Vergadering van dan Raad
(Zie vervólg '3e Blad.)
der gemeente Alkmaar op Vrijdag 5
Maart 1920, nam. 1 uur.
(Vervolg.)
De heer Wester hof komt ook op
tegen de voorstelling van Mr. Bosman,
als zoude de aftrek voor de belasting
voor de arbeiders niet verhoogd kunnen
worden.
De cijfers staan zóó,dat bij eenzelfde
aftreksom de arbeiders 15 pOt. belas
ting be.aalt en iemand met een inkomen
van f3033.—4 2'j pOL
Het doe, spr. genoegen, dat ook Mr.
Bosman van oordeel is, dat Alkmaar een
deel van de O.-W. belastingopbrengst
moet krijgen.
Als spr. gisteren gezegd heeft, dat ©en
instelling als onze Ambachtsschool uit
bet Regenten tijdperk dateert, dan houdt
hij dit vol.
Wat Icireft, de harde woorden, welke
hier gezegd zijn over het minder goede
beheer der bewaarschooluitdrukkelijk
is gevraagd, of een en ander hier gezegd
mocht- worden.
Mr. Sluis heeft gezegd: ik handhaaf
mijn princiep, ook wat betreft het onder
wijs.
Welnu: als men erkent, dat het gezag
van God komt, dan moet men het
zwaarte punt ook leggen, daar, waar men
het leggen moet.
Spr. huldigt het beginsel, dat deze scho
len iri handen der overheid moeten zijn.
De cijfers noemde Mr. Bosman niet
jukt. Hij maakt aanmerking op het ru
moer in d j zaal en het oonverseeren on
der elkaar. Men is hier niet me:, alle
ernst aanwezig, (gelach.)
De heer van den Bosch heeft gezegd,
dat men met een program niet te veel
rekening moet houden. Hij had voor hem
een mooi program, natuurlijk het Katho
lieke. Toch staan er dingen in waarop
de leden spaakloopen. Men moet het pro
gram zoo nu en dan verzaken.
Betreffende een eventueelen accoun
tantsdienst zegt spr. dat de heer Schier-
beek hier gekomen is om uit de belas
ting te halen, wat er uit te halen is.
Ben accountantsdienst is van het hoogste
belang. Uit de belasting wordt niet ge
haald, wat er uitgehaald kan worden.
Op de groote bedrijven heeft, men abso
luut geen toezicht Do accountant van
de gasfabriek wordt door niemand ge
controleerd, evenmin als de ontvanger.
Wij moeten toe zien, dat de financiën
niet alleen zuinig, maar ook zoo doel
matig worden beheerd. Dit is alleen doen
lijk door een accountantsbureau.
De Rijksverzekeringsbank zal binnen
kort over enorme geldsommen beschik
ken en gaarne loenen.
B. en W. zeggen, dat het werkprogi am
alleen dan zal worden uitgevoerd als
er gelden voor zijn. Als B. en W. een
werkprogram padden, dan zouden zij cèk
de middelen mee en aangeven, waarmee
zij het program willen uitvoeren.
B. en W. zeggen toe, veel to zulten over
wegen. Spr. is al jaren lang bezig te
zoeken hoe hij rijk kan worden.
De heer Le es berg: Dus kapitalist
De heer We s ter hofDat is nu een
maal het oerinstict van den mensch.
De heer Verkerk: Daar heb j ij geen
kaas van gegeten.
De heer Wester hof merkt op, dat
men niets aan het program heeft.
Hij ontkent dat door B. en W. noch
door den Raad een heillooze politiek
is gevoerd op financieel gebied.
Spr. wijst dat de heer Sluis cok onder
zijn bestuur heelt de uitvoering van het
7de leerjaar.
Spr. gelooft, dat het niet op den weg
ligt voor den schoolarts om te zeggen,
dat de zaak niet goed is aangepakt.
De kwestie van een s c! i co iyerplaagster
moet ter hand genomen worden.
(De heer Bak komt ter vergadering.)
Spr. komt nu lot liet particulier initia
tief. Dit kan goed zijn. Hij is er echter
tegen, omdat het is een surrogaat voor
beter, terwijl de overheid, niets doet.
Wanneer het particulier initiatief hier
iets onderneemt trekt de overheid zich
terug .Spr. wijst hierbij op de slechte
salarissen bij het particulier initiatief, die
men bij overheid bemoeiing niet zou heoben
tiet particulier initiatief werkt ook in
de socialisatie. Dit is in zooverre waar
aLs men liet particulier initiatief ook zoekt
in de organisaties, doen dit is geen par
ticulier initiatief.
De lieer Leesberg hoeft gezegd dat
het college zaken moet doen. Hier vindt
hij een tegenspraak in tegenover het ge
uite van den heer Tjiomsen.
Over de Volkshuisvesting zegt spr..
dat toen het seperatisme in uw partij
zoover ging, dat alle mogelijke woning-
bquwvereeriigingen kwamen, toen zijn
wil 'gekomen met arbeiderswoningbouw
vereenigingen, die betiteld worden ais
socialistische. Het is geen achterlijk
heid van ons geweest, doch een onmo
gelijkheid om ons vrij te maken. Hij
Vleit er prijs op, dat hij de eerste is
tewc.-st, die het woningvraagstuk in
den Ra -d ter sprake bracht. (Eenige 'in
terrupties').
Spr. wendt zich vervolgens tot den
lieer Leesberg en komt tot de hulp
aan groote gezinnen. ïiii voegt spr. toe:
Als u spreekt over hulp aau groote ge
nenenden deze alleen aan de gemeen
tewerklieden wil geven aan vait ge u
zelf af.
pc Voorzitter bpfft gezr-gi dat hij
altijd cal ver!;.n o.n recht te doen we
'd .ren. Ook heeft de voorzitter ge
zegd. dat hij éven enthousiast siaac te
genover het woningvraagstuk als bij zijn
intrede lp. deze gemeente. De heer Wes
ten ioi gelooti. dat de voorzitter niet te
gen rijn motie kan zijn en meent, dat
de meerderheid van den Raad zal zijn
voor een vast plan in de uitbreiding
van de gemeente. De heer Cloeck heeft
eertijds gezegd, dat de S.D.A.P. hef!
zout in den Raad is. Hij weet niet
hoe dc heer Cloeck er nu over denkt,
of hi, nog denkt, dat de S. D. A. P.
nog het zout in den Raad is.
Dc heer Cloeck: ja, nog zoo.
De heer Westerhof doet het ge
noegen beschouwd te worden als on
misbaar te zijn.
Spr. zegt geen critiek uit te oefenen
voor propaganda, doch de partij voelt
een stuwende kracht te zijn voor de
sociale hervormingen.
(De heer Leesberg hoest).
De heer Westerhof merkt op, dat
de voorzitter heeft gezegd, dat de schijn
alleen is. dat de heer Leesberg het
college beheerscht. Doch dan moei geen
der leden dien schijn vermeerderen. Dit
is een kleine vingerwijzing voor den
heer Leesberg.
De heer Leesberg: Wel allemach-
tig-
De hec-r W.esterhof merkt op, dat
de uitdrukking, dat de iieer Cloeck een
socialistenhater bij uitnemendheid is
niet zoo bedoeld is als de heer Cloeck
meent. De heer Cloeck is altijd de per
soon die de soc.-dem. het meeste be
strijdt.
De heer Verkerk komt neer op zijn
gisterenavond ingediend amendement.
Dat is gisteren zóó uitgelegd, dat
sur. er geen genoegen mee kan ne
men.
Het amendement in oorspronkelijke!!
vorm wil spr. behouden, doch enkel
wil iir.uegen „en „afgescheiden daar
van1' met de draagkracht der bewoners"
zoodat de mode thans luidt:
MOTIE.
De Raad, kennis genomen hebbe-nde
van de meening van het eoliege van
B. en W. inzake het woningvraagstuk,
noodigen B. en W. uit nog dit jaar
den Raad een welomlijnd plan aan te
bieden om binnen den kortst aiogeiijken
tijd aan den woningnood een einde t:
maken door woningbouw van bouw-
vereenigingen en gemeente, waarbij met
de eischen van gezondheids- en schoon
heidsleer en afgescheiden daarvan met
de draagkracht der bewoners voldoen
de rekening wordt gehouden.
Mevr. Westerhof heeft gisteren te ken
nen gegeven, als zou het wenschelijk
zijn, de schooivoeding en -kleed ng ook
meer rechtstreeks in de school te doen
geschieden. Spr. is het daar niet mee
eens: .hii Vindt zooiets niet zoo hec!
gezellig.
Door een lid van een sectie is geïnsi
nueerd. als zou het eten voor Kinder
voeding niet deugdelijk samengesteld
zijn: spr. trekt zich als voorz. van Kin
dervoeding zulks aan. Doch hii moet er
ernstig tegenop komen, als zou zulks
inderdaad het geval zijn.
't Komt natuurlijk voor, dat een kind
dit of dat niet belieft, maar dat doet
op het eten zelf niets af.
Laat men met klachten eventueel bii
het bestuur komen.
Vervolgens zegt spr. aan het adres
van den heer Bak, dat hii gisteren eenigs
zins ongelijk had toen hii den nieuwen
functionnaris in het Burg. Armbestuur
aanduidde als iemand, die reeds zoo
veel politieke partijen had doorloopen.
Wat betreft de veei besproken aan
besteding vindt spr., dat er niet gepin
geld moet worden in 't algemeen; het
gevolg zou kunnen zijn, dat de aan
nemers er rekening mee gaan houden,
dat er misschien afgepingeld zou kun
nen worden.
De heer Go vers dankt den heer
Westerhof voor de attentie, aan spr.
zoo straks bewezen, toen spr. schijn
baar weinig aandacht hechtte aan den
heer Westerhof.
Spr. wil er op wijzen, dat hij van pro
pagandist s.he redevoeringen niets we
ten wil. Spr. zegt niet veel: hii heeft
echter den eed afgelegd, de belangen
der gemeente te zullen behartigen en
iiii meent dit niet minder woorden te
kunnen doen dan de heer Westerb.pf,
die filer steeds voor één partij spreekt
en die daarbij steeds zóó veel woorden
gebruikt, dat het geen wonder is, wan
neer er aan zijn redevoeringen niet meer
aandacht gewijd wordt.
Hierna is het woord aan B. en W.
De heer Thomsen zegt, dat de heer
Westerhof den accountantsdienst v. de
gemeente niet juist begrijpt. Voor de
bedrijven behoeft de heer Westerhof
niet een accountantsdienst aan te beve
len. want daarover ging de geheele zaak
De Ned. Bank zal niet zoovee! geld
aanmaken als ze willen. (Gelach).
Hii begrijpt niet dat de heer Wester
hof bezwaar maakte tegen het voorbe
houd van B. en W.
Verder heeft spr. gezegd dat de uit
drukking „heillooze politiek" niet als
verwijt diende. Spr. wijst in verband
hiermede op de steunregeling.
De heer Sluis meent, dat de heer
Westerhof ten volle tevreden kan zijn
met de toezeggingen van B. en W.
Zijn wenschen zijn niet alle ingewil
ligd hetgeen maar goed is, want an
ders was hii al zijn reclame kwijt.
De heer W-ester hof: Is dat wet-
houdei sstijl
De heer Sluis: Wat is er voor om-
stijl in.
De heer v a n 't V e e r (binnenkomend
't wordt tijd, dat ik er bij kom.
De heer Sluis vindt, dat het abso
luut niet te pas komt, dat een mede
lid zegt hetgeen de heer Westerhof van
den heer Govers gezegd heeft. Hij wil
eigenlijk zeggen: Hou jij je mond maar
want je kan toch geen 5 minuten ach
ter elkaar spreken. Spr. stelt verder de
zaak omtrent de overheidsbemoeiing
zoo, dat de staat eerst dan moet in
grijpen als het particulier initiatief te
kort schiet. De staat is er alleen om
de vrije volkskringen te schragen en
te steunen. Tevens is de overheid door
God bekleed met gezag. Dit maakt hem
gemakkelijk te stemmen voor een bur
gerwacht, daar dit een machtsinstituut
is dat door de overheid moet worden
gesteund.
Indien den lieer Sluis duidelijk blijkt
uit officieels gegevens dat dc schoolarts
een sclioolverpleegster noolig heeft,
dan zal hii er voor ijveren een school-
verpleegster hier te krijgen. Doch hoe
kan spr. alles weten.
De heer van 't Veer: U moet dat
weten!
De heer Sluis: Weet u ailes. U
moet u toch ook in laten lichten om
trent verschillende zaken.
Spr. vóelt voor de vrije school et;
niet voor overname van de scholen dooi
de overheid.
Nogmaals wijst spr. erop, dat noo:
een motie is aangenomen waarbij gc
zegd werd, dat een klas slechts 3ó leer
ling en mag bevatten. Spr. zegt toe x.
zullen waken voor een overbevolking
van de klassen.
De heer Leesberg merkt op, dat
hii zeker nog iets hooger stelt dan het
particulier initiatief. Den godsdienst stelt
spr. als het hoogste van alles.
Nogmaals wil spr. er op wijzen, dat
de S. D. A. P. in het woningvraag
stuk zelf niets gedaan heeft. Wel wór
den de woningen die gebouwd zijn het
metst door S. D. A. P.-ers bewoond.
De heer Verkerk: Absoluut onjuist.
De heer Leesberg: Toch zal de
heer Verkerk mii moeten toegeven, dat
dc S. D. A. P. het initiatief niet heeft
genomen. Dc eigen partij is in gebreke
gebleven.
Dc heer Verkerk stemt dat toe.
maar zegt tevens, dat de heer Uiten-
bosch met den woningbouw is begonnen
De heer Westerhof: Hoe lang zijn
de katholieken bezig mfet den woning
bouw
De heer Bosman: Hoe lang is de
S.D.A.P. bezig met de socialisatie?
(Verschillende interrupties volgen).
Dc heer Leesberg merkt op, dat de
woning tegenover den heer Westerhof
zal worden opgeruimd en dat er een
nieuwe woning voor in de plaats komt.
Bovendien betaalt de man geen belas
ting.
Spr. betoogt voorts, dat B. en W.
inzake de gunning van de semi perma
nente woningen het juiste standpunt
hebben ingenomen. Uit eigen vrijen wil
zijn de aannemers bij B. en W. gekomen
en hebben gezegd f20000 te willen la
ten vallen.
Wanneer men de houding van B. en
W. niet goedkeurt stel dan een motie
van wantrouwen.
Het Katholieke program zal zeer ze
ker door de Katholieken voorop worden
gesteld. Doch men moet ook rekening
houden met het algemeen "belang.
Hierdoor, kan het wel eens 'noodig
blijken af te wijken van zijn programma.
De Voorz. merkt nog op, dat geen
sprake kan zijn van een bevoorrechting
van wie ook door B. en W. Het doet
hem leed, dat de heer van 't Veer, on
danks de toelichting van den heer Lees
berg zulks volhoudt.
De lieer van 't Veer: Dan is het
een onbewuste bevoorrechting.
De Voorz.: Zelfs onbewust zou
zulks niet gerechtigd zijn.
De heer van 't Vee r zegt, dat van
af het eerste oogenbiik, dat hem ge
bleken is, dat. hii niet juist was, hii
zijn woorden zal intrekken.
De Voorz. merkt op, dat ten aan
zien van het door hem gesprokene over
de wenschen van de S. D. A. P. men
hem verkeerd begrijpt. Hii zal met hun
wenschen evengoed rekening houden
als met de wenschen van de andere par
tijen. Spr. zal zich geenszins in dienst
stellen van dc S. D. A. P.
De heer Westerhof: U is voor-
loopig nog geen partijgenoot.
De Voorz.: zegt, dat hü van zijn
ambtenaren verwacht, dat zii het initia
tief nemen, daarvoor zijn ze ambtenaren.
Moeten ze zulks niet doen dan zal
spr. ze in verzuim stellen.
Hierna schorst hij de vergadering
eenige oogenblikken teneinde den leden
gelegenheid te geven te spreken over
de moties.
Na de pauze zou de heer van den
Bosch gaarne een vraag stellen aan
den heer v. 't Veer: of deze n.l. na
lezing van het rapport betreffende de
aanbesteding der semi-permanente wo
ningen zijn beschuldiging van min of
meer opzettelijke bevoorrechting al dan
niet wil terugnemen; hii eischt, dat de
heer v. 't Veer ziin woorden zal in
trekken.
Anders zal spr. een motie van vertrou
wen in B. en W. stellen mede namens
den lieer Cloeck.
De heer v. 't V e e r wenscht zich niet
te laten ringelooren; eerst wanneer hii
geheel overtuigd zal wezen, zal hii zijn
woorden intrekken.
De lieer v. d. Bosch meent thans de
motie van vertrouwen als dan te moeten
stelien. Spr. leest een motie voor. waar
in het meest volledige vertrouwen
.wordt uitgesproken in B. en W.
De heer W e s t e r h o f wijst erop, dat
de heer van 't Veer reeds toegaf, dat
een en ander eventueel wel onbe
wust gebeurd zou zijn.
De heer Leesberg: We zijn niet be
wusteloos.
De heer-W es terhof: Hij voelt niets
voor de motie. Wat de motie voor B.
en W. betreft: zii zouden goed doen, de
motie af te wijzen.
Er blijft altijd iets van hangen.
Hii meent, dat de voorz. wel genoe
gen zal nemen, met de toezegging van
aen heer v. 't Veer. Hij meent, dat de
heeren Cloeck en v. d. Bosch ook goed
zouden doen met de motie terug te
nemen.
De Voorz. gevoelt ook niet veel
voor motie's van vertrouwen, zü zijn
hier zeer ongebruikelijk Spr. meent, dat
de debatten over deze motie eventueel
hedenavond kunnen wouden voortgezet.
De heer Verkerk is er tegen, de
i motie aan te houden, de voorz. stelt
do kwestie zuiver: de lieer van 'i Veer
heeft geen motie van wantrouwen ge
steld. B. en W. gaan toch gedechar
geerd rit. Hii geeft in overweging de
motie weder in tc irekken.
Dc heer Oskam vindt de motie ook
totaal misplaatst. De heer v. 't Veer
heeft het College geen Dertinent ver
wijt gemaakt
Als er bevoorrechting heeft plaats ge
had, dan is het onbewust geschied
De heer Cloeck meent na de vele
besprekingen te moeten zeggen, wat
in de motie staat uitgedrukt. Spr. vond
en heer v. d. Bosch, omdat hii met
■em in Woningbouw zit.
De heer Sluis is vóór terugneming
der motie; hii gelooft niet, dat de heer
't Veer een en ander zoo kwaad
bedoeld heeft.
De heer Leesberg Jcan de motie
gerust aanvaarden; het ergerlijke in dit
geval is, dat v. 't Veer den moed niet
heeft, een motie van afkeuring te stel
ten, en toch de afkeuring niet terug
neemt.
Besloten wordt de behandeling dei-
motie uit te stellen tot hedenavond, met
de stemming der soc.-dem. tegen.
Vervolgens had de stemming .plaats
over de verschillende gestelde motie's.
MOTIE.
De Raad. kennis genomen hebbende
van de meening van het college van
B. en W. inzake het woningvraagstuk,
noodigen B. en W- uit nog dit jaar
den Raad een welomlijnd plan aan te
bicden om binnen den kortst mogelijken
tijd aan den woningnood een einde te
maken door woningbouw van bouw
verenigingen en gemeente, waarbij met
de eischen van gezondheids- en schoon
heidsleer en afgescheiden daarvan met
de draagkracht der bewoners voldoen
de rekening ivordt gehouden,
komt allereerst in stemming.
De heer v. d. Bosch motiveert zijn
stem vóór de motie, door er op te
wijzen, dat hii daarmede allerminst
eenige afkeuring van het beleid van
B. en W- beteekent.
De motie moge voor B. en W. zoo
veel als een werk-agenda-puntje zijn.
Met algemeene stemmen (de wethou
ders bleven buiten stemming) werd de
motie aangenomen.
Hierna werd gestemd over de motie
De Raad, gehoord de discussies,
spreekt de wenschelijkheid uit, dat het
college van B. en W. zich in verbinding
stelt met het bestuur der Huishoud- en
Industrieschool, om besprekingen te ope
nen ten einde te geraken tot het door
de gemeente overnemen der Huishoud
en Industrieschool.
De heer Cloeck zegt deze motie niet
te kunnen steunen; B. en W. hebben
al werk genoeg.
Vóór stemden alleen de soc.-dem. (De
heeren Leesberg en Sluis bleven buiten
stemming), zoodat de motie verworpen
werd met 10 stemmen tegen.
De motieWesterhof ten aanzien van
overname van de algemeene bewaar
school door de gemeente, kwam in stem
ming, waarbij Mevr. Aukes verklaarde,
dat zii wel vóór stemmen zou, indien
zii niet wist, dat binnenkort een Rijks
wet in deze zaak regeling zal brengen.
De motie werd verworpen met de
stemmenverho.ding evenals hier boven.
De heer We ster hof verzoekt B.
en W. een onderzoek in te stellen naar
de door hem aangeduide misbruiken.
De heer Sluis zegt een onderzoek
toe. Blijkt het, dat het Bestuur niet deugt
dan zal spr. een eind aan den heerschen-
den toestand maken.
Aangenomen werd de motie Wester
hof c.s.
Oudergeteekenden, leden van Uwen
Raad. .hebben de eer U voor te stellen
ie besluiten:
a. Het kohier van den hoofdelliken
omslag „voortaan weer in druk te doen
verschijnen ten behoeve van de raads
leden.
Met 16 stemmen voor. Alleen de hee
ren Thomsen en Leesberg stemden te
gen.
Het tweede deel der motie,
b. afdrukken ervan tegen matigen prijs
ook algemeen beschikbaar stelien,
werd verworpen met 8 stemmen voor
en 10 tegen.
Voor stemden de heeren Verkerk,
Westerhof, Oskam, van 't Veer, Veen,
Cloeck en de dames WesterhofKoopal
en Aukes—Timmers.
De motieVeen.
De raad, gehoord de discussiën, acht
drooglegging van bepaalde, in het bij
zonder nieuwe stadsgedeelten zeer wen
schelijk, en noodigt B. en W. uit met
desbetreffende voorstellen te willen ko
men, wordt door B. en W. overgenomen
en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
AVONDVERGADERING;
De Voprz. heropent te half aclht uur
de vergadering.
Afwezig de heeren Bak, W. O. Bos
man. en Verkerk.
De Voorz. stelt aan de orde de be
handeling van de mo tie van den Bosch
en Cloeck.
De heer vain 't Veer heeft het college
beschuldigt van iets wat B. en W. niet
op zioh kunnen laten Kitten.
De heer van 't .Veer kan op de enkele
mededeeling van B. en W. niet zijn
bewering intrekken. Daarop is de motie
van de heeren van den Bosch en Cloeck
gekomen. Spr. gelooft dat de motie met
overgroote meerderheid zal wonden aan
genomen. Dit zou spr. niet aangenaam
zijn. Wanneer de heer van 't Veer da
zaak nader onderzocht heeft, zal hij be
slist zijn onvriendelijkheid terugtrekken,-
Daarom zou spr. niet gaarne deze motie
aangenomen zien.
De heer van den Bosch zou het zeer
spijten als het B. en .W. onaangenaam
was, deze motie te nandhaven. Hij trekt
de motie in.
Hierna stelt de Voorz. aan de ordz
de artikelsgewijze behandeling van u»
begrooting.
UITGAVEN.
Art. 73. Jaarwedden wethouders.
Het artikel wordt gewijzigd aangeno
men, zoadat de jaarwedde is f2000.
Bij art. 76 zegt de lieer Cloeck,
dat de Vrijzinnigen mecnen dat het pre
sentiegeld der raadsleden niet behoeft te
"•orden verhoogd, vooral daar men een
leeszaal krijgt.
De heer V, esterhof zegt, dat dit
standpunt conservatief is. Een raadslid
kan met f5 niet toekomen. Het daggeld
van een gewonen arbeider is f7. als men
het hoogste salaris neemt.
De lieer Sluis: U staakt toch niet
als u f 10 krijgt.
De heer Wester hof: Neen, wij zijn
te ijverig van natuur. De leeszaal ont
heft de leden niet van de noodzakelijkheid!
thuis boeken voor studie te hebben.
Spr. noemt hec een breed gebaar, dat
de vrijzinnigen ook hadden moéten toonet?'
bij de salarissen der wethouders.
De beer II. E. Bosman zou willen
vragen of het waar i3, dat 'de meerder
heid voor f7.50 is. De meerderheid is
echter althans meent spr., voor f10 pre
sentiegeld. Dit stelt hij voor op dezelfde
gronden als den heer Westerhof Het ar
gument van de leeszaal is voor hem ook
niet stukhoudend.
De Voorz. merkt op, dal B. en W. niet
gezegd hebben dat de Raad gezegd heeft
dat het f7.50 moest zijn.
De heer Ringers wijst op de behan-
deling van verschillende loonsverhoogin-
gen Toen plaatste men zich op het stand
punt dat de verhooging 100 a 150 pOt.
moest zijn.
Nu zeggen we, dat we liefst voor
ons zelf 300 pOt. verhooging hebben.
Voor 1914 was liet presentiegeld f2.50
en nu stel't men voor f10.
(De heer Verkerk komt ter vergadering!!
Spr. gelooft, dat er geen meerderheid zal
te krijgen zijn voor f 10.
De beer Cloeck merkt op, dat de
vergelijking van de wethouderssalarissen
met zijn persoon niet opgaat. Hij meende
geheel in de lijn te zijn. gebleven.
De heer v. d. Bosch merkt op, dat
men het presentiegeld niet mo©t beschou
wen als loon voor gepresteerden arbeid
Het is billijk, dat men een vergoeding
krijgt voor verzuimden tijd. Spr. moti
veert zijn stem voor f10 presentiegeld!
De heei Verkerk wijst er op, dat de
commissies veel te lang vergaderen.
De levensmiddelen-commissie heeft- w?
ken gehad dat ze 22 uur vergaderdei,
CDe heer Bak komt ter vergadering)
Men moet niet alleen kijken naar da
uren die men hier zit, in openbare vei*
gadering. In andere plaatsen in deze pro*
vincifi, zooials Bussum, en Zaandam is ook
het presentiegeld op f 10 gesteld.
De heer 'Govers merkt op, dat men
er niet een winstbejag van moet maken.-
Wanneer men redelijk wordt schadeloos-
«esleid is bet voldoende. Gehoord ecliter-
de besprekingen, meent hij en zijn frao
tiegenooten om mede te gaan met het
middenvoorstel van f 7.50.
De heer Sl-uis voelt voor het vboiV
stel van f10. In de sectie-vergadering
was hij als voorzitter voor f 10. Dit schijnt
een der leden tegen den beer Westért'
hof gezegd te hebben.
StemmenMevr. Westerhof.
De heer Sluis: Waarschijnlijk hebben
ze er op bed over liggen spreken.
De heer West er hof: Mijnheer dq
voorzitter laat u toe, dat er hier oves»
„bed" gesproken wordt.
De heer Sluis heeft toen nog get
zegd, dat mevr. en den heer Westerhof
slechts f15 zouden krijgen. q
Hij zal nu gehoord de besprekingen!
stemmen voor f 10.—
De Voorz. vraagt of de heer Ver
kerk zeker woet, dat Geel. Staten dei
besluiten ad f10 hebben goedgekeurd
D-e heer Verkerk zegt, niet bet ft
gendeel gelezen te hebben. -
De heer Leesberg vraagt of men
in Helder ook de Begrooting 1920 nog
moet behandelen.
De beer Verkerk zegt zeker te wet*
ten, dat 'in Bussum en Zaandam de pro,
s-entiegelden op f10 zijn gebracht.
De heer Wester hof zegt niet bedoek
te hebben te zeggen, dat de heer Govers*
geen 5 minuten kan spreken.
De heer Govers neemt dit aan. Hij1
merkt op, dat het verhoogde presentiegeld
geen aanleiding moet zijn om de discuss*
sies te rekken, zo-o-dat een extra verga
dering ao-u noodig zijn.
De heer Wester hof zegt, dat dlV
een persoonlijk feit is.
De heer Govers meende alleen K
moeten zeggen, dat men de discussief
moet- bekorten en niet noodeloos rekken.
De vooirz. roept den heer Govers tri
de orde.
De heer Bak merkt op, dat als de
heer Westerhof zich dit aantrekt hij
het zelf moet weten.
De Voorz. zegt, dat men zelfs in 'f
algemeen die opmerking niet- mag' ma kom
De heer Sluis neemt akte van hef
geen de heer Westerhof heeft geztegd aan*
gaande het sproken van den heer Gc*
vers. Toch wenscht hij te zeggen, dat
diegene die het langste spreekt nieft
het beste is. o'
De heer Westerhof protesteert ei
tegen, dat de voorzitter dit toelaat.
Wie geeft u het recht, mijnheer Sluisf
om dergelijke onbeschaamdheden t«
zeggen.
De heer Sluis zegt, dat het geen
onbeschaamdheid is.
De .Voprs. «egt, dat deze uiting mef
aanvechtbaar te. Hij wil niet zeggen
zelfs f10 te veel is. Als wij moeten
taxeeren het werk der raadsleden <H
inpassen in de bezoldiging v«n de werk*
lieden, dan zonden wij nog geen goedj
bezoldiging zflen. Daarover nfflöfc tosn mm
niet spreken.