalarieerde bestuurders be schikt. ,Van de Bakkers en Ohocolade-bewer- kers stapten wij naar de lokalen op de eerste verdieping waar de Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Raphael" huisvesting heeft gevonden voor zijn 5 vrij'gestelden en zijn 4 kantoor- fmbte naren; „St. Raphael" mag er wèzen onder de organisatie's in den lan de; 't. zal niet lang meer duren, of het i2.500ste lid wordt ingeschreven. In de lokalen daar achter vonden wij de Textielarbeiders, die zich in hun bond van 17000 leden zóó krachtig voelen, dat ze niet minder dan 8 gesalarieerde bestuurders aanstelden, die voor admi nistratie en kantoor-werkzaamheden wor den bijgestaan door nog 3 vrouwelijke bedienden. Wederom gingen wij een verdieping too ger: hier vonden wij in den linkervleu gel vóór in twee vertrokken de vijf gesalarieerden en de rive© kantoorbedien den van den Typographenbond bijéén; 4100 leden telt de Bond than3 ongeveer zoo vernamen wijen voor de na leving van vijf collectieve contraeten heeft hij zorg te dragen. Aan den wand prijkte toe kan 't iok anders? een mooi portret van Prof. Mr. Veraart in toga, van den man, dio zich zoo ontzettend beijverd heeft om door middel van het collectieve con tract in de typographic een voorbeel dige solidairileit tusschen werkgever en werknemer (e doen ontstaan. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan den Bouw vakarbeidersbond, welke met zijn 350 afdeel ingen ruim 25000 leden tellend een der grootste en sterk ste Organisatie's van heel Nederland is. Wij maakten konnis met den vriende- lijken voorzitter, den heer A. Allossie, en met den volijverigen secretaris, den heer L. Voorham, en met verwondering of liever bewondering vernamen wij, dat do Bond den laats'ten tijd 21 bestuurders bezoldigt en daarbij nog 25 mannelijke en vrouwelijke kantoorbedienden aan liet werk heeft. We keken onwiLek-jrig u.r i^njoor- ruimte. waarin voorzitter,, secretaris on penningmeester tezamen plegen te werken, eens rond. als om te zien. waar al die bestuurders cn bel" tden d.'.n toch wel geborgen konden worden. Ilo heer AUessio begreep ouzo onuit gesproken vraag: „O. U wilt zeker oens zien, hoe wc hier met z'n allen gehuis vest zijn? U moet weten, dat enkele vrij gestelden buiten Utrecht wonen. maar voor de rest huizen we allemaal hier. We hebben zoo geleidelijk aan de heele tweede verdieping ingepalmd; alleen do typogTaph.cn zitten ons daar nog in den weg". We werden het Bouwvakarbeiders-ter ritorium eens rondgeleid, en wat we toén zagen...,Laten we ronduit beken nen, dat wo ons het bureau van oen Vakbond nimmer zóó groot hadden voor gesteld:. achtereenvolgens doorwandel den wij 7 groote lokaliteiten alle inge richt voor afzonderlijke diensten van den Bond. In het vertrek naast liet kantoor van den voorzitter hebben de overige te Utrecht woningachlige vrijgestelden een plaatsje gevondendaarachter bevindt zich de administratie, cn vervolgens do afdae- ling werkloosheidskas, register,, verzen ding enz. 't Is alle3 grootscheeps opgevat, en tóch..,, ernstig hoorden wij klagen over gebrek aan ruimte; och. men kwam nog zooveel ruimte le kort, was het gebouw twéémaal zoo groot, dan nóg sou er geen ruimte over blijven. 't Waren niet a.'leen de Bouwvakarbei ders, die zoo klaagden; overal kregen wij 't zolfde te hooren, ea 't bleek ons inderdaad een wél gemotiveerde klacht, immers, nog afgezien daarvan dat vele vakbonden thans builen het Vakbureau ge vestigd moeten blijven, omdat er voor hen geen plaats is, afgezien ook daar van, dat een groote vakbond zich gedwon gen zag uit het Vakbureau-gebouw te vertrokken om elders een goed heen komen te zoeken, wanneer we nagaan, hoé de diverse kantoorlokalen met be stuurders on personeel-loden bewoond zijn, overvol (hier en daar zit men elkander eenvoudig in den weg en kan men zich nauwelijks verroeren, ondanks het feit-, dat veelal meerdere bestuurders afwezig- zijn), dan is het duidelijk, dat een uitbrei ding- van het gebouw (in de min of meer onmiddellijke omgeving) lot de steeds meer dringende eiscben gaat behooren. Op de derde verdieping ia den linker vleugel vóór wonen de Kleermakers, in wier Bond ook de Naaisters opgenomen zijn; de Bond telt ongeveer 4000 leden en heeft 4 gesalarieerde bestuurders, bij gestaan door 4 kantoorbedienden; juist daags vóór ons bezoek had deze "Bond van de gezamenlijke bonden een fraai St. Gerardus-Majella-beeld en een niet min der fraai beeld van het H. Ilart ton ge Arbeuïers te St. Petersburg die tegen bet wederinvoeren van den TWAALF urigen arbeidsdag protesteerden, worden onder lilitnire bewaking naar de revolutierecbtbank gevoerd. schenk© ontvangen: „feostelijk-nieuw prijk ten do beide groote beelden aan de:, wand in de zonne-heidero lokaliteiten. Links achter op do derde verdieping bewonen de Meubelmakers tweo kantoor lokalen, doch met het alleon-standig bestaan van hunnen Bond liep het op den dag van ons bennek jukt op ecu eind; be slist was immers da'! do. e Bond zou oon- fusionnecren met dibn der Houtbewerkers welke lol o;> lieden verderop op dezolfde verdieping een aantal kamers tot zijn dispositie had. Na de fusie .zalde óéne Bond onge veer 7093 leden tellen enG gesalarieerd» bestuurders en 5 bedienden in zijn dienst hebben. Multatuli-Iierdenking. bisieren, 2 Maart, was de herdenking' van den dag, waarop vóór honderd jaar Etïuard Douwes Dekker, nog- bekender on der zijn schrijversnaam Multatuli, geboren werd. Dit heeft aanleiding gegeven tot huldiging van een man, rondom v/ien bij zijn leven en na zijn dood veel en lang gestreden is. Dat de huldiging niet groot- scher en spontaner is geweest, zal den vurigen Multatuli-vereerders weinig aan genaam zijn geweest,- terwijl velen nut one deze geringe belangstelling gelukkig zul len prijzen. Toch is die onverschilligheid voor een Nederlander, die door een kleinen kring ais een godheid wordt vereerd, geen zui vere graadmeter om to kunnen co-nstatee- ren, wat wij zoo gaarne, zouden willen vastleggen op dezen dag, dat n.m. Multa tuli's invloed een zeer geringe is geweest. Integendeel, met de meeste grootou-van- geest, ook met de groote, edele denkers, ondergaat Douwes Dekker het lot der mis kenning van het genie. Maar daarmee is niet gezegd, dat het nagelaten werk geen vrucht heeft geschoten. Van Multatuli moet juist helaas worden geconstateerd, dat zijn verleidelijke genia liteit op het tegenwoordig' levende Neder- landsche geslacht van zeer groeten invloed is geweest. Zijn onmiskenbare kunste naarsgave deed hem al zeer spoedig de algemeene aandacht tot zich trekken. De vorm, waarin hij zijn denkbeelden goot, verblindde zelfs een oogenblik de meer wetenschappelijk onderlegden. Christelijk, ..oedgeioovig Nederland verbande den vrij denker natuurlijk aanstonds uit de huis kamer; maar ook de ongeloovigc cn scep tische mannen van wetenschappelijken aanleg onderkenden onder liet klatergoud van mooie woorden al heel spoedig de wijs- geerigheid van schooljongens en bemoei den zich niet verder met dezen „philo- soof'. Maar intussehen was Muiltatuli's naam gemaakt en het was voornamelijk de openbare onderwijzerswereld, die zich aan do „Ideeën" vergaapte. Multatuli werd in de zeventiger jare mode. Al wat iets meer dan de lagere school had gezien, in waanwijsheid geen echte van valsehe wetenschap kon onder scheiden; de hoogere burgerschol ier zon der verdere leiding dan de dweepziekte aan zijn jeugd eigen; de eerste voorman nen uit de arbeidersbeweging, die naar ontwikkeling haakten en geen bezadigde leiders op hun pad vonden; al wat naar „vrijheid" haakte; de geestelijke bolsjewiki van 1880..en die allen hebben in Multatuli hun held en voorganger gezien. Gisteren is dat bij de viering van Dou wes Deleter's eeuwfeest opnieuw gebitkon. Do namen der sprekers alleen zouden al voldoende zijn, om te toonen, van welk een geslacht Multatuli het geestelijk va derschap heeft. Een mevrouw Van den Bergh van Eysin- ga huldigt den befaamden doode als 1.. tter- kundige en wijst daarbij met trotsch op zijn verwantschap met Rousseau, Voltaire en Victor Hugo; een Jos. Loopuit schildert Douwes Dekker als het symbool der jonge revolulionnairen; een Havers herdenkt hem als een pionier der vrije gedachte, die tegenover bet denkbeeld, dat de wereld is oen tranendal, durl'do neerschrijven: „Ge not is deugd." Onder de lofzingers vinden wij den Ne- derlandsehen bolsjewiek Kolthek. Wij le zen, hoe in Amsterdam de smakelooze ver tooning plaats had om een urn met asch van den gestorvene op een tafel te zetten en daarbij speechen te houden. Een der sprekers, de conservator van het Multatu- li-inuseum, ging ia zijn opgewondenheid zóó ver, om de liefde van Douwes Dekker's wieduwe te vergelijken bij Saidja's be zorgdheid voor den gewonden buffel. Natuurlijk ontbrak een bekend vrijden ker als Wibaut niet in de rij der weinigen, die naar Gotka reisden om daar de ver branding in het geheim van den grooten revolutionnair mee te maken. En het was wel teekeuend, dat deze openlijke verheer- lijker der vrije liefde, die do vrijdenker Wibaut zich herhaaldelijk heeft getoond de Nederlandsehe vrouwen opriep tot dankbaarheid voor den geestelijken revolu tionnair, omdat Douwes Dekker voor haar geslacht is geweest de baanbreker in oen „vunzige tijd", toen „zooveel niet paste aan het jonge meisje en zooveel niet voegde aan de jonge vrouw".. Multat.uli's vereerders hebben er wel voor gezorgd, dat Christelijk Nederland te genover den schrijver der „Ideeën" en „Woutertje Pieterse" en heel do kwasie- wijsgeerige literatuur én schandelijke brie vencollectie, de grootste gereserveerdheid in acht blijft nemen, al moet helaas van daag worden erkend, dat het misbruik, het welk Douwes Dekker van ziin inderdaad groote talenten heeft gemaakt, zijn voor naamste uitwerking' ten kwade reeds heeft gehad. De spoorwegstaking in Frankrijk is eet groot fiasco geweest, ten deele door het krach tig optreden der Regeering, ten deele door <k vertroebeling, wedee de bolsjewikisohe elemen ten aan het arbeidsconflict gaven. De aanleiding was toch al te dwaas. De haast onbeteekenende kern van hot con flict is de schorsing, voor twee dagen, van den timmerman Campatiaud, werkzaam in de ateliers van de P. L. M. te ViMeneuve-Saint-Georges Campanaud, die commissaris is voor de propa ganda van het Syndicaat van P. L. M.-beambten, was door den secretaris van dit Syndicaat Madol, opgeroepen voor een vergadering van den admi- nistratieraad te Dijon op 15 en i6 Februari. Hij vroeg acht dagen te voren verlof zich daarheen te begeven. Intussehen was de vergadering ver vroegd tot 13 Februari. Toen den I2en het ver lof nog niet afgekomen was, verliet Campanaud niettemin toch zijn werk en reisde naar Dijon Toen hij terugkwam, vernam hij dat hij voor twee dagen geschorst was. En de maatschappij heeft, in haar mededeelingen aan de pers met nadruk beweerd, dat ze een dergelijk' ongedisci plineerd wegloopen onmogelijk dulden kon, want waar moest het anders heen met den dienst? Bovendien had Campanaud niets te maken op deze vergadering, die uitgeschreven was voor het eigenlijke bestuur van het Syndicaat, va® welk' l'idhaam hij geen deel uitmaakte. De bestuurs leden hadden allen wèl verlof gekregen. Natuurlijk was dit voor de extremisten maar een aanleiding c*m de algemeene spoorwegstaking en daarmee een neerleggen van allen arbeid in heel het land uit te lokken. Maar het is hun slecht vergaan. De Regeering l'iet een aantal bel hamels arresteeren en de groote massa liet duidelijk haar antipathie van de staking merken. Toen koos het bestuur van de groots federatie der spoorwegarbeiders de wijste partij en kwam met de directie tot een schikking. En de Fran, sche Wijnkoopianen leden het fiasco. Vautel spot aardig met hen, als hij schrijft: „Die domme Bolsjewiki hebben dezelfde fout begaan, schrijft hij, als Wilhelm, de keizer en koning der „gaffeurs" de Bangermanisten waren al zoo aardig op weg om op vreedzame wijze de geheele wereld te veroveren en daar verknoeit de domme, ruwe vuistslag van den keizer alles- Op dezelfde wijze zijn de extremis ten bezig de kansen van de vreedzame dictatuur van den arbeider te vergooien.'' De overeenkomst tusschen de spoorwegarbei ders en de directies is op den volgenden grond, slag bereikt 118.) .wij werden half aan boord gehesch|en, teil minsta ik weet wel dat het met veel moeite gepaard ging. Uit een en ander .bleek mij, dat de gezagvoerder van tot schip Freundlich met een vriend, maar niet toet zijne vrouw verwacht had, gij hoort het, de snoodaard had de onbeschaamd heid mij zijne vrouw te noemen, „maar die zaak was nu eenmaal zoo", sprak de kapitein, en het was hem hetzelfde, als ;hij slechts tot geld ontving dat hem ..oekwam. Thans kunt ge begrijpen hoe ik in die «ogenblikken te mo.ede was. Rfet sqhjp lag klaar om ujt tie zeilen, en het oorverdoovend gerinkel van de ankerket tingen en tot schetterend geschreeuw van tot volk waren mij een teeken, dat het niet lang meer zou duren of wij waren \n zee. Hij was dus van plan om mij haar een vreemd land le voeren, .ver van j»ijn goede moeder, en wellioht zou ik aaar, verlaten van ieder die mij dierbaar jeen vroegtijdigen dood sterven, zonder dat een der mijnen wist waar ik geble ven of wat mij overkomen was. „Hen oogenblik kwam de gedachte in mij op mij op mijne knieën voor den kapitein neder te werpen en hem te bedui den dat ik schrijfgereedschap verlangde (en einde hem op die wijze de gansche toedracht der zaak mede te kunnen c'.eelen. Ik wilde een blik van djepe verachting op mijn ontvoerder slaan en üöor een geiDaar, ais wensente ik fiem mei beide handen terug te duwen, den gezagvoer der opmerkzaam maken, dat ik reden had den man te vreezen en dat hij dus onderzoeken moest welk geschil er tus- scnen ons bestond. Maar Freundlich hield onophoudelijk het oog op mij gericht cn de hand aan zijn revolver, welke hij thans onder zijn jas ver borgen hield. Had ik aan mijn voornemen gievolg gegeven, dan ware er mijn le- yien dadelijk mede gemoeid geweest. Want zeker was het mij geworden, dat Ixeundlich voor nijete, zelfs'den do od niet terugdeinsde ET schoot mij dus nieis anders over dan in mijn lot te berusten en mij opnieuw in die bescherming eener alwijze .Voorzie nigheid aan te bevelen. j,Nog geen uur waren wij aan boord, of het schip ging in zee. Nooit zalik de aandoening vergeten weike mij overmoes fcerde toen de vaderlandsche kust lang zamerhand uit mijne oogen verdween, al le hoop scheen toen voor mij verloren, want het leed bij mij geen twijfel meer dat ik mijn dierbare betrekkingen nooit meer terug zou zien. Deze sombere gedachten verdrongen bij mij elk ander denkbeeld. Flauw en half machbelloos als ik mij .gevoelde daar Ereundlich door den spoed waarmede wij reisden mij en zich zeiven geen tijd gunde iets te gebruiken vergat ik mijne noodigsta behoeften. Wij hadden eenigen tijd in de kajuit doorgebracht toen een der passagiers (wij wraen, zoo ik meen, tien in getal) die van boven kwam, ons met een bedenkelijk gezicht vertelde, dat ©r ©en mist kwam opzetten. Al de passagiers gin gen daarop naar boven, wij volgden hen en bevonden dat tot waarheid \ps. Toen het zoo wat naar elven liep, werd de mist zoo dik, dat wij elkaar op geringen afstand niet meer konden zien. „Ik had volstrekt geen vermoeden vian ©enig gevaar, maar toen tiet volk onzen toestand als zeer hachelijk voorstelde, "be gon ik van angst t© beven, want ik' zag mij in de toekomst reed3 een prooi der golven, tooien, ik .„achter .mju'n .'toestand bedaard overwoog, kwam ik tot mij zel ve, en liet gevolg daarvan was, dat er ■eene onverschilligheid voor "het leven in mij opkwam, die mij het mogelijk ie verwachten onheil met kalmer blik te gemoet deed zien. „Is het niet beter", dacht ik bij mij zelve „mijn graf in zee te vinden, dan nog langer een leven vol [ellende te leiden in de nabijheid van dat roofdier, dat zich Ereundlich noeint". Een der matrozen luidde voorop de klok, waarschijnlijk om te waarschuwen wanneer er sohepen in aantocht waren, die onze voorop geheschen lantaren door den dichten mist niet opmerkten. Ik zou echter denken dat die voorzorg niet veel beteeken- de, want, mij dunkt, het geluid vau de klok gaat door het onophoudelijk gebruis der zee verloren, ook moest dunkt mij d« mist jederen schellen klank' verdooven althans zoo kwam tot mij voor. De kapitein die, zooals ik vernam 's middags niet ge geten had, deed zich beneden t© goed aan een bordje groene erwtensoep, wij liepen onderwijl het scheepsvolk mooi in den w©g, maar geen der passagiers gaf gehoor aan hun raad om naar beueden te gaan, daar zij allen gaarne bij de hand waren, als er iets gebeurde. Het liep zoo wat naat twaiaiyen toen de bootsman in de kaiujt werd geroepen. Ik kan mij zijn naam nog goed herinneren, hij heette IJsbrand en scheen een goed mensch te wezen. „Waarom lacht gij?" vroeg Lauia Edu- ard met opmerkzaamheid aanziende. „Och, tot was slechts een glimlach omdat alles wat ge mij vertelt, zoo juist overeenstemt met hetgeen ik reeds ge hoord heb. Die IJsbrand Kolmir waarvan gij spreekt, is juist de man die mij alles toeft verhaald. Hij is naderhand legger geworden. Ik heb hem op een schip ge troffen dat De Albatros h eet. Hij ii ongeschikt geworden om te varen, daar zijr been verdraaid is ten gevolge eener wor steling aan boord van De Zeemeeuw kort nadat mieln u omgekomen waande. Die vvor steiing had plaats met Ereundlich, de legger kon hem niet uitstaan omdat hij terecht meende dat de snoodaard u mis. handelde", „Zoo dan toeft de grijze zeeman 't nog voor mij opgenomen God zeger.e hem. Het spijt mij echter, dat zulk een goede daad een dergelijke slechte betoo* ning moiest ontvangen", sprak Laura hiel gen zucht, en na een weinig Jrugt ge normal tej hebben£ vervolgde zij: (Wordt vèwolsjti.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1