1 1 J No. 135 Maandag 14 Juni 1920 R.-lt. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOL?,AND Prijsdaüngen. brieven uit Brussel. ParfotiHHïiair 8ilroisssli BUITENLAND SGHIkO EN bÖETt 13e Jaargang Verschijnt dagelijks Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: 4sa' in. De politieke toestand in Guitschland. Abonnementsprijs» Per kwartaal s i 2,franco per poet f 2.50j Met GeilluBtrcerd Zondagsblad 1 0.45 hooger. Advertentieprijs! Van 16 regels f 1.26 elka regel meer f 0.26 Reclames per regel I 0.75; Rubriek „Vraag en aan bod" bjj vooruitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle Bbcnr.é'a wordt op aritvrses gratis eon polis verstrekt, welk© hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van 1600,-, f 400,-, 1200,-, IIOO,-, I 60, -, 8 36,— «10.- Wij hebben de laats.e weken onder onze buiienlanusciie rubriek herhaameliik meiomg gemaakt van belangrijke pAisaarinnen van eer&.e levenspeboeten en luxe artikelen. het begon in Amerika, siceg naar Enge land over; Erankrijk volgde en ibans is bei- gie aan de beurt. De onisiSidigiieden waaronder deze prijs dalingen plaats hadden, zijn nra overal dezeiiüe. Lu Amerika o.v. weru gemeurj, dat eert der groots.e New-Vorkstbe iirmas plotseling aankondigde, baar genetten voor raad goede en voor de helft aer geldende prtizen beschikbaar te siehen, om zoo werd er eaeimoedig bijgevoegd de duurte te öestrijüen. In franiaijk en Engeland ging het an üeis. Mui ot meer kracimg genoipen door anti-duurte-wetten, bond bet puouek n striia op leven en dood aan tegen Qe verkoopets. liet krachiigste mtcioel bleek daarbij ae ont houding. bet weigeren om tegen de gevraag de pri.jzen te koopen. En bet blijkt, dat he, publiek in dien smid aan de winnende bano is. immers in Erankrijk en Engeland dalen de prijzen inderdaad. Dezer dagen beett zich in ons land op kleine schaal ten dergeluke actie van koopeis tegen verkoopets voorgegaan. En daarom wilien wii even op het vetscnijnsel letten. In Amersfoort bad geruanen tijd voor de melk een liierprijs van 18 cent gegolden, welke voor eenige weken tot 14 cent we.d terug gebracht. Deze afslag was echter van betrekkelijk konen duur. De Amersioortsche buismoe- dets kregen dezer dagen weer bii het rond- bezorgen der melk de mededeeling. dat de melk met ingang van dien dag verhoogfl was tot 18 cent. De ontevredenheid was groot. De oorzaak bleek, dat in een in het begin der afge- loopen week gehouden vergacienng van melk veehouders besloien was dat laa.stgenoetndcn aan de slijters den eisch zouüen sielien de meik voor 14 cent per titer in te koopen, waardoor de Amersfoortsche melktabriek „Ameisiortia", genoodzaakt werd de melk voor 18 cent ie verkoopen, welk voorbeeld door de andere ineikverkoopers met graagte gevolgd werd. uitgezonderd een, die den prijs op 16 centen bracht. Het bestuur der Alg. Consumenten-Ver- teniging raadde toen zijn leden dringend aan zien te verzetten tegen de ongemotiveerde priiSopdriiv,ng door geen oi zoo weinig mo- gelijz meik te koopen tegen den verhoogden prijs. Dit advies weru in sommige wijken in /o verte opgevolgd, dat de huismoeders daar eenparig weigerden melk tegen 18 cent per liter te betrekken. Hei gevoig hieivan was, dat „Amersfor- tia'' den prijs weder terugbracht op 14 cent WeiJie conc.usie is nu.uit een en ander te trekken? Dat die Amerikaansche firma, welke ploiseling naar priizen verlaagde, een prij zenswaardige phiiantroop is? Dat het pu bliek, ooor het koopen te staken en heilig tegen winkeliers en grossiers te keer te gaan de ptijzen zoo laag kan krijgen als het wil? ivaiuuriijk niet! Het Amerikaansche voor beeld is de aigeloopen week op breode schaai door belgiscne kooplieden gevolgd en men zal begrijpen, dat menschenlieide daaroij niet de ünuveer is. De abnormale toes.andeu dei- laatste jaren hebben het opslaan van reus- acnüge voorraaen u,t speculaael oogpunt in de hand gewerkt. Bij het verbeteren van den Visseisianö en het ainemen van den kans om de prijzen nog meer op te drijven, door- aat Ui productie weer op gang komt is he, voor de sptculanten onmogelijk langer om crediet op hun goederen te krijgen. En dus gooien zij ze op de markt. De een lokt den anaer uit en bij zulk een run is het niet on mogelijk, aat speciale artikelen even abnor maal zullen da,en als zij tot nog toe in prijs gestegen zuu. Wat daar op de wereldmarkt gebeurt is niets anciers dan een liquidatie van oorlogs toestanden. hetzij, dat de bankinstellingen, hcizij aat het publiek zeil de hanaelaars tot net prijsgeven van hun goederen dwingen, toen zij echter voorzichtig met daaruit een conclusie e trekken als de voorzitter aer Ka mer van Koophauuel te Biussel üezer dagen üeed, ais mag men verwachten, dat de prij zen, eenmaal omlaag, op uai gunstig niveau zullen blijven, ornaat de prcaucae thans de gebruikte voorraaen weer aanvult. Wij vret. zen, dat het wmeicuekort door vier jaren van vernietiging in plaats van voortbienging zou groot is, aai de stijging van loonen en „cnaarschte van maieriaien en niet te veigelen ue hooge kolen- ai vracn.pnjzen nog zoo lang zuilen naweiken, dat aan een terugkeer van p,ijzen, die wij gewoon zijn „normaal" te noemen, in arzienbaren tijd mei te denken valt. een lichtzijde is er echter aan de buiten- landsche benemen wel n.m. deze. aa, de.we reldmarkt schommelt om een punt van even wicht en dat in net algemeen genomen ver- üere prijss.ijgingen acmervicge zuilen blij ven. Mochten er echter voor zuike nieuwe prijsverhoogingen onredelijke pogingen wor den gedaan, dan hebben de Amersioonsche nuismoeoers ons geleerd hoe we ons daar tegen dienen te veizeiten. Een wandeling langs de „Avenue Loui se" behoort, ze.fs a.s deze g d.'o.igen is door een aigemeene tiamsta„.ng, to, d uleraangenaarnste, Vooral in het voerbar, ais het groen nog zoo frisch k.eiut aan Je takken en een verlcw.kkend zonnetje •iver alles heenstrijkt, is liec een genot te voet het „Bois de la Cambre", in het Vlaanibch minder welt ui de, d r tr ICame ren Boicti" geheeten, op te zoeken. Onwiilekeuiig treft het ons hoe vele uuizen langs de Avenue thans leeg slaan, veel meer dan voor den oorlog, en ons eerste vermoeden is, dm reeds ve.e families Brussel hebben verunen, om hun villa's tuiten op te zoeken en de ji ukke stad voor enkele maanden te ontvochten. Ui, een nadere informatie blijkt ons, dat d.t niet alleen de reden is, ook hieraan heeft de oor,og, als aan zooveel, schuld. Vele van de schitterend- hrizen die h-t sieraad uitmaken van de breide Avenue, de meest gezcchte woonplaats voor de geiortuneer de Brusselaars, behoorden aan Duitschers of althans aan personen, met de Duitschers verwant. Gedwongen d .or den toestand heb ben zij Brussel verlaten en hun woningen eenzaam achtergela.en. Ook dv d r.u\e de, tijden heeit menigeen gedwongen zijn kost baar verblijf vaaiwei te zeggen en eiders een meer eenvoudig ondetduk te zoeken. Het doet vieenrd aan, ondanks den wo ningnood, die ook in België groot is, zoo vele huizen onbewoond te zien. Het kan dan ook niet anders, of wel spoedig zal de beroemde Avenue weer haar oude aan zien in dit opzicht hebben. Hut bosclt zelf is isteeds een verrukking; d: wel ver zorgde zijwegen en voetpaden, de breeds lanen, de „up and downs", die er nog grootere aantrekkeujkneid aangeven, al is liet geheel met zoo uitgestrekt/maken het tot een geliefkoosd verblijf van Brusse laars en vreemdelingen. Een zitje in het Paviljoen, waar in de zomermaanden het strijkje niet ontbreekt is een aangename af wisseling té midden van het rumoerige stadsleven. En een .vergelijking makend tusschen het „Bois de Buu.ogne te Parijs en het „Bois de la Cambre", geeft men ongetwijfeld de voorkeur aan het laatste om zijn natuurschoon en men voelt des te ster ker liet getnis voor Amsterdam aan een dergelijk rustoord. Het Vor.de,park megt Op zichzelf niet onaardig zijn, het is niet te vergelijken met het heer,!jke „Bois de ia Cambre", dat vooral ook door de Avenue die er heen voert zulk 'n groote aantrek kelijkheid van Brussel is. Al rijden d.' auto's bij tientallen aan en jagen ae fiet sen en fiacrés haastig iangs de breed, .anen, toch heerscht er een rust en schoon neid, dm vve.dadig aandoet ais men er is neet gestreken; komend uit het groom stads .even. Doch niet alleen met uit Bosch be- iiceft de natuurzoeker.de Brusselaar zich tevreden te stellen, ook andere omstreken vooral kunnen aan zijn ver.angen vol doen. Tervutrc-n vooral geeft veel te ge nieten en een ritje per eléctrische daarheen, zal niemand berouwen. Zeer veel Hollan ders, de in Brussel komen, verzuimen ten cnrechle Tervueren te bezoeken, ter wijl Lacken natuurlijk een vast nummer op hun program vormt1 lndud i„d .n heel veel opzichten is Brus sel een bevoorrechte stau, d e naast d. groote aantrekke.ijkheid van het stadsleven zelf, ook de gelegenhe d b.cd. in de schoone omgev.ng, de stiue e.i de schoon neid van de natuur op te zoeken. Waai voor den oorjog de lasten den inwoners opgelegd zeer laag waren, en zelfs thans nog deze geringer zijn don bij ons, kan het niet anders ot Brusset moet ook vele Elollanders als vaste bewoners tot zich nekken. Dat dit ook werkelijk het geval is, bewijst ons de goed bezochle en bloei ende Holland che Club in de nabijheid van de Porte de Namur geveegd. Mr. P. v. S. DEN HAAG, 12 JUNI 1820. Zoo heeft dan de Kamer, nadat een ge weldige stroom van spreekwater was ge vloeid, Zalea-uag n.m. om 6 uur, een punt gezet achter de algemeens beschouwin gen over het auti-revolutie-onlwerp. Het had best in korter tijd gekund. Yeel zaaks waren de replieken niet. De tegen standers der web de heeron Troelstra en Koithek, bleven zeuren uit den treure, dat bet ontwerp een gevaar oplevert voor de vakbeweging. Laten ze maar blijven zeu ren. Al zou men nog veel beter d'au de Minister van Justitie gedaan heeft, het te gendeel bewijzen. Socialisten en Commu nisten zijn nu eenmaal nooit van ongelijk te overtuigen. Als een voorstander der wet, ministe- rieelor dan het Ministerie, deed zich de afgevaardigde van het Platteland, de heer Braat kennen. Van halve maatregelen houdt deze volksvertegenwoordiger niet. Zijn rede verdient hier, ook al curiosi- teitshalve, meer uitvoerig te worden weergegeven. De heer Braat, kan geacht worden op de hoogte te zijn, van de ge voelens waarvan de landbouwers in 't al gemeen jegens onruststokers en revoluti- omiairen als Troeistra, Wijnkoop, Koithek Duys e.a. zijn bezield. Van welwillendheid vloeien deze gevoelens niet over. Met vreugde, aldus de heer Braat, heeft het platteland het auti-revolutie-ontwerp begroet. In tegenstelling met de bewering der socialisten, dat de wet te vroeg is in gediend, meende bij, dat dit reeds jaren vroeger had moeten gebeuren. Op het platteland vroeg men herhaaldelijk: mag dat opruien nu maar zoo geschieden? Waarom sluit men die opruiers tot sta king niet opf We zouden niets liever zien, dan dat die oproerkraaiers achter slot en grendel werden gezet. Het wetsvoorstel, iep de heer de Braat uit, is veel te zacht. Er wordt in gcëischt een straf vau .en hoogste 5 jaren. Dit zou z.i. minstens iO jaren moeten zijn. Men bedenke, dat 88 pet. der bevolking op het plattelasd tegen Je revolutie is en de kleine rest moet de orde niet kunnen verstoren. Op het land wil men rustig voortwerken aan den op bouw der maatschappij. Krijgen de revo- lutkamairen nu de macht in handen, dan zal na dien gekken 8 uren-dag de werk tijd tot 6 en 4 uur dalen en het platte land niet in staat zijn de steden van voed sel te voorzien. De opvorderingen zouden dan toenemen, want van het platteland zou het moeteu komen. Van betalen zou echter geen sprake zijn, al bepaalde die revoiutronnaire Kegeering ook den pri... en de leveringsplaats. Onder hot revolu- tionriaire bewind zouden moord en brand toenemen. De heer Braat verklaarde na mens de bewoners van het platteland te spreken, als hij de meening uitsprak dat lcor de leiders der revoiutronnaire bewe ging onschadelijk te maken, men geen re volutie in ons land zou krijgen. Wij be grijpen drommels goed, waarom do socia listen en de communisten de wet niet wil len. De heeren Troelstra en Van Rave- steyn aldus de heer Braat kunnen wat hem betreft gerust de „bajes" ingaan. De socialist Van Zadelhof! had de duizen den gehuldigd die staakten om aan de de monstraties deel te nemen. Het waren geen duizenden, slechts enkele honderden, met een menigte bijloopers. Maar spr. wenischt© hulde te brengen aan de tien duizenden arbeiders die niet gestaakt had den, maar rustig aan den arbeid waren gebleven. Natuurlijk zal ik, zei spreker, voor de wet stemmen, onverschillig of zij gewijzigd of ongewijzigd blijft. Hij be treurde het alleen, dat aan de wet geen terugwerkende kracht wordit verleend. Zooals gezegd, het zijn geen halve maat regelen, die deze radicale absolutist, tegen de anti-revolutiewet voorstaat. Men behoeft, wat Minister Heems kerk ook niet deed, alles te onderschrijven wat de heer Braat in zijn rade te berde bracht, om het met den bewindsman toch eens te zijn met meer dan één zijner opmerkingen. In zijn even degelijke als behendige re de, heeft de Minister het de geheele Ka mer duidelijk gemaakt, tegen wie het ontwerp i3 gericht. Z.Exc. herhaalde eerst de reeds in de stukken genoemde leemten, welke er nog zijn in het Wetb. v. Strafr. in de artike len betreffende de veiligheid van den staat en de opruiing. In het aanvuileu van deze leemten zou reeds voldoende rechtsgrond te vinden zijn, voor het indie nen van het onderhavige ontwerp. Een bijzondere beweegreden geeft echter het reactionair, imperialistische streven" van de Russische Sovjet-republiek. Zeer uit voerig heeft de Minister dit streven, dat gericht is op het stichten eener interna tionale communistische republiek, toege licht aan de hand van een proclamatie van het al-Russische Communistische Congres te Petrograd in Februari 1920. vau een proclamatie vau het congres der Internationale van Januari 1919, en van een memorandum betreffende de sovjet republiek en den toenmaligen Ameri- —S kaanschen minister van Buitenlandsche Zaken, Robert Lansing, in October 1919. Uit deze, moerend eels dus authentieke ge gevens, bleek o-a., dat in de geheele we reld de internationale revolutie moet wor den gesteund, dat de burgeroorlog, als „de eenige rechtvaardige oorlog" moet worden verheerlijkt, dat vrijheid van vergadering en vrijheid van drukpers eerst kan worden toegestaan, als door de scherpste onderdrukking elk, aan hot communisme vijandige streven afdoende is vernietigd, dat alie vijandelijke agei' len, agitatoren en bestrijders der sovjet republiek op staanden voet moeten worden doodgeschoten, dat in Moskou alle welgestelden eu vroegere officiereu gear resteerd werden en eiken avond uit de overvulde gevangenissen twintigtallen van deze werden doodgeschoten, hetgeen werd „gemotiveerd" met het betoog dat het voldoende zou zijn als er op honderd gefusilleerde een schuldige was dat wat de sociale toestand betreft, de 8-urige werkdag de facto is afgeschaft e.ni.d. Het was goed, dat de Minister al deze gruweldaden aanhaalde, gruweldaden, dit voor het meerendeel in de .Tribune" óf worden verga-ei lij kt óf verheerlijkt! Uit de meegaande houding van den heer Heemskerk tegenover de amendementen op het wetsontwerp, die van Liberale zij de zijn ingediend, mag het besluit getrok ken woruen, dat ook van die zijde aan de .ot standkoming der wet vruchtbaar werk zal geleverd worden. Wat de Bers -zegt DE OPENBAARHEID IN DE PERS. In het weekblad „De Amsterdammer", komt een artikeltje voor van de hand van den heer W. C. van M-eurs, over openbaar heid en de pers. De schrijver stelt voorop, dat zonder open baarheid geen maatschappij, geen gemeen schapsleven mogelijk is en dat zonder pe s openbaarheid practised weinig waarde heeit. „Ten dienste van de openbaariic,d heeft het volk de pers noodig, dat wordt in den regel wel beseft; anders staat het dikwijls met de andere' helft van deze steiling: dat namelijk de overheid evenzeer die pers noodig iieeft om te kennen hetgeen er in het volk leeft. De pers brengt tot uiting hetgeen er omgaat onder het volk en dat geschiedt ten behoeve van het volk en van 'Je overheid, die daardoor kunnen kennis nemen van d'e verschillende meeningen en stroomingen. In den regel wordt dit wel erkend en toegegevende andere helft van deze stelling wordt echter minder algemeen aanvaard en zeker niet voortdurend door de overheid: dat namelijk de pers óók voor de overheid1 het voornaamsie orgaan is. om het be ginsel der O'penbaatheid in toepassing ie kunnen brengen." Het artikel hashdt als volgt: „De ove heidsdienaar moet modern genoeg durven zijn om de consequen ties te aanvaarden van de erkenning, dat die pers niet gemist kan worden, als het aankomt op openbaarmaking. Zondier de pers zou „ojrenbaarheid'" feitelijk niet meer dan een fictie zijn.'' De nieuwe Rijksdag Fehrenbach. de president van de Nationale Vergadering is te Berlijn aangekomen. Hij M'.UlLLElU.V j (Vrij naar het Engelsch van A S. Swan) Geautoriseerde vertaling I. JEUGDIGE LIOHTZINNIGHEID. „Aaron Fletcher vraagt u te spreien meneer", kwam do jongste bediende zeg gen. Hij was niet erg op z'n gemak, want de patroon was deii hopten dag at sïeiSrt gehumeurd gew©est. Het was half vijf, de dagploeg kwam alweer uit de Bran©thorpe-schachten naar boven de dag liep op z'n ©ind. Arthur Faussit, mijnbezitter en landheer van Bra- nethorpe, was een man van groote werk kracht in dat opzicht een voorbe&ld voor allen die onder hem stonden. Op het ooigenblik dat de bediende hem kwam stoten, zat hij met saam getrokken wenk brauwen over een brief gebogen, die op zijn lessenaar lag, en zijn efgernis wat er ook de oorzaak van mocht zijn deed van zijn toch al ernstig, maar man nelijk schoon gelaat een ongewone streng neid spreken. Hij was fang en zwaar ge bouwd zijn gelaatstrekken spraken van groote wilskracht. De meeste mensch©n waren bang voor Arthur Faussit slechts door weinigen was hij bemind. Hij had geen mede-eigenaars in zijn groot industri eel bedrijf, dat hij als met een vinger regeerde en volkomen beheerschte. Het best werkte hij geheel alleen. Vroe ger toen hij het bestuur van de mijnen met niemand deelde, was bij gelukkiger en beter op dreef geweest dan nu, nu zijn zoons volwassen begonnen te worden Hij beroemde er zich op, dat hij zijn volk de baas was, en zeker waren er in de Branethorpe-mijn©n verreweg de minste stakingen,, vergeleken bij welk ander min gebied in Noord-Engeland ook. „Fletcher", vroeg hij zonder op te zien, „goed, laat hem binnen komen". Het klonk niet onvriendelijk, maar eenigszins verstrooid, alsof het hem moeite Lustte zijn gedachten los te maken van het onderwerp dat ze blijkbaar zoo geheel in beslag nam. De jongeman verliet het vertrek, en in zijn plaats trad Aaron Fletcher, de bestuurder van het ondergrondse he ge deelte der Liby-mijn, binnen. „Doe de deur dicht, als je wilt, Flet cher, en vertql sens wat gr van ja ver langen is", sprak Faussit met bijzondere welwillendheid, terwijl hij zijn kantoorstoel een kwartslag liet draai-en en den man die dan voor hem stond vlak in het ge laat keek. Het was ipinand op leeftijd en hij droeg nog de klaeren van bpneden in de mijn, dat maakte dat hij er nog grauwer en schij nbaar verwaarloosd uitzag Aan zijn neerhangende schouders herken de men terstond den mijnwerker, en zijn gelaatstrekken zagen er door het kolenstof aat ze nog bedekt© eenigszins verwil- uerd uit „Ik heb geen prettige boodschap, me neer Faussit", sprak Fletcher,, en met een half verlegen, half verontschuldigend ge baar streek biji met zijn hand ov©r het hoofd. „Nu, kom er maar mee voor den dag, boe gauwer hoe beter. Wat is er?" „Ik kom klagen, dat uw zoon, mr. Geoffrey werk nxaakö van mijn dochter Annie meneer". Er kwam een plotselinge verandering over Arthur Faussit's gelaat, en een vijandige trek die voor zijn zoon weinig goeds voorspelde, zette er zich vast ,„Hoe weet je dat, Fletcher"? i „Ze wandelen liaast iederen avond sa men", antwoordde de mijnwerker bedaard. „Ik heb ze nu al drie of viermaal samen op den weg langs de heide gezien, en de lui praten er al over ook. Dat moet ophouden, meneer Faussit Ik heb er met Annie over gesproken en ik hoop dat u het uw zoon ook zult willen zeggen." Faussit voelde zich onaangenaam getrof fen door den weinig bescheiden toon waar op Fletcher dit toch ai weinig aangename onderwerp behandelde, maar al was hij heerschzuchtig en trofech hij gold] niet ten onrechte voor den meest rechtvaar digen man mijlen in den omtrek, en de gedachte aan de gerechtvaardigde be zorgdheid van den man daar vóór hem, deed hem zijn toorn bedwingen. Hij kende trouwens zijn menschen en hij wist Aaron Fletcher iemand van een op vliegend karakter, maar vol trouw en eerlijke toewijding te waardeuren. Heel zijn leven bijna had Fletcher in de Brane thorpe-mijnen doorgebracht. en Faussit wist wat hij aan mannen als deze ver- schuldgd was i T "i „Hoe lang heeft dit zoo al geduurd, Fletcher", vroeg hij na ©en ©ogenblik van opzettelijk stilzwijgen, om zoowel Flet clier als zich zelf gelegenheid to geven, hun rustige kalmte tè hernemen. „Dat zou ik niet kunnen «egg^i, me neer, maar in iedsr geval a,l veel ta lang,, en het moet dadelijk ophouden". „Dat ben ik met je ©ens. Wat zul je dochter wel toen je er haar over sprak?" „Niets. Ze is nogal stil van aard, en al sinds eenige dagen j>raat ze nog minder dan gewoonlijk. Maar stille waters hebben diepe gronden, en met meisjes als mijn Annie moet men dubbel oppassen omdat het genot er spoedig te diep zit". „Ik zal vandaag nog mr. Geoffrey er over spreken", antwoordde Faussit kalm „Je zegt dus dat anderen het ook al ge zien hebben, ©n dat er in Branethorp© al over gesproken wordt?" „Zoo ,is het, meneer. Niet dat ik mij daar om nu zooveel bekommer. Ik ben gewoon de menschen t© laten praten, maar als een meisje over de tong gaat en vooral een meisje dat geen moeder meer heeft dan wordt het wat anders. Er is nooit het minste op mijn Annie te zeggen geweest ae was altijd een bescheiden, braaf meisje, en ik ben niet van plan haar het hoofd op hol te laten maken door tfcn lichtzinnig'en knaap als mr. Geoffrey." (Wordt vervolgd.3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1920 | | pagina 1