1
1
J
No. 135
Maandag 14 Juni 1920
R.-lt. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOL?,AND
Prijsdaüngen.
brieven uit Brussel.
ParfotiHHïiair 8ilroisssli
BUITENLAND
SGHIkO EN bÖETt
13e Jaargang
Verschijnt dagelijks
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 4sa'
in.
De politieke toestand in Guitschland.
Abonnementsprijs»
Per kwartaal s i 2,franco per poet f 2.50j
Met GeilluBtrcerd Zondagsblad 1 0.45 hooger.
Advertentieprijs!
Van 16 regels f 1.26 elka regel meer f 0.26
Reclames per regel I 0.75; Rubriek „Vraag en aan
bod" bjj vooruitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aan alle Bbcnr.é'a wordt op aritvrses gratis eon polis verstrekt, welk© hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van 1600,-, f 400,-, 1200,-, IIOO,-, I 60, -, 8 36,— «10.-
Wij hebben de laats.e weken onder onze
buiienlanusciie rubriek herhaameliik meiomg
gemaakt van belangrijke pAisaarinnen van
eer&.e levenspeboeten en luxe artikelen.
het begon in Amerika, siceg naar Enge
land over; Erankrijk volgde en ibans is bei-
gie aan de beurt.
De onisiSidigiieden waaronder deze prijs
dalingen plaats hadden, zijn nra overal
dezeiiüe. Lu Amerika o.v. weru gemeurj,
dat eert der groots.e New-Vorkstbe iirmas
plotseling aankondigde, baar genetten voor
raad goede en voor de helft aer geldende
prtizen beschikbaar te siehen, om zoo
werd er eaeimoedig bijgevoegd de duurte
te öestrijüen.
In franiaijk en Engeland ging het an
üeis. Mui ot meer kracimg genoipen door
anti-duurte-wetten, bond bet puouek n striia
op leven en dood aan tegen Qe verkoopets.
liet krachiigste mtcioel bleek daarbij ae ont
houding. bet weigeren om tegen de gevraag
de pri.jzen te koopen. En bet blijkt, dat he,
publiek in dien smid aan de winnende bano
is. immers in Erankrijk en Engeland dalen
de prijzen inderdaad.
Dezer dagen beett zich in ons land op
kleine schaal ten dergeluke actie van koopeis
tegen verkoopets voorgegaan. En daarom
wilien wii even op het vetscnijnsel letten.
In Amersfoort bad geruanen tijd voor de
melk een liierprijs van 18 cent gegolden,
welke voor eenige weken tot 14 cent we.d
terug gebracht.
Deze afslag was echter van betrekkelijk
konen duur. De Amersioortsche buismoe-
dets kregen dezer dagen weer bii het rond-
bezorgen der melk de mededeeling. dat de
melk met ingang van dien dag verhoogfl
was tot 18 cent.
De ontevredenheid was groot. De oorzaak
bleek, dat in een in het begin der afge-
loopen week gehouden vergacienng van melk
veehouders besloien was dat laa.stgenoetndcn
aan de slijters den eisch zouüen sielien de
meik voor 14 cent per titer in te koopen,
waardoor de Amersfoortsche melktabriek
„Ameisiortia", genoodzaakt werd de melk
voor 18 cent ie verkoopen, welk voorbeeld
door de andere ineikverkoopers met graagte
gevolgd werd. uitgezonderd een, die den
prijs op 16 centen bracht.
Het bestuur der Alg. Consumenten-Ver-
teniging raadde toen zijn leden dringend aan
zien te verzetten tegen de ongemotiveerde
priiSopdriiv,ng door geen oi zoo weinig mo-
gelijz meik te koopen tegen den verhoogden
prijs.
Dit advies weru in sommige wijken in /o
verte opgevolgd, dat de huismoeders daar
eenparig weigerden melk tegen 18 cent per
liter te betrekken.
Hei gevoig hieivan was, dat „Amersfor-
tia'' den prijs weder terugbracht op 14 cent
WeiJie conc.usie is nu.uit een en ander te
trekken? Dat die Amerikaansche firma, welke
ploiseling naar priizen verlaagde, een prij
zenswaardige phiiantroop is? Dat het pu
bliek, ooor het koopen te staken en heilig
tegen winkeliers en grossiers te keer te gaan
de ptijzen zoo laag kan krijgen als het wil?
ivaiuuriijk niet! Het Amerikaansche voor
beeld is de aigeloopen week op breode schaai
door belgiscne kooplieden gevolgd en men
zal begrijpen, dat menschenlieide daaroij niet
de ünuveer is. De abnormale toes.andeu dei-
laatste jaren hebben het opslaan van reus-
acnüge voorraaen u,t speculaael oogpunt in
de hand gewerkt. Bij het verbeteren van den
Visseisianö en het ainemen van den kans
om de prijzen nog meer op te drijven, door-
aat Ui productie weer op gang komt is he,
voor de sptculanten onmogelijk langer om
crediet op hun goederen te krijgen. En dus
gooien zij ze op de markt. De een lokt den
anaer uit en bij zulk een run is het niet on
mogelijk, aat speciale artikelen even abnor
maal zullen da,en als zij tot nog toe in prijs
gestegen zuu.
Wat daar op de wereldmarkt gebeurt is
niets anciers dan een liquidatie van oorlogs
toestanden. hetzij, dat de bankinstellingen,
hcizij aat het publiek zeil de hanaelaars tot
net prijsgeven van hun goederen dwingen,
toen zij echter voorzichtig met daaruit een
conclusie e trekken als de voorzitter aer Ka
mer van Koophauuel te Biussel üezer dagen
üeed, ais mag men verwachten, dat de prij
zen, eenmaal omlaag, op uai gunstig niveau
zullen blijven, ornaat de prcaucae thans de
gebruikte voorraaen weer aanvult. Wij vret.
zen, dat het wmeicuekort door vier jaren van
vernietiging in plaats van voortbienging zou
groot is, aai de stijging van loonen en
„cnaarschte van maieriaien en niet te veigelen
ue hooge kolen- ai vracn.pnjzen nog zoo
lang zuilen naweiken, dat aan een terugkeer
van p,ijzen, die wij gewoon zijn „normaal" te
noemen, in arzienbaren tijd mei te denken
valt.
een lichtzijde is er echter aan de buiten-
landsche benemen wel n.m. deze. aa, de.we
reldmarkt schommelt om een punt van even
wicht en dat in net algemeen genomen ver-
üere prijss.ijgingen acmervicge zuilen blij
ven. Mochten er echter voor zuike nieuwe
prijsverhoogingen onredelijke pogingen wor
den gedaan, dan hebben de Amersioonsche
nuismoeoers ons geleerd hoe we ons daar
tegen dienen te veizeiten.
Een wandeling langs de „Avenue Loui
se" behoort, ze.fs a.s deze g d.'o.igen is
door een aigemeene tiamsta„.ng, to, d
uleraangenaarnste, Vooral in het voerbar,
ais het groen nog zoo frisch k.eiut aan
Je takken en een verlcw.kkend zonnetje
•iver alles heenstrijkt, is liec een genot te
voet het „Bois de la Cambre", in het
Vlaanibch minder welt ui de, d r tr ICame
ren Boicti" geheeten, op te zoeken.
Onwiilekeuiig treft het ons hoe vele
uuizen langs de Avenue thans leeg slaan,
veel meer dan voor den oorlog, en ons
eerste vermoeden is, dm reeds ve.e families
Brussel hebben verunen, om hun villa's
tuiten op te zoeken en de ji ukke stad
voor enkele maanden te ontvochten. Ui,
een nadere informatie blijkt ons, dat d.t
niet alleen de reden is, ook hieraan heeft
de oor,og, als aan zooveel, schuld. Vele
van de schitterend- hrizen die h-t sieraad
uitmaken van de breide Avenue, de meest
gezcchte woonplaats voor de geiortuneer
de Brusselaars, behoorden aan Duitschers
of althans aan personen, met de Duitschers
verwant. Gedwongen d .or den toestand heb
ben zij Brussel verlaten en hun woningen
eenzaam achtergela.en. Ook dv d r.u\e de,
tijden heeit menigeen gedwongen zijn kost
baar verblijf vaaiwei te zeggen en eiders
een meer eenvoudig ondetduk te zoeken.
Het doet vieenrd aan, ondanks den wo
ningnood, die ook in België groot is, zoo
vele huizen onbewoond te zien. Het kan
dan ook niet anders, of wel spoedig zal
de beroemde Avenue weer haar oude aan
zien in dit opzicht hebben. Hut bosclt zelf
is isteeds een verrukking; d: wel ver
zorgde zijwegen en voetpaden, de breeds
lanen, de „up and downs", die er nog
grootere aantrekkeujkneid aangeven, al is
liet geheel met zoo uitgestrekt/maken het
tot een geliefkoosd verblijf van Brusse
laars en vreemdelingen. Een zitje in het
Paviljoen, waar in de zomermaanden het
strijkje niet ontbreekt is een aangename af
wisseling té midden van het rumoerige
stadsleven. En een .vergelijking makend
tusschen het „Bois de Buu.ogne te Parijs
en het „Bois de la Cambre", geeft men
ongetwijfeld de voorkeur aan het laatste om
zijn natuurschoon en men voelt des te ster
ker liet getnis voor Amsterdam aan een
dergelijk rustoord. Het Vor.de,park megt
Op zichzelf niet onaardig zijn, het is niet
te vergelijken met het heer,!jke „Bois de
ia Cambre", dat vooral ook door de Avenue
die er heen voert zulk 'n groote aantrek
kelijkheid van Brussel is. Al rijden d.'
auto's bij tientallen aan en jagen ae fiet
sen en fiacrés haastig iangs de breed,
.anen, toch heerscht er een rust en schoon
neid, dm vve.dadig aandoet ais men er is
neet gestreken; komend uit het groom stads
.even. Doch niet alleen met uit Bosch be-
iiceft de natuurzoeker.de Brusselaar zich
tevreden te stellen, ook andere omstreken
vooral kunnen aan zijn ver.angen vol
doen. Tervutrc-n vooral geeft veel te ge
nieten en een ritje per eléctrische daarheen,
zal niemand berouwen. Zeer veel Hollan
ders, de in Brussel komen, verzuimen
ten cnrechle Tervueren te bezoeken, ter
wijl Lacken natuurlijk een vast nummer
op hun program vormt1
lndud i„d .n heel veel opzichten is Brus
sel een bevoorrechte stau, d e naast d.
groote aantrekke.ijkheid van het stadsleven
zelf, ook de gelegenhe d b.cd. in de
schoone omgev.ng, de stiue e.i de schoon
neid van de natuur op te zoeken. Waai
voor den oorjog de lasten den inwoners
opgelegd zeer laag waren, en zelfs thans
nog deze geringer zijn don bij ons, kan het
niet anders ot Brusset moet ook vele
Elollanders als vaste bewoners tot zich
nekken. Dat dit ook werkelijk het geval
is, bewijst ons de goed bezochle en bloei
ende Holland che Club in de nabijheid
van de Porte de Namur geveegd.
Mr. P. v. S.
DEN HAAG, 12 JUNI 1820.
Zoo heeft dan de Kamer, nadat een ge
weldige stroom van spreekwater was ge
vloeid, Zalea-uag n.m. om 6 uur, een punt
gezet achter de algemeens beschouwin
gen over het auti-revolutie-onlwerp.
Het had best in korter tijd gekund. Yeel
zaaks waren de replieken niet. De tegen
standers der web de heeron Troelstra en
Koithek, bleven zeuren uit den treure, dat
bet ontwerp een gevaar oplevert voor de
vakbeweging. Laten ze maar blijven zeu
ren. Al zou men nog veel beter d'au de
Minister van Justitie gedaan heeft, het te
gendeel bewijzen. Socialisten en Commu
nisten zijn nu eenmaal nooit van ongelijk
te overtuigen.
Als een voorstander der wet, ministe-
rieelor dan het Ministerie, deed zich de
afgevaardigde van het Platteland, de heer
Braat kennen. Van halve maatregelen
houdt deze volksvertegenwoordiger niet.
Zijn rede verdient hier, ook al curiosi-
teitshalve, meer uitvoerig te worden
weergegeven. De heer Braat, kan geacht
worden op de hoogte te zijn, van de ge
voelens waarvan de landbouwers in 't al
gemeen jegens onruststokers en revoluti-
omiairen als Troeistra, Wijnkoop, Koithek
Duys e.a. zijn bezield. Van welwillendheid
vloeien deze gevoelens niet over.
Met vreugde, aldus de heer Braat, heeft
het platteland het auti-revolutie-ontwerp
begroet. In tegenstelling met de bewering
der socialisten, dat de wet te vroeg is in
gediend, meende bij, dat dit reeds jaren
vroeger had moeten gebeuren. Op het
platteland vroeg men herhaaldelijk: mag
dat opruien nu maar zoo geschieden?
Waarom sluit men die opruiers tot sta
king niet opf We zouden niets liever zien,
dan dat die oproerkraaiers achter slot en
grendel werden gezet. Het wetsvoorstel,
iep de heer de Braat uit, is veel te
zacht. Er wordt in gcëischt een straf vau
.en hoogste 5 jaren. Dit zou z.i. minstens
iO jaren moeten zijn. Men bedenke, dat 88
pet. der bevolking op het plattelasd tegen
Je revolutie is en de kleine rest moet de
orde niet kunnen verstoren. Op het land
wil men rustig voortwerken aan den op
bouw der maatschappij. Krijgen de revo-
lutkamairen nu de macht in handen, dan
zal na dien gekken 8 uren-dag de werk
tijd tot 6 en 4 uur dalen en het platte
land niet in staat zijn de steden van voed
sel te voorzien. De opvorderingen zouden
dan toenemen, want van het platteland
zou het moeteu komen. Van betalen zou
echter geen sprake zijn, al bepaalde die
revoiutronnaire Kegeering ook den pri...
en de leveringsplaats. Onder hot revolu-
tionriaire bewind zouden moord en brand
toenemen. De heer Braat verklaarde na
mens de bewoners van het platteland te
spreken, als hij de meening uitsprak dat
lcor de leiders der revoiutronnaire bewe
ging onschadelijk te maken, men geen re
volutie in ons land zou krijgen. Wij be
grijpen drommels goed, waarom do socia
listen en de communisten de wet niet wil
len. De heeren Troelstra en Van Rave-
steyn aldus de heer Braat kunnen
wat hem betreft gerust de „bajes" ingaan.
De socialist Van Zadelhof! had de duizen
den gehuldigd die staakten om aan de de
monstraties deel te nemen. Het waren
geen duizenden, slechts enkele honderden,
met een menigte bijloopers. Maar spr.
wenischt© hulde te brengen aan de tien
duizenden arbeiders die niet gestaakt had
den, maar rustig aan den arbeid waren
gebleven. Natuurlijk zal ik, zei spreker,
voor de wet stemmen, onverschillig of zij
gewijzigd of ongewijzigd blijft. Hij be
treurde het alleen, dat aan de wet geen
terugwerkende kracht wordit verleend.
Zooals gezegd, het zijn geen halve maat
regelen, die deze radicale absolutist, tegen
de anti-revolutiewet voorstaat.
Men behoeft, wat Minister Heems
kerk ook niet deed, alles te
onderschrijven wat de heer Braat
in zijn rade te berde bracht, om
het met den bewindsman toch eens te zijn
met meer dan één zijner opmerkingen.
In zijn even degelijke als behendige re
de, heeft de Minister het de geheele Ka
mer duidelijk gemaakt, tegen wie het
ontwerp i3 gericht.
Z.Exc. herhaalde eerst de reeds in de
stukken genoemde leemten, welke er nog
zijn in het Wetb. v. Strafr. in de artike
len betreffende de veiligheid van den
staat en de opruiing. In het aanvuileu
van deze leemten zou reeds voldoende
rechtsgrond te vinden zijn, voor het indie
nen van het onderhavige ontwerp. Een
bijzondere beweegreden geeft echter het
reactionair, imperialistische streven" van
de Russische Sovjet-republiek. Zeer uit
voerig heeft de Minister dit streven, dat
gericht is op het stichten eener interna
tionale communistische republiek, toege
licht aan de hand van een proclamatie
van het al-Russische Communistische
Congres te Petrograd in Februari 1920.
vau een proclamatie vau het congres der
Internationale van Januari 1919, en van
een memorandum betreffende de sovjet
republiek en den toenmaligen Ameri-
—S
kaanschen minister van Buitenlandsche
Zaken, Robert Lansing, in October 1919.
Uit deze, moerend eels dus authentieke ge
gevens, bleek o-a., dat in de geheele we
reld de internationale revolutie moet wor
den gesteund, dat de burgeroorlog, als
„de eenige rechtvaardige oorlog" moet
worden verheerlijkt, dat vrijheid van
vergadering en vrijheid van drukpers
eerst kan worden toegestaan, als door de
scherpste onderdrukking elk, aan hot
communisme vijandige streven afdoende
is vernietigd, dat alie vijandelijke agei'
len, agitatoren en bestrijders der sovjet
republiek op staanden voet moeten worden
doodgeschoten, dat in Moskou alle
welgestelden eu vroegere officiereu gear
resteerd werden en eiken avond uit de
overvulde gevangenissen twintigtallen
van deze werden doodgeschoten, hetgeen
werd „gemotiveerd" met het betoog dat
het voldoende zou zijn als er op honderd
gefusilleerde een schuldige was dat wat
de sociale toestand betreft, de 8-urige
werkdag de facto is afgeschaft e.ni.d.
Het was goed, dat de Minister al deze
gruweldaden aanhaalde, gruweldaden, dit
voor het meerendeel in de .Tribune" óf
worden verga-ei lij kt óf verheerlijkt!
Uit de meegaande houding van den heer
Heemskerk tegenover de amendementen
op het wetsontwerp, die van Liberale zij
de zijn ingediend, mag het besluit getrok
ken woruen, dat ook van die zijde aan de
.ot standkoming der wet vruchtbaar werk
zal geleverd worden.
Wat de Bers -zegt
DE OPENBAARHEID IN DE PERS.
In het weekblad „De Amsterdammer",
komt een artikeltje voor van de hand van
den heer W. C. van M-eurs, over openbaar
heid en de pers.
De schrijver stelt voorop, dat zonder open
baarheid geen maatschappij, geen gemeen
schapsleven mogelijk is en dat zonder pe s
openbaarheid practised weinig waarde heeit.
„Ten dienste van de openbaariic,d
heeft het volk de pers noodig, dat
wordt in den regel wel beseft; anders
staat het dikwijls met de andere' helft
van deze steiling: dat namelijk de
overheid evenzeer die pers noodig iieeft
om te kennen hetgeen er in het volk
leeft.
De pers brengt tot uiting hetgeen er
omgaat onder het volk en dat geschiedt
ten behoeve van het volk en van 'Je
overheid, die daardoor kunnen kennis
nemen van d'e verschillende meeningen
en stroomingen. In den regel wordt dit
wel erkend en toegegevende andere
helft van deze stelling wordt echter
minder algemeen aanvaard en zeker
niet voortdurend door de overheid: dat
namelijk de pers óók voor de overheid1
het voornaamsie orgaan is. om het be
ginsel der O'penbaatheid in toepassing
ie kunnen brengen."
Het artikel hashdt als volgt:
„De ove heidsdienaar moet modern
genoeg durven zijn om de consequen
ties te aanvaarden van de erkenning,
dat die pers niet gemist kan worden, als
het aankomt op openbaarmaking.
Zondier de pers zou „ojrenbaarheid'"
feitelijk niet meer dan een fictie zijn.''
De nieuwe Rijksdag
Fehrenbach. de president van de Nationale
Vergadering is te Berlijn aangekomen. Hij
M'.UlLLElU.V j
(Vrij naar het Engelsch van A S. Swan)
Geautoriseerde vertaling
I. JEUGDIGE LIOHTZINNIGHEID.
„Aaron Fletcher vraagt u te spreien
meneer", kwam do jongste bediende zeg
gen. Hij was niet erg op z'n gemak, want
de patroon was deii hopten dag at sïeiSrt
gehumeurd gew©est.
Het was half vijf, de dagploeg kwam
alweer uit de Bran©thorpe-schachten naar
boven de dag liep op z'n ©ind. Arthur
Faussit, mijnbezitter en landheer van Bra-
nethorpe, was een man van groote werk
kracht in dat opzicht een voorbe&ld voor
allen die onder hem stonden. Op het
ooigenblik dat de bediende hem kwam
stoten, zat hij met saam getrokken wenk
brauwen over een brief gebogen, die op
zijn lessenaar lag, en zijn efgernis wat
er ook de oorzaak van mocht zijn
deed van zijn toch al ernstig, maar man
nelijk schoon gelaat een ongewone streng
neid spreken. Hij was fang en zwaar ge
bouwd zijn gelaatstrekken spraken van
groote wilskracht. De meeste mensch©n
waren bang voor Arthur Faussit slechts
door weinigen was hij bemind. Hij had
geen mede-eigenaars in zijn groot industri
eel bedrijf, dat hij als met een vinger
regeerde en volkomen beheerschte.
Het best werkte hij geheel alleen. Vroe
ger toen hij het bestuur van de mijnen
met niemand deelde, was bij gelukkiger
en beter op dreef geweest dan nu, nu
zijn zoons volwassen begonnen te worden
Hij beroemde er zich op, dat hij zijn
volk de baas was, en zeker waren er in
de Branethorpe-mijn©n verreweg de minste
stakingen,, vergeleken bij welk ander min
gebied in Noord-Engeland ook.
„Fletcher", vroeg hij zonder op te zien,
„goed, laat hem binnen komen".
Het klonk niet onvriendelijk, maar
eenigszins verstrooid, alsof het hem moeite
Lustte zijn gedachten los te maken van
het onderwerp dat ze blijkbaar zoo geheel
in beslag nam.
De jongeman verliet het vertrek, en
in zijn plaats trad Aaron Fletcher, de
bestuurder van het ondergrondse he ge
deelte der Liby-mijn, binnen.
„Doe de deur dicht, als je wilt, Flet
cher, en vertql sens wat gr van ja ver
langen is", sprak Faussit met bijzondere
welwillendheid, terwijl hij zijn kantoorstoel
een kwartslag liet draai-en en den man
die dan voor hem stond vlak in het ge
laat keek. Het was ipinand op leeftijd
en hij droeg nog de klaeren van bpneden
in de mijn, dat maakte dat hij er nog
grauwer en schij nbaar verwaarloosd uitzag
Aan zijn neerhangende schouders herken
de men terstond den mijnwerker, en zijn
gelaatstrekken zagen er door het kolenstof
aat ze nog bedekt© eenigszins verwil-
uerd uit
„Ik heb geen prettige boodschap, me
neer Faussit", sprak Fletcher,, en met een
half verlegen, half verontschuldigend ge
baar streek biji met zijn hand ov©r het
hoofd.
„Nu, kom er maar mee voor den dag,
boe gauwer hoe beter. Wat is er?"
„Ik kom klagen, dat uw zoon, mr.
Geoffrey werk nxaakö van mijn dochter
Annie meneer".
Er kwam een plotselinge verandering
over Arthur Faussit's gelaat, en een
vijandige trek die voor zijn zoon weinig
goeds voorspelde, zette er zich vast
,„Hoe weet je dat, Fletcher"? i
„Ze wandelen liaast iederen avond sa
men", antwoordde de mijnwerker bedaard.
„Ik heb ze nu al drie of viermaal samen
op den weg langs de heide gezien, en
de lui praten er al over ook. Dat moet
ophouden, meneer Faussit Ik heb er met
Annie over gesproken en ik hoop dat
u het uw zoon ook zult willen zeggen."
Faussit voelde zich onaangenaam getrof
fen door den weinig bescheiden toon waar
op Fletcher dit toch ai weinig aangename
onderwerp behandelde, maar al was hij
heerschzuchtig en trofech hij gold] niet
ten onrechte voor den meest rechtvaar
digen man mijlen in den omtrek, en de
gedachte aan de gerechtvaardigde be
zorgdheid van den man daar vóór hem,
deed hem zijn toorn bedwingen. Hij kende
trouwens zijn menschen en hij wist
Aaron Fletcher iemand van een op
vliegend karakter, maar vol trouw en
eerlijke toewijding te waardeuren. Heel
zijn leven bijna had Fletcher in de Brane
thorpe-mijnen doorgebracht. en Faussit
wist wat hij aan mannen als deze ver-
schuldgd was i T "i
„Hoe lang heeft dit zoo al geduurd,
Fletcher", vroeg hij na ©en ©ogenblik
van opzettelijk stilzwijgen, om zoowel Flet
clier als zich zelf gelegenheid to geven,
hun rustige kalmte tè hernemen.
„Dat zou ik niet kunnen «egg^i, me
neer, maar in iedsr geval a,l veel ta lang,,
en het moet dadelijk ophouden".
„Dat ben ik met je ©ens. Wat zul je
dochter wel toen je er haar over sprak?"
„Niets. Ze is nogal stil van aard, en al
sinds eenige dagen j>raat ze nog minder
dan gewoonlijk. Maar stille waters
hebben diepe gronden, en met meisjes als
mijn Annie moet men dubbel oppassen
omdat het genot er spoedig te diep zit".
„Ik zal vandaag nog mr. Geoffrey
er over spreken", antwoordde Faussit kalm
„Je zegt dus dat anderen het ook al ge
zien hebben, ©n dat er in Branethorp©
al over gesproken wordt?"
„Zoo ,is het, meneer. Niet dat ik mij daar
om nu zooveel bekommer. Ik ben gewoon
de menschen t© laten praten, maar als
een meisje over de tong gaat en vooral
een meisje dat geen moeder meer heeft
dan wordt het wat anders. Er is nooit het
minste op mijn Annie te zeggen geweest
ae was altijd een bescheiden, braaf
meisje, en ik ben niet van plan haar het
hoofd op hol te laten maken door tfcn
lichtzinnig'en knaap als mr. Geoffrey."
(Wordt vervolgd.3