efefoon 205. ij gezaagd lapanhoui, en-lagazijsi. I ai Grasmaaien. üroniek van de Week. IN 'T FR!EEL. llijke prijzen' UWEN \TBOUWER. prijsopgave i met Gouden en Weigering. jüa&iBEJUEj KOOP: ZAAD te Oudorp. KOOP !a üoolplantei!. >rt wordt ingestaan, Az., Heerhugowaard KOOP: de Kool plan'til, soort. Te bevragen engel, Harenkarspel. KOOP: florscli Koolpknten. bij J. ZUT, Wade, LEENHOF F, en Begrafenis- irneming. at 185,Bergen. -BjEE£.©153Sr, aten en modellen. bevelend, NE, Boterstraat 22' «NT STOCKIIANN cobstraat 1. :n bouw van zeven oningen aan doLin- Westerweg, bestaal oor thans te koopen, ijken prijs een WO- jgen on tevens de3- g eenige wijzigingen )II. APELDOORN >g 18, Alkmaar. LISJE. en flink Meisje, tegen AdresMej. TROMP, Bussura, vRAAGI) fisrHedisi, RS, Aann., Alkmaar. b. d. Doorbraak. cialiteit in S reuoodigdheden. i SBSS^38BBBHBfea EN PLUKKLAAR eroodo Koolplanleu, dorsch, bij D. BUS ind. KOOP: d als nieuwe Pliono- aeht platen. Zeer bil- jen St. Annastraat 29. t KOOP: buisgeel en vroego \nteu, bij W. BLEE- ncras. E KOOP: m Koolplanten, in iid, bij JACOB JONG, teekende beveelt zich oor het te ontbieden. BROERSEN Jr. Stompetoren. letselwerket at 1)9, Amsterdam 2. 787. edailles. ZATERDAG 29 të£i I9i9. Mina kwam met dikke, rc-odc huiloogen uit haar dienst thuis. Amper had mocdei gevraagd, wat r aan scheelde, of 't zenuw-sluipende hik-gesnik be gon heviger't duurde heel lang eer ze kon antwoorden op 't aanzwellende angst-gevraag van moeder, vader tn de kinderen. Dat mevrouw vau Balken haar zooveel als van diefstal had beschuldigdom 'n arm bandje van do kinderen, dat nergens meer te vinden was, nadatze 't had opgepoetst. Dat ze er vrccsoiijk driftig om geworden Was, omdat n. -vrouw zoo iets van haar kon denkencn toen erg brutaal was uitgeval lenzóó erg, dat meneer haar den dienst had opgezegd. Als 'n hamer bonkte vader's vuist op tafel. 't theelichtje flapte er van uit.de kopjes maakten 'n rinkel-sprongetje van 't gedreun. „Wat 1 Wat heb ze tegen jou gezegd Dat je dat ding gesto. Vader Kuiting slikte haasttabaks- kwijl sijpeldelangs de kin van baard-stekels. z'n oogc-n werden donkerder.z'n handen verknoersten m zenuw-triiling. Zonder 'n woord te zeggen drukte ie z'n pet met 'n woest tn veeg op z'n grijzenden kop en ging de deur uit. Tien minuten lattr stond ie in de gang bij de van Balken's en donderde z'n harde ruzie- stem door 't huis. Wat ze wel van z'n kind dachtenen dat ie er werk van zou ma ken, wegens aanranding van eer en goeien naam. Z'n stem ging over in 'n soort huil-ge- brul toen meneer van Balken de politie wilde opbellen. Voorbijgangers bleven staan cn wisten Kuiting met 'n zacht lijntje buiten te krijgen. Daar vertelde hij aan ieder, die 't wilde hoo- ren, van de gemeane beleediging z'n dochter aangedaan. Intusschen deed thuis moeder liaar best, om Mina tot bedaren te krijgen, die jammerde over de kwijtgeraakte betrekking, waaraan ze zoo gehecht was geraakt in die twee jaar. Niet omdat mevrouw zoo lollig was, maar met dej kinderen had ze 't altijd zoo best kunnen vinden. Die hielden van haar. Met alle kmdersmartjes kwamen ze 't eerst bij Mina. die ze steeds wist op te lossen in haar eigenaardige, naieve manier van doen De heer en mevrouw van Balken hadden weinig tijd, om zich raet hun kroost te be moeien. Mevrouw was bestuurslid van zes verschillende filantropische instellingen als ze thuis geen vergadering had was ze zelf naar 'n bijeenkomst. Meneer kwam 's- avonds te half zes van z'n kantoor thuis. Dan werd er gedineerd, r.a afloop waarvan meestal 'n opera, comedie, of concert werd-be zocht, tenminste ais mevrouw geen vergade ring had. 't Was dus geen wonacr, «at de kinderen zich gingen hechten aan Mina, die 'n vroolijke meid was, aardig met de kleinen omging en steeds dingetjes wist te verzinnen, om hen aangenaam bezig te houden. Vooral Willy, 'n lief meisje van T. iaat of acht, was wat men noemt dol op Mina. Waar 't dienstmeisje was, daar kon men door gaans ook Willy vinden en mevrouw van Bal ken had meerdere malen op 'n toon van gezag en met „moederlijke bezorgdheid." ver klaard, dat Willy absoluut door Mina werd verwend 't Is 'n maand latei en 's avonds io uur. Vrouw Kuiting ziet de kousen en klooien vau de kinderen na, die te bed liggen. Haar man rookt 'n sigaar en leest 'n krant. Mina is reeds sedert drie weken voorzien van 'n anderen dienst, waar ze 't lang niet zoo druk heeft, maar toch heelc dagen loopt te piekeren over 't gemis van haar vorige omge vingen de verdenking, die op haar rust. Juist als Kuiting z'n krant uit heeft en aan stalten maakt om naar bed te gaan, wordt er gebeld. Zelf loopt ie naar de deur, om 't vreemde van 't late storen. Er staat 'n heer buiten, die hem even wil spreken. Als Kuiting hem wantrouwig aankijkt stelt hij zich voor als dokter Evers en zegt, dat hij zoo juist bij de familie van Balken vandaan komt. Willy, het oudste dochtertje, ligt zwaar ziek.... er is Weinig hoop meer, Het kind vraagt onophoudelijk naar Mina.... door haar moeder wil ze niet geholpen worden. Met het oog op den ernst van den toestand vraagt de dokter, ook namens de ouders, of de dochter 'n poosje bij 't bed van de kleine zou kunnen komen, 't Zou misschien 'n laatste middel zijn. Vijandig ziet Kuiting den geneesheer aan. „Zoo, meneer.dus dat durven ctte men- schen te vragen.... sjonge -jonge, dat volk heb toch heel wat meer lef,dan ons soort men- schen. Weet u wel, wat 'r tusschen die lui en ons is gepasseerd." „Ik Weet alleen, dat uw dochter er gediend heeft en dat ze waarschijnlijk niet al te vrien- schappelijk van de familie is gescheiden." „Dat komt uit, ja.as ze je zonder be wijs voor dief uitmaken.zou u dat kenne velen In korte, ruwe stooten gooit vader Kuiting, 't heele verhaal er uit. Z'n vrouw is er stilletjes bijgekomen en staat in 't gat van de kamerdeur te luisteren. En op nieuw beleeft ze dien akeligen avond, waarop Mina zoo overstuur thuis kwam en tot diep i:i den nacht in bed had liggen snikken. En dat vader, bleek van drift was terugge komen van de ruzie-scène bij de van Balkens, zelf moeite had gehad om 't niet uit te grienen 'n Hevig verlangen naar wraak vlamt in haar op eu 't is met voldoening, dat ze liaar man met 'n beslist gebaar hoort zeggen 't Ge beurt niet, meneer.'t spijt me voor u maar zc motte nou meteen maar 's voelen, Wat ze ons hebben ongedaan." „Juustement zoo" fluisterde moeder Kuiting er achter. De dokter betoogde kalm en zakelijk, dat ze ongelijk hadden, want dat 't ging om 't zieke kind en dat hun dochter Mina misschien gaarne, ook terwille van 't kind, den dienst zou willen bewijzen. Maar Kuiting bleef koppig weigeren en de dokter keerde onverrichterzake terug In de kamer bleef 't echtpaar Kuiting nog wat napraten over 't geval. „Wat zeg je nou van zoo'n brutaliteit, vrouw „Hoe durven ze 't nog te vragen hè „Durven ze ook nietanders kwamme ze zelf wel, de lafaards. Nousturenze 'r den dokter op af. Die schrijft 'r natuurlijk 'n paar tientjes extra voor op de rekening, voor z'n „bosldanten" loopt ie zoo hard niet." 'n Poosje later wordt er weer gebeld. t. Omdat Kuiting z'n schoenen al uit heeften in z n vuile boezeroen zit gaat dc vrouw naar de voordeur. Hij hoort haar pratennu weer niet 'n anderen heer. Opeens herkent ie de stem't is van Balken.... „Snotverdikkie, nou zalle we 't hebben." Met 'n schichtige beweging grijpt ie 't mepje sigaar, dat in 't aschbakje ligt uit te gloeien en trekt er met 'n paar lange zuig-halen opnieuw den brand in. De „uitgelezen" krant floddert ie opnieuw open"heelemaal uitgevouwenen gaat met uitgespreide armen, de beenen languit, zitten lezen. Z'n vrouw komt om den hoek van de deur „Daar is meheer zelfhij vraagt naar jou." „Laat binnen komrne," Als even later meneer van Balken in 't kamertje staat komt er met hem 'n stilte- benauwing binnenvallen. Kuiting haalt wrok kend z'n neus op en blijft onverschillig door lezen. Hij houdt 't echter niet lang vol en kijkt dan in 't bleeke, moe-gewaakte gezicht van den heer van Balken,die 't maar 't beste vindt om zelf 'n gesprek te beginnen. „Ik kom zelf maar even, meneer Kuiting. Ik ben er natuurlijk volkomen van bewust. dat 't u wat moeite zal kosten.maar 't is voor m'n kind. De kleine meid is in stervens gevaar en roept telkens om uw dochter. Me dunkt, u moet toch wel 'n hart van steen heb ben, als u zóóiets weigert." „Zóó..maar toen 'k op dien avond bij u wasen opkwam voor mijn kind, hebt u van dat steenen hart toch zeker niet veel ge- gemerkt maar ik wel van 'n paar andere Ik begrijp niet, dat u zoo'n dievegge nog in je huis wil halen. Bent u niet bang voor de andere sieraden 1" Driftig smijt ie de laatste rook-builen uit 't sigaar-peukje, dat tusschen de natte lippen heen en weer zwemt. ,,U neemt 't lieuschte erg op.... m'n vrouw is bovendien Wat voorbarig geweest, zooals dat wel eens meer gebeurt. Dat arm bandje is den volgendeft dag weer gevonden-" Nu gooit Kuiting zich recht overeind en kijkt z'n vijand aan met wilde dreiging in de oogen. „Kijk, da's aardig. Én niet eens de moeite waard gevonden om 't even te laten zeggen. Weet u wel, dat mijc dochter d'r nog steeds op êngekeken wordt Dat ze d'r eigen schaamt om over de straat te Ioopen. Dat m'n vrouw geen dag rust meer gehad heb sinds dat 't gebeurd is Maar needaar denken jullie niet an zulke dingetjes worden zeker maar kleinig heidjes genoemd. Maar nou zai 't heelemaal niet gebeuren, versta je 1 Zoo'n gemeene, min ne behandeling gaat toch al te ver." Met 'n lompe zwaai keêrt hij den lieer van Balken den rug toe. „Dus u weigert Ook al zou uw dochter zelf graag willen „Me dochter denkt 'r precies zoo over. ben 'k van verzekerd." „Noudandan zullen we er niet verder over praten. Maar aan 'n stervend kind iets weigeren is 'n laagheid" Meteen was mijnheer van Balken wegge gaan. In de kamer werd lieel weinig meer gespro ken... Vrouw Kuiting kon niet slapen. Voortdu rend dacht ze aan de kleine Willy van Balken, de armpjes uitgestrekt, schor-huilend om Mina, die niet kwam. Kuiting sliep wel, doch eig onrustig. Hij werd geplaagd door nare droomen. Hij zag van Balken op hem af komen, groot en vrees wekkend, met vlammende oogen.op z'n armen droeg hij 'n lijkje en hief dit hoog op. Groote doodsbeen-klauwen grepen hem vast ontelbare malen werd ie met 'n schok wakker. Den anderen dag vlotte z'n werk niet hij had 'n pest-bui, zeiden z'n kameraads. Om twaalf uur ging ie rechtdoor naar Mi- na's betrekking en vroeg of ie haar mee mocht nemen voor 'n dringende boodschap. Maar men deelde hem mede, dat z'n vrouw er al 'n paar uur geleden was geweest met 't zelfde verzoeken dat ze met Mina naa.r den vroegeren dienst van 't meisje zou gaan, waar 'n kind ziek lag. Heelemaal opgefleurd stapte hij op huis aan.Daar zaten z'n vrouw cn z'n doch ter te huilen. Willy van Balken was 's nachts overleden. G.N. HEIKR VLRSPL A AG IN LIMBURG. In vele gedeelten van Limburg (speciaal ia, de gemeenten iangs de Maas, ten Zui den van Roermond is het heel erg) heeft de laatste weken een ware ineikevei- plaag geheerscht niet het gevolg, dat vele fruitboonien, die een goede opbrcugst beloofden, totaal zijn kaalgevreten, zoo dat en van de. ontwikkeling dei- vruch ten nipte zal terechtkomen. Liet men hi vroegare jaren, als het niet al je erg liep, de veelvraten meestal hun vraatzucht botvieren, den laateten tijd gaat men er op verschillende plaat» sen toe over om stelselmatig jacht op. de schadelijke insecten te maken. Men gaat daartoe 's morgens vroeg schudden aan de hoornen, waarin de dieren nacht» verblijf gehouden .hebben en eenigsriuo stijf geworden schijnen door de nachte lijke koude, waardoor co zich «slechts vwt moeite schijnen te kunnen vasthouden. Althans, wanneer slechts licht aan den boom gestooten of geschud wordt, vallen ze reeds bij honderden op den grond en kunnen dan gemakkelijk verzameld wor den, waarna het dooden plaats vindt ÖLoor behandeling met zwavelkoolstof of roos tering boven een vuur. De laatste be handeling geeft het voordeel dat de dood® dieren, na fijn gestooten of gemalen te zijn, een .eiwitrijke massa vormen dat, gemengd onder graan, uitstekend geschikt is als kippenvoer. Hier en daar maakt men ook, door het uitloven van kleine premies, de school jeugd mobiel bij de vervolging der kevers en weliswaar worden ze dan. J wel osns wat gemarteld, doch de lioofdzar'n is, d»M duizenden bij duizenden dieren gevangen en gedood .worden, eer ze "eel schatte hebben kunnen teweegbrengen en eer ze in de gelegenheid geweest zijn haar el tes te leggen. Vooral dit laatste is van yeel belaag, uit de .eitjes der meikevers toch, di© in weilanden gelegd worden, ontstaan de vraatzuchtige engerlingen, die drie jaren lang in den larvetoestand blijven en al dien tijd r.ick voeden met plantenwortels, zoadat ze onnoemelijk veel schade i i gras- en bouwland kunnen veroorzaken., W ittebroodstaal. „Mijn lieve, ik hoop dat je man en jij net zoo gelukkig zullen zijn als Tom en ik. We spreken nog steeds de wittebroodstaai en zijn alles voor elkaar 1" zei. een oudere vrien din aan een jong gehuwde vrouw. Toen ze kort daarop thuis kwam, vond ze haar man ongeduldig op zijn souper zitten wachten. „Amelie, lieveling, waarom kom je zoo laat Ik verga van den honger." „Schat, jij denkt alleen maar aan je maag," antwoordde ze vleiend. „Snoes, zorg nu eens gauw voor me, ik heb bepaald de geeuw-honger." „Arme vent, lieveling de meid is vveggeloo- pen en ik kan niet koken." „Geef me dan tenminste brood, schatte- poes," smeekte hij. „Lieve vent, ilt lieb vergeten brood te ne men," fkemde ze. Toen greep hij zijn hoed en zei„Dag en- gel, ik ga naar een restaurant." i s Zondags niet arbei- niet laten arbeiden. X» ftULuA. (Vervolg.) Vroolijk stapte de schooljeugd met den onderwijzer en een huipondcrwijzer het dorp uit. De oudste jougvn, burgeniecsler's Pieler igcnoenid, omdat ziju vader burgemees ter was. o tend e dei. trein mei een trom pet, hei uiidsLe meisje liet Diiiteehland'ft vla,? wapperen «a ou de maat ïuarcheer- den de ancien op Het i\as uitgezucht; weer voor een laii- del'ok t'bCai, rieu vorigun avond waren er donkere wolken aau de liiöht geweest, maar Uet dieiffend ouweder was voorbij gedreven. 11.'t doei taai den tocht wsa de mine van eui: oei. ,.:j ten lop vau een der omliggende berger, grant. Da weg er ..urn v, uoor een prachtig beuken- 5)060.1, as»ruit meu tusscheiibelde een kijkje heelt op hot dal en de bergen aau den overkant. Nadat de wandelaars twee uur hadden ai'gfi.s.mgen u-e icoue pannen van een dak door de groene takken scheme ren. „Daar zijn wij al bij de boerderij," riep de meester. Nog een paar kronkelingen van deu weg n ze hadden h«t nette huis vóór zich mot de weide en den ouden eik bij do kind-ren welbekend, waaronder lange tafels en banken stonden. De boerin waa bezig, bordjes en kom metjes op de gedekte tafels te zetten, zij ontving het gezelschap zeer vriendelijk. „Dat tref je vandaag," zei ze, ,.bet- is prachtig weer, komt. gaat zitten je zult imoe weeen da zulk ecu lange wande ling." D'it zeggende verdween ze in «le huis deur. Vragend koken vel» oogen haar na, nieuwsgierig, waarmee ze terug zou ko men. Ze behoefden niet lang in onzeker heid te zijn, een oogeubilk later stonden een paar heerlijke tuliebanden, boter hammen met worst en kannen met melk vóór ben. Of het smaaktel Niemand behoefde ge- noodigd te worden. Nadat alles gebruikt, was et werd niets voor de eer van den schotel over gelaten werden er spelletjes gedaan en bloemen gezocht Geurige tkymlaan, klokjes In allerlei kleuren, klaver en kamillen bloeiden in menigte in het gras en in hol bosch. Wat een genot voor Huidal Zij kon nu naar hartelust met de andere kinderen spelen en zingen, haar lief stemmetje en haar vroolijk lachen klonk boven olies vit. ..Komt jongens," riep burgemeesters Pieler, ,.Iaat de meisjes hier verder al- leeu spelen wij gaan naar de ruine". In een ©ogenblik waren ze naar- bovon geklauterd en riep Pieter op het hoogste ■note van een ouden toren staande: „Ik ben de ridder van dit kasteel en j zijt mijno vasallen. Te wapen! mijne Knapen, wij zullen een uitval doen en die meisjes daar beneden gevangen nemen. Herman! Blaas op de trompet'. Dat al mijn volk zich vej-zameie!" Nauwelijks had Pieter dit gezegd, oi een hoorn klonk door het bosch. Verbaasd keken allen naai- den kaul vanwaar het geluid kwam en een schu ier'nd gelach volgde toen zc een gan zenhoeder te voorschijn zagen komen, «lie bezig was zijne ganzen bii elkaar te bia zen om met hen naar het naburige dorp terug te gaan. Het uitzicht van den man was aller- poteierlykst, het was een klein manneke met woest haar eu een even ruwen lan gen baard, hij droeg een glimineuden loeren hoed, had een bonten doek om zijn hals geslagen en over zijn kort buis hing aan een groen koord een koperen iioorn. Met ion langen boomtak joeg hij -Je ganzen, die kakelend kwamen aanwagge len uit bet bosch, naar don buitenkant van hot woud. Het was een weerspannig volkje dat hij had te regeeren, en ver schelden ganzen liepen het bosch verder in in plaats van hem te gehoorzamen. Hulda wilde der. ouden man helpen, zij joeg achter een paar ganzen aan, die, schuw geworden, steeds verder liet boseU inliepen en vergat, dat zij hier onoekend was, geheel anders, als op deu berg bij het huis van baar ouders, waar zij ieder paadje kenae. Toen zij naar haar speelmakkertjes te rug wilde gaan en een pad naar boven insloeg, geraakte zij op den tegenover- gestelden kant v ar waar zii gekomen was, geen kinderen, geen ruine waren to zien. Zij zocht, door kreupelhout gaand?, nog hooger op te kom er; maar d-e we? voer de, nadat zij wat gestegen had, weer naar beneden, nergiif zag ze een pad of een wagenspoor. Het arme kind riep uit ai haar macht, slechts de echo antwoordde, echreisud en «nikkend dwaalde ze rond. De meisjes hadden zich onderLosJchen verdeeld on zoo had niemand gemerkt, dat Hulda er iet was, sommigen waren bij de boerderb gebleven en maakten er kransjes, anderen waren de ruine opge klommen, maar ze door ridder Pieter en zijn vasallen vriendelijker ontvangen wen den dan men zou gedacht hebben want zij werden als bondgenooten tegen züne vijanden waaronder de onderwijzers er do jongste knapen ia dienst genomen. Eindelijk werd hot tijd om te vertrek ken. Do onder wijzer liet de trompet blazen, de kinderen stelden zieli iu rei en gel; .Hulda, waar is Hulda"" klonk het van alle kanten. Niemand wist het! Al het roepen was vergeefs, niets dan een somber zwijgen was het antwoord. „Ik blijf hier om-Hul da te, zoeken," riep do hoofdonderwijzer. „Pieter, zeg in het dorp, dat ik Hulda spoedig hoop te vin den, ik zal aan den 'boer ©eu lantaarn vragen." De kinderen, die zoo vroolijk waren uit getrokken, giugen nu angstig naar huis terug. .,Man, waar ben je?" riep de boerin, toen zij van het ongeluk gehoord had, „er is een kind verloren, je moet mee om het te zoeken." Natuurlijk allemaal heerlijke Pinksterda gen gehad, niet waar? Daar behoef ik ook eigenlijk niet naar te vragen, want wat was liet maar geen heerlijk weer. Ik kan het best merken, dat 't heerlijk weer is en dat mijn nichtjes en neefjes bijna altijd buiten zijn en sipelen, want 's winters komen er heel wat meer brieven. Enfin ik neem 't jullie heusch niet kwalijk, hoor, en ik begrijp heel goed, dat je liever buiien aan 't stoeien en 't ravotten bent. dan dat je in een snikheeie kamer met een vel letje postpapier voor je zit te prakkezeeren „Wat zal ik dien oom Bernard nu weer eens vertellen." Maar, als 't nu eens een enkele keer regen achtig is, zoodat ie wel binnen moet blijven en ie je tooh zit te vervelen dan zou ik het wel leuk vinden als je dan eens een brief af een briefkaartje naar me schreef. Afgesproken? Ja, hè? Nu, ik zai eens zien hoor, dag! OOM BERNARD. ONZE BRIEVENBUS Antoinette R. te Dekk'erswald. Je wordt wel bedankt voor ie mooie kaart. Daar deed je me werkelijk pieizier mee. Van je zusje hoor de ik, dat ie nu reeds 20 ons bent aange komen. Ga maar zoo door. hoor. Ik hoor nog wel eens gauw iels van je, hé? Dag, Antoinette, het beste hoor! W. B„ te Obdoni. Wat ik daar nu van denken moet. dat weet ik gerust niet. Ten eerste oom Koos is al vier a vijf maanden weg en legenwoordig is er een oom Bernard. En wat je met je bond bedoelt, daar snap ik heelemaal niets van. Je moet maar eens een brief schrijven zeg, waarin ie precies ver- lelt. wat je plan is. Doe je 't? Josephine R., te Haarlem. Bedankt voor je lief briefje en voor je beste wenschen. Ge lukkig hè, dat Antoinette zoo mooi vooruit gaaf; ik geloof vast. dai ze binnenkort weer is zooals ze vroeger geweest is. Geloof je 't zelf ook niet? Nu tot een volgende keer hoor, dag! Nico M.. te Harenkarspel, lij doet mee hoor, zooveel en zoo dikwijls je maar wilt. Des te meer neefjes en nichtjes er komen, des ie liever ik het heb. Dus ie weet het Nico, iï t.cci mr.n: mee "oor! r! WIL kuilen. Urn van odb ruii- er. verzamelhoekje te maken, zendt toen, irtj maar 'n briefje waar in duidelijk geschreven siaat, wat men wenscht, met vciledigeij naam en adie». Dan zet ik dat in de Kinderkrant en de veizamelaartjes weten dan waar ze eikaar kunnen vinden. De briefjes moeten in cnvciuppe gezonden worden AAN DL KEDACJ'J li VAN D£ KINDERKRANT N A SSA U LA A N 49, HAARLEM. Ik heb vreemde posiZdgtls. oü Eransche, 10 Ruiterzegels, 15 van Nede. lndië, II van Zweden, 14 van Deuemaiken. 13 van Noorwegen, 64 v. Engtuoud, 15 van Belgiè 1 van Columbus, 1 van Luxemburg. 14 vau Zwitserland, 12 van Italië. 7 van Ruslanu, 2 van New South Wales. 2 van Victoria, 2 van Argentina. 27 van Beieren. 2 van Brazilië, l van Egypte. 1 van Japan, 4 van Spanje, 9 van Kanada, 72 va Duitschiano. 61 van Oostenijk, 4 van Hongarije, 48 van Amerika en 25 van Oud-Holland en 1 van Chili, die ik ruilen wil voor andere vreemde postzegels. Adres; C. Vlaar, Verdronkenooro iio. 47, Alkmaar. Ik heb vreemde postzegels die ik wil rui len voor andere. Ik heb er 2van Duitsch- Oostenrijk. 2 van Nieuw-eeland, 8 van Bel gië. 8 van Duitschland. 5 van Amerika, 13 van Engeland, 1 van Czecho-Slowakije. 9 van Frankrijk, 5 van Beieren. 5 van Honga rije, 5 van Denecarken. 6 van Zwitserland, 8 van Oostenrijk, 10 van weden. 1 van Por tugal. 1 van Nederland (oude), i Ruijter- zegel. Alle verschillend. Ik heb ook nog 25 Kwattasoldaatjes. die ik ook wil ruilen voor postzegels. 1 t-gen 1. Nader overeen te ko men Th. Nieuwenhuyzen, Bethlehemslaan 2a, Hillegom. Ik heb vreemde postzegels. 50 Fransdie, 10 Ruiterzegels. 15 v. Nederl. lndië, 19 van Zweden, 14 van Denemarken. 64 van Enge land, 15 van Beligië. 1 van Columbus. 1 van Luxemburg, 14 van Zwitserland 12 van Ita lië, 7 van Rusland, 2 van New South. Wales, 2 van Victoria, 2 van Argentinia. 27 van Beieren, 2 van Brazilië, 1 van Egypte, 1 van Japan, 4 van Spanje. 9 van Kanada, 72 van Duitschland, 61 van Oostenrijk. 13 van Noor wegen, 4 van Hongarije. 48 van Amerika en 25 van Oud-Holland, die ik ruilen wil voor andere vreemde postzegels. Mijn naam is C. Vlaar, Verdronkenoord 47, Alkmaar. Ik heb 52 IJscobeertjes van Schoten die ik wil ruilen voor 15 Kwatta-soldaatjes. Mijn adres is Netty van Leeuwen, Brouwersstraat Ik wil ruilen Kwatta-Soldaatjes voor Honingte Mazena-plaatjes. No. 216 214 217 219 220 223 224 234 241 242 248 249 250 253 256 257 273 275 276 277 281 282 292 295 298 en 306. Ik geef 1 om één. Mijn adres is: J. M. L. Zoutman Jd.. Zuitwijkermeer- polder No. 005. bii Beverwijk. Ik heb Ter Wee's plaatjes, nummer 2 8 17 IS 27 31 34 36 38 41 -15 60 61 68 en 28 plaatjc-3 vau het Maanmannelie. dit alles wil tjes die ruil ik alleen oor plaatjes van 't a'bum de IJsel. Ook heb ik Oldenkots-wapen- ijes, <iie ruil ik alleen voor paatjes van 't Friesland Album van Verkade. ik wil drie wapentjes tegen 1 plaatje. Mijn adres ia: A. de Neyn van Hoogwcrff. Ziilvestr. 31, H' lem. Ik heb vreemde postzegels. 8 Amerikaan^ sche, 4 Zwitsersche. 24 Belgische. 19 Duit. sehe, 9 Engelsehe, 37 Fransehe, en 18 uit Italië, die ik wil ruilen, 1 postzegel voor f Kwatta-soldaatje. Piet Jol, Eendraohtt straat 8. Alkmaar. Ik heb Honing's Maizenaplaatjes, No. 2 0 10 13 15 18 22 27 34 36 37 53 54 en 65. en ik heb nog 29 omslagen vau Bendorps- teepen, die ik ailen wil ruilen voor Kwatta soldaatjes. alles 1 om 1. Adres: Jan v. Baar, St. Psneras, bii de Boeorhalie. Ik wil ruilen. Bosch en Heide No. 2 3 4 8 12 15 16 17 18 19 28 25 33 36 37 42 13 49 50 54 55 59 64 05 66 8ü 1U9 116 12C 121 146 en 141. Bonte Wei No- 4 6 12 28 25 29 33 34 36 38 41 42 43 44 47 48 49 55 56 52 50 61 62 64 65 66 67 72 74 107 108 110 111 112 121 122 123 125 12G' en 131. Dit wil ik ruilen voor vechtplaatjes No. 1 3 4 5 6 7 10 11 15 17 23 28 33 35 38 43 10 51 52 53 55 56 59 60 61 02 03 66 70 72 73 71 78 81 82 84 89 90 92 94 95 97 !;S 99 101 ±05 106 107 108 109 110 111 lil 114 115 110 118 119 120 121 123 124 125 128 129 130 131 132 134 137 138 143. M. v. Hanschek p'a Th. Spronk. ltiddeo straat 79. Ik heb 8 plaatjes van de Vader',andsch Geschiedenis, de nummers van 37, 4^, 46, 30, 78, 83, 87 en 91, en 4 Keg's thee-plaatps cte num mers van 41 46 67 68 69 74 86 96 .02 104 107 112 116 en 131 en 19 praatjes van Kcorn's koffie en thee de nummers van 2 3 4 5 7 to 19 26 27 32 39 42 45 46 47 54 58 59 cn 81 en ik heb 27 Honig's Maizena-plaatjes, de nummers 4 6 13 16 17 26 27 29 32 33 38 39 45 50 56 58 59 67 69 70 110 186 268 292 303 316 en 317, die ik wil ruilen voor Kwatta-soldaatjes, I om één. Mijn adres is Alfra Duin, Molenweg, Heerhugowaard, Noord. Ik heb de Delta reclame plaat op een na, die ik wil ruilen voor 40 kwatta-soldaatjes en 50 ontbijtkoekbonnen van Delft en Zooien, voor 50 kwatta-soldaatjes, en nog 7 plaatjes van IJse], de Nos. 20. 68. 64. 82, 104. .114 en 120 voor Honings-niaizenapiaafcjes. één om één. Cornelis Stet, Heerenfougowaard. Ik heb 10 plaatjes van Langs do Zuider zee, No. 7 18 28 79 84 89 108 02 122 126 en 139. 17 van Bosch en Heide, No. 12 14 22 31 35 37 52 68 70 31 88 105 110 120 125 180 142. 10 Maizenaplaatjes, No. 72 217 218 224 240 245 360 267 277 en 288. 2 plaatjes vaa de Bo-nte Wei, No. 82 en 67. Deze wil Ik ruilen voor vreemde postzegels. Marinus van Emmerik, Stet Jon, Den Helder. Ik wit Kwitti-soklaatjes geven voot Wapens van OMenkott. één om één. Théo Verhegrsren, Egmond Binnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 5