efefoon 205.
ij gezaagd lapanhoui,
en-lagazijsi. I
ai Grasmaaien.
üroniek van de Week.
IN 'T FR!EEL.
llijke prijzen'
UWEN
\TBOUWER.
prijsopgave
i met Gouden en
Weigering.
jüa&iBEJUEj
KOOP:
ZAAD te Oudorp.
KOOP
!a üoolplantei!.
>rt wordt ingestaan,
Az., Heerhugowaard
KOOP:
de Kool plan'til,
soort. Te bevragen
engel, Harenkarspel.
KOOP:
florscli Koolpknten.
bij J. ZUT, Wade,
LEENHOF F,
en Begrafenis-
irneming.
at 185,Bergen.
-BjEE£.©153Sr,
aten en modellen.
bevelend,
NE, Boterstraat 22'
«NT STOCKIIANN
cobstraat 1.
:n bouw van zeven
oningen aan doLin-
Westerweg, bestaal
oor thans te koopen,
ijken prijs een WO-
jgen on tevens de3-
g eenige wijzigingen
)II. APELDOORN
>g 18, Alkmaar.
LISJE.
en flink Meisje, tegen
AdresMej. TROMP,
Bussura,
vRAAGI)
fisrHedisi,
RS, Aann., Alkmaar.
b. d. Doorbraak.
cialiteit in S
reuoodigdheden. i
SBSS^38BBBHBfea
EN PLUKKLAAR
eroodo Koolplanleu,
dorsch, bij D. BUS
ind.
KOOP:
d als nieuwe Pliono-
aeht platen. Zeer bil-
jen St. Annastraat 29.
t KOOP:
buisgeel en vroego
\nteu, bij W. BLEE-
ncras.
E KOOP:
m Koolplanten, in
iid, bij JACOB JONG,
teekende beveelt zich
oor het
te ontbieden.
BROERSEN Jr.
Stompetoren.
letselwerket
at 1)9, Amsterdam
2. 787.
edailles.
ZATERDAG 29 të£i I9i9.
Mina kwam met dikke, rc-odc huiloogen uit
haar dienst thuis.
Amper had mocdei gevraagd, wat r aan
scheelde, of 't zenuw-sluipende hik-gesnik be
gon heviger't duurde heel lang eer ze kon
antwoorden op 't aanzwellende angst-gevraag
van moeder, vader tn de kinderen.
Dat mevrouw vau Balken haar zooveel als
van diefstal had beschuldigdom 'n arm
bandje van do kinderen, dat nergens meer te
vinden was, nadatze 't had opgepoetst.
Dat ze er vrccsoiijk driftig om geworden
Was, omdat n. -vrouw zoo iets van haar kon
denkencn toen erg brutaal was uitgeval
lenzóó erg, dat meneer haar den dienst
had opgezegd.
Als 'n hamer bonkte vader's vuist op tafel.
't theelichtje flapte er van uit.de kopjes
maakten 'n rinkel-sprongetje van 't gedreun.
„Wat 1 Wat heb ze tegen jou gezegd
Dat je dat ding gesto.
Vader Kuiting slikte haasttabaks-
kwijl sijpeldelangs de kin van baard-stekels.
z'n oogc-n werden donkerder.z'n handen
verknoersten m zenuw-triiling.
Zonder 'n woord te zeggen drukte ie z'n pet
met 'n woest tn veeg op z'n grijzenden kop
en ging de deur uit.
Tien minuten lattr stond ie in de gang bij
de van Balken's en donderde z'n harde ruzie-
stem door 't huis. Wat ze wel van z'n kind
dachtenen dat ie er werk van zou ma
ken, wegens aanranding van eer en goeien
naam. Z'n stem ging over in 'n soort huil-ge-
brul toen meneer van Balken de politie wilde
opbellen. Voorbijgangers bleven staan cn
wisten Kuiting met 'n zacht lijntje buiten te
krijgen.
Daar vertelde hij aan ieder, die 't wilde hoo-
ren, van de gemeane beleediging z'n dochter
aangedaan.
Intusschen deed thuis moeder liaar best, om
Mina tot bedaren te krijgen, die jammerde
over de kwijtgeraakte betrekking, waaraan
ze zoo gehecht was geraakt in die twee jaar.
Niet omdat mevrouw zoo lollig was, maar
met dej kinderen had ze 't altijd zoo best
kunnen vinden. Die hielden van haar.
Met alle kmdersmartjes kwamen ze 't eerst
bij Mina. die ze steeds wist op te lossen in haar
eigenaardige, naieve manier van doen
De heer en mevrouw van Balken hadden
weinig tijd, om zich raet hun kroost te be
moeien. Mevrouw was bestuurslid van zes
verschillende filantropische instellingen
als ze thuis geen vergadering had was ze
zelf naar 'n bijeenkomst. Meneer kwam 's-
avonds te half zes van z'n kantoor thuis.
Dan werd er gedineerd, r.a afloop waarvan
meestal 'n opera, comedie, of concert werd-be
zocht, tenminste ais mevrouw geen vergade
ring had.
't Was dus geen wonacr, «at de kinderen
zich gingen hechten aan Mina, die 'n vroolijke
meid was, aardig met de kleinen omging en
steeds dingetjes wist te verzinnen, om hen
aangenaam bezig te houden.
Vooral Willy, 'n lief meisje van T. iaat of
acht, was wat men noemt dol op Mina. Waar
't dienstmeisje was, daar kon men door
gaans ook Willy vinden en mevrouw van Bal
ken had meerdere malen op 'n toon van gezag
en met „moederlijke bezorgdheid." ver
klaard, dat Willy absoluut door Mina werd
verwend
't Is 'n maand latei en 's avonds io uur.
Vrouw Kuiting ziet de kousen en klooien
vau de kinderen na, die te bed liggen.
Haar man rookt 'n sigaar en leest 'n krant.
Mina is reeds sedert drie weken voorzien
van 'n anderen dienst, waar ze 't lang niet zoo
druk heeft, maar toch heelc dagen loopt te
piekeren over 't gemis van haar vorige omge
vingen de verdenking, die op haar rust.
Juist als Kuiting z'n krant uit heeft en aan
stalten maakt om naar bed te gaan, wordt er
gebeld.
Zelf loopt ie naar de deur, om 't vreemde
van 't late storen.
Er staat 'n heer buiten, die hem even wil
spreken.
Als Kuiting hem wantrouwig aankijkt stelt
hij zich voor als dokter Evers en zegt, dat hij
zoo juist bij de familie van Balken vandaan
komt. Willy, het oudste dochtertje, ligt zwaar
ziek.... er is Weinig hoop meer, Het kind
vraagt onophoudelijk naar Mina.... door
haar moeder wil ze niet geholpen worden. Met
het oog op den ernst van den toestand vraagt
de dokter, ook namens de ouders, of de
dochter 'n poosje bij 't bed van de kleine zou
kunnen komen, 't Zou misschien 'n laatste
middel zijn.
Vijandig ziet Kuiting den geneesheer aan.
„Zoo, meneer.dus dat durven ctte men-
schen te vragen.... sjonge -jonge, dat volk
heb toch heel wat meer lef,dan ons soort men-
schen. Weet u wel, wat 'r tusschen die lui en
ons is gepasseerd."
„Ik Weet alleen, dat uw dochter er gediend
heeft en dat ze waarschijnlijk niet al te vrien-
schappelijk van de familie is gescheiden."
„Dat komt uit, ja.as ze je zonder be
wijs voor dief uitmaken.zou u dat kenne
velen
In korte, ruwe stooten gooit vader Kuiting,
't heele verhaal er uit.
Z'n vrouw is er stilletjes bijgekomen en staat
in 't gat van de kamerdeur te luisteren. En op
nieuw beleeft ze dien akeligen avond, waarop
Mina zoo overstuur thuis kwam en tot diep
i:i den nacht in bed had liggen snikken.
En dat vader, bleek van drift was terugge
komen van de ruzie-scène bij de van Balkens,
zelf moeite had gehad om 't niet uit te grienen
'n Hevig verlangen naar wraak vlamt in haar
op eu 't is met voldoening, dat ze liaar man
met 'n beslist gebaar hoort zeggen 't Ge
beurt niet, meneer.'t spijt me voor u
maar zc motte nou meteen maar 's voelen,
Wat ze ons hebben ongedaan."
„Juustement zoo" fluisterde moeder
Kuiting er achter.
De dokter betoogde kalm en zakelijk, dat ze
ongelijk hadden, want dat 't ging om 't zieke
kind en dat hun dochter Mina misschien
gaarne, ook terwille van 't kind, den dienst
zou willen bewijzen.
Maar Kuiting bleef koppig weigeren en de
dokter keerde onverrichterzake terug
In de kamer bleef 't echtpaar Kuiting nog
wat napraten over 't geval.
„Wat zeg je nou van zoo'n brutaliteit,
vrouw
„Hoe durven ze 't nog te vragen hè
„Durven ze ook nietanders kwamme
ze zelf wel, de lafaards. Nousturenze 'r den
dokter op af. Die schrijft 'r natuurlijk 'n paar
tientjes extra voor op de rekening, voor z'n
„bosldanten" loopt ie zoo hard niet."
'n Poosje later wordt er weer gebeld.
t. Omdat Kuiting z'n schoenen al uit heeften
in z n vuile boezeroen zit gaat dc vrouw naar
de voordeur.
Hij hoort haar pratennu weer niet 'n
anderen heer.
Opeens herkent ie de stem't is van
Balken.... „Snotverdikkie, nou zalle we 't
hebben." Met 'n schichtige beweging grijpt
ie 't mepje sigaar, dat in 't aschbakje ligt uit
te gloeien en trekt er met 'n paar
lange zuig-halen opnieuw den brand in.
De „uitgelezen" krant floddert ie opnieuw
open"heelemaal uitgevouwenen
gaat met uitgespreide armen, de beenen
languit, zitten lezen.
Z'n vrouw komt om den hoek van de deur
„Daar is meheer zelfhij vraagt naar jou."
„Laat binnen komrne,"
Als even later meneer van Balken in 't
kamertje staat komt er met hem 'n stilte-
benauwing binnenvallen. Kuiting haalt wrok
kend z'n neus op en blijft onverschillig door
lezen. Hij houdt 't echter niet lang vol en kijkt
dan in 't bleeke, moe-gewaakte gezicht van
den heer van Balken,die 't maar 't beste vindt
om zelf 'n gesprek te beginnen.
„Ik kom zelf maar even, meneer Kuiting.
Ik ben er natuurlijk volkomen van bewust.
dat 't u wat moeite zal kosten.maar 't is
voor m'n kind. De kleine meid is in stervens
gevaar en roept telkens om uw dochter. Me
dunkt, u moet toch wel 'n hart van steen heb
ben, als u zóóiets weigert."
„Zóó..maar toen 'k op dien avond bij u
wasen opkwam voor mijn kind, hebt u
van dat steenen hart toch zeker niet veel ge-
gemerkt maar ik wel van 'n paar andere
Ik begrijp niet, dat u zoo'n dievegge nog in
je huis wil halen. Bent u niet bang voor de
andere sieraden 1" Driftig smijt ie de laatste
rook-builen uit 't sigaar-peukje, dat tusschen
de natte lippen heen en weer zwemt.
,,U neemt 't lieuschte erg op.... m'n
vrouw is bovendien Wat voorbarig geweest,
zooals dat wel eens meer gebeurt. Dat arm
bandje is den volgendeft dag weer gevonden-"
Nu gooit Kuiting zich recht overeind en
kijkt z'n vijand aan met wilde dreiging in de
oogen.
„Kijk, da's aardig.
Én niet eens de moeite waard gevonden
om 't even te laten zeggen. Weet u wel, dat
mijc dochter d'r nog steeds op êngekeken
wordt Dat ze d'r eigen schaamt om over
de straat te Ioopen. Dat m'n vrouw geen dag
rust meer gehad heb sinds dat 't gebeurd is
Maar needaar denken jullie niet an
zulke dingetjes worden zeker maar kleinig
heidjes genoemd. Maar nou zai 't heelemaal
niet gebeuren, versta je 1 Zoo'n gemeene, min
ne behandeling gaat toch al te ver."
Met 'n lompe zwaai keêrt hij den lieer van
Balken den rug toe.
„Dus u weigert Ook al zou uw dochter
zelf graag willen
„Me dochter denkt 'r precies zoo over.
ben 'k van verzekerd."
„Noudandan zullen we er niet
verder over praten. Maar aan 'n stervend
kind iets weigeren is 'n laagheid"
Meteen was mijnheer van Balken wegge
gaan.
In de kamer werd lieel weinig meer gespro
ken...
Vrouw Kuiting kon niet slapen. Voortdu
rend dacht ze aan de kleine Willy van Balken,
de armpjes uitgestrekt, schor-huilend om
Mina, die niet kwam.
Kuiting sliep wel, doch eig onrustig. Hij
werd geplaagd door nare droomen. Hij zag
van Balken op hem af komen, groot en vrees
wekkend, met vlammende oogen.op z'n
armen droeg hij 'n lijkje en hief dit hoog op.
Groote doodsbeen-klauwen grepen hem vast
ontelbare malen werd ie met 'n schok wakker.
Den anderen dag vlotte z'n werk niet
hij had 'n pest-bui, zeiden z'n kameraads.
Om twaalf uur ging ie rechtdoor naar Mi-
na's betrekking en vroeg of ie haar mee mocht
nemen voor 'n dringende boodschap.
Maar men deelde hem mede, dat z'n vrouw
er al 'n paar uur geleden was geweest met 't
zelfde verzoeken dat ze met Mina naa.r
den vroegeren dienst van 't meisje zou gaan,
waar 'n kind ziek lag.
Heelemaal opgefleurd stapte hij op huis
aan.Daar zaten z'n vrouw cn z'n doch
ter te huilen.
Willy van Balken was 's nachts overleden.
G.N.
HEIKR VLRSPL A AG IN LIMBURG.
In vele gedeelten van Limburg (speciaal
ia, de gemeenten iangs de Maas, ten Zui
den van Roermond is het heel erg) heeft
de laatste weken een ware ineikevei-
plaag geheerscht niet het gevolg, dat
vele fruitboonien, die een goede opbrcugst
beloofden, totaal zijn kaalgevreten, zoo
dat en van de. ontwikkeling dei- vruch
ten nipte zal terechtkomen.
Liet men hi vroegare jaren, als het
niet al je erg liep, de veelvraten meestal
hun vraatzucht botvieren, den laateten
tijd gaat men er op verschillende plaat»
sen toe over om stelselmatig jacht op.
de schadelijke insecten te maken. Men
gaat daartoe 's morgens vroeg schudden
aan de hoornen, waarin de dieren nacht»
verblijf gehouden .hebben en eenigsriuo
stijf geworden schijnen door de nachte
lijke koude, waardoor co zich «slechts vwt
moeite schijnen te kunnen vasthouden.
Althans, wanneer slechts licht aan den
boom gestooten of geschud wordt, vallen
ze reeds bij honderden op den grond en
kunnen dan gemakkelijk verzameld wor
den, waarna het dooden plaats vindt ÖLoor
behandeling met zwavelkoolstof of roos
tering boven een vuur. De laatste be
handeling geeft het voordeel dat de dood®
dieren, na fijn gestooten of gemalen te
zijn, een .eiwitrijke massa vormen dat,
gemengd onder graan, uitstekend geschikt
is als kippenvoer.
Hier en daar maakt men ook, door het
uitloven van kleine premies, de school
jeugd mobiel bij de vervolging der kevers
en weliswaar worden ze dan. J wel osns
wat gemarteld, doch de lioofdzar'n is, d»M
duizenden bij duizenden dieren gevangen
en gedood .worden, eer ze "eel schatte
hebben kunnen teweegbrengen en eer ze
in de gelegenheid geweest zijn haar el tes
te leggen.
Vooral dit laatste is van yeel belaag,
uit de .eitjes der meikevers toch, di© in
weilanden gelegd worden, ontstaan de
vraatzuchtige engerlingen, die drie jaren
lang in den larvetoestand blijven en al
dien tijd r.ick voeden met plantenwortels,
zoadat ze onnoemelijk veel schade i i gras-
en bouwland kunnen veroorzaken.,
W ittebroodstaal.
„Mijn lieve, ik hoop dat je man en jij net
zoo gelukkig zullen zijn als Tom en ik. We
spreken nog steeds de wittebroodstaai en
zijn alles voor elkaar 1" zei. een oudere vrien
din aan een jong gehuwde vrouw. Toen ze
kort daarop thuis kwam, vond ze haar man
ongeduldig op zijn souper zitten wachten.
„Amelie, lieveling, waarom kom je zoo
laat Ik verga van den honger."
„Schat, jij denkt alleen maar aan je maag,"
antwoordde ze vleiend.
„Snoes, zorg nu eens gauw voor me, ik heb
bepaald de geeuw-honger."
„Arme vent, lieveling de meid is vveggeloo-
pen en ik kan niet koken."
„Geef me dan tenminste brood, schatte-
poes," smeekte hij.
„Lieve vent, ilt lieb vergeten brood te ne
men," fkemde ze.
Toen greep hij zijn hoed en zei„Dag en-
gel, ik ga naar een restaurant."
i
s Zondags niet arbei-
niet laten arbeiden. X»
ftULuA.
(Vervolg.)
Vroolijk stapte de schooljeugd met den
onderwijzer en een huipondcrwijzer het
dorp uit.
De oudste jougvn, burgeniecsler's Pieler
igcnoenid, omdat ziju vader burgemees
ter was. o tend e dei. trein mei een trom
pet, hei uiidsLe meisje liet Diiiteehland'ft
vla,? wapperen «a ou de maat ïuarcheer-
den de ancien op
Het i\as uitgezucht; weer voor een laii-
del'ok t'bCai, rieu vorigun avond waren er
donkere wolken aau de liiöht geweest,
maar Uet dieiffend ouweder was voorbij
gedreven.
11.'t doei taai den tocht wsa de mine
van eui: oei. ,.:j ten lop vau een
der omliggende berger, grant. Da weg er
..urn v, uoor een prachtig beuken-
5)060.1, as»ruit meu tusscheiibelde een
kijkje heelt op hot dal en de bergen aau
den overkant.
Nadat de wandelaars twee uur hadden
ai'gfi.s.mgen u-e icoue pannen van
een dak door de groene takken scheme
ren.
„Daar zijn wij al bij de boerderij," riep
de meester. Nog een paar kronkelingen
van deu weg n ze hadden h«t nette huis
vóór zich mot de weide en den ouden
eik bij do kind-ren welbekend, waaronder
lange tafels en banken stonden.
De boerin waa bezig, bordjes en kom
metjes op de gedekte tafels te zetten, zij
ontving het gezelschap zeer vriendelijk.
„Dat tref je vandaag," zei ze, ,.bet- is
prachtig weer, komt. gaat zitten je zult
imoe weeen da zulk ecu lange wande
ling."
D'it zeggende verdween ze in «le huis
deur.
Vragend koken vel» oogen haar na,
nieuwsgierig, waarmee ze terug zou ko
men. Ze behoefden niet lang in onzeker
heid te zijn, een oogeubilk later stonden
een paar heerlijke tuliebanden, boter
hammen met worst en kannen met melk
vóór ben.
Of het smaaktel Niemand behoefde ge-
noodigd te worden.
Nadat alles gebruikt, was et werd
niets voor de eer van den schotel over
gelaten werden er spelletjes gedaan en
bloemen gezocht
Geurige tkymlaan, klokjes In allerlei
kleuren, klaver en kamillen bloeiden in
menigte in het gras en in hol bosch.
Wat een genot voor Huidal Zij kon nu
naar hartelust met de andere kinderen
spelen en zingen, haar lief stemmetje en
haar vroolijk lachen klonk boven olies
vit.
..Komt jongens," riep burgemeesters
Pieler, ,.Iaat de meisjes hier verder al-
leeu spelen wij gaan naar de ruine".
In een ©ogenblik waren ze naar- bovon
geklauterd en riep Pieter op het hoogste
■note van een ouden toren staande:
„Ik ben de ridder van dit kasteel en
j zijt mijno vasallen. Te wapen! mijne
Knapen, wij zullen een uitval doen en die
meisjes daar beneden gevangen nemen.
Herman! Blaas op de trompet'. Dat al
mijn volk zich vej-zameie!"
Nauwelijks had Pieter dit gezegd, oi
een hoorn klonk door het bosch.
Verbaasd keken allen naai- den kaul
vanwaar het geluid kwam en een schu
ier'nd gelach volgde toen zc een gan
zenhoeder te voorschijn zagen komen, «lie
bezig was zijne ganzen bii elkaar te bia
zen om met hen naar het naburige dorp
terug te gaan.
Het uitzicht van den man was aller-
poteierlykst, het was een klein manneke
met woest haar eu een even ruwen lan
gen baard, hij droeg een glimineuden
loeren hoed, had een bonten doek om zijn
hals geslagen en over zijn kort buis hing
aan een groen koord een koperen iioorn.
Met ion langen boomtak joeg hij -Je
ganzen, die kakelend kwamen aanwagge
len uit bet bosch, naar don buitenkant
van hot woud. Het was een weerspannig
volkje dat hij had te regeeren, en ver
schelden ganzen liepen het bosch verder
in in plaats van hem te gehoorzamen.
Hulda wilde der. ouden man helpen, zij
joeg achter een paar ganzen aan, die,
schuw geworden, steeds verder liet boseU
inliepen en vergat, dat zij hier onoekend
was, geheel anders, als op deu berg bij
het huis van baar ouders, waar zij ieder
paadje kenae.
Toen zij naar haar speelmakkertjes te
rug wilde gaan en een pad naar boven
insloeg, geraakte zij op den tegenover-
gestelden kant v ar waar zii gekomen was,
geen kinderen, geen ruine waren to zien.
Zij zocht, door kreupelhout gaand?, nog
hooger op te kom er; maar d-e we? voer
de, nadat zij wat gestegen had, weer naar
beneden, nergiif zag ze een pad of een
wagenspoor.
Het arme kind riep uit ai haar macht,
slechts de echo antwoordde, echreisud en
«nikkend dwaalde ze rond.
De meisjes hadden zich onderLosJchen
verdeeld on zoo had niemand gemerkt,
dat Hulda er iet was, sommigen waren
bij de boerderb gebleven en maakten er
kransjes, anderen waren de ruine opge
klommen, maar ze door ridder Pieter en
zijn vasallen vriendelijker ontvangen wen
den dan men zou gedacht hebben want
zij werden als bondgenooten tegen züne
vijanden waaronder de onderwijzers er do
jongste knapen ia dienst genomen.
Eindelijk werd hot tijd om te vertrek
ken.
Do onder wijzer liet de trompet blazen,
de kinderen stelden zieli iu rei en gel;
.Hulda, waar is Hulda"" klonk het van
alle kanten. Niemand wist het!
Al het roepen was vergeefs, niets dan
een somber zwijgen was het antwoord.
„Ik blijf hier om-Hul da te, zoeken," riep
do hoofdonderwijzer. „Pieter, zeg in het
dorp, dat ik Hulda spoedig hoop te vin
den, ik zal aan den 'boer ©eu lantaarn
vragen."
De kinderen, die zoo vroolijk waren uit
getrokken, giugen nu angstig naar huis
terug.
.,Man, waar ben je?" riep de boerin,
toen zij van het ongeluk gehoord had,
„er is een kind verloren, je moet mee om
het te zoeken."
Natuurlijk allemaal heerlijke Pinksterda
gen gehad, niet waar? Daar behoef ik ook
eigenlijk niet naar te vragen, want wat was
liet maar geen heerlijk weer.
Ik kan het best merken, dat 't heerlijk weer
is en dat mijn nichtjes en neefjes bijna altijd
buiten zijn en sipelen, want 's winters komen
er heel wat meer brieven.
Enfin ik neem 't jullie heusch niet kwalijk,
hoor, en ik begrijp heel goed, dat je liever
buiien aan 't stoeien en 't ravotten bent. dan
dat je in een snikheeie kamer met een vel
letje postpapier voor je zit te prakkezeeren
„Wat zal ik dien oom Bernard nu weer eens
vertellen."
Maar, als 't nu eens een enkele keer regen
achtig is, zoodat ie wel binnen moet blijven
en ie je tooh zit te vervelen dan zou ik het
wel leuk vinden als je dan eens een brief
af een briefkaartje naar me schreef.
Afgesproken? Ja, hè?
Nu, ik zai eens zien hoor, dag!
OOM BERNARD.
ONZE BRIEVENBUS
Antoinette R. te Dekk'erswald. Je wordt wel
bedankt voor ie mooie kaart. Daar deed je
me werkelijk pieizier mee. Van je zusje hoor
de ik, dat ie nu reeds 20 ons bent aange
komen. Ga maar zoo door. hoor. Ik hoor
nog wel eens gauw iels van je, hé? Dag,
Antoinette, het beste hoor!
W. B„ te Obdoni. Wat ik daar nu van
denken moet. dat weet ik gerust niet. Ten
eerste oom Koos is al vier a vijf maanden
weg en legenwoordig is er een oom Bernard.
En wat je met je bond bedoelt, daar snap
ik heelemaal niets van. Je moet maar eens
een brief schrijven zeg, waarin ie precies ver-
lelt. wat je plan is. Doe je 't?
Josephine R., te Haarlem. Bedankt voor
je lief briefje en voor je beste wenschen. Ge
lukkig hè, dat Antoinette zoo mooi vooruit
gaaf; ik geloof vast. dai ze binnenkort weer
is zooals ze vroeger geweest is. Geloof je 't
zelf ook niet? Nu tot een volgende keer hoor,
dag!
Nico M.. te Harenkarspel, lij doet mee
hoor, zooveel en zoo dikwijls je maar wilt.
Des te meer neefjes en nichtjes er komen,
des ie liever ik het heb. Dus ie weet het
Nico, iï t.cci mr.n: mee "oor!
r!
WIL kuilen.
Urn van odb ruii- er. verzamelhoekje
te maken, zendt toen, irtj maar 'n briefje waar
in duidelijk geschreven siaat, wat men wenscht,
met vciledigeij naam en adie». Dan zet ik dat
in de Kinderkrant en de veizamelaartjes weten
dan waar ze eikaar kunnen vinden.
De briefjes moeten in cnvciuppe gezonden
worden AAN DL KEDACJ'J li VAN D£
KINDERKRANT N A SSA U LA A N 49,
HAARLEM.
Ik heb vreemde posiZdgtls. oü Eransche,
10 Ruiterzegels, 15 van Nede. lndië, II
van Zweden, 14 van Deuemaiken. 13 van
Noorwegen, 64 v. Engtuoud, 15 van Belgiè
1 van Columbus, 1 van Luxemburg. 14 vau
Zwitserland, 12 van Italië. 7 van Ruslanu,
2 van New South Wales. 2 van Victoria,
2 van Argentina. 27 van Beieren. 2 van
Brazilië, l van Egypte. 1 van Japan, 4 van
Spanje, 9 van Kanada, 72 va Duitschiano.
61 van Oostenijk, 4 van Hongarije, 48 van
Amerika en 25 van Oud-Holland en 1 van
Chili, die ik ruilen wil voor andere vreemde
postzegels. Adres; C. Vlaar, Verdronkenooro
iio. 47, Alkmaar.
Ik heb vreemde postzegels die ik wil rui
len voor andere. Ik heb er 2van Duitsch-
Oostenrijk. 2 van Nieuw-eeland, 8 van Bel
gië. 8 van Duitschland. 5 van Amerika, 13
van Engeland, 1 van Czecho-Slowakije. 9
van Frankrijk, 5 van Beieren. 5 van Honga
rije, 5 van Denecarken. 6 van Zwitserland,
8 van Oostenrijk, 10 van weden. 1 van Por
tugal. 1 van Nederland (oude), i Ruijter-
zegel. Alle verschillend. Ik heb ook nog 25
Kwattasoldaatjes. die ik ook wil ruilen voor
postzegels. 1 t-gen 1. Nader overeen te ko
men Th. Nieuwenhuyzen, Bethlehemslaan
2a, Hillegom.
Ik heb vreemde postzegels. 50 Fransdie,
10 Ruiterzegels. 15 v. Nederl. lndië, 19 van
Zweden, 14 van Denemarken. 64 van Enge
land, 15 van Beligië. 1 van Columbus. 1 van
Luxemburg, 14 van Zwitserland 12 van Ita
lië, 7 van Rusland, 2 van New South. Wales,
2 van Victoria, 2 van Argentinia. 27 van
Beieren, 2 van Brazilië, 1 van Egypte, 1 van
Japan, 4 van Spanje. 9 van Kanada, 72 van
Duitschland, 61 van Oostenrijk. 13 van Noor
wegen, 4 van Hongarije. 48 van Amerika en
25 van Oud-Holland, die ik ruilen wil voor
andere vreemde postzegels.
Mijn naam is C. Vlaar, Verdronkenoord
47, Alkmaar.
Ik heb 52 IJscobeertjes van Schoten die ik
wil ruilen voor 15 Kwatta-soldaatjes. Mijn
adres is Netty van Leeuwen, Brouwersstraat
Ik wil ruilen Kwatta-Soldaatjes voor
Honingte Mazena-plaatjes. No. 216 214 217
219 220 223 224 234 241 242 248 249
250 253 256 257 273 275 276 277 281 282 292
295 298 en 306. Ik geef 1 om één. Mijn adres
is: J. M. L. Zoutman Jd.. Zuitwijkermeer-
polder No. 005. bii Beverwijk.
Ik heb Ter Wee's plaatjes, nummer 2 8
17 IS 27 31 34 36 38 41 -15 60 61 68 en 28
plaatjc-3 vau het Maanmannelie. dit alles wil
tjes die ruil ik alleen oor plaatjes van 't
a'bum de IJsel. Ook heb ik Oldenkots-wapen-
ijes, <iie ruil ik alleen voor paatjes van 't
Friesland Album van Verkade. ik wil drie
wapentjes tegen 1 plaatje. Mijn adres ia: A.
de Neyn van Hoogwcrff. Ziilvestr. 31, H'
lem.
Ik heb vreemde postzegels. 8 Amerikaan^
sche, 4 Zwitsersche. 24 Belgische. 19 Duit.
sehe, 9 Engelsehe, 37 Fransehe, en 18 uit
Italië, die ik wil ruilen, 1 postzegel voor
f Kwatta-soldaatje. Piet Jol, Eendraohtt
straat 8. Alkmaar.
Ik heb Honing's Maizenaplaatjes, No. 2
0 10 13 15 18 22 27 34 36 37 53 54 en 65.
en ik heb nog 29 omslagen vau Bendorps-
teepen, die ik ailen wil ruilen voor Kwatta
soldaatjes. alles 1 om 1. Adres: Jan v. Baar,
St. Psneras, bii de Boeorhalie.
Ik wil ruilen. Bosch en Heide No. 2 3
4 8 12 15 16 17 18 19 28 25 33 36 37 42
13 49 50 54 55 59 64 05 66 8ü 1U9 116 12C
121 146 en 141.
Bonte Wei No- 4 6 12 28 25 29 33 34 36
38 41 42 43 44 47 48 49 55 56 52 50 61 62
64 65 66 67 72 74 107 108 110 111 112
121 122 123 125 12G' en 131.
Dit wil ik ruilen voor vechtplaatjes No.
1 3 4 5 6 7 10 11 15 17 23 28 33 35 38 43
10 51 52 53 55 56 59 60 61 02 03 66 70 72
73 71 78 81 82 84 89 90 92 94 95 97 !;S
99 101 ±05 106 107 108 109 110 111 lil
114 115 110 118 119 120 121 123 124 125
128 129 130 131 132 134 137 138 143.
M. v. Hanschek p'a Th. Spronk. ltiddeo
straat 79.
Ik heb 8 plaatjes van de Vader',andsch
Geschiedenis, de nummers van 37, 4^, 46, 30, 78,
83, 87 en 91, en 4 Keg's thee-plaatps cte num
mers van 41 46 67 68 69 74 86 96 .02 104 107
112 116 en 131 en 19 praatjes van Kcorn's
koffie en thee de nummers van 2 3 4 5 7 to 19
26 27 32 39 42 45 46 47 54 58 59 cn 81 en ik
heb 27 Honig's Maizena-plaatjes, de nummers
4 6 13 16 17 26 27 29 32 33 38 39 45 50 56
58 59 67 69 70 110 186 268 292 303 316 en 317,
die ik wil ruilen voor Kwatta-soldaatjes, I om
één. Mijn adres is Alfra Duin, Molenweg,
Heerhugowaard, Noord.
Ik heb de Delta reclame plaat op een na,
die ik wil ruilen voor 40 kwatta-soldaatjes
en 50 ontbijtkoekbonnen van Delft en Zooien,
voor 50 kwatta-soldaatjes, en nog 7 plaatjes
van IJse], de Nos. 20. 68. 64. 82, 104. .114
en 120 voor Honings-niaizenapiaafcjes. één
om één. Cornelis Stet, Heerenfougowaard.
Ik heb 10 plaatjes van Langs do Zuider
zee, No. 7 18 28 79 84 89 108 02 122 126 en
139. 17 van Bosch en Heide, No. 12 14 22
31 35 37 52 68 70 31 88 105 110 120 125 180
142. 10 Maizenaplaatjes, No. 72 217 218 224
240 245 360 267 277 en 288. 2 plaatjes vaa
de Bo-nte Wei, No. 82 en 67. Deze wil Ik
ruilen voor vreemde postzegels.
Marinus van Emmerik, Stet Jon, Den
Helder.
Ik wit Kwitti-soklaatjes geven voot
Wapens van OMenkott. één om één. Théo
Verhegrsren, Egmond Binnen.