R..R. NIEUWS. EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HÓLLAND Door Centraal Europa. Wat de Pers zegt BUITENLAND HET WSTTE HUIS. N o 95 Zaterdag 24 April 1920. 1de Jaargang Hef LegervraaystuR. FEUILLETON Verschijnt dageiijks Bureau: KOF @s ALKMAAR. - Teiefcon: 5edAotieR63^ 433' De conferentie te San Remo. BLün Abonnementsprijs: -L Per kwartaalf 2,—, franco per post f 2.f>0; Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.45 booger. Advertentieprijs: Van 15 regels f 1.25 j elke regel meer 1 0,25} Reclames per regel f 0.75Rubriek „Vraag en aan bod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aas» alio abonné's wordt op cem-rssg gratis een polis verstrekt, weike hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f600,—, f 400,—1200,- v ji i m. 1 f 100, -, f60,—f35,— f ÏS. - Per levensmiiSdeïentrein naar Weenen (In den trein vaii Zevennaar naar Hagen.) Hagen, 20 April, 1920. Alvorens ons tot op heden och! zoo ge lijkmatig en onbewogen reisverhaal voort te jrëtten, willen wii onzen lezers eens aller eerst een en ander vertellen van ons leventje in den levensmiddel ent rein èn daar. huiten. Zooals wij ia onzen vorig en brief reeds zeidenwij hadden ons voorgesteld, dat aan -den levensmiidddentiein een ..speisewagen" zou zijn ingevoegd. Onze veronderstelling kwam echter fali- kant uit. en 't was ons geluk, dat we van een en ander in Den Bosch nog tijdig ge noeg op de hoogte gesteld werden om hier èn daar nog formidable inkoopen te doen, om gepakt en gezakt als een koddiige sjou- werniati het Bossche station en den levens- mide.enlrein binnen te sukkelen. Nu wij op ons zelf aangewezen waren, oni voor onze verschillende maaltijden-' te zorgen, moesten er voor de lange reis wel huishoudelijke maatregelen getroffen en dito verordeningen in het leven geroepen worden En o! nou moest u eens zien. hoe knus v we hhier ons huishoudentje geïnstalleerd hebbben1 Een keukentje met een kacheltje, met poijes teu pannetjes,daarvoor had het Huisves tingscomité keurig gezorgd, msook voor een bij-keuken en waschhok. schoenpoetsgele. -geilheid, enz. m den voor caize bagage ter v beschikking gestelden doorloopenden goede- renwagens. In die keuken behoorde echter een heel voornaam meubelstuk een keukenprinses te~- thuis: bij ontstentenis van een prinses v stelden wij ons inmiddel gaarne tevreden met een keukenprins. en spoedig Was onder voorwaarde, dat ie niet te 1 „modern" zou wezen, dat ie niet te veel vrij en niet te veel geld zou moeten verdienen en niet aanstonds om Ioonsverhooging en méér pensioen zou aankloppen een der begeleiders lot dienstbode voor dag-en-nacht aangenomen. Het moet tot haar o neen! tot zijn eer gezegd worden, dat de bediening niets te wenschen overlaat: we hebben een juweel van een dienstbode, die met beperkte mid delen wonderen van kookkunst weet te ver richten en heerlijke „maaltijden" te voor schijn te tooveren. Met een enkelen keukenprins zijn we in ons huishoudelijk leventje evenwel nog niet klaar! Er is méér te doen Geregeld moeten er corveediensien ver richt worden; als reisden we met kamee- ien door een eindelooze woestijn met oase's hier en daar, zoo moet er telkens, wanneer de trein eenigen tijd stil staat,, water geput en bijgesleept worden, water voor koffie en thee. watier voor de „afwaschboel" iederen morgen moeien de vloertjes zoo'n beetje gezwaboerd, dé loopers uitgeklopt en de kussens afgestoft worden; en nu heb ben we geen billijker regeling weten te tref fen dan deze, dat alle begeleiders de keu. kenptins uitgezonderd, die tóch reeds met bezigheden overladen is om de 'beurt een dag corveeën: en zoo kunnen we het in deze .democratische" tijden het wèl vleiende schouwspel waarnemen, den heer Baron die en die en Mr. zoo en zoo met een nat-klet- sendedweil het gangetje langs de coupé's te zien .zwabberen''. Deze en dergelijke bezigheden zijn echter maar aaraigheden, grapjes, in vergelijking lot den grooten plicht, welken wij hier te ver vuilen hebben en waar-van wij aan het slot van onzen voiigen brief reeds spraken: een trein, volgeladen met onzegbaar kostbare en kostbare leveusmididaen veilig te geleiden, dwars door c-en van honger somwijlen wan hopig volk, naar de stervende wereldstad Weenen. Wij zijn van dien zwaren plicht, van die zwd.it verantwoordelijkheid hoe kon 't ook anders? diep doordrongen, en 't is daarom, dat wij een volledig en bewakings dienst voor dag en voor nacht hebben in gesteld. Wanneer de trein overdag hier of daar eenigen lijd stopt, dan is het taak der be geleiders om de beurt alle wagons te gaan inspecteeren, na te zien. of aire sloten nog ongeschonden zijn en of er niet eigens wa gens zijn losgeraakt, iets wat bii zulk een laügen trein (voorat wanneer deze zoo vaak stoppen en weer aantrekken moet en zoo doende véél schokt), lichtelijk zou kunnen gebeuien. Zoo'n inspectie is geen peuleschilletje; dat begrijpt men. als men weet. aat met een onderzoekingstocflt langs den trein heen en terug genrak'kéijk een half uur gemoeid is. Moet de trein ove.dag geregeld beinspec- teerd worcen, des nachts is een geregel de, degelijke inspectie van nog g rooier be lang: hoe gemakkelijk zou 't een kwaadwil ligen communist of een bende van dat ge spuis vallen, eenige wagens (voorai als de trein stilstaat) af ie haken en te plunaeren! In het huidige Duitsohiaaia moet men op dergelijke gebeurlijkheden verdacht zijn; daarom moeten er om de twee uur geduren de deri nacht twee begeleiccrs waken en (bij stilstand van den trein) geregeld langs heel den langen trein inspectie houden met eiec- tnsche zaklantaarns. Dat is in 't hoik van den nacht een phan- tastisoh iets, en met 't oog op de hui dige onveiligheid in Duitsdbcan-d is 'i nu juist ook geen sinecure. Maar dat het noodig is. dat bewijzen ons de ongure, gedegenereerde typen, die wij allerwegen van uit den trein opmerken. Het Duitsclre volk lijdt honger. dat ver klaart véél. dat vergoelijkt ook veel. doch óns i3 de taak, den levensmiddelentrein on geschonden hopelijk na niet te langen tijd het Weensche Bahnhof te eoen binnen rollen. H. Het Kazemasysteeml Wat is er al niet over gesproken, wat ai -niet over geschreven. Menigeen zal bij hot lezen der, dikwijls fabelachtige, verha len, allicht gedacht hebben: „er wordt sverdreven, zóó erg zal dc toestand toch wel niet zijin." Integendeel, de toestand is erg, is on houdbaar. is niet zwart genoeg te schil deren. Zaker, wij weten het allen: rnen wondt in de kazerne een luiaard; do kaaerne's zijtp, voor het overgroot© deel, onhygië nischwat al niet meer; maar dit al les buiten beschouwing lateudev, moet vcor ons allereerst die vraag' zijn: Wat blijft er van den godsdienst over van onze Katholieke jongens, hoe staat 't met hun zedelijk peil, als ae uit de kazerne terug- koeren? En het harde, maar eenig juiste ant woord, dat hierop is te geven, is het enke le woordje: bedroevend'!! En juist wij, die dit zelf hebben meege maakt en wij alleen, die daar midden in hebben geleefd, wij zijn alleen in staat dit te beoordeelen. Anderen, die zoo nu en dan eens de ka- zerno's bezochten, of het „van liooron zeg gen" hebben, ontzeg ik elk recht, hier over mede te praten. Zij zagen de kazer- ne's en de toestanden aldaar, evenals bij de beroemde militaire inspectto's, n.l. hoe die nooit was, maar niet, hoe hij altijd was; maar juist de militairen, de Katho lieke militairen, kunnen deze toestanden 't best beoordeelen, die als goed Katholiek erheen gingen, de toestandeu mede maak ten, (velen, die er aan „gewenden") en die na hun diensttijd na eerst, wear eens aan het „burger"leven gewend te zijn ge raakt, wat men niet weer zoo direct maar is het groote gevaar inzagen, waaraan zij hadden bloot-gestaan, zoo zij er al niet- onder waren bezweken. Volkomen schaar i,k mij dan ook aan de zijdo van Mr. Bomans. waar deze in zijn bekende brcoliure: Scheuring in do R.-i Staatspartij? op blz. 15 selnijft: ,,Het zedelijk gevaar voor onze jon gelingschap, de rejigieuee grondslag van ouzo Room&che jc-ugd, is mij toon (n.l. in de kazerne) duidelijk gewor den en werd mij tien jaar later, in do mobilisatie, tot een schrikbeeld." Inderdaad, zoo is het; nogmaals kan liet niet zwart genoeg worden geschilderd. Leest in dezelfde brochure de vernieti gende critiek van een bekend vrouwen- ar is, over de gevolgen van het Kazerne leven op zedelijk gebied, vraagt het de priesters en de doktoren, zij ailen zullen het U kunnen zeggen neen erger, zij moesten het allen luido in pers en in liet openbaar uitroepen. „Weg met dat kan ker-brengende instituut, dat jelui niet den naam van kazerne's betitelt!" De meest walgelijke verhalen, ze worden daar opgodischt; de mépst-vuiie geschiede nissen, men hoort ze daiir vertellen; de ergste huwelijksontrouw, er wordt daar over gespot on gelachen. En wat erger is, maar al te veel, die zich in den beginne met walging ervan a H ec-ren, zij „wennen" langzamerhand aan de omgeving on niet weinigen gaan erdoor ten gronde. Behalve de. verhalen, die ze te hooren krijgen, konten ze, o zoo gemakkelijk in aanraking met 'slechte vrienden, met wie ze des avonds uitgaan", met al do bedroe vende gevolgen daarvan. Zeker men werpe mij dit niet tegen er zijtn groote uitzonderingen en ook do Katholieke Militaire Vereenigingen doen in deze nuttig werk maar het gaat hier om den algemeen entoestand en niet om de uitzonderingen. Controlo door superieurenoch kom, controle is er nagenoeg niet en zal or alle mogelijke mooie -militaire" voor schriften ten spijt nooit zijn ook en wat erger is ook de superieuren, zoo wel beroeps- als verlofs- komen veelal ook uit de kazerne en zijn dikwijls wel meer „verfijnd", maar niets beter. Zij, die het kampleven in officiers- en onderoffi ciersbarakken hebben meegemaakt, weten dit maar al te goed. Is het nog noodig dit onderwerp ver der te bespreken? Wat leest men in verhaaltjes, welke steeds in do pers staan? Leest men daar ooit over militairen, welke uit do kazerne beter thuis komen? Immens nooit! Dron kaards, zoo niet erger, is steeds heit eind resultaat van de verhalen, welke men over militairen, die uit de kazerne torugkee- ren, te lezen krijgt in de verschillende cou ranten. Wij, Katholieken, zijn niet de eeniige ca tegorie, die den strijd tegen dit euvel heb ben aangebonden. Behalve de Christelü- ken, zijn er n-og verscheidene anderen, die, evenzeer als wij de kazarne als het ergste gevaar beschouwen, voor de mora liteit van den militair. Welk systeem van weermacht men ook zal kiezen, dit staat voor mij vast: Een Katholiek kan nooit een stelsel aanvaarden, waarbij een voortdurend ver blijf in de kazerne aan de militairen in 't vooruitzicht wordt gesteld. Het is voor ons geloof: spelen met vuur. Ook hier geldt het: „Próvoir c'est prévenir", (Voorzien is voorkomen) meer dan ooit. Mogen zij, die de beslissing hebben, te nemen, dit wel overwegen en mogen zfj, naast andere mooie leuzen, die zeker even zeer d© aandacht waard zijn, als: „ervoor te zorgen, dat onze Ilooinsehe jongens goed voorbereid naar den dienst gaan," allen eendrachtig samenwerken, om de ka zerne zoo poedig mogelijk te doen ver dwijnen. Het allerwege opbloeiende Katholicisme dient vastgehouden, zoo mogelijk nog ver hoogd te v,'orden, maar alle middelen geen enkel uitgezonderd dienen hier voor to worden aangegrepen cu het ,,Weg met de kazerne" dient de eerste leus der naaste toekomst te zijn. (Wordt vervolgd.) VAN GEKNOEI GESPROKEN. Het socia.isatie-rappoït der S.D.A.P. is, zegt de A.K. «Rotterdammer» een ern stig stuk werk, dat recht heeft op aan- daciitige bestudeering en wei overwogen beoordeeling. Een kostelijk stukje is dat gedeel- 1 te van het rapport, waai in de verdor venheid van het particuliere bedrijf tegenover de heerlijkheid van het pu blieke bedrijf geschetst wordt. Daar heet het o.a. «Van de schromelijke vervalschin- gen van voedings- en genotmidde.en waaraan het particulier bedrijf zich op groote schaal te buiten gaat, le veren de rapporten der keuringsdien sten jaar op jaar de overvloedigste bewijzen». lnuerdaad ze komen voor bij par ticulieren. Maar bij den overheidsdienst niet? Indien de lieeren van het socia i a- tie-rapport dit werke.ik nieenén, la ten zij dan eens connecties aatiknoo- pen met de Ams ie. darns che gemeen telijke kindervoeding. Onbekrompen ingesteld door een ider voormannen van de S. D. A. P. geleid! En de uitkomst? Schrome.ijk bederf van en geknoei met de in gebruik gegeven waren.» Besluiten. Do conferentie besloot in. zijn laatst ge houden zitting, dat alleen de internatio nale oommissie voor de Dardanellen zal worden belast met de controle over Tur kije en daartoe de beschikking over de noodige macht zal erlangen. De kwestie van den opmarsch van Bolsjewistische troepen naar Batoem werd besproken in tegenwoordigheid van de militaire des kundigen. Besloten werd. dat Britsche, Pransehe en Italiaansehe troepen de stad zullen verdedigen. De Turksehe kwestie. In een interview heeft Vemzeles ver klaard, slat de geallieerden liet volkomen eeins zijn geworden over Turkije. Hij ge< looft niet aan moeilijkheden bij de tenuit voerlegging van het verdrag. Armen,nië moet volgens hem bezet worden door in ternationale contingenten. Venizelos was var. oordeel, dat do voor de bezetting van Smyrna gebezigde troepen niet te talrijk waren, af schoon de deskundigen meenden dat volstaan kon worden met de helft en dat de rest elders gebezigd zou Isunnen worden. Volgens de Pransehe bladen heeft do conferentie Woensdag het rapport van den EngeLschen generaal Masterman, voorzitter van de geinteraliieerde controle commissie, over die luchtvaart in Duitsch- land behandeld (waarvan do inhoud reed? is meegedeeld). Volgens het rapport moet men te Berlijn een geheim depot van luchtvaartmateriaal gevonden hebben. Trek je maar niets ervan aan! Eenige dagen geleden schreven wij, dat op do conferentie te San Remo nog wel eens zon kunnen blijken, dat het Fransch- Engelsc-h incident niet opgelost was, wan neer Fccli het hooge woord bleef voeren. De feiten stellen ons in het gelijk. Giste ren werd n.m. het volgende uit Parijs aan het ,-H/bld." gemeld: Het is curieus vast te stellen, hoe de correspondenten te San Remo telkens hun beet doen optimistisch stemmende symp tomen te vermelden en hoe zij telkens weer door do feiten wonden gelogenstraft. Zoo heerscht er een oogewblik groote vreugde over het feit, dat Lloyd George Miller and eindelijk eens ten eten had ge vraagd. Men meende er een teeken in te vinden van meer toenadering van de zijde van den Engelsohen premier tot de Fran- soke stelling van strenge uitvoering van het verdrag, maar gisteravond En- gelsöbe cn Amerikaansehe journalisten ontvangend, sprak Lloyd George hun ge heel :r; den geeKt van die noodzakelijkheid tot herziening van het verdrag toe. Hij vond, dat Duitschland het verdrag niet geschonden en geen omwil getoond heeft bij de uitvoering; dat men het de niet-uit- voerang niet kwalijk nemen kon en dal 200.000 mam troepen niet overdreven was, met andere woorden, zoo onderstreeper Pransehe commentatoren: met al zijn ge zag van Engelsche eerste minister en al zijn welsprekendheid heeft hij argumenten ontwikkeld, ddo Duitschland ons morgen zal tegenwerpen, als wij op 'te -'itvoering vam het verdrag aandringen. D, neele En gelsche, Amerikaansehe en Italiaansehe pers publiceerde deze verklaringen en als nu de alliés het lieden eens worden oveï den tekst van de nota, aan Duitschland te zenden, waarin op strikte uitvoering van het verdrag wordt aangedrongen, dan is het alsof Lloyd George al vooruit aan Duitschland heeft doen laten weten: trek je er maar niets van aan, want ik vind dat go aLle reden hebt het niet na to ko men. De Pransehe pers heeft wellicht geen ongel ijk dit een heel ongelukkige wijze van optreden te noemen on do mee ning uit te spreken, dat het minder evg geweest ware als Lloyd George en Nitti ronduit geweigerd hadden te zamen met Frankrijk een nota te onderteekenen. De eenheid der alliés is slechts oen woord, wanneer ze miet in praktijk gebracht wordt. leb.) „Om Gods wil", viel ik hem in dc rede, „spaar mij uw verdere woorden en vertrek, Zijne woestheid begon mij nu inderdaad beangst te maken, cn ik vreesde dat hij zijn gemoed zou koelen aan mijn kind, daar hij herhaalde keeren een tijgerachtigen blik op het wiegje had geworpen. O, welk een vieeselijk mensch Dit was dan de uitwerking van den boazen hartstocht. Ik had hem alfjjcl be wojviertl om zijne mannelijke schoonheid h«Éaas, waar was zij nu gebleven. Zijn (Jangczicht was verwrongen en niets mochi er nicer op ontdekken wat zijne vroe g'ere iicl'dcljjkheid en innemendheid ver rtc de zachte, vriendelijke man stond zcr* mij: nis een brieschende leeuw. •„Gij kust u de moeite sparen, air ti'i tot cJ—ekkeu aan te sporen. «.'-o-vt lilt, wanneer ik u alles gezegd heb r,u t; u toedacht, ga. ik heen, en jt,t. txa - 'eng moei gij luisteren", acid© f jmwoor I on mijn dringende bede. f „Wraak, wraak, wraak zweer ik u' begon hij weder (en hier volgde een vreeset ij ke eed), „zoolang er nog e©n ademtocht in mij is. Mijn leven is mij toch vergiftigd, en zoo ik er nog eenige waarde aan hecht ia het alleen, om mij op u te wreken." „Maar wat heb ik u toch gedaan, dat gij' mij mijn toekomstig leven dus wilt vei bitteren?" „Wat gij gedaan hebt?" schreeuwde hij. zijn gebalde vuist omhoog stekende; „gij j hebt mijn hart vermoord, dat wil zeggen, iet gevoel er in verstikt, zoodat;ik mij' ,ot geen enkele' goedo daad maer instaat reken, is dat- niet?" „Ik wilde zijne onzinnige redeneering wederleggen, maar hij legde mij met een heftige beweging het stilzwij gen op en ik was genoodzaakt naar ucm te luisteren, terwijl hij dus voort- ging: „Geen. rast, geen vrede zal or meer •••oor a op aarde bestaan; waar gij zult ziju, tal ik wezen. Al zoudt ge mij yew een poos kunnen ontsnappen, ik zal -i weten op te sporen; tot aan het A>te.c>ict einde der aarde hri ik u ver- ïüteis. Gij behoeft- gcou obgenblik te -reeeeu dat ik u doodèn zal, o neen, dit was te gemakkelijk voor u; gij moet blijven leven, om te lijden. Én dit zult ge; want ik zal u in uw dierbaarste belangen weben te treffenik zal uw hart vernietigen, zsooals gij' het mijne hebt gedaan; ongelukkig, rampzalig zult ge door mij worden, want er mag geen geluk voor u bestaan, terwijl ik de folterendste ziele pij n meet lijden. O, ik zal uw heil zoeken te verdelgen in uw kind' Dat kind," „dat daar op haar bedje sluimerf, moet eenmaal haar moe der in schoonheid evenaren. Haar moe der zal dan mogen toezien en vergaan als sneeuw voor de zon, en altijd met het verpletterend wicht op hare ai cl, dat zij' haar Ludwich heeft vermoord, eindelijk waanzinnig sterven. Hebt ge dat alles nu gehoord? Dat zweer ik u, en zoo zal het gebeuren1" eindigde hiji, en daarna was hij plotseling verdwenen. „Bevend van schrik en ontsteltenis nam ik miin kind uit haar wiegje en drukte haar aan mijn hart, terwijl ik haar snikkend toefluisterde„Mijn lieve linge, daar zal uw moeder voor zorgen, dat zoo iets niet gebeurt; zii zal u nacht en dag bewaken en beschermen!" „Ondertusschcn hebt gij gezien, hoe dc snoodaard zijn boozen eed gestand heeft gedaan, en hij zou volkomen zijn doel bereikt hebben, had de Voorzie nigheid mijne Laura niet ter zijde ge staan door Ood alleen is de toeleg des boozen verijdeld. „Sedert tien maanden hoorde ik niets meer van hem, toch wist ik, dat hij nog in hetzelfde huis te Berlijn woonde. Daarna verliepen er drie jaren, dat hij 't mii op allerlei wijzen zocht lastig te makeneindelijk werd ik gewaar, dat hii in het geheim tot mijn ondergang werkzaam was geweest: het wapen dat hii het eerst had aangegrepen, was de laster. Hii had mii bij vreemden en be kenden voorgesteld als eene vrouw van twijfelachtige zeden, en het was hem inderdaad gelukt in Pruisens hoofdstad mii miin goeden naam te ontnemen. Het was rnii niet mogelijk daar langer te bliiven, en ik vertrok met mijn kind naar Weenenook daar wist hii mij op te sporen en bracht mij, nadat ik er vier jaren had vertoefd, in groote moei lijkheden met de politie. Er had in een der buitenwijken der stad een belang rijke diefstal plaats, en hii opperde het vermoeden, dat ik de heelster van het gestolene zou zijn. Toen dacht ik hem voor goed te ontvluchten, als ik naar Holland ging, en na mii een poos in verschillende steden der Nederiandsche provinciën te hebben opgehouden, waar mede no£ twee jaren verstreken, kwam ik eindelijk te Marrelhoef aan. waar ik mijn intrek in het witte huis nam en sedert dien tijd heb gewoond Terwij! ik in de gevangenis zat, schijnt mijn kind door hare min met laakbare zor geloosheid behandeld te zijn geworden althans, ik bemerkte weldra, in de dagen toen ik nog te Berlijn woonde, dat het een zwaren tocht op de oogen had gevat. Zii waren volgens de uitspraak van den dokter toen reeds zwak, en daar ik door al dat reizen en trekken geen genoegzame zorg er aan kon be steden, verloor zii geheel het gezicht. „Verscheidene jaren waren er verloo- pen na den dood van mijn echtgenoot vóór ik te Marrelhoef kwam, en waar ik mii ook heb opgehouden en welken geneesheer ik om raad voor mijn kind vroeg, geen van die allen heeft hare blindheid kunnen genezen; alleen mijn Eduard, mijn aanstaanden schoonzoon is dit gelukt, en daarvoor bii deze hen! nogniaals ppz§ dank!" (Weidt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1